Op nu.nl las ik gisteren een bericht dat de politie op zoek is naar de 'Neanderthaler' die tijdens de TT in Assen over de motorkap van van een politiewagen heeft ge-urineerd. Bij het bericht zat een filmpje van de daad. Het betrof een lompe kerel met een kaal hoofd, een fluoriserend geel hesje van het bedrijf Qbuzz, een korte broek en een tribal-tattoo over zijn kuit. Hij moest ook nog heel hard lachen om wat hij stond te doen.
De politie heeft aangegeven geen klopjacht op deze meneer te beginnen. Het lijkt me dat de KLPD inderdaad wel iets beters te doen heeft dan het achterhalen van dit soort kinderachtige wildplassers. De dader (volgens Geenstijl ene Hans uit Assen) wordt door de woordvoerder van de politie in officiële uitingen 'Neanderthaler' genoemd. Heel grappig, maar wel enigszins beledigend voor Neanderthalers. Ik las zojuist dat Discussieplatform de Mondige Neanderthaler zich heeft gedistantieerd van deze uitspraak en zich ook niet herkent in het type kale motorkapplasser.
Het moet me van het hart dat ik me al een hele tijd kapot erger aan de manier waarop er in Nederland tegen de politie wordt aangekeken. Ik was pas in Spanje en dan is het verschil pijnlijk duidelijk. Iedereen weet dat je daar met respect met politieagenten om dient te gaan. Als je wordt aangehouden ga je niet in discussie, je gaat ook niet 'lollig' staan doen, want je weet dat je dan een probleem hebt.
Het probleem in Nederland is tweevoudig. De politie heeft niet de middelen om op te treden tegen respectloos gedrag en het Nederlandse volk is grotendeels zeer anti-autoritair. Het een versterkt het ander. Nu hoor ik mensen al denken dat ik een soort politiestaat beoog, waarin agenten naar eigen believen keihard kunnen optreden tegen vermeende oproerkraaiers, met alle excessen van dien. Dit is geenszins het geval, maar wat ik wil zeggen is dat Nederlanders wel wat meer respect voor de sterke arm mogen opbrengen. Op die manier is het ook juist minder nodig om hard op te treden: dan is de aanwezigheid van politie vaak al afdoende.
Politieagent is een zwaar beroep en het is goed en nuttig werk. Als we dan toch de mond vol hebben van respect, begin daar dan eens mee. En wat betreft die kerel die tegen een politieauto aanpist: zet die maar even een paar dagen vast en geef hem een fikse boete.
woensdag 30 juni 2010
dinsdag 29 juni 2010
Frank Snoeks is een dichter
Frank Snoeks is een dichter. Althans ik verdenk hem er van dat hij in zijn vrije tijd gedichten schrijft. Of heel graag een dichter wil zijn. Tijdens Kameroen-Nederland begon ik ergens in de tweede helft een beetje weg te doezelen. Was het zo dat ik me voordien alleen maar ergerde aan het commentaar, met mijn ogen dicht was ik in staat een analyse te maken van de commentator. Allereerst: de ergernis komt met name voort uit de onafgemaakte anekdotes. Zo zei Frank Snoeks dat de doelman van Kameroen onder een andere naam op het WK stond dan normaal. En dat was het. Geen waarom, helemaal niets. Daar kan ik dus niet tegen. En zo waren er een nog een aantal opmerkingen die veelbelovende informatie leken aan te kondigen en waarna het vervolgens doodstil werd.
Maar nu de reden waarom ik denk dat Frank Snoeks eigenlijk een dichter zou willen zijn. Ik maak dat op uit drie zaken: zijn intonatie, zijn zinsbouw, en de onderwerpskeuze. De intonatie is helemaal die van een dichter. Op onverwachte plaatsen in een zin een stilte laten vallen, uitdrukkelijk een stilte voor een bijzin en ineens aan het einde van een zin omhoog of omlaag gaan met zijn stem. Frank Snoeks kan vast ook heel leuk voorlezen denk ik.
En zo kom ik bij het tweede kenmerk, zijn zinsbouw. Omdat Frank tijdens zo’n wedstrijd in feite zijn eigen live gedicht schrijft kan hij de zin ook volledig aanpassen op zijn ritmische uitspraak. En dus gooit hij er te pas en te onpas bijzinnen en metaforen in. Metaforen die mij vaak iets te ver gaan, of die soms echt nergens op slaan. Voor een aantal goede voorbeelden zie de wikiquotes pagina van Frank Snoeks hier.
En tot slot de onderwerpskeuze. Nou is dit laatste wat vaag voor een commentator van een voetbalwedstrijd, maar het komt er op neer dat Frank Snoeks graag het spel en de spelers al tijdens de wedstrijd mythologiseert. Het liefst gooit hij er zinnen tussendoor die later in een compilatie als profetisch kunnen worden gekwalificeerd. Zo zei hij over twee spelers (ik weet even niet meer wie) ‘Die hebben al zo’n mooi seizoen gehad samen’. Niet alleen lag in die zin de band tussen beide spelers besloten maar ook de hoop (en verwachting) dat ze samen nog veel meer mooie dingen gingen doen. En zo kan hij ook ongegeneerd spelers aanbidden. Dat deed hij niet alleen tijdens Nederland-Kameroen, waarin hij vrijwel alles van het hele Nederlandse team geweldig vond, maar dat doet hij ook bij andere wedstrijden. Zo heb ik hem er al meerdere keren er op kunnen betrappen en een diepe liefde voor Drogba te hebben. Het liefst vertelt hij de hele wedstrijd wat Drogba aan het doen is en hoe geweldig dat is, zelfs als Drogba zijn veters strikt.
Tot zo ver mijn analyse van Frank Snoeks, te danken aan het feit dat de Belgen de wedstrijd Denemarken-Japan uitzonden.
Maar nu de reden waarom ik denk dat Frank Snoeks eigenlijk een dichter zou willen zijn. Ik maak dat op uit drie zaken: zijn intonatie, zijn zinsbouw, en de onderwerpskeuze. De intonatie is helemaal die van een dichter. Op onverwachte plaatsen in een zin een stilte laten vallen, uitdrukkelijk een stilte voor een bijzin en ineens aan het einde van een zin omhoog of omlaag gaan met zijn stem. Frank Snoeks kan vast ook heel leuk voorlezen denk ik.
En zo kom ik bij het tweede kenmerk, zijn zinsbouw. Omdat Frank tijdens zo’n wedstrijd in feite zijn eigen live gedicht schrijft kan hij de zin ook volledig aanpassen op zijn ritmische uitspraak. En dus gooit hij er te pas en te onpas bijzinnen en metaforen in. Metaforen die mij vaak iets te ver gaan, of die soms echt nergens op slaan. Voor een aantal goede voorbeelden zie de wikiquotes pagina van Frank Snoeks hier.
En tot slot de onderwerpskeuze. Nou is dit laatste wat vaag voor een commentator van een voetbalwedstrijd, maar het komt er op neer dat Frank Snoeks graag het spel en de spelers al tijdens de wedstrijd mythologiseert. Het liefst gooit hij er zinnen tussendoor die later in een compilatie als profetisch kunnen worden gekwalificeerd. Zo zei hij over twee spelers (ik weet even niet meer wie) ‘Die hebben al zo’n mooi seizoen gehad samen’. Niet alleen lag in die zin de band tussen beide spelers besloten maar ook de hoop (en verwachting) dat ze samen nog veel meer mooie dingen gingen doen. En zo kan hij ook ongegeneerd spelers aanbidden. Dat deed hij niet alleen tijdens Nederland-Kameroen, waarin hij vrijwel alles van het hele Nederlandse team geweldig vond, maar dat doet hij ook bij andere wedstrijden. Zo heb ik hem er al meerdere keren er op kunnen betrappen en een diepe liefde voor Drogba te hebben. Het liefst vertelt hij de hele wedstrijd wat Drogba aan het doen is en hoe geweldig dat is, zelfs als Drogba zijn veters strikt.
Tot zo ver mijn analyse van Frank Snoeks, te danken aan het feit dat de Belgen de wedstrijd Denemarken-Japan uitzonden.
maandag 28 juni 2010
Ruige, crowdsurfende pubers
Sinds zijn puberteit is de meneer fan van Pearl Jam. Fan ja. Niet zo'n hysterische fan die vooraan bij concerten in zijn broek plassend staat te janken, nee, zo eentje die al sinds jaar end ag trouw alle cd's kopt, luistert en dan nog vaker luistert. Zelf was ik tussen mijn vijftiende en negentiende ook liefhebber, maar toen hield het weer op. De meneer niet, die was trouw, en daarom zijn we gisteren naar Rockin' Park in Nijmegen gegaan, waar Pearl Jam de hoofdact was.
Slechts een keer eerder ben ik naar een festival geweest, namelijk met vriendin N., naar Pinkpop. Toen was het regenachtig weer en we kenden de festivalmores niet, zodat we niet in poncho of omgebouwde vuilniszak verschenen, maar in zeiljacks. Fout! Je pikte ons er zo uit als onervaren festivalgangers. Dat zou me gisteren niet gebeuren: flodder-t-shirt, vale spijkerbroek en gympies, pardon, sneakers, ik blendde volledig met de pubers. Toch had het nog steeds beter gekund: eigenlijk had ik in bikini-topje, fladderrokje en op slippers moeten komen, maar ik dacht aan ruige, crowdsurfende pubers die dan vast collectief op mijn voeten zouden staan en daarbij komt dat ik bikini's ook uitsluitend geschikt vond voor het strand. Maar goed, voor de volgende keer, ter overweging.
Overigens waren er opvallend weinig pubers, de gemiddelde leeftijd van het publiek lag zo rond de 35, waarschijnlijk veroorzaakt door de hoofdact. Pearl Jam heeft de afgelopen tien jaar geen grote hits gehad en is bij het jongere publiek minder bekend, terwijl ze wel een schare trouwe fans uit de jaren '90 heeft overgehouden. Deze schare was zeer mellow, niks crowdsurfen, gewoon met een biertje in je hand in de (brandende) zon, handjes in de lucht en een beetje heen en weer deinen. Meer kon je ook niet met 30 graden.
Dan nu de optredens, want daar ging het tenslotte om. De meneer en ik waren reeds bij de eerste acts paraat omdat ik heel graag de Belgische formatie Customs wilde zien. Customs is een soort kruising tussen Joy Division en REM, het lijkt een onmogelijke spagaat, maar luister maar goed, dan hoor je het. De heren stelden zeker niet teleur, ik vond hen live zelfs nog beter en toen zij ook nog eens zeer verdienstelijk Transmission van Joy Division coverden, was voor mij het hoogtepunt al geweest. Dacht ik.
Een paar andere acts konden ons niet bekoren, The Black Keys, we hebben het echt geprobeerd, de nieuwste cd meermaals geluisterd onder het motto 'misschien moet je ervan leren houden', maar het bleef teveel piep-tuut-krak-muziek. Misschien ben ik oppervlakkig en wil ik een meezinger, ik weet het niet. Arid was uitgesproken saai en hetzelfde geldt voor de Stereophonics, Rise Against was heel veel lawaai. The White Lies waren live fantastisch, de zanger heeft simpelweg een prachtige stem. De formatie speelde een nummer van de nieuwe cd die binnenkort uitkomt, zeker iets om naar uit te kijken. Amy MacDonald was één grote meestamper, dus daar kwam ik zeker aan m'n trekken, Ben Harper was wat mij betreft pas interessant toen Eddie Vedder op het podium kwam om samen Queen's Under Pressure te coveren. Heel mooi, maar waarom zong die Ben Harper nou de hele tijd door Eddie Vedder heen?
Ach ja, Eddie Vedder, wat zal ik zeggen. Hij heeft het nog steeds. De stem, het spel met het publiek en het publiek dat woord voor woord luidkeels alles meezingt. En dat na zo'n 17 jaar. Ik was ontroerd, zo'n sentimentele troela ben ik dus. Achter mij zong de meneer ook alles mee, alleen dat al maakt dat ik vaker naar Pearl Jam wil. Op weg naar huis hebben we de laatste cd weer opgezet, om in de stemming te blijven. Het was laat, ik ben nu heel moe, maar als ze weer in het land zijn ben ik er zeker weer bij.
Slechts een keer eerder ben ik naar een festival geweest, namelijk met vriendin N., naar Pinkpop. Toen was het regenachtig weer en we kenden de festivalmores niet, zodat we niet in poncho of omgebouwde vuilniszak verschenen, maar in zeiljacks. Fout! Je pikte ons er zo uit als onervaren festivalgangers. Dat zou me gisteren niet gebeuren: flodder-t-shirt, vale spijkerbroek en gympies, pardon, sneakers, ik blendde volledig met de pubers. Toch had het nog steeds beter gekund: eigenlijk had ik in bikini-topje, fladderrokje en op slippers moeten komen, maar ik dacht aan ruige, crowdsurfende pubers die dan vast collectief op mijn voeten zouden staan en daarbij komt dat ik bikini's ook uitsluitend geschikt vond voor het strand. Maar goed, voor de volgende keer, ter overweging.
Overigens waren er opvallend weinig pubers, de gemiddelde leeftijd van het publiek lag zo rond de 35, waarschijnlijk veroorzaakt door de hoofdact. Pearl Jam heeft de afgelopen tien jaar geen grote hits gehad en is bij het jongere publiek minder bekend, terwijl ze wel een schare trouwe fans uit de jaren '90 heeft overgehouden. Deze schare was zeer mellow, niks crowdsurfen, gewoon met een biertje in je hand in de (brandende) zon, handjes in de lucht en een beetje heen en weer deinen. Meer kon je ook niet met 30 graden.
Dan nu de optredens, want daar ging het tenslotte om. De meneer en ik waren reeds bij de eerste acts paraat omdat ik heel graag de Belgische formatie Customs wilde zien. Customs is een soort kruising tussen Joy Division en REM, het lijkt een onmogelijke spagaat, maar luister maar goed, dan hoor je het. De heren stelden zeker niet teleur, ik vond hen live zelfs nog beter en toen zij ook nog eens zeer verdienstelijk Transmission van Joy Division coverden, was voor mij het hoogtepunt al geweest. Dacht ik.
Een paar andere acts konden ons niet bekoren, The Black Keys, we hebben het echt geprobeerd, de nieuwste cd meermaals geluisterd onder het motto 'misschien moet je ervan leren houden', maar het bleef teveel piep-tuut-krak-muziek. Misschien ben ik oppervlakkig en wil ik een meezinger, ik weet het niet. Arid was uitgesproken saai en hetzelfde geldt voor de Stereophonics, Rise Against was heel veel lawaai. The White Lies waren live fantastisch, de zanger heeft simpelweg een prachtige stem. De formatie speelde een nummer van de nieuwe cd die binnenkort uitkomt, zeker iets om naar uit te kijken. Amy MacDonald was één grote meestamper, dus daar kwam ik zeker aan m'n trekken, Ben Harper was wat mij betreft pas interessant toen Eddie Vedder op het podium kwam om samen Queen's Under Pressure te coveren. Heel mooi, maar waarom zong die Ben Harper nou de hele tijd door Eddie Vedder heen?
Ach ja, Eddie Vedder, wat zal ik zeggen. Hij heeft het nog steeds. De stem, het spel met het publiek en het publiek dat woord voor woord luidkeels alles meezingt. En dat na zo'n 17 jaar. Ik was ontroerd, zo'n sentimentele troela ben ik dus. Achter mij zong de meneer ook alles mee, alleen dat al maakt dat ik vaker naar Pearl Jam wil. Op weg naar huis hebben we de laatste cd weer opgezet, om in de stemming te blijven. Het was laat, ik ben nu heel moe, maar als ze weer in het land zijn ben ik er zeker weer bij.
vrijdag 25 juni 2010
Witte Veder
Vroeger voetbalde ik altijd in een parkje aan de singel. Het parkje bestaat nu niet meer, er liggen betonnen funderingen van iets dat er nog niet is. Ik word altijd een beetje droevig als ik er langs kom en zie dat het veld weg is; het is toch de plek waar mijn voetbalhistorie ligt. Als het donker is zie ik in het licht der straatlantaarns de schimmen van voetballers uit vervolgen tijden rondspoken. Daar rent Diejee, een Leidse proleet die twee keer zijn arm brak op het veld, en daar rent zijn hond, die iedereen in de weg liep als we aan het voetballen waren. Daar gaan de drie Marokkaanse broers, waarvan er eentje Younis heette, de rest weet ik niet meer. Hoe zou het met ze gaan? Een groepje pikzwarte negers in Kameroen-shirts zie ik ook, die zo beleefd waren dat ze altijd de bal terugspeelden als ze in de buurt van het vijandelijke doel kwamen. En ik zie Witte Veder, de meest geniale keeper die Peru ooit gekend heeft. Tenminste, ik denk dat hij Witte Veder heette en uit Peru kwam, want hij sprak geen woord, zoals een echte Indiaan betaamt. Hij was klein en dik en had lang zwart indianenhaar. Jammer genoeg had hij geen veer op zijn hoofd, maar hij trad wel aan op badslippers, zoals een genie betaamt.
Op een zonnige namiddag, toen we uitgeteld in het gras lagen na vele uren voetbal, stond Witte Veder op en gebaarde ons mee te komen. Verbaasd keken we elkaar aan, want zo communicatief was hij anders niet. Meestal zat hij in doodse stilte in kleermakerszit op de doellijn, alwaar hij, al rokend, de ene na de andere bal weg ranselde met zijn vrije arm. Soms ving hij een bal, en die wierp hij dan in één beweging in het vijandelijke doel, zonder acht te slaan op zijn vrijstaande medespelers. Eigenlijk hadden we vaak het idee dat hij ons amper opmerkte. Maar deze bewuste dag zou anders zijn. Witte Veder ging ons voor in het struikgewas, dat aan de rand van het park stond. Zwijgend baanden we ons een weg door de brandnetels, ons ten diepste bewust van het historische moment. Eindelijk zouden we de wigwam zien waar Witte Veder woonde. Wellicht zouden we worden uitgenodigd om de vredespijp te roken, of misschien gingen we wel op bizons jagen. De opwinding nam steeds verder toe, temeer daar Witte Veder steeds harder begon te lopen. Hij rende zo hard dat we moeite kregen hem bij te houden. Na een kwartier kwamen we puffend en blazend tot stilstand bij een oude schutting. Witte Veder was in geen velden of wegen meer te zien.
‘Dat zul je altijd zien met die kut-Indianen,’ sprak de stoutmoedigste onder ons, en hij gaf van woede een trap tegen de schutting. Langzaam, ik zou bijna zeggen plechtig, helde de schutting over en stortte ter aarde. Daar was Witte Veder! Hij stond ons achter de schutting, in de tuin van zijn doorzonwoning, met de broek op de knieën op te wachten, en sprak de gedenkwaardige woorden, de enige die we ooit uit zijn mond zouden optekenen: ‘Ugh!’
Op een zonnige namiddag, toen we uitgeteld in het gras lagen na vele uren voetbal, stond Witte Veder op en gebaarde ons mee te komen. Verbaasd keken we elkaar aan, want zo communicatief was hij anders niet. Meestal zat hij in doodse stilte in kleermakerszit op de doellijn, alwaar hij, al rokend, de ene na de andere bal weg ranselde met zijn vrije arm. Soms ving hij een bal, en die wierp hij dan in één beweging in het vijandelijke doel, zonder acht te slaan op zijn vrijstaande medespelers. Eigenlijk hadden we vaak het idee dat hij ons amper opmerkte. Maar deze bewuste dag zou anders zijn. Witte Veder ging ons voor in het struikgewas, dat aan de rand van het park stond. Zwijgend baanden we ons een weg door de brandnetels, ons ten diepste bewust van het historische moment. Eindelijk zouden we de wigwam zien waar Witte Veder woonde. Wellicht zouden we worden uitgenodigd om de vredespijp te roken, of misschien gingen we wel op bizons jagen. De opwinding nam steeds verder toe, temeer daar Witte Veder steeds harder begon te lopen. Hij rende zo hard dat we moeite kregen hem bij te houden. Na een kwartier kwamen we puffend en blazend tot stilstand bij een oude schutting. Witte Veder was in geen velden of wegen meer te zien.
‘Dat zul je altijd zien met die kut-Indianen,’ sprak de stoutmoedigste onder ons, en hij gaf van woede een trap tegen de schutting. Langzaam, ik zou bijna zeggen plechtig, helde de schutting over en stortte ter aarde. Daar was Witte Veder! Hij stond ons achter de schutting, in de tuin van zijn doorzonwoning, met de broek op de knieën op te wachten, en sprak de gedenkwaardige woorden, de enige die we ooit uit zijn mond zouden optekenen: ‘Ugh!’
donderdag 24 juni 2010
Veluwe
Onlangs waren wij een dagje op de Veluwe. Het was een zondag en wij bevonden ons op in sportieve wandelkleding, met een rugzak en een fotocamera in een heideveld. Er waren voor ons twee redenen om de Veluwe te bezoeken. Allereerst wilden we natuurlijk wandelen, en dat schijnt daar goed en mooi te kunnen. En ten tweede was het voor ons allebei zeker vijftien jaar geleden dat we (onafhankelijk van elkaar) de Veluwe voor het laatst bezochten, en dus waren we benieuwd naar hoe het er daar nu uitzag. Overigens waren die eerdere bezoekjes voor ons beide vrij traumatische ervaringen gekoppeld aan een schoolbus en het Kröller Möller Museum, maar toch wilden we het er wel op wagen. En zo kwam het dus dat wij op zondag door Nationaal Park de Hoge Veluwe reden op weg naar het startpunt van onze wandeltocht en wij regelmatig werden gehinderd door fietsende echtparen die persé naast elkaar wilde fietsen of hele gezinnen die dachten dat het handig was met zijn allen op de weg overleg te gaan staan voeren.
Nu gaan we wel vaker wandelen. En wandelen waar dan ook is eigenlijk net zo suf (en leuk, anders deden we het niet) als wandelen op de Veluwe, maar toch voelt het anders. Het komt denk ik doordat heel Nederland zich op een mooie dag naar de Veluwe begeeft. En dan vooral ‘oudere’ Nederlanders. Vroeger had ik gezegd ‘bejaarden’, maar inmiddels zijn die bejaarden de leeftijd van mijn ouders (of net iets ouder) en dus mag ik dat eigenlijk niet meer zeggen. Maar ik doe het toch. Aan de Veluwe hangt een belegen luchtje. Gedurende de gehele wandeling, die overigens erg mooi was en door een nog relatief rustig deel van het park voerde, zagen wij de witte hoofden van bejaarden voorbij fietsen. Soms iets verder weg, soms aan de horizon, en soms kruisten ze letterlijk ons pad. De mannen gehuld in bodywarmers met heel veel zakken, de vrouwen met makkelijke ecco’s aan.
En toen realiseerde ik mij dat aan deze omgeving voor mij iets te veel het woord ‘recreatie’ kleeft. Het lijkt alsof er een landschap is ingericht en omheind om er een groep bejaarden in los te kunnen laten zodat ze ons niet in de weg lopen in het winkelcentrum. Het was me allemaal net iets té. Op de Amerongse Berg of ergens anders voelt een wandeling niet als recreeren, maar hier... Nee, dit waren de Veluwe wel weer even voor mij.
Nu gaan we wel vaker wandelen. En wandelen waar dan ook is eigenlijk net zo suf (en leuk, anders deden we het niet) als wandelen op de Veluwe, maar toch voelt het anders. Het komt denk ik doordat heel Nederland zich op een mooie dag naar de Veluwe begeeft. En dan vooral ‘oudere’ Nederlanders. Vroeger had ik gezegd ‘bejaarden’, maar inmiddels zijn die bejaarden de leeftijd van mijn ouders (of net iets ouder) en dus mag ik dat eigenlijk niet meer zeggen. Maar ik doe het toch. Aan de Veluwe hangt een belegen luchtje. Gedurende de gehele wandeling, die overigens erg mooi was en door een nog relatief rustig deel van het park voerde, zagen wij de witte hoofden van bejaarden voorbij fietsen. Soms iets verder weg, soms aan de horizon, en soms kruisten ze letterlijk ons pad. De mannen gehuld in bodywarmers met heel veel zakken, de vrouwen met makkelijke ecco’s aan.
En toen realiseerde ik mij dat aan deze omgeving voor mij iets te veel het woord ‘recreatie’ kleeft. Het lijkt alsof er een landschap is ingericht en omheind om er een groep bejaarden in los te kunnen laten zodat ze ons niet in de weg lopen in het winkelcentrum. Het was me allemaal net iets té. Op de Amerongse Berg of ergens anders voelt een wandeling niet als recreeren, maar hier... Nee, dit waren de Veluwe wel weer even voor mij.
woensdag 23 juni 2010
Een wekelijkse column in de Yes
Natuurlijk wist ik wel dat er een hoop achterlijke mannen zijn. Achterlijke mannen met achterlijke opvattingen. Net zoals daar ook achterlijke vrouwen met achterlijke opvattingen zijn. Ik weet ook dat ik bevoorrecht ben door het feit dat ik slechts zelden contact heb met dergelijke mannen en vrouwen. En dat zeldzame contact is gelukkig niet erg diepgaand. Je ziet ze op straat, in de winkel, in de rij bij de bank of in de tram. En dan heb je wel zo je vermoedens.
Wat ik echter niet wist is dat achterlijke mannen met achterlijke meningen ook een column hebben, in een weekblad nog wel. Een weekblad voor jonge vrouwen. Daar kwam ik afgelopen week achter. Ik ging toen op vakantie en kocht de Yes voor in het vliegtuig. Ik schaam me niet, ik was moe, ik had een moment van zwakte en oppervlakkigheid, mag ik?
In het luchtruim boven België, op pagina 16 van de Yes gebeurde het. Daar las ik de column van ene Giles. De column sprong in het oog door één dikgedrukte regel 'De enige vrouwen die naar voetbal kijken, hebben kort haar en vallen zelf ook op vrouwen'. 'Achterlijk', dacht ik, maar ook dacht ik dat dit vast ironie was, of hij citeerde een van zijn kortzichtige vrienden die hij daarna in de column zou afbranden.
In de column stelt Giles dat voetbal en vrouwen een onmogelijke combinatie zijn. Echte mannen houden van voetbal, echte mannen houden van echte vrouwen en echte vrouwen houden van soapseries. Daar komt het hele verhaal op neer. Vrouwen gillen alleen bij voetbal vanwege de lekkere kontjes. Het hele verhaal is te zielig voor woorden, ik dacht aan al die mooie, vrouwelijke vrouwen om mij heen die graag voetbal kijken en ook HEEL GOED weten wat buitenspel is. Wat een eikel.
Totdat ik even verder las dat zijn vriendin Naugthy heet. Dat verklaart wat mij betreft een hoop. Naugthy. Ondeugend. Ineens doemde een beeld op van een soort Anna-Nicole Smith. Een pornoster. Giles heeft een relatie met een pornoster genaamd Naughty. Vind je het gek dat je dan zo'n verwrongen man-vrouwbeeld hebt? Naughty gebruikt haar capaciteiten dan ook om ervoor te zorgen dat er op zondag niet naar Studio Sport hoeft te worden gekeken: "Tijdens een druilerige zondag in maart liet ik me bij poging 17 alsnog door Naughty verleiden tot seks. Naderhand voelde ik me gebruikt, omdat onze seks duurde tot het tijdstip waarop Memories begon."
Mijn hemel, dit is ernstig. In de koptekst staat dat Giles "ook 24/7 relatieconsulent is voor zijn vrienden". Die vrienden denken natuurlijk ook 'Giles heeft een lekkere stoeipoes aan de haak, dus die zal wel weten hoe dat moet, met de vrouwtjes'. Niets is minder waar. Als je als man een leuke vrouw aan de haak wilt slaan moet je zeker niet naar Giles luisteren. Volgens Giles zijn mooie vrouwen namelijk een soort hoeren die hun seksualiteit misbruiken om hun zin te krijgen.
Het ergste is nog wel dat Giles een wekelijkse column in de Yes heeft. Een blad voor jonge vrouwen, die door een dergelijke column wellicht het idee krijgen dat hun hobby onvrouwelijk is en je in een relatie dingen niet oplost door ergens over te praten. Daarom zeg ik nu: Giles is een domme eikel en zijn column is slechts geschikt voor dronken kroegpraatjes. Zo.
Wat ik echter niet wist is dat achterlijke mannen met achterlijke meningen ook een column hebben, in een weekblad nog wel. Een weekblad voor jonge vrouwen. Daar kwam ik afgelopen week achter. Ik ging toen op vakantie en kocht de Yes voor in het vliegtuig. Ik schaam me niet, ik was moe, ik had een moment van zwakte en oppervlakkigheid, mag ik?
In het luchtruim boven België, op pagina 16 van de Yes gebeurde het. Daar las ik de column van ene Giles. De column sprong in het oog door één dikgedrukte regel 'De enige vrouwen die naar voetbal kijken, hebben kort haar en vallen zelf ook op vrouwen'. 'Achterlijk', dacht ik, maar ook dacht ik dat dit vast ironie was, of hij citeerde een van zijn kortzichtige vrienden die hij daarna in de column zou afbranden.
In de column stelt Giles dat voetbal en vrouwen een onmogelijke combinatie zijn. Echte mannen houden van voetbal, echte mannen houden van echte vrouwen en echte vrouwen houden van soapseries. Daar komt het hele verhaal op neer. Vrouwen gillen alleen bij voetbal vanwege de lekkere kontjes. Het hele verhaal is te zielig voor woorden, ik dacht aan al die mooie, vrouwelijke vrouwen om mij heen die graag voetbal kijken en ook HEEL GOED weten wat buitenspel is. Wat een eikel.
Totdat ik even verder las dat zijn vriendin Naugthy heet. Dat verklaart wat mij betreft een hoop. Naugthy. Ondeugend. Ineens doemde een beeld op van een soort Anna-Nicole Smith. Een pornoster. Giles heeft een relatie met een pornoster genaamd Naughty. Vind je het gek dat je dan zo'n verwrongen man-vrouwbeeld hebt? Naughty gebruikt haar capaciteiten dan ook om ervoor te zorgen dat er op zondag niet naar Studio Sport hoeft te worden gekeken: "Tijdens een druilerige zondag in maart liet ik me bij poging 17 alsnog door Naughty verleiden tot seks. Naderhand voelde ik me gebruikt, omdat onze seks duurde tot het tijdstip waarop Memories begon."
Mijn hemel, dit is ernstig. In de koptekst staat dat Giles "ook 24/7 relatieconsulent is voor zijn vrienden". Die vrienden denken natuurlijk ook 'Giles heeft een lekkere stoeipoes aan de haak, dus die zal wel weten hoe dat moet, met de vrouwtjes'. Niets is minder waar. Als je als man een leuke vrouw aan de haak wilt slaan moet je zeker niet naar Giles luisteren. Volgens Giles zijn mooie vrouwen namelijk een soort hoeren die hun seksualiteit misbruiken om hun zin te krijgen.
Het ergste is nog wel dat Giles een wekelijkse column in de Yes heeft. Een blad voor jonge vrouwen, die door een dergelijke column wellicht het idee krijgen dat hun hobby onvrouwelijk is en je in een relatie dingen niet oplost door ergens over te praten. Daarom zeg ik nu: Giles is een domme eikel en zijn column is slechts geschikt voor dronken kroegpraatjes. Zo.
dinsdag 22 juni 2010
Zwanger
De kop is geen hoax, geen misleiding, geen poging tot het trekken van bezoekers, geen manier om de aandacht even op me te vestigen. Het wordt tijd dat ik het ook hier maar ‘hardop’ ga uitspreken: ik ben zwanger. Het valt in het echte leven niet meer te ontkennen: ik heb inmiddels een buikje.
Maar ook in het blogleven is het onvermijdelijk geworden: ik kan over niets anders meer praten. Ik wil het alleen nog hebben over baby’s, zwangerschap, echo’s, kinderwagens en geboortekaartjes. Vanaf nu zal het leven van de lezers van deze site een hel worden doordat ik alleen nog maar kan doorzeveren over mijn dikke enkels en mijn groeiende baarmoeder.
Bij alles wat ik eet verzucht ik dat ik het nu juist enorm lekker vind, heel anders dan toen ik nog niet zwanger was, of in tegenstelling tot ‘vroeger’ ik het niet meer lust. Pertinent niet. Ik ga er van over mijn nek. Ik vertel ook uitgebreid aan iedereen wat ik nu niet meer mag eten en wat ik en de baby er van kunnen krijgen als ik het wel doe.
Ik loop alleen nog maar door winkels op zoek naar babykleertjes en positiekleding. Ik bevoel elk stofje en wrijf gelukzalig over mijn buik als ik weer eens iets unieks en origineels voor de babykamer heb gevonden. Ik grijp elke gelegenheid aan om het gesprek op mijn zwangerschap te brengen. Als jullie het over de Russische revolutie gaan hebben begin ik over de revolutie die er in mijn leven heeft plaatsgevonden, de ‘regime change’ die niet zonder slachtoffers plaastvond. Als jullie proberen het voetbal te bespreken begin ik over het schoppen in mijn buik en het voetbaltalentje dat zich daar aan het ontwikkelen is.
Als ik op een terrasje in de zon zit vertel ik, nippend aan mijn sapje, met tranen in mijn ogen over het ‘wondertje’ dat in mijn buik aan het groeien is. Ik zal vertellen dat ik nu al een band voel met mijn kleintje en bij mensen zonder kinderen zal ik regelmatig herhalen ‘dat ze geen idee hebben hoe bijzonder het is’ maar dat ze daar nog wel achter zullen komen ‘als ze zelf zo ver zijn’. Jullie zullen een paar biertjes extra nodig hebben om de middag met mij door te komen. Ik word een heel naar mens. Ik wil alleen nog maar omgaan met mensen die ook kinderen hebben. Ik wil alleen nog maar praten over kinderen en het liefst alleen over mijn eigen kind en over hoe bijzonder en slim en zijn tijd ver vooruit het is. Zo word ik. Nee, zo ben ik al. Dus hoedt u. Het duurt nog zeker achtien jaar voordat ik weer normaal ben.
Maar ook in het blogleven is het onvermijdelijk geworden: ik kan over niets anders meer praten. Ik wil het alleen nog hebben over baby’s, zwangerschap, echo’s, kinderwagens en geboortekaartjes. Vanaf nu zal het leven van de lezers van deze site een hel worden doordat ik alleen nog maar kan doorzeveren over mijn dikke enkels en mijn groeiende baarmoeder.
Bij alles wat ik eet verzucht ik dat ik het nu juist enorm lekker vind, heel anders dan toen ik nog niet zwanger was, of in tegenstelling tot ‘vroeger’ ik het niet meer lust. Pertinent niet. Ik ga er van over mijn nek. Ik vertel ook uitgebreid aan iedereen wat ik nu niet meer mag eten en wat ik en de baby er van kunnen krijgen als ik het wel doe.
Ik loop alleen nog maar door winkels op zoek naar babykleertjes en positiekleding. Ik bevoel elk stofje en wrijf gelukzalig over mijn buik als ik weer eens iets unieks en origineels voor de babykamer heb gevonden. Ik grijp elke gelegenheid aan om het gesprek op mijn zwangerschap te brengen. Als jullie het over de Russische revolutie gaan hebben begin ik over de revolutie die er in mijn leven heeft plaatsgevonden, de ‘regime change’ die niet zonder slachtoffers plaastvond. Als jullie proberen het voetbal te bespreken begin ik over het schoppen in mijn buik en het voetbaltalentje dat zich daar aan het ontwikkelen is.
Als ik op een terrasje in de zon zit vertel ik, nippend aan mijn sapje, met tranen in mijn ogen over het ‘wondertje’ dat in mijn buik aan het groeien is. Ik zal vertellen dat ik nu al een band voel met mijn kleintje en bij mensen zonder kinderen zal ik regelmatig herhalen ‘dat ze geen idee hebben hoe bijzonder het is’ maar dat ze daar nog wel achter zullen komen ‘als ze zelf zo ver zijn’. Jullie zullen een paar biertjes extra nodig hebben om de middag met mij door te komen. Ik word een heel naar mens. Ik wil alleen nog maar omgaan met mensen die ook kinderen hebben. Ik wil alleen nog maar praten over kinderen en het liefst alleen over mijn eigen kind en over hoe bijzonder en slim en zijn tijd ver vooruit het is. Zo word ik. Nee, zo ben ik al. Dus hoedt u. Het duurt nog zeker achtien jaar voordat ik weer normaal ben.
maandag 21 juni 2010
Door mijn schuld
Wanneer kwam Ernst Louwes nou ook weer vrij, was dat vorig jaar? Ik herinner me een aflevering van Pauw & Witteman, kort na zijn vrijlating. Louwes was te gast en vertelde over het grote onrecht dat hem was aangedaan. Hij had jarenlang onschuldig vastgezeten voor de moord op de weduwe Wittenberg, vreselijk. Wie herinnert zich niet de beelden na de veroordeling: Louwes die schreeuwde en huilde en in bedwang gehouden moest worden. Zo iemand móet toch wel onschuldig zijn? Dat dacht Maurice de Hond ook en hij stortte zich op de zaak. Maurice de Hond is namelijk naast peilmeester ook een verdienstelijk misdaadjournalist/psycholoog/pathaloog-anatoom. En dat komt van pas tijdens een onderzoek naar een moord. Hij ging zelfs zo ver dat hij een ander van de moord beschuldigde, namelijk de klusjesman van de weduwe Wittenberg. Deze klusjesman heeft hem uiteindelijk aangeklaagd wegens smaad en De Hond moest zijn acties staken op straffe van een dwangsom.
Ondertussen heeft Louwes dus zijn straf uitgezeten, maar hij blijft zijn betrokkenheid ontkennen. Pauw & Witteman boden hem hietoe graag een podium, met als gevolg dat er toch genoeg mensen zijn die niet konden geloven dat Louwes de dader was.
Tijdens mijn vakantie las ik Door mijn schuld van Désanne van Brederode. Het vertelt het verhaal van Gunnar de Wit, een rustige meubelverkoper met een onopvallend leven, die veroordeeld wordt voor de moord op een bevriende klant. Ook hij blijft zijn onschuld ontkennen, zijn familie gelooft in hem en ook in de media wordt zijn betrokkenheid betwijfeld. Het boek is echter een bekentenis van De Wit. Hij zegt de moord wél te hebben gepleegd maar het omwille van zijn omgeving altijd te hebben ontkend.
Het boek vertelt vooral over de jeugd van de hoofdpersoon in een intellectueel milieu, waaraan hij zich al snel heeft onttrokken. Hij is tevreden met de kleine dingen in het leven en heeft de grote woorden die in zijn familie zo graag gebruikt worden helemaal niet nodig. Een simpel leven met zijn vrouw en twee kinderen in een nieuwbouwwijk, dat is voor hem genoeg. Hierdoor voelt hij zich een buitenstaander in zijn eigen familie, die het hem dan ook niet makkelijk maakt. Dit alles schetst zijn karakter en de achtergronden waartegen De Wit de moord begaat.
In recensies wordt gewezen op de gekunstelde stijl van Van Brederode en de oeverloze uitweidingen. Misschien dat ik geen maatstaf ben, maar mij was dit geenszins opgevallen. Ik vond het een verademing te zien dat er nog schrijvers zijn die klassiek taalgebruik machtig zijn en ik vond de roman hierdoor een nog betere prestatie.
Daarnaast geeft het boek een vefrissende kijk op een bestaande moordzaak, hoewel beide verhalen niet over elkaar gelegd kunnen worden: Door mijn schuld is slechts losjes gebaseerd op de Deventer moordzaak. Het geeft echter wel te denken over waarom iemand zo kan volharden in het ontkennen van de eigen schuld. Hoe hard iemand ook roept, hij kan nog steeds schuldig zijn.
Ondertussen heeft Louwes dus zijn straf uitgezeten, maar hij blijft zijn betrokkenheid ontkennen. Pauw & Witteman boden hem hietoe graag een podium, met als gevolg dat er toch genoeg mensen zijn die niet konden geloven dat Louwes de dader was.
Tijdens mijn vakantie las ik Door mijn schuld van Désanne van Brederode. Het vertelt het verhaal van Gunnar de Wit, een rustige meubelverkoper met een onopvallend leven, die veroordeeld wordt voor de moord op een bevriende klant. Ook hij blijft zijn onschuld ontkennen, zijn familie gelooft in hem en ook in de media wordt zijn betrokkenheid betwijfeld. Het boek is echter een bekentenis van De Wit. Hij zegt de moord wél te hebben gepleegd maar het omwille van zijn omgeving altijd te hebben ontkend.
Het boek vertelt vooral over de jeugd van de hoofdpersoon in een intellectueel milieu, waaraan hij zich al snel heeft onttrokken. Hij is tevreden met de kleine dingen in het leven en heeft de grote woorden die in zijn familie zo graag gebruikt worden helemaal niet nodig. Een simpel leven met zijn vrouw en twee kinderen in een nieuwbouwwijk, dat is voor hem genoeg. Hierdoor voelt hij zich een buitenstaander in zijn eigen familie, die het hem dan ook niet makkelijk maakt. Dit alles schetst zijn karakter en de achtergronden waartegen De Wit de moord begaat.
In recensies wordt gewezen op de gekunstelde stijl van Van Brederode en de oeverloze uitweidingen. Misschien dat ik geen maatstaf ben, maar mij was dit geenszins opgevallen. Ik vond het een verademing te zien dat er nog schrijvers zijn die klassiek taalgebruik machtig zijn en ik vond de roman hierdoor een nog betere prestatie.
Daarnaast geeft het boek een vefrissende kijk op een bestaande moordzaak, hoewel beide verhalen niet over elkaar gelegd kunnen worden: Door mijn schuld is slechts losjes gebaseerd op de Deventer moordzaak. Het geeft echter wel te denken over waarom iemand zo kan volharden in het ontkennen van de eigen schuld. Hoe hard iemand ook roept, hij kan nog steeds schuldig zijn.
vrijdag 18 juni 2010
Ook gij Jacques
En nu blijkt dat ook Jacques Tichelaar vreemd ging. Ik snap dat hij in de vaart der volkeren niet kan achterblijven, zonder affaire ben je tegenwoordig geen nieuws. En zonder affaire behoor je blijkbaar tot een minderheid.
Ik schreef hier al eerder over alle (nou ja, waarschijnlijk niet alle, maar wel veel) mannen die de afgelopen maanden bekenden hun vrouw of vriendin te hebben bedrogen. Daar zijn sindsdien nog bijgekomen Ronan Keating en nu ook Jacques Tichelaar. Dat Ronan Keating vreemd gaat kan ik nog wel begrijpen. Niet omdat ik vind dat Ronan Keating, of welke andere man dan ook, vreemd zou mogen gaan, nee. Maar omdat ik snap dat er heus vrouwen zullen rondlopen die Ronan Keating aantrekkelijk vinden. Aantrekkelijk genoeg om er mee het bed in te duiken.
Maar Jacques Tichelaar. Ik was al verbaasd dat Jacques Tichelaar überhaupt een vrouw had, maar dat hij er zelfs een minnares op na kon houden? Ik vind echt werkelijk niks aan Jacques Tichelaar. Hij ziet er niet alleen enorm onaantrekkelijk uit, hij praat ook heel vervelend. Hij heeft een naar accent, hij heeft een vervelende stem, hij is van een vervelende partij en zegt daardoor vervelende dingen. Jacques Tichelaar is een doorsnee, dertien-in-een-dozijn-man van middelbare leeftijd. Ik zie hem zo fietsen ergens door de polder op een nieuwe fiets met een mooie ANWB jas aan en een kaart op zijn stuur. Ik zie hem zijn acht jaar oude Opel naar de garage brengen. Ik zie hem thuis in zijn leren relaxfateuil met verstelbare beensteunen naar Lingo kijken. En zo kan ik nog wel even doorgaan. Ik zie hem vanalles doen, maar niet bovenop een vrouw liggen. Of een vrouw versieren voordat hij er bovenop mag liggen. Dat eerste is nog onwaarschijnlijker dan het tweede.
Toen ik las wat voor vrouw het was waar Jacques dan op lag, kreeg ik een Nico Dijkshoorn-gevoel. Hij moest dit bedacht hebben, dit kan niet waar zijn. Het gaat om "Koosje, zus van Jos Wijland, eigenaar van chateauhotel 'De Havixhorst' bij Meppel." Ze zullen er van smullen en schande van spreken daar in Meppel. Het is van een dusdanige kneuterigheid dat ik, als ik het bedacht zou hebben, ik iets beters bedacht zou hebben, dus het moet wel waar zijn. Ik ben verbijsterd.
Ik schreef hier al eerder over alle (nou ja, waarschijnlijk niet alle, maar wel veel) mannen die de afgelopen maanden bekenden hun vrouw of vriendin te hebben bedrogen. Daar zijn sindsdien nog bijgekomen Ronan Keating en nu ook Jacques Tichelaar. Dat Ronan Keating vreemd gaat kan ik nog wel begrijpen. Niet omdat ik vind dat Ronan Keating, of welke andere man dan ook, vreemd zou mogen gaan, nee. Maar omdat ik snap dat er heus vrouwen zullen rondlopen die Ronan Keating aantrekkelijk vinden. Aantrekkelijk genoeg om er mee het bed in te duiken.
Maar Jacques Tichelaar. Ik was al verbaasd dat Jacques Tichelaar überhaupt een vrouw had, maar dat hij er zelfs een minnares op na kon houden? Ik vind echt werkelijk niks aan Jacques Tichelaar. Hij ziet er niet alleen enorm onaantrekkelijk uit, hij praat ook heel vervelend. Hij heeft een naar accent, hij heeft een vervelende stem, hij is van een vervelende partij en zegt daardoor vervelende dingen. Jacques Tichelaar is een doorsnee, dertien-in-een-dozijn-man van middelbare leeftijd. Ik zie hem zo fietsen ergens door de polder op een nieuwe fiets met een mooie ANWB jas aan en een kaart op zijn stuur. Ik zie hem zijn acht jaar oude Opel naar de garage brengen. Ik zie hem thuis in zijn leren relaxfateuil met verstelbare beensteunen naar Lingo kijken. En zo kan ik nog wel even doorgaan. Ik zie hem vanalles doen, maar niet bovenop een vrouw liggen. Of een vrouw versieren voordat hij er bovenop mag liggen. Dat eerste is nog onwaarschijnlijker dan het tweede.
Toen ik las wat voor vrouw het was waar Jacques dan op lag, kreeg ik een Nico Dijkshoorn-gevoel. Hij moest dit bedacht hebben, dit kan niet waar zijn. Het gaat om "Koosje, zus van Jos Wijland, eigenaar van chateauhotel 'De Havixhorst' bij Meppel." Ze zullen er van smullen en schande van spreken daar in Meppel. Het is van een dusdanige kneuterigheid dat ik, als ik het bedacht zou hebben, ik iets beters bedacht zou hebben, dus het moet wel waar zijn. Ik ben verbijsterd.
donderdag 17 juni 2010
De deotest ingevuld door H
1. Geslacht m/v
Man
2. Leeftijd: 32
3. Beroep: Rijksambtenaar
4. Welke deodorant gebruik je normaal?
Iets van Axe, maar type weet ik niet
5. Werkt deze afdoende?
mwoah
6. Had je de 48-uurs-deo eerder gebruikt?
nee
7. Hoe laat heb je de deodorant opgespoten?
06.45 uur
8. Wat vond je van de geur van deze deodorant?
Sterk, maar op zich wel oké
9. Wat vind je van de vormgeving van deze deodorant?
I couldn’t care less
10. Heb je gesport tijdens het gebruik van de deodorant? Zo ja, welke sport en wat was het effect op de okseldroogte?
Wel hard gefietst naar werk, geen meetbaar effect
11. Ben je een hele dag droog gebleven? ja/nee. Indien ja, ga door naar vraag 13
het regende (zie vraag 10), maar afgezien daarvan wel
13. Rook je de iets?
Nee
15. Zou je voortaan voor dit product kiezen?
Ja
16. Wat vind je van de prijs-kwaliteit-verhouding?
Prima
17. Indien je inderdaad 48 uur droog bent gebleven, na hoeveel tijd heb je weer deodorant opgespoten?
Nou, nadat ik gedoucht had de volgende ochtend. Maar op zich blijf je er wel mee droog
18. Heb je verder nog opmerkingen?
Fijnste deo ooit
Man
2. Leeftijd: 32
3. Beroep: Rijksambtenaar
4. Welke deodorant gebruik je normaal?
Iets van Axe, maar type weet ik niet
5. Werkt deze afdoende?
mwoah
6. Had je de 48-uurs-deo eerder gebruikt?
nee
7. Hoe laat heb je de deodorant opgespoten?
06.45 uur
8. Wat vond je van de geur van deze deodorant?
Sterk, maar op zich wel oké
9. Wat vind je van de vormgeving van deze deodorant?
I couldn’t care less
10. Heb je gesport tijdens het gebruik van de deodorant? Zo ja, welke sport en wat was het effect op de okseldroogte?
Wel hard gefietst naar werk, geen meetbaar effect
11. Ben je een hele dag droog gebleven? ja/nee. Indien ja, ga door naar vraag 13
het regende (zie vraag 10), maar afgezien daarvan wel
13. Rook je de iets?
Nee
15. Zou je voortaan voor dit product kiezen?
Ja
16. Wat vind je van de prijs-kwaliteit-verhouding?
Prima
17. Indien je inderdaad 48 uur droog bent gebleven, na hoeveel tijd heb je weer deodorant opgespoten?
Nou, nadat ik gedoucht had de volgende ochtend. Maar op zich blijf je er wel mee droog
18. Heb je verder nog opmerkingen?
Fijnste deo ooit
Broekjesdag
Dit is een gastcolumn van gastcolumnist Lein
Zodra het kwik boven de 15 graden komt vinden veel Nederlanders het warm genoeg om nog maar halfbedekt door het leven te gaan. Teenslippers, haltertopjes en geruite bermuda's kleuren opeens het straatbeeld en borsthaar komt plots overvloedig uit linnen overhemden zetten. Martin Bril noemde de eerste dag van het seizoen waarop dames massaal hun blotebenenkleding uit de kast zouden pakken rokjesdag.
Er is echter ook een mannelijk alternatief, de zogenaamde broekjesdag. Deze dag valt meestal een week of 2 voor het begin van het wielerseizoen. Dat is het moment dat een bepaalde groep mannen de kriebels krijgt. Dit zijn wielerkriebels waardoor oudere, grijze en niet afgetrainde mannen zich opeens in korte broeken gaan organiseren. Hun buik is dankzij het copieuze kerstdiner en ondanks Sonja Bakker niet geslonken en daar moet stande pede verandering in komen. Achterin de kledingkast pakt de volle grijze man op leeftijd zijn Cofidisbroek van vorig seizoen en probeert hem aan te trekken. Verdorie, die beaujolais is echt op zijn heupen gaan zitten en een wielrenheupbroek is natuurlijk helemaal geen porum. Dan maar online een nieuwe bestellen, hopelijk is die dan voor het weekend binnen. Maar welk team? De keuze is zo groot! Rabobank is niet exotisch genoeg, Euskatel is een beetje te oranje. Ha, het wordt Astana! Bestelling voltooid.
Dan snel de schuur in. Het ijzeren raceros mag wel een nieuw achterbandje gebruiken en de derailleur is toch een beetje vies. Snel het racemonster achterin de Volvo stationcar en op naar fietsenmaker. Misschien is de fiets dan voor het weekend zomerklaar.
Het zit de man mee; op vrijdagmiddag zijn zowel de nieuwe fietsbroek, het Tourshirtje en de fiets binnen. Wielerman belt zijn fietsvrienden, zij zijn er ook klaar voor!
Zaterdagochtend 10.00 vertrekken de heren uit Oegstgeest richting het oosten. Het weer zit mee, de benen zijn goed en de eerste kilometers rijdt er gelukkig niemand lek. De broekjes zitten goed en als je zittend op de fiets naar beneden kijkt zie je door de wijnbuik gelukkig de eigen witte benen niet.
De mannen rijden via Leiden het park Cronesteijn binnen als ze twee dames op de weg zien wandelen. Ze kunnen er makkelijk langs maar zo met de kerels onderling komt er toch een opmerking uit: “Zoooooooo dames, ga eens even aan de kant met die dikke konten van jullie!”. De andere heren uit het team lachen niet. Ze zitten namelijk al een tijdje niet meer zo lekker op het zadel door hun overtollige bipsvet. Het grapje komt niet aan en de mannen demareren richting terras. Daar wacht een lekker koel biertje. Dat hebben ze wel verdiend na die lange rit. De oude grijze man neemt een slokje en kijkt tevreden naar zijn nieuwe fietsbroek. Hij heeft dan wel het hoogste vetpercentage van de de groep, hij fietst wel in de laatste mode! Het bier is op, de mannen rijden verder. Een col van de eerste categorie wacht op hen in de Vlietlanden. En terwijl ze allemaal puffend naar een lichtere versnelling schakelen, nemen zich unaniem voor om voor de winterstop een spinfiets aan te schaffen.
Zodra het kwik boven de 15 graden komt vinden veel Nederlanders het warm genoeg om nog maar halfbedekt door het leven te gaan. Teenslippers, haltertopjes en geruite bermuda's kleuren opeens het straatbeeld en borsthaar komt plots overvloedig uit linnen overhemden zetten. Martin Bril noemde de eerste dag van het seizoen waarop dames massaal hun blotebenenkleding uit de kast zouden pakken rokjesdag.
Er is echter ook een mannelijk alternatief, de zogenaamde broekjesdag. Deze dag valt meestal een week of 2 voor het begin van het wielerseizoen. Dat is het moment dat een bepaalde groep mannen de kriebels krijgt. Dit zijn wielerkriebels waardoor oudere, grijze en niet afgetrainde mannen zich opeens in korte broeken gaan organiseren. Hun buik is dankzij het copieuze kerstdiner en ondanks Sonja Bakker niet geslonken en daar moet stande pede verandering in komen. Achterin de kledingkast pakt de volle grijze man op leeftijd zijn Cofidisbroek van vorig seizoen en probeert hem aan te trekken. Verdorie, die beaujolais is echt op zijn heupen gaan zitten en een wielrenheupbroek is natuurlijk helemaal geen porum. Dan maar online een nieuwe bestellen, hopelijk is die dan voor het weekend binnen. Maar welk team? De keuze is zo groot! Rabobank is niet exotisch genoeg, Euskatel is een beetje te oranje. Ha, het wordt Astana! Bestelling voltooid.
Dan snel de schuur in. Het ijzeren raceros mag wel een nieuw achterbandje gebruiken en de derailleur is toch een beetje vies. Snel het racemonster achterin de Volvo stationcar en op naar fietsenmaker. Misschien is de fiets dan voor het weekend zomerklaar.
Het zit de man mee; op vrijdagmiddag zijn zowel de nieuwe fietsbroek, het Tourshirtje en de fiets binnen. Wielerman belt zijn fietsvrienden, zij zijn er ook klaar voor!
Zaterdagochtend 10.00 vertrekken de heren uit Oegstgeest richting het oosten. Het weer zit mee, de benen zijn goed en de eerste kilometers rijdt er gelukkig niemand lek. De broekjes zitten goed en als je zittend op de fiets naar beneden kijkt zie je door de wijnbuik gelukkig de eigen witte benen niet.
De mannen rijden via Leiden het park Cronesteijn binnen als ze twee dames op de weg zien wandelen. Ze kunnen er makkelijk langs maar zo met de kerels onderling komt er toch een opmerking uit: “Zoooooooo dames, ga eens even aan de kant met die dikke konten van jullie!”. De andere heren uit het team lachen niet. Ze zitten namelijk al een tijdje niet meer zo lekker op het zadel door hun overtollige bipsvet. Het grapje komt niet aan en de mannen demareren richting terras. Daar wacht een lekker koel biertje. Dat hebben ze wel verdiend na die lange rit. De oude grijze man neemt een slokje en kijkt tevreden naar zijn nieuwe fietsbroek. Hij heeft dan wel het hoogste vetpercentage van de de groep, hij fietst wel in de laatste mode! Het bier is op, de mannen rijden verder. Een col van de eerste categorie wacht op hen in de Vlietlanden. En terwijl ze allemaal puffend naar een lichtere versnelling schakelen, nemen zich unaniem voor om voor de winterstop een spinfiets aan te schaffen.
woensdag 16 juni 2010
Blogosphere
Wij maken deel uit van de blogosphere. Met wij bedoel ik wij van GemodderInDeMarge, Caar, Eef, de gastcolumnisten, de reageerders en de bezoekers. Wij vormen met zijn allen een sociaal netwerk. Dit las ik allemaal op wikipedia. Door onze stukje lokken wij reacties uit en trekken wij bezoekers die soms reageren en soms niet. Soms sturen ze onze site door naar vrienden of bekenden of plaatsen ze een link op een forum en soms twitteren ze over onze stukjes (vooral dat ze heel leuk zijn). En op die manier maken wij deel uit van een nóg groter sociaal en virtueel netwerk. Veel groter dan wij ooit hadden kunnen vermoeden.
Ik kwam op de blogosphere doordat ik ergens een poster van L’Oréal zag hangen in een bushokje en me realiseerde dat ook L‘Oréal een regelmatige bezoeker is van onze site. Dat kwam eerst door de deo en later door Ruud van Nistelrooy. L’Oréal heeft net als de Hema een professionele Googelaar in dienst die ‘het web’ checkt op stukjes over hun producten (of diensten of een combinatie daarvan, in het geval van de gordijnen van de Hema). En zo maken L’Oréal en de Hema dus deel uit van ons netwerk (en ook dat van jullie). En niet alleen die twee merken. Wij werden ook weleens bezocht door iemand die de blogs op stukjes over Femke Halsema controleerde, een soort communicatiebureau aan de url te zien. En iemand die zocht op Hästens en de Libelle. Ook Els Rozenbroek (of haar vriendinnen/bewonderaars), Peer Ulijn en Martijn Wuister bezoeken ons nog steeds regelmatig. Althans ik ga er vanuit dat deze zoekopdrachten allemaal worden ingevoerd door die personen en bedrijven zelf. Soms weet ik dat zeker, doordat de server naar het betreffende bedrijf verwijst. Soms gok ik dat, omdat ik Peer Ulijn er voor aanzie.
Daarnaast zijn er heel veel mensen die zoeken op producten of problemen en op zoek zijn naar adviezen of informatie. Zo wordt er regelmatig gezocht op het Tuc kratkussen, de Praxis thuistribune, kerstversiering, Zeeman onderbroeken, hoeren in Loosduinen, trams in Loosduinen, Sieneke en Pierre Kartner, ‘help mijn vrouw is een trut’ en de gordijnen van de Hema. Deze mensen zoeken informatie over producten en vertrouwen op ons oordeel en onze adviezen (of juist niet). Stiekem hebben we dus misschien wel invloed op het gedrag van mensen. En dat is best gek. Want wat wij hier zeggen is ‘ook maar een mening’, om eens iemand te citeren die dat niet verdient. Maar blijkbaar maken wij nu net zo hard deel uit van de door ons zo verachtte mediacultuur om iedereen om straat, elke willekeurige burger, maar een microfoon onder z’n snufferd te duwen of een platform te geven om zijn mening te ventileren. Nu zeggen wij natuurlijk wel steeds zinnige dingen. Gelukkig. Maar toch, ik ben dus blijkbaar wel onderdeel van een groter geheel. De blogosphere. Bizar.
Ik kwam op de blogosphere doordat ik ergens een poster van L’Oréal zag hangen in een bushokje en me realiseerde dat ook L‘Oréal een regelmatige bezoeker is van onze site. Dat kwam eerst door de deo en later door Ruud van Nistelrooy. L’Oréal heeft net als de Hema een professionele Googelaar in dienst die ‘het web’ checkt op stukjes over hun producten (of diensten of een combinatie daarvan, in het geval van de gordijnen van de Hema). En zo maken L’Oréal en de Hema dus deel uit van ons netwerk (en ook dat van jullie). En niet alleen die twee merken. Wij werden ook weleens bezocht door iemand die de blogs op stukjes over Femke Halsema controleerde, een soort communicatiebureau aan de url te zien. En iemand die zocht op Hästens en de Libelle. Ook Els Rozenbroek (of haar vriendinnen/bewonderaars), Peer Ulijn en Martijn Wuister bezoeken ons nog steeds regelmatig. Althans ik ga er vanuit dat deze zoekopdrachten allemaal worden ingevoerd door die personen en bedrijven zelf. Soms weet ik dat zeker, doordat de server naar het betreffende bedrijf verwijst. Soms gok ik dat, omdat ik Peer Ulijn er voor aanzie.
Daarnaast zijn er heel veel mensen die zoeken op producten of problemen en op zoek zijn naar adviezen of informatie. Zo wordt er regelmatig gezocht op het Tuc kratkussen, de Praxis thuistribune, kerstversiering, Zeeman onderbroeken, hoeren in Loosduinen, trams in Loosduinen, Sieneke en Pierre Kartner, ‘help mijn vrouw is een trut’ en de gordijnen van de Hema. Deze mensen zoeken informatie over producten en vertrouwen op ons oordeel en onze adviezen (of juist niet). Stiekem hebben we dus misschien wel invloed op het gedrag van mensen. En dat is best gek. Want wat wij hier zeggen is ‘ook maar een mening’, om eens iemand te citeren die dat niet verdient. Maar blijkbaar maken wij nu net zo hard deel uit van de door ons zo verachtte mediacultuur om iedereen om straat, elke willekeurige burger, maar een microfoon onder z’n snufferd te duwen of een platform te geven om zijn mening te ventileren. Nu zeggen wij natuurlijk wel steeds zinnige dingen. Gelukkig. Maar toch, ik ben dus blijkbaar wel onderdeel van een groter geheel. De blogosphere. Bizar.
dinsdag 15 juni 2010
Geen Hond meer
Zo, de verkiezingen zijn achter de rug. We hebben het weer gehad. Gelukkig.
En ik zeg niet ‘gelukkig’ omdat ik niet van stemmen houdt, of politiek, of politici, of verkiezingen. Nee, ik hou enorm veel van dit alles. Ik ben een democratiejunk. Wat mij betreft hebben we elke twee jaar verkiezingen. Heerlijk elke avond debatten, op twee zenders politieke analyses, de stemwijzer invullen en uitkomen waar je uit wilde komen, ’s ochtends vroeg stemmen, ’s avonds de verkiezingsuitslagen volgen, heerlijk heerlijk heerlijk. Wat voor anderen een WK is, zijn voor mij de verkiezingen.
Nee, ik ben gelukkig, verheugd, opgelucht, dat we nu eindelijk van Maurice de Hond af zijn. Ik kan er niet meer tegen. Ik kan niet meer tegen zijn stem, niet meer tegen zijn hoofd, niet meer tegen zijn analyses en vooral niet meer tegen zijn peilingen.
Elke dag peilen is om te beginnen al belachelijk. Dat is net als elke dag peilen wat mensen willen eten. "We zien vandaag een grote voorkeur voor karbonades, dat kan te maken hebben met de aanbieding bij de Digros. Er stond deze week een lekker karbonade-recept in de Allerhande, misschien spelde dat mee? Of komt het misschien door het weer, zon en een luchtvochtigheid van rond de 75% levert traditioneel een grote vraag naar karbonades op." Hou toch op man. Elke dag peilen is onnodig en elke dag zo’n peiling analyseren helemaal. Een trend in een peiling is ook te zien als je om de drie of vier dagen peilt. Een analyse is er niet te maken na een dag. Het CDA zakt niet vanwege de das van de lijstrekker de dag ervoor, de meeste mensen hebben die das namelijk nog niet kunnen zien omdat ze moesten werken en de meeste mensen interesseert die das geen hol. Daarnaast blijkt wederom dat de peiling geen reet te maken heeft met de verkiezingsuitslag, dus nu is het nut van peilen helemaal verdwenen.
Daar komt bij dat de analyse vaak nergens op slaat. Zo hoorde ik De Hond zeggen dat de verkiezingen nog nooit zo over de economie waren gegaan. Gelukkig zaten Koos Postema en Felix Rottenberg er om hem te verbeteren. De Hond dacht vast dat dit onze eerste economische crisis was. Ja, wel volgens zijn peilhistorie. Wat een onzin. Maar goed, ik verheug me op een jaar zonder peilingen en zonder De Hond. Nu nog die reclame van hem van de buis af en ik ben een echt gelukkig mens. Of zou hij nu gaan peilen welke coalities het meest gewenst zijn? Oh nee, alsjeblieft, zorg dat er morgen een nieuw kabinet staat.
En ik zeg niet ‘gelukkig’ omdat ik niet van stemmen houdt, of politiek, of politici, of verkiezingen. Nee, ik hou enorm veel van dit alles. Ik ben een democratiejunk. Wat mij betreft hebben we elke twee jaar verkiezingen. Heerlijk elke avond debatten, op twee zenders politieke analyses, de stemwijzer invullen en uitkomen waar je uit wilde komen, ’s ochtends vroeg stemmen, ’s avonds de verkiezingsuitslagen volgen, heerlijk heerlijk heerlijk. Wat voor anderen een WK is, zijn voor mij de verkiezingen.
Nee, ik ben gelukkig, verheugd, opgelucht, dat we nu eindelijk van Maurice de Hond af zijn. Ik kan er niet meer tegen. Ik kan niet meer tegen zijn stem, niet meer tegen zijn hoofd, niet meer tegen zijn analyses en vooral niet meer tegen zijn peilingen.
Elke dag peilen is om te beginnen al belachelijk. Dat is net als elke dag peilen wat mensen willen eten. "We zien vandaag een grote voorkeur voor karbonades, dat kan te maken hebben met de aanbieding bij de Digros. Er stond deze week een lekker karbonade-recept in de Allerhande, misschien spelde dat mee? Of komt het misschien door het weer, zon en een luchtvochtigheid van rond de 75% levert traditioneel een grote vraag naar karbonades op." Hou toch op man. Elke dag peilen is onnodig en elke dag zo’n peiling analyseren helemaal. Een trend in een peiling is ook te zien als je om de drie of vier dagen peilt. Een analyse is er niet te maken na een dag. Het CDA zakt niet vanwege de das van de lijstrekker de dag ervoor, de meeste mensen hebben die das namelijk nog niet kunnen zien omdat ze moesten werken en de meeste mensen interesseert die das geen hol. Daarnaast blijkt wederom dat de peiling geen reet te maken heeft met de verkiezingsuitslag, dus nu is het nut van peilen helemaal verdwenen.
Daar komt bij dat de analyse vaak nergens op slaat. Zo hoorde ik De Hond zeggen dat de verkiezingen nog nooit zo over de economie waren gegaan. Gelukkig zaten Koos Postema en Felix Rottenberg er om hem te verbeteren. De Hond dacht vast dat dit onze eerste economische crisis was. Ja, wel volgens zijn peilhistorie. Wat een onzin. Maar goed, ik verheug me op een jaar zonder peilingen en zonder De Hond. Nu nog die reclame van hem van de buis af en ik ben een echt gelukkig mens. Of zou hij nu gaan peilen welke coalities het meest gewenst zijn? Oh nee, alsjeblieft, zorg dat er morgen een nieuw kabinet staat.
vrijdag 11 juni 2010
Het geheim van de Zingende Banketstaaf
Dit is een gastcolumn van gastcolumnist A
Van tijd tot tijd kom ik er eentje tegen: een Zingende Banketstaaf. Dit is vast heel herkenbaar voor alle lezers: je maakt de verpakking van zo'n lekkere Hema banketstaaf open, en daar begint me die banketstaaf ineens een portie hartveroverend te zingen! Laatst had ik er eentje die een hele aria van Verdi ten gehore bracht, helemaal uit het hoofd, of hoe dat ook heet bij een banketstaaf. Ik heb ook wel eens een proleterige banketstaaf gehoord die het hele oeuvre van de Toppers door de kamer galmde, dat was minder. Sta je daar, met je Sinterklaaskleren aan, een schare ademloze kinderen aan je voeten, Zwarte Piet die aanstalten maakt om te strooien, begint die banketstaaf ineens Maak Me Gek te zingen. Ik neem aan dat jullie dat allemaal wel eens hebben meegemaakt, lieve lezers. En dan terug naar de Hema, met een halve banketstaaf in de tas, die stug door blijft blèren. Iedereen op straat wijst je na. De klantenservice die weigert je geld terug te geven, want de banketstaaf is tenslotte al aangebroken. Schreeuwen, vechten, de politie erbij. Nacht in de cel, samen met die achterlijke banketstaaf die maar door blijft zingen. Ik kan in zo'n geval wel door de grond zakken, jullie ook zeker!
Ik heb er iets op gevonden. Voortaan schud ik, als ik op het punt sta een banketstaaf te kopen, de doos een paar keer heen en weer en leg mijn oor te luisteren. Zolang de doos dicht is, zal een banketstaaf niet snel gaan zingen, maar als je flink schudt en goed luistert kun je 'm wel horen neuriën. De meeste banketstaven hebben een vrij zachte stem, dus goed luisteren!
Van tijd tot tijd kom ik er eentje tegen: een Zingende Banketstaaf. Dit is vast heel herkenbaar voor alle lezers: je maakt de verpakking van zo'n lekkere Hema banketstaaf open, en daar begint me die banketstaaf ineens een portie hartveroverend te zingen! Laatst had ik er eentje die een hele aria van Verdi ten gehore bracht, helemaal uit het hoofd, of hoe dat ook heet bij een banketstaaf. Ik heb ook wel eens een proleterige banketstaaf gehoord die het hele oeuvre van de Toppers door de kamer galmde, dat was minder. Sta je daar, met je Sinterklaaskleren aan, een schare ademloze kinderen aan je voeten, Zwarte Piet die aanstalten maakt om te strooien, begint die banketstaaf ineens Maak Me Gek te zingen. Ik neem aan dat jullie dat allemaal wel eens hebben meegemaakt, lieve lezers. En dan terug naar de Hema, met een halve banketstaaf in de tas, die stug door blijft blèren. Iedereen op straat wijst je na. De klantenservice die weigert je geld terug te geven, want de banketstaaf is tenslotte al aangebroken. Schreeuwen, vechten, de politie erbij. Nacht in de cel, samen met die achterlijke banketstaaf die maar door blijft zingen. Ik kan in zo'n geval wel door de grond zakken, jullie ook zeker!
Ik heb er iets op gevonden. Voortaan schud ik, als ik op het punt sta een banketstaaf te kopen, de doos een paar keer heen en weer en leg mijn oor te luisteren. Zolang de doos dicht is, zal een banketstaaf niet snel gaan zingen, maar als je flink schudt en goed luistert kun je 'm wel horen neuriën. De meeste banketstaven hebben een vrij zachte stem, dus goed luisteren!
donderdag 10 juni 2010
Onderschrift
Gisteren stond een slotdebat gepland, maar alleen Wilders kwam opdagen, wat onderstaande foto opleverde. Het ziet er een beetje verloren uit en deed Eef en mij zelf onderschriften verzinnen. Doe mee en laat jouw idee achter in de comments.
Wilders wil alleen nog met witte man om de tafel (Caar)
Alleen Wilders en Witteman waren nog wakker (Eef)
Wilders wil alleen nog met witte man om de tafel (Caar)
Alleen Wilders en Witteman waren nog wakker (Eef)
Een jurkje van chiffon
Iets minder dan een jaar geleden kocht ik een leuk jurkje bij Esprit. Het is een jurkje gemaakt van doorzichtige stof. Bij Esprit noemen ze dat chiffon. En onder die laag doorzichtige stof zit dan nog een onderjurkje. Gelukkig wel. Anders zag het er niet zo prettig uit.
Maar het onderjurkje is niet heel groot, dus meestal doe ik dan onder het onderjurkje dan ook nog een hemdje aan. En omdat de onderjurk niet heel dik is en wat doorschijnt, doe ik daar dan ook weer een onderrok onder. En daaronder zit dan weer een panty. En ondergoed natuurlijk. Kortom, het is nogal een bouwwerk, dit kledingstuk. Maar de jurk is, zoals ik al zei, een leuk jurkje. Het is zwart met bloemetjes en oogt een beetje ouderwets. Als ik er een bepaald soort zwarte pumps onder doe zelfs wat ‘amish’, en dus doe ik er meestal maar stoere laarzen onder.
Het jurkje heeft, naast het feit dat aankleden er nogal een gedoe door wordt, nog een groot nadeel. Door de dunne stof is het nogal koud. En dus doe je het niet zo snel aan als het onder de tien graden is. Maar door de soort stof is het bij mooi weer snel statisch. En dus doe je het niet zo snel aan bij warm weer.
Als ik pech heb dan kruipt de bovenjurk ongezien in een paar minuten naar boven en sta ik in mijn onderjurk. Of de bovenjurk ‘plakt’ vast aan mijn onderjurk die ‘vastplakt’ aan mijn panty en dan zie ik er (ook) heel raar uit. En ik knetter heel erg als ik langsloop. En dan gaat mijn haar ook rechtop staan.
Kortom: het is eigenlijk wel een leuke jurk maar volkomen onpraktisch. Ik moet allerlei constructies bedenken om hem aan te doen en als ik hem aan heb moet ik steeds opletten of ik er niet heel raar ga uitzien en er geen dingen omhoog kruipen of gaan plakken. Wat ik maar wil zeggen met deze column, op een dag als vandaag waarop iedereen de verkiezingsuitslag nog moet verwerken en het ook niet meer weet, is dat een jurkje van chiffon geen goede uitvinding is. Ik weet weinig dingen zeker op dit moment, maar dit weet ik écht zeker.
Maar het onderjurkje is niet heel groot, dus meestal doe ik dan onder het onderjurkje dan ook nog een hemdje aan. En omdat de onderjurk niet heel dik is en wat doorschijnt, doe ik daar dan ook weer een onderrok onder. En daaronder zit dan weer een panty. En ondergoed natuurlijk. Kortom, het is nogal een bouwwerk, dit kledingstuk. Maar de jurk is, zoals ik al zei, een leuk jurkje. Het is zwart met bloemetjes en oogt een beetje ouderwets. Als ik er een bepaald soort zwarte pumps onder doe zelfs wat ‘amish’, en dus doe ik er meestal maar stoere laarzen onder.
Het jurkje heeft, naast het feit dat aankleden er nogal een gedoe door wordt, nog een groot nadeel. Door de dunne stof is het nogal koud. En dus doe je het niet zo snel aan als het onder de tien graden is. Maar door de soort stof is het bij mooi weer snel statisch. En dus doe je het niet zo snel aan bij warm weer.
Als ik pech heb dan kruipt de bovenjurk ongezien in een paar minuten naar boven en sta ik in mijn onderjurk. Of de bovenjurk ‘plakt’ vast aan mijn onderjurk die ‘vastplakt’ aan mijn panty en dan zie ik er (ook) heel raar uit. En ik knetter heel erg als ik langsloop. En dan gaat mijn haar ook rechtop staan.
Kortom: het is eigenlijk wel een leuke jurk maar volkomen onpraktisch. Ik moet allerlei constructies bedenken om hem aan te doen en als ik hem aan heb moet ik steeds opletten of ik er niet heel raar ga uitzien en er geen dingen omhoog kruipen of gaan plakken. Wat ik maar wil zeggen met deze column, op een dag als vandaag waarop iedereen de verkiezingsuitslag nog moet verwerken en het ook niet meer weet, is dat een jurkje van chiffon geen goede uitvinding is. Ik weet weinig dingen zeker op dit moment, maar dit weet ik écht zeker.
Labels:
Column,
Eef,
Het weer en andere smalltalk,
Mode,
Politiek
woensdag 9 juni 2010
Rijnsburgse Boys in de Champions League
Op de pagina mode en beauty van de Telegraaf is te lezen dat Ruud van Nistelrooy het nieuwe gezicht is van L'Oréal Paris Men Expert. Ben ik de enige die zich nu afvraagt waarom? Het bedrijf geeft als verklaring: "Hij staat wereldwijd bekend als een sympathieke voetbalheld die tot het uiterste gaat met een rechtdoorzee no-nonsense houding. Mooie eigenschappen die perfect aansluiten bij de waarden van L’Oréal Paris Men Expert." De waarden van L’Oréal Paris Men Expert. Het bedrijf verkoopt verzorgingsproducten voor huid en haar en wil daar, neem ik aan, zo veel mogelijk van verkopen, en nu hebben ze het ineens over waarden? Hebben ze dn misschien ook normen? En wat zijn die waarden: Sympathiek zijn, tot het uiterste gaan en het hebben van een rechtdoorzee no-nonsense houding. Jeetje, ik vind het nogal wat.
Blijkbaar is het voor een bedrijf dat beautyproducten verkoopt niet nodig dat de heer in kwestie zelf ook een beauty is, althans, niet meer. Hij schaart zich namelijk tussen mannen als Patrick Dempsey (Grey's Anatomy) en Matthew Fox (Lost), toch niet de eerste de besten. Die zullen toch ook wel zien dat hij niet in hun league zit? Als het voetbalclubs waren zou het hetzelfde zijn als de Rijnsburgse Boys ineens meedoen aan de Champions League.
Blijkbaar is het feit dat hij beroemd is genoeg voor L'Oréal. Want als hij niet beroemd was geweest had hij hooguit in een orkenpak op de achtergrond van Lord of the Rings mogen spelen. Als een van de extra's in Extra's. Of een stem inspreken voor de Flintstones. Mocht je dit niet begrijpen, dan wijs ik je graag op drie opvallende zaken aan zijn gezicht. Om te beginnen zijn kaaklijn. Met zo'n enorme onderkaak heb je een life supply aan L'Oréal scheerschuim nodig als je 's ochtends met je mesje aan de slag gaat en met normale armen kan je dan nog nergens bij. Vandaar ook dat hij een vieze baard heeft, feature nummer twee. Het is niet een beetje een one-night-shade, nee echt zo'n viezig matje dat alleen heel erg harige mannen hebben. Als Ruud Lubbers zich een dag niet zou scheren zou het hetzelfde effect hebben, en die is dan niet de hele tijd zweterig.
Tot slot: die blik. Die slaperige uitstraling met openhangende mond. Misschien dat hij een verstopte neus heeft, dat kan natuurlijk, maar mooi is anders. Ik noem dit het Nicolas-Cage-syndroom. Wat moet die kerel een dorst hebben! Ik denk dat L'Oréal meent dat mannen zelf hun verzorgingsproducten kopen en dat zij eerder een product van een voetballer dan van een acteur zullen kopen. Ik betwijfel of veel mannen niet hun deo laten kopen door hun vriendin, maar die zal dan beïnvloed worden door de andere Men-Expert-mannen. Maar de heren zelf, die willen een rechtdoorzee no-nonsense scheerschuim en een deodorant die tot het uiterste gaat. Een zwetende, harige slungel in een voetbalshirt. Dat is L'Oréal, dat is de Nederlandse man, dat is Ruud.
Blijkbaar is het voor een bedrijf dat beautyproducten verkoopt niet nodig dat de heer in kwestie zelf ook een beauty is, althans, niet meer. Hij schaart zich namelijk tussen mannen als Patrick Dempsey (Grey's Anatomy) en Matthew Fox (Lost), toch niet de eerste de besten. Die zullen toch ook wel zien dat hij niet in hun league zit? Als het voetbalclubs waren zou het hetzelfde zijn als de Rijnsburgse Boys ineens meedoen aan de Champions League.
Blijkbaar is het feit dat hij beroemd is genoeg voor L'Oréal. Want als hij niet beroemd was geweest had hij hooguit in een orkenpak op de achtergrond van Lord of the Rings mogen spelen. Als een van de extra's in Extra's. Of een stem inspreken voor de Flintstones. Mocht je dit niet begrijpen, dan wijs ik je graag op drie opvallende zaken aan zijn gezicht. Om te beginnen zijn kaaklijn. Met zo'n enorme onderkaak heb je een life supply aan L'Oréal scheerschuim nodig als je 's ochtends met je mesje aan de slag gaat en met normale armen kan je dan nog nergens bij. Vandaar ook dat hij een vieze baard heeft, feature nummer twee. Het is niet een beetje een one-night-shade, nee echt zo'n viezig matje dat alleen heel erg harige mannen hebben. Als Ruud Lubbers zich een dag niet zou scheren zou het hetzelfde effect hebben, en die is dan niet de hele tijd zweterig.
Tot slot: die blik. Die slaperige uitstraling met openhangende mond. Misschien dat hij een verstopte neus heeft, dat kan natuurlijk, maar mooi is anders. Ik noem dit het Nicolas-Cage-syndroom. Wat moet die kerel een dorst hebben! Ik denk dat L'Oréal meent dat mannen zelf hun verzorgingsproducten kopen en dat zij eerder een product van een voetballer dan van een acteur zullen kopen. Ik betwijfel of veel mannen niet hun deo laten kopen door hun vriendin, maar die zal dan beïnvloed worden door de andere Men-Expert-mannen. Maar de heren zelf, die willen een rechtdoorzee no-nonsense scheerschuim en een deodorant die tot het uiterste gaat. Een zwetende, harige slungel in een voetbalshirt. Dat is L'Oréal, dat is de Nederlandse man, dat is Ruud.
dinsdag 8 juni 2010
Ik zal het één keer uitleggen
Vorige week lag ik in bed half weg te doezelen met de tv nog aan. Op RTL was 'Wat kiest Nederland' aan de gang. 'Wat kiest Nederland' is de commerciele tegenhanger van 'Nederland kiest'. Fijn dat ze bij RTL zoveel creativiteit in zich hadden om een volkomen ander concept onder een volkomen andere titel te verzinnen. Maar aan de andere kant: het concept is leuk en RTL werkt het ook goed uit dus ok, ik hou mijn mond verder. Maar goed, ik hoorde dus ergens in mijn halfslaap Rick Nieman praten met Femke Halsema. Femke Halsema, u weet wel, de lijsttrekker van Groen Links. Groen Links staat op dit moment in de peilingen ongeveer op 10 of 11 zetels. En Femke Halsema had het met Rick Nieman over coalities waar Groen Links deel van uit zou maken en de vraag wie er dan minister zou worden. Ik werd er wakker van, want waar haal je het vandaan om met tien zetels te gaan zitten babbelen over de wellicht, heel misschien, als het meezit en de wind staat goed, coalitie die je kunt gaan vormen? Er moet nog gestemd worden. En volgens mij stemmen we op partijen en ideeen en niet op coalities. En ok, dat zal wel niet helemaal waar zijn, maar toch.
D66 heeft er ook zo’n handje van, die presenteerden maanden geleden al hun potentiele ministers. Ze staan nu op negen of tien zetels in de peilingen en roepen in de Telegraaf van vrijdag ook weer dat ze Wijers en Rinnooy Kan als ministers gaan inzetten. Allereerst moet je, net als Groen Links nog maar afwachten of er na 9 juni een partij is die met je wil gaan praten, en ten tweede vraag ik me af of er mensen nu naar de stembus rennen omdat ze Hans Wijers zo’n leuke vent vinden.
Emil Roemer maakte een paar maanden geleden dezelfde fout door, net aangesteld als lijstrekker, de vraag te gaan beantwoorden of hij minister-president wilde worden. Als ik Emil Roemer was geweest, en gelukkig ben ik dat niet want dan was ik wel heel mannelijk, oud, links en Brabants geweest, had ik die vraag beantwoord met de volgende zin: “De SP heeft zeer goede jaren gekend maar nu zitten we in de hoek waar de klappen vallen. Ik ben koud drie uur lijstrekker en de komende weken gaan we besteden aan heel hard campagne voeren en de kiezer overtuigen van onze ideeën en als we op 25 zetels staan in de peilingen (minimaal) mag u deze vraag nog eens aan me stellen, want dat is het moment waarop hij relevant wordt.” Maar nee, Roemer ging uitgebreid in op de vraag en werd vervolgens de gehele uitzending (door ik meen Jeroen Pauw) met minister-president aangesproken. Dom.
En dan heb ik het nog niet eens gehad over het kinderachtige uitsluiten van coalitiepartners waar deze campagne maar steeds over doorgeëmmerd wordt. Ik zal het één keer uitleggen, volksvertegenwoordigers: jullie worden gekozen als de kiezer dat wil. Als de kiezer twee of drie partijen heel groot maakt is het aan die partijen om hard te gaan onderhandelen over een akkoord. Dit is het land van de coalities en dus zal je altijd ergens in het midden uit moeten komen. Breekpunten of niet, verwerpelijke partijen of niet, je hebt de wil van de kiezer te respecteren en het er maar mee te doen. Daarvoor ben je aangenomen.
En nu weer aan het werk, de kiezer overtuigen van je ideeën.
D66 heeft er ook zo’n handje van, die presenteerden maanden geleden al hun potentiele ministers. Ze staan nu op negen of tien zetels in de peilingen en roepen in de Telegraaf van vrijdag ook weer dat ze Wijers en Rinnooy Kan als ministers gaan inzetten. Allereerst moet je, net als Groen Links nog maar afwachten of er na 9 juni een partij is die met je wil gaan praten, en ten tweede vraag ik me af of er mensen nu naar de stembus rennen omdat ze Hans Wijers zo’n leuke vent vinden.
Emil Roemer maakte een paar maanden geleden dezelfde fout door, net aangesteld als lijstrekker, de vraag te gaan beantwoorden of hij minister-president wilde worden. Als ik Emil Roemer was geweest, en gelukkig ben ik dat niet want dan was ik wel heel mannelijk, oud, links en Brabants geweest, had ik die vraag beantwoord met de volgende zin: “De SP heeft zeer goede jaren gekend maar nu zitten we in de hoek waar de klappen vallen. Ik ben koud drie uur lijstrekker en de komende weken gaan we besteden aan heel hard campagne voeren en de kiezer overtuigen van onze ideeën en als we op 25 zetels staan in de peilingen (minimaal) mag u deze vraag nog eens aan me stellen, want dat is het moment waarop hij relevant wordt.” Maar nee, Roemer ging uitgebreid in op de vraag en werd vervolgens de gehele uitzending (door ik meen Jeroen Pauw) met minister-president aangesproken. Dom.
En dan heb ik het nog niet eens gehad over het kinderachtige uitsluiten van coalitiepartners waar deze campagne maar steeds over doorgeëmmerd wordt. Ik zal het één keer uitleggen, volksvertegenwoordigers: jullie worden gekozen als de kiezer dat wil. Als de kiezer twee of drie partijen heel groot maakt is het aan die partijen om hard te gaan onderhandelen over een akkoord. Dit is het land van de coalities en dus zal je altijd ergens in het midden uit moeten komen. Breekpunten of niet, verwerpelijke partijen of niet, je hebt de wil van de kiezer te respecteren en het er maar mee te doen. Daarvoor ben je aangenomen.
En nu weer aan het werk, de kiezer overtuigen van je ideeën.
Labels:
Column,
Eef,
Politiek,
Tv (hebben en kijken),
Woorden
maandag 7 juni 2010
De deotest, ingevuld door Eef
1. Geslacht m/v: vrouw
2. Leeftijd: 32
3. Beroep: Belangrijk kantoorwerk
4. Welke deodorant gebruik je normaal? Alles van rexona.
5. Werkt deze afdoende? Nee. Op sommige dagen wel maar op andere weer niet. Soms heb je zweetdagen en dan is t na de lunch al gedaan met de werking van de rexona.
6. Had je de 48-uurs-deo eerder gebruikt? Ik heb hem één keer eerder stiekem uitgeprobeerd toen we de bus net in huis hadden.
7. Hoe laat heb je de deodorant opgespoten? Rond acht uur ’s ochtends
8. Wat vond je van de geur van deze deodorant? Mannelijk. Erg mannelijk.
9. Wat vind je van de vormgeving van deze deodorant? De deodorant zelf of de fles? De deo zelf was dusdanig vormgegeven dat ik het goed onder mijn armen kon spuiten dus ik was zeer tevreden over de vormgeving.
10. Heb je gesport tijdens het gebruik van de deodorant? Zo ja, welke sport en wat was het effect op de okseldroogte? Ik heb niet echt gesport maar wel gedurende het gebruik van de deo zo’n vier keer de hond uitgelaten: Twee keer een uur, één keer drie kwartier en één keer vijf kwartier.
11. Ben je een hele dag droog gebleven? ja/nee. Indien ja, ga door naar vraag 13 Ja! Verbazingwekkend genoeg wel. En ik had die dag een drukke dag, hond uitlaten, werken, stressvol parkeren, wachten in wachtkamers, boodschappen doen.
12. Na hoeveel uur voelde je nattigheid? Nvt
13. Rook je de iets? Nou, de volgende ochtend was ik toch echt wel toe aan een douche. Dat was na 24 uur. Ik kwam uit bed en stonk geen uur in de wind maar ik wilde op dat moment ook niet dat er iemand onder mijn oksel zou gaan liggen.
14. Zo ja, rook je deodorant of iets anders? Ik rook zweet. Sorry, maar dat is de waarheid.
15. Zou je voortaan voor dit product kiezen? Nee, want t ruikt wel erg mannelijk.
16. Wat vind je van de prijs-kwaliteit-verhouding? Ik heb geen idee wat ie kost, dat zou je mijn geliefde moeten vragen.
17. Indien je inderdaad 48 uur droog bent gebleven, na hoeveel tijd heb je weer deodorant opgespoten? Nvt want ben na 24uur gaan douchen.
18. Heb je verder nog opmerkingen? Het is toch best een goede deo. Maar 48 uur gaat ie helaas niet redden.
2. Leeftijd: 32
3. Beroep: Belangrijk kantoorwerk
4. Welke deodorant gebruik je normaal? Alles van rexona.
5. Werkt deze afdoende? Nee. Op sommige dagen wel maar op andere weer niet. Soms heb je zweetdagen en dan is t na de lunch al gedaan met de werking van de rexona.
6. Had je de 48-uurs-deo eerder gebruikt? Ik heb hem één keer eerder stiekem uitgeprobeerd toen we de bus net in huis hadden.
7. Hoe laat heb je de deodorant opgespoten? Rond acht uur ’s ochtends
8. Wat vond je van de geur van deze deodorant? Mannelijk. Erg mannelijk.
9. Wat vind je van de vormgeving van deze deodorant? De deodorant zelf of de fles? De deo zelf was dusdanig vormgegeven dat ik het goed onder mijn armen kon spuiten dus ik was zeer tevreden over de vormgeving.
10. Heb je gesport tijdens het gebruik van de deodorant? Zo ja, welke sport en wat was het effect op de okseldroogte? Ik heb niet echt gesport maar wel gedurende het gebruik van de deo zo’n vier keer de hond uitgelaten: Twee keer een uur, één keer drie kwartier en één keer vijf kwartier.
11. Ben je een hele dag droog gebleven? ja/nee. Indien ja, ga door naar vraag 13 Ja! Verbazingwekkend genoeg wel. En ik had die dag een drukke dag, hond uitlaten, werken, stressvol parkeren, wachten in wachtkamers, boodschappen doen.
12. Na hoeveel uur voelde je nattigheid? Nvt
13. Rook je de iets? Nou, de volgende ochtend was ik toch echt wel toe aan een douche. Dat was na 24 uur. Ik kwam uit bed en stonk geen uur in de wind maar ik wilde op dat moment ook niet dat er iemand onder mijn oksel zou gaan liggen.
14. Zo ja, rook je deodorant of iets anders? Ik rook zweet. Sorry, maar dat is de waarheid.
15. Zou je voortaan voor dit product kiezen? Nee, want t ruikt wel erg mannelijk.
16. Wat vind je van de prijs-kwaliteit-verhouding? Ik heb geen idee wat ie kost, dat zou je mijn geliefde moeten vragen.
17. Indien je inderdaad 48 uur droog bent gebleven, na hoeveel tijd heb je weer deodorant opgespoten? Nvt want ben na 24uur gaan douchen.
18. Heb je verder nog opmerkingen? Het is toch best een goede deo. Maar 48 uur gaat ie helaas niet redden.
Rode wijn is een breekpunt
Voor mijn gevoel zijn we al een half jaar bekogeld met de verkiezingen. Toch zijn de campagnes pas ruim een maand aan de gang. Misschien is het omdat ik al heel lang weet wat ik ga stemmen. Ik ga stemmen wat ik al een hele tijd stem. De verkiezingsprogramma's kwamen geenszins als een verrassing en in de diverse shows gewijd aan komende woensdag kwam voor mij eigenlijk niets nieuws naar voren. Inhoudelijk dan. Wat wel nieuw is, is de intensiteit waarmee je bekogeld wordt. Ligt het aan mij, of zijn de lijsttrekkers en andere kandidaten in werkelijk ieder tv- en radioprogramma en in ieder tijdschrift te vinden?
Om de andere avond is er een verkiezingsdebat op tv, waar de scherpe one-liners je om de oren vliegen. Een konijntjesknijper als Emile Roemer wordt nu door het maken van één grap ineens gezien als 'de verrassing van deze verkiezingen.' Het is een beetje als de strenge leraar die voor het eerst in drie jaar een grap maakt: de hele klas lacht opgelucht; gelukkig, hij kan het wel. Op de een of andere manier hebben de media het idee dat de kiezer zit te wachten op premature uitspraken over premierskandidaten, coalitiepartners, breekpunten en garanties, en de lijsttrekkers worden hier tot vervelends toe over doorgezaagd. Sindsdien is er bij mij thuis geen normaal gesprek meer te voeren over boodschappen, opruimen of het plannen van vakanties. Voor het halen van wc-papier wordt een garantie, nee, in mijn eigen woorden, een verzekering afgegeven, het halen van rode wijn is een breekpunt en er wordt vastgelegd wie de geschikte coalitiepartners zijn voor een weekendje weg.
Maar dat is lang nog niet het ergste. Werkelijk alles moet in het teken staan van 9 juni. Op Mtv keek ik gisteren naar het programma Cool Politics, een dappere poging om iets cool te maken dat helemaal niet cool is en daarom werd gefocussed op coole, aansprekende politieke onderwerpen als milieu, ontwikkelingssamenwerking en studiekosten. Met als resultaat dat Tofik Dibi (GL) werd toegejuicht en Maxime Verhagen (CDA) en Edith Schippers (VVD) werden uitgejouwd. Tofik, de hippe knuffelmarokkaan van GL, herkenbaar aan zijn immer gesloten ogen, jaren tachtig stropdasje en giletje, had ook nog een leuke anekdote. Hij had twee kandidaten van CDA en VVD bij Lingo gezien en die kwamen niet op het woord milieu! Schokkender vond ik A) dat ook Lingo aan politiek doet, wellicht om te laten zien dat de Tros heus wel bij de publieke omroepen hoort? en B) dat Tofik Dibi hier naar kijkt. Ik kreeg even beelden door van Tofikje op de bank bij mama, net uit bad, de haartjes nat en een schaaltje paprikachips op schoot.
Bij de Tros was ook een special van Ivo Niehe's tv-show. Ik viel er wat laat in, maar heb wel gezellige opnames gezien van het privéleven van Jan-Peter Balkenende en Mark Rutte. Ik was al lang blij dat Niehe het cabaret ditmaal overliet aan de professionals en een persiflage van JPB en Ivo himself liet zien van de hand van Koefnoen. JPB was lekker ongedwongen met zijn mooie, leuke, lieve, spontane Bianca in het Catshuis, waar Ivo het behang bewonderde en ook nog even babbelde met het lieve paardrijdochtertje van de MP. Het interview met Mark Rutte was ook heel gezellig, maar voegde eigenlijk ook even weinig toe. Als Niehe een interview met Geert Wilders had gedaan was het ook gezellig en ontwapenend geweest en waarschijnlijk had hij zelfs Marianne Thieme (die afgrijselijk humorloos deelnam aan Dit Was het Nieuws en aan een ander programma waarin ze een dagje meeliep met een Noordzeevisser, waar ze bijna over haar nek ging van een net met spartelende schollen) op humor kunnen betrappen. Het zegt allemaal zo vreselijk weinig.
Nee, neem dan de Grazia van deze week. In het item 'Hot Stories', dat blijkbaar niets met erotische verhalen te maken heeft, worden de tien meest opmerkelijke nieuwtjes van deze week uitgelicht, o.a. de stormachtige relatie tussen Jude Law en Sienna Miller, de enkelband van Lindsay Lohan en het strakke lijf van Jennifer Aniston. Op 1 staat de verkiezingen, maar met een verfrissende invalshoek: hoe wordt stemgedrag beïnvloed door het weer, de locatie en het tijdstip. Als je stemt in een kerk ben je eerder geneigd op een katholieke partij te stemmen, 's ochtends sta je minder open voor verandering, bij mooi weer juist weer meer, en met een slecht humeur breng je eerder een proteststem uit. Meest opmerkelijk is wel dat je geneigd bent om op de kandidaat bovenaan een lijst te stemmen. Wat een inzicht, echt superbelangrijk dat Grazia ook aandacht aan de verkiezingen besteedt. Dat zouden er meer moeten doen.
Om de andere avond is er een verkiezingsdebat op tv, waar de scherpe one-liners je om de oren vliegen. Een konijntjesknijper als Emile Roemer wordt nu door het maken van één grap ineens gezien als 'de verrassing van deze verkiezingen.' Het is een beetje als de strenge leraar die voor het eerst in drie jaar een grap maakt: de hele klas lacht opgelucht; gelukkig, hij kan het wel. Op de een of andere manier hebben de media het idee dat de kiezer zit te wachten op premature uitspraken over premierskandidaten, coalitiepartners, breekpunten en garanties, en de lijsttrekkers worden hier tot vervelends toe over doorgezaagd. Sindsdien is er bij mij thuis geen normaal gesprek meer te voeren over boodschappen, opruimen of het plannen van vakanties. Voor het halen van wc-papier wordt een garantie, nee, in mijn eigen woorden, een verzekering afgegeven, het halen van rode wijn is een breekpunt en er wordt vastgelegd wie de geschikte coalitiepartners zijn voor een weekendje weg.
Maar dat is lang nog niet het ergste. Werkelijk alles moet in het teken staan van 9 juni. Op Mtv keek ik gisteren naar het programma Cool Politics, een dappere poging om iets cool te maken dat helemaal niet cool is en daarom werd gefocussed op coole, aansprekende politieke onderwerpen als milieu, ontwikkelingssamenwerking en studiekosten. Met als resultaat dat Tofik Dibi (GL) werd toegejuicht en Maxime Verhagen (CDA) en Edith Schippers (VVD) werden uitgejouwd. Tofik, de hippe knuffelmarokkaan van GL, herkenbaar aan zijn immer gesloten ogen, jaren tachtig stropdasje en giletje, had ook nog een leuke anekdote. Hij had twee kandidaten van CDA en VVD bij Lingo gezien en die kwamen niet op het woord milieu! Schokkender vond ik A) dat ook Lingo aan politiek doet, wellicht om te laten zien dat de Tros heus wel bij de publieke omroepen hoort? en B) dat Tofik Dibi hier naar kijkt. Ik kreeg even beelden door van Tofikje op de bank bij mama, net uit bad, de haartjes nat en een schaaltje paprikachips op schoot.
Bij de Tros was ook een special van Ivo Niehe's tv-show. Ik viel er wat laat in, maar heb wel gezellige opnames gezien van het privéleven van Jan-Peter Balkenende en Mark Rutte. Ik was al lang blij dat Niehe het cabaret ditmaal overliet aan de professionals en een persiflage van JPB en Ivo himself liet zien van de hand van Koefnoen. JPB was lekker ongedwongen met zijn mooie, leuke, lieve, spontane Bianca in het Catshuis, waar Ivo het behang bewonderde en ook nog even babbelde met het lieve paardrijdochtertje van de MP. Het interview met Mark Rutte was ook heel gezellig, maar voegde eigenlijk ook even weinig toe. Als Niehe een interview met Geert Wilders had gedaan was het ook gezellig en ontwapenend geweest en waarschijnlijk had hij zelfs Marianne Thieme (die afgrijselijk humorloos deelnam aan Dit Was het Nieuws en aan een ander programma waarin ze een dagje meeliep met een Noordzeevisser, waar ze bijna over haar nek ging van een net met spartelende schollen) op humor kunnen betrappen. Het zegt allemaal zo vreselijk weinig.
Nee, neem dan de Grazia van deze week. In het item 'Hot Stories', dat blijkbaar niets met erotische verhalen te maken heeft, worden de tien meest opmerkelijke nieuwtjes van deze week uitgelicht, o.a. de stormachtige relatie tussen Jude Law en Sienna Miller, de enkelband van Lindsay Lohan en het strakke lijf van Jennifer Aniston. Op 1 staat de verkiezingen, maar met een verfrissende invalshoek: hoe wordt stemgedrag beïnvloed door het weer, de locatie en het tijdstip. Als je stemt in een kerk ben je eerder geneigd op een katholieke partij te stemmen, 's ochtends sta je minder open voor verandering, bij mooi weer juist weer meer, en met een slecht humeur breng je eerder een proteststem uit. Meest opmerkelijk is wel dat je geneigd bent om op de kandidaat bovenaan een lijst te stemmen. Wat een inzicht, echt superbelangrijk dat Grazia ook aandacht aan de verkiezingen besteedt. Dat zouden er meer moeten doen.
vrijdag 4 juni 2010
De navelstreng van het Oostblok
Dit is een gastcolumn van gastcolumnist Lein
Afgelopen week was ik samen met R een weekje op vakantie. Met het vliegtuig. Naar Kraków. Dat is Pools voor Krakau. Blijkbaar is Polen niet echt een hele hippe vakantiebestemming, want sommige vrienden vonden het maar een beetje een achterlijk idee.
Het was voor mij niet het eerste bezoek aan Polen; in 1992 en in 2006 was ik er samen met mijn vader. Beide keren op familiebezoek. Mijn opa komt namelijk uit een dorpje een uurtje rijden van Gdańsk (dat is Pools voor Danzig) en dat betekent dat ik voor een kwart Pools ben. Daar merk je niks meer van want ik kan nauwelijks een paar zelfstandig naamwoorden uitkramen en mijn meisjesnaam heb ik na de bruiloft “zomaar aan de kant geschoven”. Ik voel me ook niet Pools maar tegelijkertijd kan ik de roots niet helemaal ontkennen.
Van het eerste bezoek in 1992 weet ik bijna niks meer wat eigenlijk opmerkelijk is omdat je van mensen van 11 toch zou verwachten dat ze een al redelijk lange termijngeheugen ontwikkeld hebben. Ik weet alleen dat ik al het eten vies vond en mijn vader voor de zekerheid pakken hagelslag had meegenomen. En dat ik niemand verstond en de reis heel lang was en dat er overal smerige zuurtjes in smerige papiertjes op tafel stonden. Het was mooi meegenomen hoor, die vakantie, maar ik was blij dat ik weer thuis was. Achteraf vind ik het jammer dat ik me er niet zoveel meer van herinner; ik had bewuster willen zijn van het land toen, zo nog maar kort na de val van IJzeren Gordijn. Volgens mijn vader had dit niks echt uitgemaakt omdat er in de familie een sterke don'tmentionthecommunists-mentaliteit heerste.
In 2006 gingen mijn vader en ik met de auto. Dit was voor mij de eerste keer dat ik het trauma ontdekte dat “overgang van de autobahn naar de Poolse binnenwegen” heet. Maar het ging prima en we reden behoorlijk vlot over de enige verharde weg het dorp binnen waarbij we als in een computerspel schoolkinderen, racefietsers en boeren met paard en wagen moesten onwijken. Ik kon mijn familie nog steeds niet verstaan en zij mij ook niet maar dat maakte niet uit. Als snel breidde mijn vocabulaire uit tot de meeste belangrijke woorden die je nodig hebt: ja, nee, hallo, dank u wel, goedenavond, koffie, alstublieft, taart, school, werk, brood, knoflookworst, ik ben nog niet getrouwd en ik mag niet zoveel suiker van de dokter. Aangezien we vanwege een bruiloft afgereisd waren kwam daar al snel ik mag niet zoveel wodka van de dokter bij. De taalbarrière was geen probleem: bruiloften met zoveel drank, taarten en muziek doen landsgrenzen verdwijnen als sneeuw voor de zon. Ik voelde me welkom maar niet thuis, meer alsof ik een cultureel antropoloog was die observaties deed in een ver land. Maar dan wel een heel gezellig land.
Dit jaar dus geen familie maar wel Polen, naar een stad 500 km zuidelijker dan het dorp van mijn familie. In de pendeltrein van het vliegveld naar de stad voelde ik me opgelaten. Was dit nou voor 25% mijn Heimat? Moest ik niet iets meer voelen dan dat ik deed? Moesten we toch niet langs de familie gaan? Moest het meer als thuiskomen aandoen? Maar hoe voelt dat dan? Verwarrend.
Kraków was fantastisch, een aanrader. Het is een ontzettende hippe en bruisende stad, vooral als je golfkarretjes met bejaarde Duitsers hip vind, waar je eigenlijk door een historisch openluchtmuseum loopt. Iedereen spreekt Engels en/of Duits en elke wijk heeft minstens één sushitent. Toch deed ik stiekem een beetje alsof Kraków meer van mij was dan van die andere toeristen. Omdat ik 25% meer Pools ben dan zij. Dus deed ik een poging in het Pools koffie te bestellen, brood te kopen en op het busstation kaartjes naar Oświęcim te kopen. Tegen meneer S zei ik dan dingen als: “oh kijk, ja dat soort gesteente is echt typisch voor de Maŀopolski regio”. Eigenlijk wist ik er dus niks van af maar ik wilde opeens toch graag bij het land horen en droomde 's nachts in het hotel dat ik vloeiend Pools sprak.
Eenmaal thuis was alles weer normaal. De reisgids en het broodnodige taalboekje gingen de kast in en tijdens het opbergen van de vakantiespullen zag ik mijn meisjesnaam in het paspoort staan. Het tastbare bewijs van de link met Polen. Op papier misschien voor 25% maar zo voelt het helemaal niet en zal het ook nooit meer worden.
Afgelopen week was ik samen met R een weekje op vakantie. Met het vliegtuig. Naar Kraków. Dat is Pools voor Krakau. Blijkbaar is Polen niet echt een hele hippe vakantiebestemming, want sommige vrienden vonden het maar een beetje een achterlijk idee.
Het was voor mij niet het eerste bezoek aan Polen; in 1992 en in 2006 was ik er samen met mijn vader. Beide keren op familiebezoek. Mijn opa komt namelijk uit een dorpje een uurtje rijden van Gdańsk (dat is Pools voor Danzig) en dat betekent dat ik voor een kwart Pools ben. Daar merk je niks meer van want ik kan nauwelijks een paar zelfstandig naamwoorden uitkramen en mijn meisjesnaam heb ik na de bruiloft “zomaar aan de kant geschoven”. Ik voel me ook niet Pools maar tegelijkertijd kan ik de roots niet helemaal ontkennen.
Van het eerste bezoek in 1992 weet ik bijna niks meer wat eigenlijk opmerkelijk is omdat je van mensen van 11 toch zou verwachten dat ze een al redelijk lange termijngeheugen ontwikkeld hebben. Ik weet alleen dat ik al het eten vies vond en mijn vader voor de zekerheid pakken hagelslag had meegenomen. En dat ik niemand verstond en de reis heel lang was en dat er overal smerige zuurtjes in smerige papiertjes op tafel stonden. Het was mooi meegenomen hoor, die vakantie, maar ik was blij dat ik weer thuis was. Achteraf vind ik het jammer dat ik me er niet zoveel meer van herinner; ik had bewuster willen zijn van het land toen, zo nog maar kort na de val van IJzeren Gordijn. Volgens mijn vader had dit niks echt uitgemaakt omdat er in de familie een sterke don'tmentionthecommunists-mentaliteit heerste.
In 2006 gingen mijn vader en ik met de auto. Dit was voor mij de eerste keer dat ik het trauma ontdekte dat “overgang van de autobahn naar de Poolse binnenwegen” heet. Maar het ging prima en we reden behoorlijk vlot over de enige verharde weg het dorp binnen waarbij we als in een computerspel schoolkinderen, racefietsers en boeren met paard en wagen moesten onwijken. Ik kon mijn familie nog steeds niet verstaan en zij mij ook niet maar dat maakte niet uit. Als snel breidde mijn vocabulaire uit tot de meeste belangrijke woorden die je nodig hebt: ja, nee, hallo, dank u wel, goedenavond, koffie, alstublieft, taart, school, werk, brood, knoflookworst, ik ben nog niet getrouwd en ik mag niet zoveel suiker van de dokter. Aangezien we vanwege een bruiloft afgereisd waren kwam daar al snel ik mag niet zoveel wodka van de dokter bij. De taalbarrière was geen probleem: bruiloften met zoveel drank, taarten en muziek doen landsgrenzen verdwijnen als sneeuw voor de zon. Ik voelde me welkom maar niet thuis, meer alsof ik een cultureel antropoloog was die observaties deed in een ver land. Maar dan wel een heel gezellig land.
Dit jaar dus geen familie maar wel Polen, naar een stad 500 km zuidelijker dan het dorp van mijn familie. In de pendeltrein van het vliegveld naar de stad voelde ik me opgelaten. Was dit nou voor 25% mijn Heimat? Moest ik niet iets meer voelen dan dat ik deed? Moesten we toch niet langs de familie gaan? Moest het meer als thuiskomen aandoen? Maar hoe voelt dat dan? Verwarrend.
Kraków was fantastisch, een aanrader. Het is een ontzettende hippe en bruisende stad, vooral als je golfkarretjes met bejaarde Duitsers hip vind, waar je eigenlijk door een historisch openluchtmuseum loopt. Iedereen spreekt Engels en/of Duits en elke wijk heeft minstens één sushitent. Toch deed ik stiekem een beetje alsof Kraków meer van mij was dan van die andere toeristen. Omdat ik 25% meer Pools ben dan zij. Dus deed ik een poging in het Pools koffie te bestellen, brood te kopen en op het busstation kaartjes naar Oświęcim te kopen. Tegen meneer S zei ik dan dingen als: “oh kijk, ja dat soort gesteente is echt typisch voor de Maŀopolski regio”. Eigenlijk wist ik er dus niks van af maar ik wilde opeens toch graag bij het land horen en droomde 's nachts in het hotel dat ik vloeiend Pools sprak.
Eenmaal thuis was alles weer normaal. De reisgids en het broodnodige taalboekje gingen de kast in en tijdens het opbergen van de vakantiespullen zag ik mijn meisjesnaam in het paspoort staan. Het tastbare bewijs van de link met Polen. Op papier misschien voor 25% maar zo voelt het helemaal niet en zal het ook nooit meer worden.
donderdag 3 juni 2010
En dat komt doordat ze zo mager is
SATC2 draait op dit moment in de bioscoop. Voor de niet-zo-hippe-mensen-onder-ons: SATC staat voor Sex and the City. Die twee betekent dat het de tweede SATC film is. De eerste zag ik in de bioscoop, de tweede heb ik nog niet gezien. En ik weet ook niet of ik hem ga zien. Iets houdt me tegen. Het zijn de benen en armen van Sarah Jessica Parker. Ik vind ze eng. En vies. SJP is van 1965 en nu dus vijfenveertig. En volgens mij hoef je er op je vijfenveertigste echt niet eng uit te zien, maar SJP is wel eng. En dat komt doordat ze zo mager is. En nu is het heus niet zo dat ik als niet-zo-magere een probleem heb met magere mensen, nee hoor. Van mij mag iedereen mager zijn, of dun, of normaal en ook dik. Maar soms is mager lelijk en Sarah Jessica Parker is een voorbeeld van iemand die mager en daardoor lelijk is. Het lelijke aan haar magere uiterlijk zijn haar benen en haar armen en ook een beetje haar hoofd. Het is allemaal zo knokig en benig en onvriendelijk en bah. Ik zag premièrefoto’s van haar in een korte jurk en die jurk was best mooi maar die knokige knieën en die benen die eruit zien alsof ze zijn opgebouwd uit een heleboel verschillende handgemaakte soepstengels, die verpesten de hele outfit.
En ik kan dat hier best schrijven want SJP spreekt en leest geen Nederlands en ik zorg er dus met mijn uitspraken niet voor dat ze nu huilend achter de computer zit of in een taxi springt op weg naar een psycholoog.
Als je dan Kristin Davis ziet, dan zie je het verschil. Ik dacht eerst dat Kristin Davis jonger was dan SJP maar dat is dus niet zo, ze zijn beiden van 1965. En zij heeft geen dooraderde handen of rare benen en knieën, zij ziet er gewoon gezond uit. En Kim Cattrall is zelfs ouder dan SJP, en niet zo’n beetje ook, ze is van 1956 en dus bijna 60!, en zij heeft ook een leuk figuur. Die ziet er in een jurkje ook niet uit alsof er elk moment een ader kan barsten. Nee, SJP is het schoolvoorbeeld dat dun ook niet alles is. En ze is er de oorzaak van dat ik niet naar SATC2 ga, hoe enig me een film over vier vrouwen op kamelen ook lijkt. Zo.
En ik kan dat hier best schrijven want SJP spreekt en leest geen Nederlands en ik zorg er dus met mijn uitspraken niet voor dat ze nu huilend achter de computer zit of in een taxi springt op weg naar een psycholoog.
Als je dan Kristin Davis ziet, dan zie je het verschil. Ik dacht eerst dat Kristin Davis jonger was dan SJP maar dat is dus niet zo, ze zijn beiden van 1965. En zij heeft geen dooraderde handen of rare benen en knieën, zij ziet er gewoon gezond uit. En Kim Cattrall is zelfs ouder dan SJP, en niet zo’n beetje ook, ze is van 1956 en dus bijna 60!, en zij heeft ook een leuk figuur. Die ziet er in een jurkje ook niet uit alsof er elk moment een ader kan barsten. Nee, SJP is het schoolvoorbeeld dat dun ook niet alles is. En ze is er de oorzaak van dat ik niet naar SATC2 ga, hoe enig me een film over vier vrouwen op kamelen ook lijkt. Zo.
Labels:
Celebrities,
Column,
Dertigers,
Eef,
Mode,
Tv (hebben en kijken)
woensdag 2 juni 2010
Wk-troep de hoogste prioriteit
Met nog bijna twee weken te gaan tot de aftrap is de wk-gekte al in alle hevigheid losgebarsten. Eigenlijk was de gekte een paar weken terug al losgebarsten, toen zag ik de eerste vlaggetjes en versiersels in de winkel liggen. Ik kreeg er een beetje het Paas- en Sinterklaasgevoel bij. Dat opstandige gevoel: het is verdorie pas februari en nu liggen er al paaseitjes in de schappen. De feestdagen zijn nog niet koud voorbij! En: jemig, het is nog hoogzomer en daar zijn de eerste pepernoten al. Ik weiger om pepernoten te kopen vóór de intocht van Sinterklaas! Ik heb ook zo mijn principes.
Aan die principes heb je natuurlijk helemaal niks, je wordt net zo hard overspoeld door oranje vlaggetjes, dan kan je stampvoeten tot je erbij neervalt. Wel ben ik blij dat bij ons in de straat nog helemaal niets oranje te ontdekken valt. Bij Eef was dat indertijd wel anders. Ik weet nog goed dat zij zich een paar jaar geleden kapot schrok van de buurman die ineens lachend bij haar op één hoog op een ladder voor het raam stond met een slinger vlaggetjes. Binnen no time was de hele straat versierd en van alle bewoners werd verwacht dat zij hiermee instemden. Mocht je dus niet aan zoiets mee willen werken, dan lijkt het me verstandig om nu alvast rond te gaan rijden door de verschillende wijken van je (potentiële) woonplaats. Dit is hét moment om te zien of een wijk of straat wel helemaal OSM is.
Verbazingwekkend is de inventiviteit die zich rond dit soort evenementen aan de dag legt en ook het budget dat sommige mensen hiervoor inruimt. Hetzelfde soort mensen koopt zich rond de jaarwisseling helemaal lens aan vuurwerk en spaart het hele jaar om honderden euro's weg te spelen op de kermis. Iedereen mag natuurlijk met z'n geld doen wat hij wil, ieder z'n meug, maar ik zou toch liever een week op vakantie gaan dan voor duizend euro vuurwerk wegschieten. Maar nee, ook nu weer heeft het kopen van wk-troep de hoogste prioriteit.
Gisteren zag ik een man van een jaar of vijftig in een oude Opel Astra die zo versierd was dat ik betwijfel of die wel zo de weg op mag. Ik moet zeggen dat ik het heel treurig vind, een volwassen man in een versierde auto. En dat dan weken lang. Weken lang met aan weerszijden van de auto een oranje vlag. Op de voorruit twee 3D minivoetballen-stickers met gebarsten-ruit-effect. Een oranje voetbal aan de antenne, oranje wieldoppen, de autostoelen in oranje shirtjes gestoken, op de hoedenplank drie reusachtige oranje wuppies en aan de achteruitkijkspiegel bungelt een gigantische, pluchen, oranje leeuw. Hij had vast ook zo'n sticker van Casper (van Hobbes) die over een flitspaal plast en eentje van een haai die het Christelijke visje opeet. Prachtig.
Ik zit er nu wel op af te geven, maar ook ik zwicht wel eens voor de druk van de commercie. Je moet het de reclamebureau's nageven, ze weten wel steeds leukere dingen te verzinnen en een aantal daarvan staat zeker op mijn verlanglijst. Hoog genoteerd staat het Tuc kratkussen: een kussen in de vorm van een tucje, waarmee je lekkerder op een bierkrat kan zitten. Dat hadden ze moeten hebben toen ik nog op kamers woonde, briljant! De Praxis thuistribune staat ook hooggenoteerd. Maar op eenzame hoogte staat voor mij de oranje Bavariajurk, gewoon omdat het eindelijk een oranje item is waarmee je er niet walgelijk lomp uitziet. Enige probleem is wel dat wij thuis geen bavaria drinken en het ook niet willen drinken, omdat het simpelweg smerig bocht is. Mocht je nou net een krat in huis hebben gehaald en niet weten wat je met de jurk moet doen, laat het me weten, ik zal hem zeker dragen tijdens het wk!
Aan die principes heb je natuurlijk helemaal niks, je wordt net zo hard overspoeld door oranje vlaggetjes, dan kan je stampvoeten tot je erbij neervalt. Wel ben ik blij dat bij ons in de straat nog helemaal niets oranje te ontdekken valt. Bij Eef was dat indertijd wel anders. Ik weet nog goed dat zij zich een paar jaar geleden kapot schrok van de buurman die ineens lachend bij haar op één hoog op een ladder voor het raam stond met een slinger vlaggetjes. Binnen no time was de hele straat versierd en van alle bewoners werd verwacht dat zij hiermee instemden. Mocht je dus niet aan zoiets mee willen werken, dan lijkt het me verstandig om nu alvast rond te gaan rijden door de verschillende wijken van je (potentiële) woonplaats. Dit is hét moment om te zien of een wijk of straat wel helemaal OSM is.
Verbazingwekkend is de inventiviteit die zich rond dit soort evenementen aan de dag legt en ook het budget dat sommige mensen hiervoor inruimt. Hetzelfde soort mensen koopt zich rond de jaarwisseling helemaal lens aan vuurwerk en spaart het hele jaar om honderden euro's weg te spelen op de kermis. Iedereen mag natuurlijk met z'n geld doen wat hij wil, ieder z'n meug, maar ik zou toch liever een week op vakantie gaan dan voor duizend euro vuurwerk wegschieten. Maar nee, ook nu weer heeft het kopen van wk-troep de hoogste prioriteit.
Gisteren zag ik een man van een jaar of vijftig in een oude Opel Astra die zo versierd was dat ik betwijfel of die wel zo de weg op mag. Ik moet zeggen dat ik het heel treurig vind, een volwassen man in een versierde auto. En dat dan weken lang. Weken lang met aan weerszijden van de auto een oranje vlag. Op de voorruit twee 3D minivoetballen-stickers met gebarsten-ruit-effect. Een oranje voetbal aan de antenne, oranje wieldoppen, de autostoelen in oranje shirtjes gestoken, op de hoedenplank drie reusachtige oranje wuppies en aan de achteruitkijkspiegel bungelt een gigantische, pluchen, oranje leeuw. Hij had vast ook zo'n sticker van Casper (van Hobbes) die over een flitspaal plast en eentje van een haai die het Christelijke visje opeet. Prachtig.
Ik zit er nu wel op af te geven, maar ook ik zwicht wel eens voor de druk van de commercie. Je moet het de reclamebureau's nageven, ze weten wel steeds leukere dingen te verzinnen en een aantal daarvan staat zeker op mijn verlanglijst. Hoog genoteerd staat het Tuc kratkussen: een kussen in de vorm van een tucje, waarmee je lekkerder op een bierkrat kan zitten. Dat hadden ze moeten hebben toen ik nog op kamers woonde, briljant! De Praxis thuistribune staat ook hooggenoteerd. Maar op eenzame hoogte staat voor mij de oranje Bavariajurk, gewoon omdat het eindelijk een oranje item is waarmee je er niet walgelijk lomp uitziet. Enige probleem is wel dat wij thuis geen bavaria drinken en het ook niet willen drinken, omdat het simpelweg smerig bocht is. Mocht je nou net een krat in huis hebben gehaald en niet weten wat je met de jurk moet doen, laat het me weten, ik zal hem zeker dragen tijdens het wk!
dinsdag 1 juni 2010
Reclameblok
Gister heb ik geprobeerd tv te kijken. Ik had een lange dag gehad op mijn werk, was laat thuis, moe, warmde wat eten voor mezelf op en kroop onder een dekentje op de bank. Mijn bord onder mijn kin en één kat op mijn schoot en eentje op de leuning van de bank achter me.
Ik was laat dus ik viel in het einde van Boulevard. Daar was de zendtijd voor politieke partijen begonnen met onze minister president die stond te beweren het helemaal niet erg te vinden dat er t-shirts in omloop waren met zijn hoofd en de tekst 'U kijkt zo lief.' Ik dacht: "Ga je schamen," en zapte door maar kwam langs niets interessants.
Meer dan tweehonderd zenders en op bijna alle zenders was reclame. Ok, op een gegeven moment viel ik een oude aflevering van 'Two and a half men' maar ik had die episode al eens gezien en wederom werd het verhaal steeds onderbroken door reclame. Daarna probeerde ik 'Ranking de Stars' maar ook hier ging het om een herhaling. Kijkt er dan niemand tv op maandagavond?
Ik besloot in bed verder te gaan met mijn poging tot ontspannen maar zapte daar doelloos van reclameblok naar reclameblok. Tot grote mijn ergernis waren die reclameblokken ook nog eens gevuld met allerlei WK gerelateerde ellende. Het voetbal is nog niet eens begonnen en ik heb er al weer genoeg van. Maar om een lang verhaal kort te maken: Ik heb uit pure ergernis en om te voorkomen dat ik iets naar de tv zou gooien (en hij hangt er nog niet zo lang, dus dat zou zonde zijn) de tv uit moeten zetten. Ik kwam tot de conclusie dat ik al zeker twee uur naar reclame zat te kijken.
Afgelopen zaterdag probeerden mijn geliefde en ik 'Pirates of the Carribean 3' te kijken. Ik zeg wederom probeerden want na netto een half uur film en een half uur reclame waren wij het allebei zo zat dat we zijn gaan slapen.
Zondagavond keken we 'The quick and the dead.' Na elke tien minuten film volgde zeven minuten reclame. Wij konden alle was vouwen en de hele eerste etage opruimen in al die reclameblokken. Na bruto twee uur was de film afgelopen en kwam H tot de conclusie dat er hele scènes uit de film waren geknipt. Dat moest ook wel want hoe kreeg je die film anders in twee uur gepropt met drie kwartier reclame.
Ik vraag me af of dat zomaar kan, knippen in films. Ik zou dat als regisseur niet zo leuk vinden. Het is een beetje hetzelfde idee dat iemand de randen van een schilderij er af knipt omdat het anders niet in de lijst past. Er waren nu alleen maar scènes uitgeknipt van Sharon Stone zonder kleren, dus ik denk niet dat het verhaal heel anders is gelopen door het knip-en-plakwerk, maar H vond het (begrijpelijkerwijs, Sharon zag er erg goed uit) wel jammer. En vreemd is het ook. Want wie beslist er dan welke scènes eruit gaan? Of verkoopt een distributeur één film in vier verschillende versies zodat je de versie geschikt voor jouw reclameblok kunt kopen? En heb ik nu de 'The quick and the dead' gezien of alleen de samenvatting?
Ik was laat dus ik viel in het einde van Boulevard. Daar was de zendtijd voor politieke partijen begonnen met onze minister president die stond te beweren het helemaal niet erg te vinden dat er t-shirts in omloop waren met zijn hoofd en de tekst 'U kijkt zo lief.' Ik dacht: "Ga je schamen," en zapte door maar kwam langs niets interessants.
Meer dan tweehonderd zenders en op bijna alle zenders was reclame. Ok, op een gegeven moment viel ik een oude aflevering van 'Two and a half men' maar ik had die episode al eens gezien en wederom werd het verhaal steeds onderbroken door reclame. Daarna probeerde ik 'Ranking de Stars' maar ook hier ging het om een herhaling. Kijkt er dan niemand tv op maandagavond?
Ik besloot in bed verder te gaan met mijn poging tot ontspannen maar zapte daar doelloos van reclameblok naar reclameblok. Tot grote mijn ergernis waren die reclameblokken ook nog eens gevuld met allerlei WK gerelateerde ellende. Het voetbal is nog niet eens begonnen en ik heb er al weer genoeg van. Maar om een lang verhaal kort te maken: Ik heb uit pure ergernis en om te voorkomen dat ik iets naar de tv zou gooien (en hij hangt er nog niet zo lang, dus dat zou zonde zijn) de tv uit moeten zetten. Ik kwam tot de conclusie dat ik al zeker twee uur naar reclame zat te kijken.
Afgelopen zaterdag probeerden mijn geliefde en ik 'Pirates of the Carribean 3' te kijken. Ik zeg wederom probeerden want na netto een half uur film en een half uur reclame waren wij het allebei zo zat dat we zijn gaan slapen.
Zondagavond keken we 'The quick and the dead.' Na elke tien minuten film volgde zeven minuten reclame. Wij konden alle was vouwen en de hele eerste etage opruimen in al die reclameblokken. Na bruto twee uur was de film afgelopen en kwam H tot de conclusie dat er hele scènes uit de film waren geknipt. Dat moest ook wel want hoe kreeg je die film anders in twee uur gepropt met drie kwartier reclame.
Ik vraag me af of dat zomaar kan, knippen in films. Ik zou dat als regisseur niet zo leuk vinden. Het is een beetje hetzelfde idee dat iemand de randen van een schilderij er af knipt omdat het anders niet in de lijst past. Er waren nu alleen maar scènes uitgeknipt van Sharon Stone zonder kleren, dus ik denk niet dat het verhaal heel anders is gelopen door het knip-en-plakwerk, maar H vond het (begrijpelijkerwijs, Sharon zag er erg goed uit) wel jammer. En vreemd is het ook. Want wie beslist er dan welke scènes eruit gaan? Of verkoopt een distributeur één film in vier verschillende versies zodat je de versie geschikt voor jouw reclameblok kunt kopen? En heb ik nu de 'The quick and the dead' gezien of alleen de samenvatting?
Abonneren op:
Posts (Atom)