vrijdag 29 juni 2012

Surfen met Caar en Lein

Uitzonderlijk, bijzonder, uniek en speciaal voor u geselecteerd: de prachtigste parels van het internet die we afgelopen week tegenkwamen. Geef je ogen de kost. Misschien krijg je zelfs inspiratie voor een eigen site.

Shitefood
Allemaal prachtig en mooi die glossy bladen vol Jamie Oliver maar aan de andere kant de zee is de realiteit hard en grillig. Haggis is er niks bij en zompige pasteitjes ook niet. This is the worst of British food. Crimes against humanity, wat ik je brom.

Art in my coffee
Gelukkig kunnen kunst en koffie een gelukkig huwelijk zijn. De eenhoorn is een favoriet!

Things organized neatly
Niks mis met een gezonde portie autisme, lantaarnpalen tellen of wasknijpers sparen. Maar vergeet niet dat de moordenaars in Dexter ook alles HEEL netjes georganiseerd hebben.

Sing about science & math
Heeft u soms het idee dat uw belastinggeld wordt uitgegeven aan nutteloos en irrelevant academisch gedoe. Dat kan kloppen.

Communist store windows
Voor de lezer met reiservaring in het voormalig Oostblok een feest der herkenning, voor liefhebbers van mooie plaatjes een prachtige ontdekking. Ostalgie voor de verdekt opgestelde communist.

donderdag 28 juni 2012

Komkommertijd


In juli en augustus draait Gemodder een zomerrooster. Dat houdt in dat we in deze maanden schrijven over vakantie, reizen en alles wat met de zomer te maken heeft. Er zijn tips om de Alpen over te komen en we bespreken de mooiste plekken op aarde. Natuurlijk mag een recept voor komkommersalade niet ontbreken.Vakantie-avonturen in alle soorten en maten. Anekdotes met een lach en traan, zoals jullie van ons gewend zijn.

Wil jij ook een memorable vakantieverhaal delen? Dat kan, mail dan naar gemodder@hotmail.com

I heart ... Julianne Moore

In het universum van de Hollywoodvrouwen staat voor mij met stip op nummer 1: Julianne Moore. De prachtigste en beste actrice die er momenteel rondloopt. Ze is aardig (denk ik, in mijn hoofd wel natuurlijk) en lief en grappig en spitsvondig en slim. Ik wil haar sproeten, haar prachtige lokken, haar garderobe en haar hele fotogenieke voorkomen. Ik hoop vooral ook dat als ik begin vijftig ben er ook zo gezond en stralend uitzie. Acteren is niet echt een ambitie, anders had ik graag ook een stukje van haar acteertalent willen hebben.

Julianne kwam in 1960 uit haar moeder op de aarde en stond voor het eerst in de schijnwerpers in As the World Turns. Het is haar vergeven natuurlijk. Mijn eerste Julianne was Benny & Joon, een film die ik eerlijk gezegd vooral wilde zien omdat Johnny Depp meespeelde. Stomme film trouwens. Julianne viel me niet meteen op, my bad. Misschien kwam het ook door mijn prepuberale hormoonhuishouding. Of omdat ik een bril met cilinder moest.

De art-house lovers kennen haar waarschijnlijk of als Maude Lebowski (In a sense, yes. My art has been commended as being strongly vaginal which bothers some men. The word itself makes some men uncomfortable. Vagina.) of als de lesbische mama Jules in The Kids are Allright. Ook zo prachtig. Ik val in herhaling, ben me ervan bewust, maar ik weet gewoon niet hoe ik het beter kan verwoorden. I heart Julianne.

De liefde voor Julianne begon serieuze vormen aan te nemen toen ik tijdens mijn studententijd The Hours zag. Julianne (ik noem haar graag bij de voornaam, en dan doe ik een beetje alsof ze ook mijn favoriete tante is; we hebben allebei sproeten dus dat is best plausibel) kreeg voor haar Laura Brown een Oscarnominatie. Van mij kreeg ze onvoorwaardelijke liefde en veel snikken en tranen. Verlate teenage angst? Zou kunnen. Ik vond haar gewoon prachtig.

Momenteel wordt de remake van Carrie gefilmd, waarin Julianne de moeder van het bezeten meisje speelt. Hopelijk snel bij ons in de bioscoop. Want van Julianne krijg ik nooit genoeg.

woensdag 27 juni 2012

Kippenvel en een beetje verliefd op Eddie Vedder

Een avond vol nostalgie, gitaargeweld en humor. Dat was gisteravond het concert van Pearl Jam. Eddie Vedder draait al vanaf midden jaren '80 mee, maar daarvan is op het podium weinig te merken. Zijn energie is aanstekelijk: hij is soms ingetogen, dan weer danst hij als de coole surfdude die hij is dweilend over het podium. Hij springt als een dolle, maakt contact met het publiek en wil het liefst dat de avond helemaal niet meer ophoudt. Onderwijl smeert hij zijn keel met wijn, direct uit de fles.

Mij liet het allemaal niet onberoerd. Bijna drie uur lang keek en luisterde ik naar mijn jeugdhelden en droomde af en toe weg naar mijn middelbareschooltijd. Daar zat ik weer, in mijn zwarte houthakkersshirt met mijn walkman op luisterend naar Why Go. Op de achterbank naar de wintersport en maar op rewind drukken. Eddie zelf mijmerde ook even weg naar twintig jaar geleden. Inmiddels hebben de bandleden kinderen, maar in die tijd waren ze zelf nog kinderen. Net als wij.

 Prachtig was dat het publiek bijna alles kon meezingen. Voor me zat een luid zingend stel van een jaar of zeventien, daar weer voor een keihard rockende vrouw van een jaar of vijfendertig, verderop een echtpaar van een jaar of zestig met toneelkijkers.

Het programma was een geweldige mix van oud en nieuw materiaal, grote hits en rustige nummers. Voor mij waren de hoogtepunten Just Breathe (afkomstig van het laatste album Backspacer) en Elderly Woman Behind The Counter In A Small Town (van het door mij indertijd grijsgedraaide Vs.).

Even voelde ik me weer als twintig jaar geleden. Kippenvel en een beetje verliefd op Eddie Vedder.

dinsdag 26 juni 2012

Caravans, bejaarden, praktische kleding en Martine van Os

Met tranen in de ogen en in m'n handen klappend van plezier zat ik gisteravond (eindelijk) weer voor de tv: 'We zijn er bijna' is weer begonnen. Mocht je deze serie om onverklaarbare redenen nog niet kennen, ga dan nu naar Uitzending Gemist. Kijk dan meteen even de serie van vorig jaar als die nog beschikbaar is.

Op het eerste gezicht heeft dit programma alles in zich om door mij onopgemerkt te blijven: caravans, bejaarden, praktische kleding en Martine van Os. Desondanks heb ik het programma met beide armen omhelsd. Een groep bejaarden die in een stoet caravans naar hun vakantiebestemming trekt. Dit jaar is de bestemming Spanje en dan met name Andalusië.

De bestemming is eigenlijk het minst interessante aan 'We zijn er bijna'. Het had zich waar dan ook af kunnen spelen. De kracht van het programma zit 'm in de alledaagsheid van wat de reisgenoten met elkaar bespreken. Gewone mensen met gewone problemen. Jan die vertelt dat hij zichzelf elke ochtend verwent met een stokbroodje met brie. Jan, een schat van een man met een oostelijk accent, die vertelt over wijlen zijn vrouw Jopie. Nu is hij voor het eerst alleen op reis. Nou ja, alleen...

Jaap en Trijn (ik verzin dit niet)  zijn er ook nog. Zij is verloskundige ('ja die ervaring met contact met mensen komt nu ook wel van pas'), hij werkt voor de ANWB ('Al bijna 40 jaar. Ik heb nog m'n eigen mannummer bij de ANWB...') en helpt bij pech onderweg. Dan zijn er nog Nel, Bep, Frits, Tiny en Co, allemaal heerlijke mensen. De leiding houdt de regie stevig in handen: ze reizen vooruit en laten de deelnemers bij aankomst een nummertje trekken zodat de kampeerplekken eerlijk verdeeld worden. Da's heel belangrijk.

's Avonds wordt er geborreld en een onduidelijk spel gespeeld met papiertjes en gekleurde wasknijpers. Dit alles overgoten met een heerlijke, zakkige muziekdiaree. De simpele kneutigheid druipt ervan af en na één aflevering heb ik Jaap en Trijn, maar toch vooral ook Jan al in mijn hart gesloten. Het wordt een mooie zomer.

donderdag 21 juni 2012

I heart ... Arabisch

Sinds een aantal maanden ben ik Arabisch aan het leren. Op de zaak worden de activiteiten in de Arabische wereld steeds meer ontplooid en dat houdt in dat de taal steeds meer in het dagelijks werk zal voorkomen. Een nieuwe taal dus, en een nieuwe uitdaging. Allemaal ook in het kader van de persoonlijke ontwikkeling natuurlijk.

En wat voor uitdaging is Arabisch. Gelukkig word ik naast een heel enthousiaste juf geholpen door een prachtige leermethode voor het MBO. Denk aan Neue Kontakte en Omnibus maar dan met letters die je niet kent. Een leesboek, een oefenboek, een cd en een schrijfschrift om het zo het Arabische alfabet te kunnen oefenen. Ergens in een stoffige oude doos vond ik nog dat rubberen schrijfhulpding dat je om een potlood kan schuiven. Je weet wel, uit groep drie. Dat scheelt wat eelt en kramp tijdens het prutselwerk in het schrijfschrift (helaas geen mooie plaatjes en stickers in het schrift dit keer). Want voordat je in zo’n letterslang de individuele letters kunt herkennen ben je wel wat uurtjes verder. Of weken. Of bloeduitstortingen op je middelvinger.

De oefen-cd stond al bij luisteroefening drie op repeat zodat ik na een flink aantal herhalingen eindelijk eens hoorde wat Khalid en Layla nou zeiden. Een letter. Ze spraken alleen maar een letter uit. Ok. Nog maar een keer luisteren dan. En zelf nazeggen. De kracht van de herhaling. Totdat je merkt dat je Khalid, maar ook Farid en Maryam eigenlijk wel redelijk kan volgen. Of nou ja dat je sommige woorden en klanken begint de herkenning. Even voelde ik weer dat blije gevoel van toen je zelf Nederlands leerde lezen en schrijven. Aan de ontbijttafel, met je neus op het pak hagelslag, ging er een wereld voor je open. Zo voelt dat nu ook, alleen is het dan de Arabische wereld. Een soort “Sesam, open u”. Stug doorzetten en nog wat weken later kan je samen met Samirah een broodje met kip bestellen.

Deze week fietste ik moe van de werkdag door een drukke multiculti-straat richting huis. Tijdens het passeren van een van de talloze shoarmatentjes las ik opeens een woord op de gevel. In het Arabisch. حَلاَلْ, halal. Daar is al dat huiswerk dus ook goed voor. Morgen met frisse moed naar de volgende les.

woensdag 20 juni 2012

Middlesex

Mocht je voor de komende zomervakantie nog een boekenwens hebben, denk dan eens aan Middlesex van Jeffrey Eugenides (die wel zou kunnen kennen van The Virgin Suicides).

Eugenides heeft een boek geschreven dat zoveel lagen en verhaallijnen in zich heeft maar tegelijkertijd nooit te vol aandoet of verwarrend werkt. Het is een verhaal over een familiegeschiedenis, incest (en de schrijver heeft daarom veel kritiek gekregen terwijl de inteelt in de familie een cruciaal gegeven is voor de plotontwikkeling) immigrantenproblematiek, coming of age, de depressie in de VS en over gender. Een Bildungsroman en een familiedrama ineen. Succes verzekerd.

Calliope vertelt het verhaal van haar Griekse familie en afkomst, van haar tijd in de VS en de ontdekking dat er iets niet helemaal klopt met haar eigen lichaam. Eugenides weet precies te goede toon te vinden voor al deze verhalen en combineert komedie (zonder leedvermaak) met drama (zonder zelfmedelijden). Het is een pageturner, met talloze verwijzen naar Griekse mythologie, wereldgeschiedenis en populaire cultuur. Voor op het strand, de binnentuin of in het vliegtuig. Of thuis op de bank tijdens een Hollandse zomer.

dinsdag 19 juni 2012

Hallo vogels!

“Hallo vogels! Liiiieeef! Hallo fluffy!!” Dit is het verbale geweld waar vogels in het park bij m’n werk dagelijks mee te kampen hebben. Midden in een conversatie schreeuwt Lein plotseling “HALLOOO!”Aan deze lokroep weet ik dat er een mooie, lieve of anderszins bijzondere vogel in de buurt is. Met haar geoefende vogelspotogen en –oren blijft geen vogel voor haar verborgen. Turend in de bomen zie ik toch vooral heel veel bladeren en takken en hoor ik alleen een tjiftjaf (want die doet ‘tjiftjaf!’), maar oefening baart kunst.

Met Lein spotte ik onder andere de boomkruiper, de fitis en de staartmees. Van de fitis, moet ik eerlijk bekennen, had ik nog nooit gehoord. De staartmees kwam na mijn eerste spot vervolgens ook heel vaak in onze voortuin voorbij en is nu al een tijdje mijn favoriete vogel. Een klein, bol lijfje met een lange, dunne staart. Heel aandoenlijk.

De doorbraak was een paar weken geleden, toen ik uit mezelf een vink en een grote lijster spotte, en springend gilde “Ik zag ‘m eerst ik zag ‘m eerst!” Vogelspotten haalt het beste in mij naar boven. Als beloning trakteerde ik mezelf op het standaardwerkje Welke vogel is dat? 170 vogels eenvoudig determineren. Als een serieus vogelspotter draag ik het boekje nu altijd in mijn tas, voor noodgevallen. Het is namelijk heel vervelend als je een vogel niet herkent en niet meteen kan opzoeken wat dat was.

Zo zag ik vorig jaar op Ameland een gek klein strandlopertje heel zenuwachtig heen en weer rennen aan de vloedlijn. Trippeltrippel pikpik trippeltrippel. En maar rennen en pikken, wat een heerlijk zenuwachtig beest. Nu weet ik dat dit de Kleine Plevier is. De Kleine Plevier, dat klinkt toch reuzegezellig? Hoewel mijn grote liefde nog steeds de staartmees is, sloeg deze kleine zenuwpees in als een bom. Ok, op nummer twee dan. Samen met de witte kwikstaart. En de wilde eend.

Vannacht droomde ik dat ik een soort slanke kokmeeuwachtige vogel met een spitse kop (à la de ijsvogel) voorbij zag vliegen. In mijn droom brak ik het gesprek af en zei “Sorry, ik moet even naar huis, ik moet deze vogel opzoeken in Welke vogel is dat?” Bij het wakker worden was ik toch een beetje teleurgesteld dat ik geen nieuwe vogel had gespot, want het was echt een mooie. Ik heb voor de zekerheid nog gecheckt of het misschien toch een bestaande vogel was, maar dat was niet zo. Althans niet in West- en Midden-Europa.

Gelukkig is het mooi weer. Straks ga ik weer fijn echte vogels spotten in het bos met Lein. Oppassen dus. Hallo vogel!!

maandag 18 juni 2012

Wat een beest


Graag zing ik nog eens een lofzang voor mijn kat, omdat ik mijn Coco een geweldig beestje vind. Uiteraard is dit geen objectief stukje. Zoals ik eerder heb verteld ben ik al compleet vertederd door het beest als ze alleen maar ligt te slapen. Maar Coco heeft ook hele rare eigenschappen, hoor. En die vind ik óók leuk!

Zo houdt mijn kattenkind ervan om haren te wassen. Gelukkig niet de haren van mijn gasten, maar wél van de mensen die Coco het meest vertrouwt: mijn wederhelft en ik. Het gebeurt regelmatig dat ik lekker zit te chillen op de bank en dat ik een spontane hoofdmassage krijg. Nu vind ik het sowieso heerlijk als er gefriemeld wordt aan mijn hoofd en haar, dus ook Coco mag zich af en toe uitleven. Helaas is het eindresultaat een hoofd vol kleddernatte slierten waar geen vorm meer in te ontdekken is.

De spaarzame momenten dat mijn kat het nodig acht om aan lichaamsbeweging te doen, vinden regelmatig plaats als de printer in werking treedt. Gek genoeg wordt Coco gillend gek van de stofzuiger (ok, begrijpelijk) en de strijkplank (dat snap ik dan weer niet), maar als de printer aanslaat weet ze niet hoe snel ze daar in de buurt moet komen. Ze kruipt dan zo dichtbij mogelijk (maar ook weer niet té dichtbij, dat vindt ze spannend) en bestudeert hoe de printer de A4’tjes uitspuugt. Fascinerend.

Daarnaast vindt mijn kat het leuk om te ‘sletten’. Dit behoeft wellicht enige uitleg. Zoals je begrijpt besteedt Coco haar meeste energie aan slapen. Zo’n 2/3 van de dag begeeft het luxebeest zich in dromenland. Op haar buik liggen vindt ze maar saai, denk ik, want meestal ligt mijn poes op haar rug, met haar poten wijd open. Klaar om eens flink van kattenbil te gaan, hence het woord ‘sletten’. Nou is Coco een ‘jeweetwel’-poes, dus kitty coïtus zal niet snel plaatsvinden in huize Han. Gelukkig maar.

vrijdag 15 juni 2012

Vet in je hoofd

De blogs die Caar en ik vorige week over onze relatie met eten schreven kregen nogal wat reacties. Op het blog zelf, op Facebook en in de wandelgangen. En tot mijn verbazing bleek uit die reacties veel herkenning. Ik dacht werkelijk dat ik op mijn eetgestoorde eiland voedselfreak zat te spelen, maar blijkbaar ben ik niet de enige. Verontrustend eigenlijk.

Ik heb getwijfeld of ik die tekst afgelopen week zou plaatsen, te kwetsbaar en eerlijkgezegd heb ik nog niet eens het achterste van de tong laten zien. Het blog achtervolgde me deze week nog en de reacties bleven in mijn hoofd rondspoken. Daarom vandaag nog een beetje verder. Over vet dat wel in je hoofd zit maar niet op je heupen. 

Toen mijn moeder me drie weken voor de uitgerekende datum bijna uit het kraambed lanceerde, werd ik direct in een deken van aluminiumfolie naar de couveuse in het ziekenhuis gebracht. Te klein. Te blauw. Te licht. Het ging allemaal goed. Tot een jaar of 5. Opeens leek het alsof al dat babyvet weer terugkwam. In veelvoud. En dan over mijn hele lijf. Er zijn geen schattige foto's van mijn basisschooltijd want overal zie ik er, afhankelijk van het kapsel, uit als een junior sumoworstelkampioen (neee oma, zeker niet die in dat turnpakje laten zien). De middelbare was niet beter, de eerste foto met mijn jaarclub al helemaal niet.

De afvalrace begon op mijn 22e, en na een jaar was ik 20kg kwijt. Later gingen er nog eens 5 af. Vandaag ben ik 30. Dat betekent dat ik voor het grootste deel van mijn leven te zwaar ben geweest. Nu voelt het beter dan ooit, ik voel me fit en gezond. Het enige dat niet weggaat is het vet in mijn hoofd.

Dit vet is verraderlijk. Het zorgt ervoor dat je in een winkel toch een broek pakt die in het pashokje van je kont blijkt te zakken. Maat 38 bij je bips, en je oude maat in je hoofd. Ik weet gewoon nog steeds niet hoe maat 38 eruit ziet. Het vet zorgt er ook voor dat je er aan moet wennen dat je de gordel van de auto niet meer zoveer hoeft uit te trekken, maar dat je bij het instappen toch nog steeds een flinke snok geeft. Of dat je vergeet dat je best een rok aankan zonder dat je schuurplekken bij je benen krijgt.

Het vet zorgt er ook voor dat je het niet gelooft wanneer een collega, die je altijd sportief en slank hebt gevonden, vertelt dat ze meer weegt dan jij. Of dat je je verbaast als je tijdens zumba realiseert dat jouw eigen kont de kleinste van het sportklasje is. Het lijkt wel alsof dit vet niet weg te trainen is. R2 noemt het fantoomspek. Ik noem het een soort onrealistisch kwab-beeld. Hoe dan ook, het nepvet neemt teveel plaats in mijn hoofd in.



donderdag 14 juni 2012

Zwarte kolen en een groen hart

Dit is een gastcolumn van gastcolumnist Harmsel


Hoe heet dat ook alweer? Dat je iets doms hebt gedaan en je weet dat je enorm voor gek staat? Zo voelde ik me onlangs.

Het was perfect barbecue-weer. En dus bedachten mijn vrouw en ik dat het wel zo romantisch was om samen te kokerellen in de tuin. Met een glas rode wijn, goede gesprekken en dat soort dingen. Mijn vrouw ging meteen aan de slag met de salades, terwijl ik mij ontfermde over de barbecue. Want hé, mannen en vuur; dat is een prima combinatie.

De barbecue aankrijgen is altijd wel een uitdaging, maar dat zou ik wel even fixen. We hebben daar namelijk een hulpmiddeltje voor: de brikettenstarter. Met mijn groene hart pakte ik slechts enkele zwarte briketten en houtskolen. De groene engeltjes op mijn schouders vertelden mij namelijk dat we voor twee personen gingen barbecueën, en dat een stuk of 10, 15 pikzwarte kolen dus wel voldoende zouden zijn. We hadden immers maar een paar stukjes vlees en groenten. Ja, ook groenten. Mijn vrouw is vegetariër en die eet dus geen vlees. Voor mij is de barbecue dan ook het middel om mijn vleesconsumptie te compenseren.

De briketten gingen in de starter. En natuurlijk twee aanmaakblokjes. Weldra waren de vlammen zichtbaar. Een kwestie van even geduld. Maar helaas. An-der-half uur later, 10 aanmaakblokjes verder en een paar steekvlammen van de spiritus was er geen resultaat. Of toch…? Eén brikette gloeide aan één kant. Nog maar even doorgaan dus… nadat ik mijn vrouw met enige moeite overtuigd had dat we écht niet de pan hoefden te gebruiken.

Twee houtskolen begonnen weldra te gloeien. In mijn enthousiasme gooide ik de kolen in de barbecue. De rest zou vast vanzelf gaan gloeien. Dat kon niet anders. Snel het vlees erop. Een stokbroodje met kruidenboter naar binnenwerken en dan… het vlees!

Het was half 9 toen ik constateerde dat één van de hamburgers nog steeds niet eens half doorbakken was. Ik droop letterlijk en figuurlijk af. Mijn vrouw was blij dat ze plan B kon starten. In de pan bakte alles natuurlijk razendsnel. Maar goed ook, want een fikse onweersbui zorgde voor een versneld einde van ons eerste barbecue-avontuur, nét nadat we de laatste hamburger naar binnen hadden geschoven.

Na een flitsend beraad met mijn vrouw bleek dat de brikettestarter alleen goed werkt als je hem flink vult.

Ik stond dus enorm voor paal. Zo heet dat!


woensdag 13 juni 2012

Onderschrift


Foto: Cees van der Wal, Reformatorisch Dagblad

Afgelopen zaterdag hield de SGP een open dag in de Tweede Kamer.
Welk onderschrift hoort bij deze foto? We horen het graag van jullie, de lezers!

dinsdag 12 juni 2012

Oilily-overload

In de Volkskrant stond vorige week een artikel over trendy kitsch in roze en met bloemen en vogels en stippen, en dat dan maal duizend. Over hoe vreselijk dat wel niet is. Daar was ik het eigenlijk wel mee eens. Eén vogeltje hier en daar en een shirt met stipjes of hartjes of bloemetjes is best leuk, maar overdrijf het niet. Zeker niet als je op een bepaalde leeftijd bent.

Die leeftijdsgrens ligt zo rond de veertien. Ga dus niet boven je veertigste nog met vlechtjes lopen, met een grasmat met bloemen op je fiets en je hele huis opgertokken uit Kitsch Kitchen, Pip en Blond. Dan ben je gewoon een Pippi Langkous met een midlife crisis. En al helemaal niet ook nog een bloemetjesrok met groene (driekwart, dat staat NIEMAND, hoor je me!) legging en een stippenshirt met bloemen met een vestje met pailletten. Sorry, maar dat is infantiel. Zelf, dat beken ik eerlijk, heb ik een paar pip-mokken en ook ben ik in het bezit van twee rokjes en een jurk van King Louie. Na het zien van jubileumfoto's van een winkel die dit merk en andere happy-overkill verkoopt ben ik zo geschrokken dat ik plechtig heb gezworen hier niet meer aan mee te doen.

Met Lein kwam ik tot een nieuwe trend voor de komende jaren. Dit wordt het helemaal, dus let goed op. Je hoort het hier eerst voordat het in 101 Woonideetjes staat. De tegenhanger van de hysterische levensstijl is... ijskoud en industrieel. Alles wordt grijs, de vloer van beton en als enige decoratie in de keuken een vleeshaak. Een koel kantoor met leren banken en lamellen. De slachthuisstijl wordt het ook helemaal deze winter. De kinderen hebben geen roze en blauw meer aan en ook geen bretonse streepjes van Petit Bateau. Nee, ook kinderen gaan, net als hun ouders, gekleed in stemmig zwart uniform. Een soort miniatuurversies van Harmke Pijpers en Ans Markus. Mager en chagrijnig kijkend in een kleurloos, witgetegeld slachthuis. Hooguit zie je af en toe ergens een rode streep. Bijvoorbeeld op de poster van Dexter, of de videowall met Saw.

Geen kas met fleurige potten en moestuintjes, maar een koude koelcel waar keihard Rammstein gedraaid wordt. Geen stapelbedden maar vleeshaken met verticale hangmatten uit de serie Kokon. Het dieet bestaat uit havermout en rauw vlees. De wijnkelder wordt omgebouwd tot een vintage Stasi-verhoorkamer. In dit huis wordt nooit gelachen, anders krijg je een emmer koud water over je heen en moet je uren rechtop staan op een marmeren vlonder van tien vierkante centimeter.

Natuurlijk is er ook vrije tijd en die wordt goed besteed. Waterboarden is gezinssport nummer 1 (met synchroon messen slijpen als favoriete bezigheid voor binnenshuis) en voorgelezen wordt er natuurlijk ook. Na het eten fijn een stukje uit de handleiding van een vorkheftruck en dan voor het slapengaan nog even een hoofdstuk uit de gebruiksaanwijzing van de slachtmachine die vader afgelopen weekend in de aanhanger van zijn grijze Lada uit de Oekraïne heeft geïmporteerd. Slaap hard!

maandag 11 juni 2012

Captchakwelling

 
VyPnU0-. I29gvliE. Jeiwn0245. overlooks. inquiry. Ik probeer de onleesbare codes te ontrafelen. Wát voor woord staat daar?! Met mijn beste wil probeer ik de letters over te typen. Als ik op 'ok' klik, brengt een pop-upscherm mij het slechte nieuws: ik heb de code niet goed overgenomen. Of ik het nog een keer wil proberen? Ik zucht. Heb ik een keus? Nee.

Ik krijg een nieuwe code. Vervormde letters, dansend tussen zwarte pixels, en als het even kan nog doorstreept ook. En ik moet dat zien te reproduceren, zodat ik mijn hotelreservering eindelijk kan bevestigen. estate. J-30129ad. wobwob.

Aaargh! Dit gaat nooit lukken.

Captcha's heten deze verrekte codes. Captcha staat voor "completely automated public Turingtest to tell computers and humans apart". Natuurlijk snap ik dat niet elke spamrobot een hotel moet kunnen reserveren. En ik wil bést bewijzen dat ik een écht mens ben. Maar captchacodes lezen is nu eenmaal niet mijn talent. Menigmaal heb ik gefrustreerd berust in het feit dat ik het níét voor elkaar kreeg om een berichtje in een gastenboek te plaatsen. Maar toen ik mijn oh zo belangrijke Pinkpopkaartjes wilde kopen, lukte dit gewoon óók niet door die stomme captchacodes.

Gelukkig las ik op het immer wijsheid in pacht hebbende Wikipedia dat er tegenwoordig andere manieren worden ontwikkeld om de mens van de computer te onderscheiden. Thank goodness. Zo kan ik hopelijk binnenkort mijn menszijn bewijzen door een plaatje zo te draaien dat die niet meer op zijn kop staat. Die afbeeldingen bevatten geen letters of cijfers. Zo kan zélfs een captchahatend iemand als ik eindelijk weer bioscoopjes boeken, gastenboeken tekenen en concertkaartjes kopen. Vind ik leuk!

vrijdag 8 juni 2012

Haalbare kaart

"Dat is natuurlijk een mooi idee, maar is het wel haalbare kaart?"
"Jazeker, dat is haalbare kaart."

Haalbare kaart. Iets is haalbare kaart. Die kende ik niet. Even twijfelde ik aan mezelf, heb ik dit nou jaren verkeerd gebruikt? Soms heb ik dat. Bijvoorbeeld toen ik een paar keer achter elkaar verschillende mensen 'middelpuntvliegende kracht' hoorde zeggen. Dat had nog best aan mijn gebrek aan natuurkundige kennis kunnen liggen. Ik dacht met mijn beperkte natuurkundige inzicht dat die kracht middelpuntvliedend was, maar het heeft gewoon iets met vliegen te maken. Of toen ik meermaals 'sjieke bedoeling' hoorde. Ik kreeg het er warm van. In het boek Lieve Céline van Hanna Bervoets (over een vrouw die fan is van Céline Dion, een aanrader) wordt dat heel vaak gezegd en daar moest ik heel hard om lachen, maar na een paar keer zo'n live bedoeling sloeg toch even de twijfel toe.

Nu ook weer. Lekkere koffie, heerlijke kaas, mooie wol, stinkende lucht en haalbare kaart. Zou het dan toch...? Die journaliste van BNR zei het echt. En de man die ze interviewde zei het vervolgens ook. Hoewel, het zou kunnen dat zij in de war was met 'open kaart'. Je speelt immers niet een open kaart, maar open kaart. En die man zei het na, omdat hij haar niet durfde te verbeteren of ook aan zichzelf twijfelde. In een fractie van een seconde nam hij de beslissing om dan ook maar 'haalbare kaart' te zeggen. Hij voelde de druk van het interview, twijfelde aan zijn eigen taalkennis en daar ging hij. En zo gaan wij er misschien binnenkort allemaal achteraan. Het taalgebruik handhaven is immers niet haalbare kaart, dat lijkt me duidelijk.

donderdag 7 juni 2012

Vrienden met voedsel?


Afgelopen dinsdag schreef Caar over haar vriendelijke danwel vijandige relatie met voedsel. Het was een heel groot feest der herkenning. De afvalrace die Caar recentelijk maakte, deed ik een paar jaar terug. Knop om en gaan sporten en vooral geen zak chips per dag meer eten. Echt voor je lijf gaan zorgen, het moet tenslotte nog een tijdje mee.De obsessie met al die heerlijke dingen die je lijf ook nog eens energie geven is nooit opgehouden. En soms vraag ik me wel eens af of het einde al in zicht is of dat ik voor altijd vastzit in mijn zelfgemaakte dieetstrafkamp.

De irrationele angst dat die 25 kg er van de een op andere dag weer aanzitten zeurt de hele dag een beetje door mijn achterhoofd. En dat terwijl er in huize S heel gezond en gevarieerd wordt gegeten. Nooit meer, nooit meer wil dat door suiker en vet vergiftigde lichaam dat al die kilo's moest meezeulen. Tel dit op bij het setje strenge regels dat ik voor mezelf heb gemaakt en ik vraag me soms af waar de grens met een eetstoornis is. Een paar voorbeelden:

  • Twee keer per week sporten is een minimum
  • Nooit gewone cola drinken
  • Geen toetjes
  • Geen traktaties op werk, behalve een klein hapje van dingen die zelfgemaakt zijn
  • Nooit zoveel eten dat je je echt overvol voelt want dan heb je het fout gedaan
  • Na de vakantie meteen op de weegschaal
  • Liefste alleen maar volkoren dingen eten
  • Geen volle melk
  • Geen volle yoghurt
  • Wel volvette kaas want daar wil niemand toch op bezuinigen
  • Geen taart op verjaardagen, behalve een klein hapje van dingen die zelfgemaakt zijn
  • Geen worsten
  • Zo min mogelijk met pakjes koken
  • Niet een tweede keer opscheppen
  • Langzaam eten
  • Slagroom is vies, ook al is het toch lekker dan is slagroom nog steeds vies
  • Uit eten is soms een beetje eng want dan weet je niet wat je krijgt
  • Eten bij vriendinnen is soms een beetje eng want dan weet je niet wat je krijgt
  • Nooit meer zwaarder dan 70 kilo, 65 is ok om vol te houden en 63 zou nog beter zijn. Of 61. Of 60.

Hoe is dit te rijmen met een boekenkast vol kookboeken, pogingen om zelf mayo en Schwarzwalder te maken en met de liefde voor uit eten gaan en van bijna alles wel wat willen proeven? Ik heb geen idee maar het voelt alsof er elke dag weer een soort cognitieve kortsluiting plaatsvindt in mijn hoofd. Ik wil graag denken dat het nu goed is. Gezond en goed gewicht. Maar ik voel maar zelden dat het goed is. Een wonderlijke dieetpil bestaat niet, maar als er een medicijn zou zijn dat obsessief bezig zijn met eten zou kunnen uitschakelen dan zou ik geen moment twijfelen.

woensdag 6 juni 2012

27 dresses: 111 cheesy, langdradige minuten

Mocht je ooit eens in de gelegenheid raken om de film '27 dresses' te kijken: NIET DOEN. Dit is een waarschuwing. Ik herhaal: NIET DOEN. Het zullen de meest waardeloze 111 minuten van je leven worden. Wát een draak van een film. Wat een lijdensweg.


Jane is een mooie, jonge meid die al 27 keer bruidsmeisje is geweest. Ze gaat graag naar bruiloften, organiseert regelmatig de Grote Dag voor vriendinnen, maar droomt vooral van de dag dat ze zélf naar het altaar mag schrijden. Op zich best een leuk gegeven. Maar uiteraard moet er ook een cliché liefdesonderdeel inzitten. Wat we dus het grootste deel van de film zien, is een langdradig kat-en-muis-spel tussen de wanhopige dagbladjournalist Kevin en de irritante, af en toe in zelfmedelijden zwelgende Jane. Want zij is verliefd op haar baas George. Oh nee.

Het meest sneue verhaallijntje komt bij Jane's zusje Tess vandaan. Tess komt terug uit hip and happening Italië en windt direct George om haar vinger. Jane houdt zichzelf groot en blijft gewoon als personal assistent voor haar baas werken. Zelfs op de avond dat George Tess ten huwelijk wil vragen, staat ze er met haar neus bovenop. Natuurlijk zal ze weer bruidsmeisje en ceremoniemeester worden, maar in een allesbepalend moment zorgt Jane ervoor dat de hele bruiloft niet doorgaat. Ach en wee, Tess boos, George verdrietig, Jane voelt zich schuldig. Dát is het moment waarop het áltijd gaat regenen in films. Zo ook in '27 dresses'.

Het avontuur met stalkerige journalist Kevin bereikt ook in de regen haar hoogtepunt. Ze krijgen ruzie in een auto en vliegen uit de bocht. Maar ik zal alvast de afloop verklappen: álles komt goed. Zó goed zelfs, dat Jane en Kevin binnen het jaar trouwen en álle 27 vriendinnen die ooit gebruik hebben gemaakt van Jane's bruidsmeisjesdiensten naast haar bij het altaar staan. Oh sorry, nou heb ik de afloop verklapt. '27 dresses' is cheesy, nietszeggend en véél te langdradig. Helaas, want het hád een leuke film kunnen zijn.

dinsdag 5 juni 2012

Eten, vriend of vijand?

Eten, het is m'n grootste vriend maar ook m'n grootste vrees. M'n grootste hobby maar ook m'n grootste vijand. Sinds mijn afvalrace van afgelopen jaar denk ik bijna onophoudelijk aan eten. Eerder ook wel, maar dan gaf ik daar aan toe, waardoor ik tijdens mijn studententijd behoorlijk ben uitgedijd. Nu denk ik eraan, probeer het te vergeten, denk er weer aan, en dat dan bijna de hele dag. Best lastig als koken en lezen over eten twee van je grootste hobby's zijn. Er aan toegeven is geen optie, ik weiger m'n kleren (die ik allemaal heb moeten vervangen) groter te kopen.

Toch moet mijn honger naar voedsel en alles daar omheen gestild worden. Mocht je dit herkenbaar vinden, volgen nu een afrader en een tip voor de komende tijd. Afgelopen week bezocht ik namelijk twee tentoonstellingen over eten. De eerste was in museum Boerhaave in Leiden, Het Gewichtige Lichaam. Thema van de tentoonstelling is de verhouding tussen dik en dun, van obesitas tot anorexia. Op de website is al het een en ander te zien aan afbeeldingen en Lein en ik bereidden ons voor op een schokkende tentoonstelling, waarna we vast geen hap meer door de keel zouden kunnen krijgen. Helaas viel de tentoonstelling wat tegen. Twee zalen met wat affiches, prenten, beeldjes en een videomuur van L.A. Raven. Een beetje ouderwets en niet veel meer dan al op de website te zien was. Daarna hadden we gewoon honger en hebben we heerlijk Thais gegeten. Beetje jammer dus.

Onder het motto 'Brusselicious' is Brussel dit jaar gastronomische hoofdstad van Europa. Terecht, je kan er werkelijk fantastisch eten. Dat heb ik afgelopen weekend ook gedaan: terrine van gegrilde groenten, waterzooi, vol-au-vent, speculaasijs met gecaramelliseerde appeltjes. Mocht je deze zomer een weekend over hebben, ga dan naar Brussel. Dan kun je meteen ook naar de twee tentoonstellingen die vanwege het gastronomische jaar zijn ingericht. Eén in de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten en één in het Jubelparkmuseum, getiteld 'Smakelijk! Gastronomische ontdekkingen door de eeuwen heen’. Deze laatste bezocht ik en was blij verrast. Een uitputtende rondleiding langs vitrines vol kopjes, kannetjes, pannen, affiches, lepels en terrines. Het is misschien niet bijzonder vernieuwend opgezet, maar wel heel informatief. Bij elkaar staan er zo'n 300 stukken en aan de hand van deze stukken leer je over de ontwikkeling van onze eetcultuur. Wist je bijvoorbeeld dat in de zestiende eeuw in Italië al roomijs werd gemaakt, gekoeld met sneeuw en ijs uit de bergen? Fascinerend, niet waar?

In beide musea was de museumshop een feest. Ik ben dan ook dol op museumshops. Lein kocht in Leiden een boek over de psychologie van het eten, in Brussel kocht ik een boek over beschermde Europese streekproducten. En zo lees ik me een weg door mijn niet te stillen honger. Mocht het niet baten, dan gewoon lekker eten en een extra rondje hardlopen. Als het er op aankomt is eten toch meer mijn vriend dan mijn vijand.

maandag 4 juni 2012

Springsteen stort sacrale songs uit over Pinkpop

Foto NRC / Andreas Terlaak

Nog nooit heb ik zo veel saxofoonverheerlijking meegemaakt als vorige week maandag. Nog nooit heb ik zo'n massale sacrale bijeenkomst bijgewoond als op Tweede Pinksterdag 2012. En nog nooit heb ik zo'n rasartiest gezien als Bruce Springsteen, die met gemak 2,5 uur vol zong zonder al te veel onzinnig gelul.

In mijn vorige column kon je lezen dat mijn verwachtingen van The Boss hooggespannen waren. Nu zijn die verwachtingen meer dan waargemaakt. Nee, dit is geen "I heart...", daarvoor zijn mijn voorwaarden nog wat strenger. Zo heb ik nog geen Brucedromen gehad, nog geen urenlange YouTubesessies gehouden en ken ik nog niet AL zijn liedjes uit mijn hoofd. Dat zou trouwens ook erg knap zijn, want dit muziekmonster heeft achterlijk veel songs geschreven: tot nu toe heeft hij bijna 30 albums uitgebracht.

Tijdens het optreden bleek ik wel meer liedjes te kennen dan ik van tevoren had verwacht. Regelmatig schreeuwde ik dan ook mijn meneer in zijn oor: "Jeej! Deze ken ik!" alvorens ik hard probeerde mee te zingen (want: onbekende tekst). Later bleek dat ik "Fifth avenue breezah" verstond, wat dus "Tenth avenue freeze out" bleek te zijn. Wist ik veel, ik was al lang blij dat ik de akkoorden van dit liedje kende...

Gelukkig had Bruce Springsteen op Pinkpop niet de neiging om complete preken te houden, zoals mijn wederhelft me eerder wist te vertellen. Toch was dit optreden een haast verheven samenzijn. De immense massa toeschouwers op het veld, de immense band op het podium en de immense setlist die Springsteen over onze hoofden uitstortte, maken een magische combinatie. Zoals ik vorige week al schreef, laat The Boss zich graag inspireren door de Bijbel. Geen wonder dat ik onder de indruk was van het effect van zijn Geïnspireerde Liedjes op het publiek. Deze man preekt met zijn gitaar en zijn zang.

Nee, ik noem mezelf geen fan van Bruce Springsteen. Maar hij heeft me zeker weten te overtuigen van de kracht van zijn muziek en performance. Stiekem checkte ik de dag na het optreden al of er nog kaarten waren voor een andere show van deze tour... maar dat heb je niet hier op Gemodder gelezen :)

vrijdag 1 juni 2012

Pleefiguur

PWA gooide afgelopen Koninginnedag met een oranje wc-pot. Hij gooide het verst van alle prinsen. Op één troon was hij dus al heerser, dacht ik toen ik dat las. Hij gooide de pleepot bovenhands viel me op. Dat vond ik knap, een pleepot bovenhands werpen. Geen idee of dat de koninklijke weg was, maar het was blijkbaar wel effectief. Hij keek er ook heel serieus bij, dat is ook heel knap. Bovenhands een pleepot het verst gooien en dan ook nog serieus kijken, daar mag je best trots op zijn. Maar nu blijkt dat PWA hier helemaal niet trots was. Dat er een donkere schaduw hangt over zijn glansrijke overwinning. In plaats van trots voelt onze toekomstige koning schaamte. Er schoot van alles door me heen toen ik dit hoorde. Waarom toch? Vond hij het ongepast om een oranje wc-pot bovenhands te gooien? Of vond hij het een toekomstig staatshoofd onwaardig om met pleepotten te gooien dat het een lieve lust is? Was de wc-pot misschien vlak daarvoor nog gebruikt en voelde de prins nattigheid? Zo veel redenen om je te schamen, hoewel ik nog steeds heel trots op hem was.


Tot ik hoorde wat de reden was voor zijn schaamte. De prins schaamt zich omdat er in heel veel landen helemaal nog geen goede sanitaire voorzieningen zijn en hij vervolgens net doet alsof er niks aan de hand is en lekker met een prima pleepot gaat staan smijten. Lachend en wel. Dat vond ik een beetje schijnheilig van onze prins. Ten eerste besefte hij zich dit al tijdens zijn gooi. Misschien niet tijdens de achterzwaai, maar wel tijdens de gooi zelf. Dan lacht hij namelijk helemaal niet. Kijk maar, je ziet hem denken: "Hier hadden best nog wat derdewereldburgers op kunnen poepen." Verder is dit toch een beetje logica voor kinderen. Kinderen die hun bordje niet leeg willen eten en waar mama tegen zegt: "de kindertjes in Afrika zouden snakken naar jouw bord met spruitjes." En later denk je dan: ja maar, die spruitjes had je toch ook niet naar Afrika gestuurd alsik ze niet had opgegeten? Zo is het ook met deze pleepot. Die was anders ook heus niet naar Afrika gestuurd, als PWA er niet mee gesmeten had. Ik was zo trots, maar nu schaam ik me omdat we een toekomstige staatshoofd hebben dat dit denkt. Jammer hoor.