vrijdag 30 juli 2010

Surfen met Caar

Tv-kijken en becommentariëren kunnen we allemaal wel een beetje. Echt knap is het als je met één beeld en in één zin een rake klap kan uitdelen. Willemijn is zo iemand. Ze heeft jarenlang voor de tv gewerkt en weet waarover ze het heeft. Dat zorgt voor scherpe en vaak erg grappige commentaren. Elke dag trakteert ze je op de waan van de dag. Beleef het mee op De TV van Willemijn. Alleen het logo is al geniaal. Mijn favoriet is op dit moment het beeld van 24 juni 2010. Scroll ze!

Gehoord in de trein

Dit is een gastcolumn van gastcolumnist A

uche uche uche uche uche uche uche uche uche uche uche uche uche uche uche uche uche uche uche uche rochel uche uche uche uche uche uche uche uche uche uche uche uche uche uche uche uche uche uche uche uche uche uche rochel uche uche uche uche uche uche uche uche uche uche uche uche uche uche rochel uche uche uche uche uche uche uche uche uche uche uche uche uche uche uche uche uche uche uche uche uche rochel uche uche uche uche uche uche uche uche uche uche uche uche uche uche uche uche uche uche uche uche rochel uche uche uche uche uche, rochel, fluim.

De Hoestende Chinees. Kent u hem? Ik ben hem al een paar keer tegengekomen, en altijd hetzelfde liedje. Tussen Leiden en Amsterdam presteerde de Hoestende Chinees het om non stop te hoesten, zo nu en dan afgewisseld met een rochel, eindigend in een vette fluim. Waar hij die fluim laat heb ik nog nooit kunnen zien, want tegen de tijd dat hij daaraan toe komt zit ik steevast met mijn hoofd op het opklaptafeltje te bonken van ellende, terwijl ik me afvraag waarom ik toch zo'n slappe zak ben dat ik niet iets roep als: Hou eens op met dat smerige gerochel, vieze rot-Chinees! Of waarom ik niet de moed heb om weg te benen en woedend met de klapdeur te zwaaien, zoals sommige andere reizigers doen. Of waarom ik geen Spits kan omvouwen tot vliegtuigje en dat naar die rochelende rotkop gooien (dat heb ik ook wel eens iemand zien doen).
Maar dan denk ik weer aan het ellendige leven dat de Hoestende Chinees waarschijnlijk heeft gehad. Waarschijnlijk heeft hij zijn hele leven in de mijnen gewerkt, om kobalt (of hoe heet dat) voor mijn mobieltje uit te hakken. Pikzwart zijn ze, en donker, die Chinese mijnen. Met een krakkemikkig liftje moet je omlaag, altijd veel te zwaar beladen, want het stikt er van de Chinezen, en die willen allemaal tegelijk naar beneden. Soms ontploft er iets in de mijn, en dan vliegen en allerlei gevaarlijke deeltjes door de lucht. Daarom rochelt die Chinees zo hard, en daarom zit hij waarschijnlijk met zijn gore poten op de bank, omdat hij zo moe is van al dat harde werk. Vrouw en kinderen heeft hij achter moeten laten in een dorp aan een rivier met groen schuimend water, waar reusachtige fabrieken om overklaarbare redenen zeep in lozen, hartstikke handig om je kleren in te wassen, maar diep, diep droevig en mensonterend als je een eenvoudig slokje water wil drinken. De Chinees verlangt vast dagelijks nog terug naar dat dorp. 's Avonds als hij in bed ligt begint hij waarschijnlijk, tussen het hoesten en rochelen door, hartverscheurend te huilen. En dat allemaal voor mijn mobieltje. Als ik dat bedenk haal ik mijn telefoon meestal even uit mijn zak, en kijk er een tijdje peinzend naar. En dan roep ik naar de Hoestende Chinees: 'Hoest jij maar lekker hoor, Chinees! Hoest het er maar lekker uit!' En dan voel ik me een goed mens.

Maar het kan natuurlijk ook dat de Hoestende Chinees gewoon een kettingrokende, asociale paardenlul is.

donderdag 29 juli 2010

Vleeschelijke lusten

Mijn relatie met vlees is er eentje die al met veel genoegen en reeds 32 jaar duurt. Nou, misschien iets korter, geen idee wat er in Olvarit zit. En ik zeg met veel genoegen, maar dan heb ik het natuurlijk over het bereiden en opeten van vlees, ik heb niet de illusie dat de liefde wederzijds is en die illusie heb ik ook nooit gehad. Maar ik moet zeggen dat mijn liefde in de afgelopen jaren wel wat getemperd is. Daarover zo meer.

Dat mijn liefde voor vlees een serieuze is en geen bevlieging (of kalverliefde), is bewezen door het feit dat ik als eerste baantje, op mijn vijftiende bij een poelier heb gewerkt. Deze poelier heette, dat wil ik je niet onthouden, Konijn. En dan heb ik het over de eigenaar en naamgever van de zaak, niet alleen de winkel zelf, dat zou heel fout zijn geweest. Het mooie aan dit eerste baantje is dat ik er ook Eef heb leren kennen. Eef werkte aan de overkant bij groenteboer de Econoom (hoe zouden ze op die naam zijn gekomen? was de eigenaar een gesjeesde economiestudent?) en op zaterdagochtend keken we elkaar met kleine, vermoeide oogjes aan en zwaaiden we verveeld naar elkaar. Niet alleen Eef, maar ook Georgina Verbaan werkte in het Versland in Z, in de slechtbezochte bistro. Je zou zeggen dat zo iemand wel klanten trekt, maar toen was ze nog niet bekend en woonde net als wij in Z. Ze keek ook altijd heel verveeld.

Bij de poelier was de afstand tot het levende dier net zo groot als in de supermarkt: 'het product', zoals Smaakpolitieagent Rob Geus het zou noemen, kwam onherkenbaar binnen, geplukt, onthoofd, ontpoot. Alleen rond kerst werd ik geconfronteerd met wollige konijnenpootjes in de vuilnisbak, maar daar kon ik prima tegen. Ik had natuurlijk wel een vermoeden van waar de kippen vandaan kwamen, maar meer ook niet en het interesseerde me ook niet, ik kon er immers weer een nieuwe merkspijkerbroek van kopen.

Thuis stond vroeger elke avond een stukje vlees op het menu, ik kreeg het als het ware met de paplepel ingegoten en het was voor mij de normaalste zaak van de wereld dat ik toen ik uit huis ging ook altijd vlees at 's avonds. Wel zag ik een keer een filmpje van een fabriek waar kuikentjes in een machine werden doodgemaakt, dat vond ik vreselijk, want ik ben, je zal het misschien niet geloven, dol op dieren. Niet alleen op m'n bord. Eén kuikentje viel aangeslagen naast de machine en deed op de vuile vloer verwoede pogingen om dood te gaan, probeerde zich onder de schoen van een medewerker te manoeuvreren en ik gilde dat de cameraman z'n camera moest neerleggen om het kuikentje uit z'n lijden te verlossen.

Sindsdien koop ik alleen nog scharrelvlees en ook niet meer elke dag vlees. Als ik niet weet waar vlees vandaan komt, dan koop ik het liever niet. Bijvoorbeeld in de kantine op werk. Daar wilde ik weten of er scharrelkip werd voorgeschoteld, waarop ik als antwoord kreeg 'Dat weet ik niet, ik eet geen mensenvlees.' Het druist wel enigszins tegen mijn hedonistische natuur in om bewust stil te staan bij dit soort zaken, maar ik voel me ertoe verplicht. Vanwege het filmpje met de kuikentjes en ook door het laatste boek van Jonathan Safran Foer, dat ik net gelezen heb. Kreeg ik in de eerste hoofdstukken nog zin om de hond van de buren op de barbecue te gooien, verderop in het boek wil je helemaal nooit meer kip eten, tenzij je de kip zelf in de vrije natuur hebt gevangen.

Opvallend is wel de focus op kip in JSF's boek. Kip is dan wel 'het meest mishandelde stukje vlees,' maar hoe zit dat met kalfjes die bloedarmoede krijgen of opgehokte varkens? In ieder geval ben ik heel trots op het feit dat ik nog nooit iets van de KFC heb gegeten en dat zal nu zeker zo blijven. Wat heeft het boek mij verder geleerd? Dat ik liever twee keer per week duur doch verantwoord vlees eet, dan elke dag dubieus hormoonvlees. Je hoeft heus niet Wina Born's Volkomen Vleesboek in de open haard te gooien om je steentje bij te dragen aan het welzijn van dieren, je hoeft ook niet in het holst van de nacht een nertsenfokkerij binnen te vallen en je hoeft ook geen vegetariër te worden. Dat zou mij ook nooit lukken. Om een cartoon in mijn keuken te citeren: "Vegitarians! If you cook 'em right... They're delicious."

woensdag 28 juli 2010

Verdrietig in de spitstrein

Nou Jeroen had er echt weer een potje van gemaakt hoor, niet te geloven gewoon zeg.
Wat zeg je?
Haha nou ja inderdaad.

Hij deed gewoon heel dramatisch weet je wel, echt zo van nou eh vooruit jij mag dan wel het servies van oma meenemen. En ik dacht: maar ik heb zowat alle spullen al, waarom zeurt hij daar nou over. Ga gewoon weg man.
Ik denk ook eigenlijk dat hij nog steeds hoopt dat ik bij hem terug kom, zeker na dat weekend dat ik bij Tineke was geweest. Maar ik begrijp gewoon niet dat hij dan niet begrijpt. Natuurlijk kom ik niet terug.

Trouwens, Mirthe had samen met mijn moeder nog voor mijn verjaardag een appeltaart gebakken. Echt zo schattig. Ging ze helemaal trots aan alle visite vertellen, echt heel leuk. Maar met het geven van het cadeautje was er echt zo'n raar moment. Wacht ff, ik ga door een tunnnel.
Ze had dus oorbellen voor me gekocht en toen vertelde ze erbij dat ik die dan wel aan kon doen als het weer goed zou zijn met papa. Nou zit je daar met een huis vol bezoek en probeer je gezellig te doen. Tsja, soms denk ik dat de kids er toch meer van meekrijgen dan je denkt hoor.

Nee, vrijdagmiddag ben ik vrij. Dan past mijn moeder in de middag op. Jeroen en ik moeten dan nog wat papierwerk regelen, ik kan daarna wel een borrel gebruiken inderdaad. Dat is inderdaad een leuk tapasrestaurant, zullen we daar dan heen? Ok prima. Dan pik ik je wel op.
Neehoor, gewoon met de fiets.

Oh had ik je nog niet verteld over de ouderavond? Nou de juf van Mirthe maakte zich toch nog wel een beetje zorgen hoor. Ja iets met concentratiestoornis. Ik geloof het eigenlijk niet zo hoor, laten ze eerst maar eens zo'n test gaan doen. Nee, Jeroen was natuurlijk niet komen opdagen, die lag met tuttefruttekut in bed natuurlijk. Ff kaartje laten zien.

Mirthe had vannacht trouwens heel naar gedroomd, ze schreeuwde het echt uit. Ik snel naar haar toe , ze was helemaal bezweet. Ze droomde dat het weer goed kwam tussen mij en Jeroen, ja want hoe zei ze het nou ook alweer. Als het dan toch niet goed komt tussen jou en papa en je neemt een andere vriend, dan kan je wel een dag minder gaan werken om met mij te spelen. Nou dan breekt toch je hart?

dinsdag 27 juli 2010

En zes flessen rode Spaanse Tempranillowijn

Zoals velen van jullie weten koop ik wel eens wat bij de HEMA. Nu bestelde ik onlangs een aantal spullen online. De online service van de HEMA is heel handig voor als je echt iets specifieks nodig hebt dat toch nogal eens uitverkocht is. De voorraad pannen is bijvoorbeeld niet altijd compleet en ook het schap met glazen wil nog wel eens leeg zijn. Verder is online winkelen voor mij een goede stimulans om ook echt dingen te kopen. Vaak ben ik te moe of te lui om nog de HEMA in te gaan als ik al een supermarkt van binnen heb gezien en soms, als ik de winkel wel haal, ben ik zo overweldigd door alle items in frisse kleuren dat ik niet meer weet wat ik ook alweer nodig had.
Om onverklaarbare redenen kregen wij onlangs een HEMA folder binnen (wij hebben zo’n sticker die dat moet voorkomen) en daarin stond een jurkje dat er leuk uit zag en zeer betaalbaar was. Ik dacht ‘altijd leuk voor d’rbij’, maar omdat ik mezelf nou niet binnen twee weken in een HEMA zag staan keek ik online of dat jurkje te bestellen was. In de folder werd de aanbieding aangeprijsd onder het kopje ‘Hollen naar HEMA’. Nou, het was echt hard hollen want het jurkje waar het om ging was binnen no-time helemaal uitverkocht. Voor de goede orde: het ging om een folderaanbieding geldig vanaf 31 mei en op 2 juni waren alle maten en kleuren al uitverkocht. Een mooi voorbeeld van een eerder door Caar beschreven fenomeen.
Ik had nog wat andere spullen nodig dus ik bestelde wel het één ander. En zo zaten er wat zwangerschapshemdjes, een zwangerschapsjurkje en wat babyspullen in mijn winkelmandje toen ik virtueel naar de kassa toog. Dat zijn dus duidelijk producten voor iemand die een baby verwacht, zou ik zo denken. Onder aan de lijst van mijn winkelmandje deed de HEMA nog wat suggesties van producten waar ik wellicht ook geïnteresseerd in zou zijn: babydoekjes, een fopspeen, een legging en… zes flessen rode Spaanse tempranillowijn. Zouden die flessen voor mijzelf bedoeld zijn? Vind de HEMA het niet erg dat ik zwanger een doos wijn wegtik? Of is het voor na de bevalling, om mijn alcoholtekort aan te vullen? Of voor mijn man, om mijn buien het hoofd te kunnen bieden? Of misschien voor de visite die mijn gezeur over zwangerschap, bevallen en baby’s niet meer kan aanhoren en getroost moet worden met rode wijn? Ik weet het echt niet, maar ik vind het wel een beetje een vreemde suggestie. Als de aanbiedingen ‘at random’ worden geselecteerd, waarom staat er dan geen boormachine bij of een doos tompoezen? Ik heb de doos gelaten voor wat ie was en ben gewoon gaan afrekenen. Slechte marketing van de HEMA hoor.

maandag 26 juli 2010

Baby

Af en toe, als ik bijvoorbeeld de rubriek 'Achterklap' van nu.nl lees, word ik geconfronteerd met een, voor mij, nieuw popfenomeen: Justin Bieber. Eef beschreef eerder al zijn idiote haardracht, die ik ook altijd zie op de foto's bij deze berichtjes, en die er inderdaad niet uitziet. Het is alsof hij zijn haar vanuit de nek naar zijn neus heeft gekamd. Iets wat bijvoorbeeld Jan de Hoop ook graag zou doen, maar die komt helaas niet verder dan ter hoogte van zijn oren.

Vandaag hadden de berichten mij zo nieuwsgierig gemaakt, dat ik eindelijk wel eens wilde weten wat voor muziek het tieneridool maakt. Het mannetje is 15, dat is ook duidelijk zichtbaar en er lopen meisjes van 10-15 achter hem aan, dus ik had al een bepaalde verwachting toen ik zijn grootste hit 'Baby' ging beluisteren. Baby, dat moet autobiografisch zijn, dacht ik. En dat klopt.

De clip speelt zich af op de bowlingbaan, hiermee haarfijn aansluitend op de belevingswereld van een Amerikaanse tiener. Wie dit niet begrijpt moet meer Amerikaanse films kijken. Het woord Baby slaat uiteraard niet op de onvolgroeidheid van de kind-ster, maar op zijn grote liefde, die hij in het lied bezingt. Met een hoog stemmetje kirt hij in de eerste maten op de hiphopbeat 'I thought we'd nevah evah evah be apart'. Schattig, je bent 15 en nog niet cynisch, heerlijk. Daarna zingt hij door 'Are we an item? Girl quit playin'. Op de bowlingbaan, haha, ik lachen. Even verderop de keiharde stelling 'My first love broke my heart for the first time' (da's logisch) en nu komt het, de lelijkste phrase uit de Amerikaans-Engelse taal: 'And I was like Baby, Baby, Baby, oooooh like Baby, Baby, Baby, thought you'd always be mine!' ... 'For you I would've done whatever', mooi, ontroerend. Ik hield vroeger van de New Kids on the Block en ik begrijp wat de melige tienermeisjes zo leuk aan hem vinden. Het is zoetsappig, gelikt en behoorlijk braaf, iets om bij weg te dromen en zo hoort het ook als je 11, 12, 13 bent. Okee, 'I'll buy you anything' is al wel heel materialistisch, maar kom op, meisjes dromen toch van zo'n jongen die gek van hen is en een ring voor hen koopt? Of een breezer? Nee, geen breezer, Justin is tegen drugs en alcohol, hartstikke goed.

Mooiste is nog wel dat er ook allemaal parodieën van zijn muziek zijn gemaakt (dan ben je pas echt succesvol), onder andere een van Alvin en de Chipmunks, en dat dat meer een goed lijkende imitatie is dan een parodie. Het mannetje heeft een heel braaf stemmetje, nog niet aangetast door de puberteit, hetgeen ook geldt voor de rest van zijn uiterlijk. Ik vrees dan ook met grote vreze de jaren die komen gaan, en denk aan de rijen onschuldige kindsterren die rond hun twintigste aan de drank waren en zich lieten betattoeëren (ja, dat is voor mij het ultieme bewijs dat je verpest bent: je mouwen niet meer uit kunnen trekken). Ik hoop voor Justin Bieber dat hij niet de volgende Corey Haim is.

vrijdag 23 juli 2010

Evil-Ken

Een tijd geleden bekende ik op deze plek dat ik, in vlagen van vermoeidheid, wel eens naar de chipszak van het televisieaanbod grijp. Er is eigenlijk niet veel aan en het is niet goed voor je. Een combinatie van gemakzucht en verveling vertroebelen mijn beoordelingsvermogen en dan kijk ik naar de Mtv Weekendbreak en dan het liefst naar de realitysoaps (contradictio in terminis) over oppervlakkige meisjes aan de Westkust. Het begon met Laguna Beach, daarna The Hills en parallel daaraan The City.

Ten tijde van Laguna Beach zaten de dames en heren hoofdrolspelers nog op Highschool en dan is hun gedrag nog enigszins begrijpelijk. Okee, bij ons in Z verdeelde niemand gedurende zijn of haar middelbareschooltijd de tijd tussen dure etentjes, jet-set-feestjes, personal trainers, manicures en shoppen in boutiques (in Z zijn geen boutiques), maar de meeste van mijn klasgenoten waren wel veelal bezig met roddelen, jongens en roddelen over jongens. Maar dan op school, in de kantine, met een blikje cola en een boterham met worst, in lelijke, onhandige kleren, met een beugel en een puistenkop. En dus niet gestyled, in designerkleding bij Club Weetikveelwat. Mijn punt? Dat dat gedrag bij pubers nog acceptabel is.

In de spin-off The Hills zijn de dames en heren inmiddels van school, maar ik moet zeggen dat ik werkelijk geen idee heb wat die lui nou de hele dag doen. Tussen lunch en borrel door zie je er af en toe eentje een kantoor binnengaan, klikkerdeklik even achter de computer, maar wat ze nou precies doen? Geen idee. Het beste voorbeeld van tergende ledigheid is wel Spencer, een soort Arische Ken met het gevoelsleven van een holbewoner. Hij ligt of op de bank in zijn appartement of hij luncht, om daarna weer op de bank te ploffen. Spencer is de kwade genius in de serie, aanstichter van vele ruzies, met name tussen de vrienden van zijn partner Heidi, en dit zal waarschijnlijk al zijn tijd opslokken.

Ach ja, Heidi, wat zal ik zeggen. Zo fris en alpenachtig als haar naam klinkt, zo was ze ook aan het begin van The Hills. The girl next door, zouden de Amerikanen haar noemen. Onder invloed van evil-Ken Spencer is zij echter getransformeerd tot het mislukte uithangbord van de Amerikaanse plastische chirurgie. Ik las dat zij afgelopen jaar in één sessie tien chirurgische ingrepen heeft laten doen. Resultaat: een uitdrukkingsloos, plastic gezicht en een buitenproportionele cupmaat. En dan ben je dus pas 23. Het is weerzinwekkend als je bedenkt dat de Amerikaanse overheid zich in allerhande zaken de betuttelende moraalridder toont (denk aan de leeftijdsgrens voor alcohol, het wegpiepen van vloeken). Als het echter om de geestelijke en lichamelijke gezondheid van een labiel aandachtsorgel gaat, is alles geoorloofd.

Arme Heidi. Onder aanmoediging van Spencer heeft ze zich laten verbouwen, zich vervreemd van familie en vrienden en dit allemaal voor media-aandacht. En nu lees ik dat Heidi en Spencer gaan scheiden. Hij laat haar alleen omdat ze niet meer in de schijnwerpers wilde staan. Wat nu te doen? Het enige dat ze heeft zijn de schijnwerpers! Haar zangcarrière is mislukt, ze heeft ooit iets met kledingontwerpen gedaan, ze heeft geen opleiding afgemaakt. Ongetwijfeld is er wel een manier om via televisie munt uit haar te slaan en het zal me niet verbazen als er binnenkort toch weer een realitysoap over het leven van Heidi op Mtv komt. Het is troostend om te bedenken dat er voorlopig genoeg weekendbreaks zullen zijn om mijn lusteloze zondagmiddag te vullen.

Sorry Heidi.

donderdag 22 juli 2010

1989

Op nu.nl las ik het bericht dat de familie van oud-dictator Nicolae Ceausescu van Roemenië het lichaam van hem en zijn vrouw Elena laat opgraven voor een DNA-test. In mijn hoofd drukte iets of iemand op rewind en vervolgens op play. Het was weer 1989. Ik was 11 jaar oud. De tv stond aan, onze oude Philips, zo'n bruine met ronde beeldbuis.

Een pantservoertuig stopt, het deurtje gaat open. Een militair helpt een oude man naar buiten, head first, heel onhandig allemaal. Ik word er giechelig van. Zijn bontmuts is over zijn ogen gezakt. In een leeg café zitten Nicolae en Elena Ceausescu aan een formica keukentafel. Het echtpaar draagt jassen en mutsen. Nicolae slaat met zijn hand op tafel, hij schreeuwt en er vliegen wat vlokken spuug uit zijn mond. "Moet je nou zien," zegt mama, "nog steeds een tiran, vreselijk zo iemand, hij mag nu toch zeker wel inbinden!" Ik begrijp niet alles, maar wel dat de spugende man met de bontmuts gemeen is en zijn vrouw ook en dat het er nu om gaat dat hij gestraft moet worden. Dat gebeurt ook. Goed zo.

Het jaar 1989 heeft op mijn jeugdige ik een onuitwisbare indruk achtergelaten. Het was het jaar dat ik naar de hoogste klas van de lagere school ging, maar daar weet ik niet zo veel meer van, behalve dan dat ik niet meeging op kamp. Wel weet ik dus nog heel goed dat Nicolae Ceausescu en zijn vrouw werden verhoord en geëxecuteerd. Maar er was nog veel meer. 1989 was een jaar met veel wereldveranderende gebeurtenissen. Kijk maar even mee:

In Polen wordt de arbeidersvereniging Solidarnosc gelegaliseerd en deze wint later dat jaar de verkiezingen. In dit verband de bekende namen Jaruzelski (toenmalig president van Polen, en door mij omgevormd tot lekkere meezinger in de vorm van 'Jaruzelski, Jaruzelski, Wie was dat ook al weer?' van Hans Teeuwen) en Lech Walesa, de vakbondsleider met walrussnor en latere president van Polen.

Seriemoordenaar Ted Bundy krijgt de electrische stoel. Twintig jaar later weten we nog steeds wie Ted Bundy is. Toch? Kom, ik help even: De moordenaar van een stuk of 30 vrouwen in Washington State, Utah, Colorado en Florida, met name studenten, tussen 1974 en 1978. Een gemiddelde van 1 moord per maand, vier jaar lang, maar er zijn speculaties dat het er meer waren.

De Iraanse leider Ajatolla Khomeini roept moslims op om Salman Rushdi ter vermoorden naar aan leiding van diens boek The Satanic Verses. Er wordt een prijs van drie miljoen dollar op zijn hoofd gezet.

De studentenprotesten in Beijing op het Plein van de Hemelse Vrede. De bekende beelden van de eenzame man die weigert te wijken voor een tank van het Chinese leger. Het protest was het gevolg van een herdenkingsbijeenkomst vanwege de dood van vredesactivist Hu Yaobang. Naar schatting zijn tijdens de protesten zo'n drieduizend activisten gedood.

De SLM-ramp: Op het Surinaams vliegveld Zanderij stort een vliegtuig van de Surinaamse Luchtvaart Maatschappij neer, 187 inzittenden komen om het leven, waaronder een grote groep Surinaams-Nederlandse voetballers van het Kleurrijk Elftal.

George Bush wordt de 41e president van de VS; de oprichting van GroenLinks; de eerste voorbodes van oorlog in Kosovo; Rain Man wint de Oscar voor beste film; Hongarije wordt onafhankelijk en opent haar grenzen, evenals Bulgarije; de eeste aflevering van Seinfeld; de introductie van de Game Boy; de Dow-Jones-index crasht; president De Klerk van Zuid-Afrika schaft de wet op Apartheid af; de fluwelen revolutie in Praag; de mislukte militaire coupe tegen het presidentschap van Corazon Aquino op de Filippijnen.

Het meest bekend is natuurlijk de val van het communistische regime in Oost-Duitsland, 'de val van de muur'. Alles bij elkaar een zeer opvallend jaar, en wij maar denken dat er nu wereldschokkende gebeurtenissen plaatsvinden. Nee, dan 1989, en ik heb het allemaal meegemaakt, voor de tv in Z en met het commentaar van mijn ouders. Je zou er bijna nostalgisch van worden.

woensdag 21 juli 2010

Muziekbolwerk

Iedereen weet dat er typische mannendingen zijn, die alleen mannen snappen en mannen begrijpen. Dat is algemeen bekend en niemand kan er iets aan doen. Het gaat dan om zaken als hoe werkt de distributieriem of hoe moet je vlees roosteren op de BBQ. We schreven hier al eens eerder over (noot: vrouwen die denken dat zij de enige zijn die over opvoeden kunnen en mogen schrijven zijn net zo erg).

Een van de ergste mannenbolwerken is het gilde der oude muzieklulmannen. Denk hierbij aan iemand die er uitziet als Bob Geldof. Met een versleten spijkerjasje aan en haar tot minstens in de nek. Nu is er ook door een 'onafhankelijk' journalistiek medium vastgesteld dat muziek voor mannen is. Het gaat hier om Lust for Life Magazine. Van de titel alleen gaan de midlifeharen in je nek al overeind staan (en ik ben nog niet eens 30) maar met name de onderkop waardoor er wordt bepaald dat vrouwen niet de doelgroep zijn bezorgt heel kromme tenen. Waarom? vraag ik me toch af. Waarom dat beeld in stand houden? Is het inderdaad zo dat de meeste rock/popmuziekjournalisten mannen zijn en muziekredacties van allerlei media voornamelijk uit mannen bestaan, of heb ik een verkeerd beeld? En is dat dan erg? Zolang er goede en interessante muziekjournalistiek is, zou dat niet moeten uitmaken, lijkt me. Maar ik zou in ieder geval niet gaan werken voor een tijdschrift dat zich profileert als Mannenblad over muziek en meer en als welkomstgeschenk een cd van Tom Petty aanbiedt.

Niet alleen de geschreven pers heeft er een handje van om vooral aan het mannenmuziekbolwerk vast te houden. Vorig jaar was er een documentaire op de BBC, die leek interessant te worden: het ging over muziek en mode. Een soort Who wants to be Britain’s most influential fashionable musician? De aankondiging op de website luidde als volgt:

Writer Paul Morley takes a journey back through time to revisit his own adventures and misadventures in fashion and meets the pop stars who he feels are responsible for the way he looks now. … He seeks out the men who have influenced him and shaped fashion over the decades and finds a touch of himself in the glamour of Slade, the prog-rock playfulness of Jethro Tull, the androgyny of The Human League, the soberness and intellect of Joy Division, the darkness of Tricky and the geography teacher attire of Jarvis Cocker.

Helaas werd na een korte tijd duidelijk dat dit programma eigenlijk een soort van hopeloze zoektocht naar aandacht en erkenning was van de presentator, die zich overigens niet alleen door zijn zogenaamde vintage-look belachelijk maakte. Ten eerste was Morley meer in beeld dan de mensen die hij interviewde en was het programma, dat slechts een uur duurde (toch vrij kort om de periode Slade – Jarvis Cocker te bespreken), vooral gevuld met sfeerimpressies van de straten waar Morley doorheen paradeerde en nog wat muzikaal archiefmateriaal. Daar bovenop werd de voice-over van de beste man al vrij snel behoorlijk gezapig.

Een van de dieptepunten van deze documentaire was het interview dat Morley had met Bernard Sumner en Stephen Morris. Nu zou ik ook een beetje zenuwachtig zijn als ik hen mocht interviewen, maar in ieder geval zou ik niet proberen te doen alsof ik ook heel erg in-crowd ben en zeker niet over de vorm van de boordjes van Ian Curtis gaan neuzelen. Maar ik zou vooral niet vragen of de boodschap van de muziek wel tot uitdrukking kwam in de overhemden die de bandleden in 1979 droegen.

Tot op bepaalde hoogte kan ik me eroverheen zetten dat historische documenten die over de geschiedenis van de popmuziek gaan nooit van het “oudemannenonderelkaar en wijwarenerechtbij” stigma af zullen komen. En dat is nog steeds merkbaar in de huidige muziekwereld. Blijkbaar is dit een mannenwereld waar geen enkele vrouw door de muur heen kan bikken. De vraag is of we (m/v) daar iets aan zouden moeten doen.


dinsdag 20 juli 2010

De Muze van Mart

Hij heeft al veel te veel aandacht en daar kickt hij ontzettend op, maar toch wil ik het graag even over Mart Smeets hebben. Zelf zou hij het in de aankondiging hebben over 'Het fenomeen Smeets', maar dat is te veel eer. Want laten we er niet omheen draaien: ik hou niet zo van Mart Smeets. De enige troost is wel dat veel mensen het met mij eens zijn, maar dat maakt het alleen maar erger: zo veel mensen die hem irritant vinden en zo weinig consequenties. Is dat, ja, een effect? vraag ik u. Jazeker, dat is een effect. Het Ivo-Niehe-effect.

Ik moet eerlijk bekennen dat ik vroeger nog wel eens geamuseerd was door Mart Smeets. Dat was in de tijd dat hij de Tour de France bekommentarieerde samen met Jean Nelissen. De Neel. Mooi was die tijd. Smeets heeft daar ook boekjes over geschreven en ook die zijn zeer amusant, omdat daarin zijn escapades met Jean Nelissen werden beschreven. Jean Nelissen maakte Mart Smeets dragelijk, hij was zijn katalysator. Samen zaten ze tijdens de Tour iedere godganse dag in zo'n klein, ijzeren hokje in de brandende zon. Ik genoot van de gedachte dat Smeets klem zat met dat immense lijf van hem, opgesloten in de bloedhitte, blootgesteld aan de verschraalde wijnkegel en sigarenrook van Jean Nelissen. Ik weet dit omdat dit levendig staat beschreven in enkele van Smeets' boekjes. "Levendig? Zeg ik levendig? Ja, ik zeg levendig, zo gek is het soms, maar ook zo prachtig," zou Smeets zichzelf op tv bekommentariëren. 's Avonds na de etappe eindigde Jean Nelissen steevast in de hotelbar en rookte sigaren en dronk de plaatselijke wijn. De barre omstandigheden in het pershokje hadden een zeer positief effect op de verslaggeving, die doortrokken was van de droge humor. Smeets lyrisch ("zeg me na Nelissen, zeg me na: Jeroen Blijlevens!!"), de Neel afgemeten ("oi oi oi, miljaar!"). Prachtig. Jean Nelissen was de enige tegen wie Smeets nog opkeek, de Neel hield Smeets in het gareel, en sinds diens vertrek, nee, ontslag (!!), is Smeets een typisch geval van wildgroei. Er is niemand meer om hem de mond te snoeren met ontroerende anekdotes als deze:

"In 1912 passeerde de Spanjaard Bahamontes hier als eerste de top, hij deed dat overigens lopend vanwege een lekke band die hij opliep doordat hij niet zachtzinnig in aanraking kwam met de horens van een overstekende koe, een karakteristieke Charolais, die je in deze streek nog in het wild kunt tegenkomen. Het dier overleefde de klap helaas niet, ondanks diverse pogingen van Bahamontes om het te reanimeren, waarbij hij zijn bidon met kostbaar water (het was 37 C) overvloedig over de verhitte kop van de koe liet leegstromen.... Enfin, ondanks deze vertraging wist Bahamontes in de afdaling (op zijn velgen) zijn voorsprong op de achtervolgende groep, met favorieten als Nelemans, Brigoni en Perfontaine, te behouden en had hij bij aankomst in het dorp beneden zelfs nog genoeg tijd over om een verkoelend pilsje te drinken met een bevallige caféhoudster, wier kleindochter overigens nog steeds een café runt in het zelfde dorp twee straten verwijderd van de plaats waar Bahamontes met haar oma verbleef.
Ondertussen wist een plaatselijke boer het achterwiel van Bahamontes provisorisch te repareren met behulp van speeksel en koeienstront, modern bandenplaksel had men in die tijd nog niet, waardoor hij de laatste kilometers - weliswaar niet meer op volle snelheid - tot aan de streep alleen voorop kon blijven."

Daar word je toch stil van? Daar werd Mart Smeets zelfs stil van. De Neel doorspekte de Tour van prachtige anekdotes en er was geen ruimte om Smeets' karakter de vrije loop te geven. Zou Jean Nelissen daarom zijn ontslagen? Tegenwoordig is de Tour de grote one-manshow van Smeets geworden. Niet voor niets spraken wij thuis altijd al van Studio Smeets. Nu wordt alles fijngeknepen in de verbale knuisten van Smeets. Zijn interviewtechniek, die een constante (mislukte) poging tot poëzie is, en ook een graag gebruikt gereedschap tot zelfverheffing, ik kan er niet meer tegen. In alles hoor je "kijk eens hoe spitsvondig, hoor toch hoe goed ik dit kan, hoe leuk ik ben met de sporters, ze houden van me, ik ben geweldig, hou van mij!"

De enige reden om nu nog naar Smeets te kijken is het wachten op de ontploffing, de bom die barst, het lichaam dat het ego niet meer kan bevatten. Dan zal het xxxl overhemd in kleine stukjes door het Franse boerendorp vliegen, dan dalen de gebreide sneeuwvlokken neer over Thialf en dan zal Ria Visser eindelijk verlost zijn van haar schanddaad.

En dan wil ik De Neel weer horen.

maandag 19 juli 2010

Onderschrift


Internationaal geprezen musicus van Spaanse komaf wordt gecensureerd. Wat zou hier het onderschrift moeten zijn? Laat het weten in de comments.


To tofu or not to tofu

Na Everything is Illuminated (met veel plezier) en Extremely Loud and Incredibly Close (met plezier) te hebben gelezen, keek ik al tijden uit naar het eerste non-fictieboek van Jonathan Safran Foer. Ik wist dat het over het eten van beesten ging en dat het waarschijnlijk niet zou eindigen met een gezellige pro-vleesslogan als “pork, the most versatile piece of meat, pork!”. Dat bleek een understatement te zijn.

Mijn eigen vleesverleden is een beetje dubieus. Vroeger thuis was een maaltijd zonder vlees niet compleet. Maar toen ik op kamers ging kon ik niet koken, ook geen vlees dus. Het huisgenootje waarmee ik samen in mijn studentenhuis ging wonen kwam uit een Gronings netgeenboerengezin met een eigen moestuin, een zelfgebouwde houten multilayer wooncommune en een verplichting voor ieder kind in het gezin tot minstens aan half jaar muziekles op middeleeuwse eikenhouten fluitconstructies. Dat huisgenootje leerde mij koken. Met tofu, tempeh, linzen en snijbiet. Zo worden die vooroordelen ook wel weer bevestigd.

Ik vond het prachtig, en begon na jarenlang de keuken te hebben gemeden plezier te krijgen in koken. In die periode ging het vlees de deur uit. 100% vegetariër. Omdat vlees eten niet nodig was, duur was en ik de smaak toch niet meer zo kon waarderen.

Vegetariër zijn ging me goed af. Totdat ik op een snikhete zomerdag op het markplein van een klein Siberisch dorp stond. Met een rommelende maag en een ethisch dilemma. Wacht ik tot ik ergens een ei kan krijgen voor de lunch of neem ik dat pasteitje met gehakt? Het werd het laatste. 100% niet-vegetarier. Dit werd al snel 100% parttime vegetariër (komt neer op maximaal 2x in de week vlees op het menu).

Jonathan schrijft hoofdstukken lang over de vleesindustrie en laat om zijn verhaal kracht bij te zetten veel mensen aan het woord. Slagers, veganisten en mensen van allerlei pluimage. Samenvattend zijn er 4 redenen waarom het slecht is om vlees te eten: dierenwelzijn, het milieu, je gezondheid, en de gezondheid van de mensheid is het algemeen. De argumenten die Jonathan aanvoert zijn krachtig en duidelijk. Bij mij heeft het een knop omgezet: natuurlijk weet ik dat slachterijen geen prettige plekken maar zijn verhalen over sadisme onder de slachters zijn stuitend. Op een gegeven moment beschrijft hij wat er met babydieren gebeurt in het abbatoir. Mijn maag draaide om en ik herinnerde me meteen een passage uit The Kindly Ones van Jonathan Littell waarin een naziofficier een joodse baby aan zijn voet tegen de betonnen muur ramt.

Ik word door Eating Animals niet opeens weer vegetariër, denk ik. Maar ik denk er wel nog meer over na waar mijn eten vandaag komt. Als je in de gelegenheid bent om biologisch vlees te kopen en af en toe gewoon eens geen beest op tafel te zetten, dan draag je bij aan een betere wereld. Dat is het minste wat je kan doen. Het klinkt zweverig en misschien zijn de venkelburgers naar mijn hoofd gestegen, maar ik geloof echt dat het werkt. Als je egoïstisch bent en aan je eigen gezondheid denkt, eet je geen bioindustrievlees. Omdat je het waard bent.


vrijdag 16 juli 2010

Surfen met Caar

Heb je ook zo'n hekel aan telemarketeers die onder etenstijd bellen om je een of ander abonnement dat je niet wilt aan te smeren? Je kan je op een lijst (het bel-me-niet-register)laten zetten waardoor je niet meer gebeld wordt, maar het risico bestaat dan nog steeds dat bedrijven je kunnen bereiken door ad random een telefoonnummer in te toetsen. Dan wil je zo'n figuur toch het liefst helemaal gek maken?

Een tijdje terug werd ik gebeld door een dame die vroeg wie bij ons thuis de telefoonaansluiting regelde. Dat doet de meneer, dus dat zei ik ook. "Nou, ik heb een aanbieding waardoor u zeker 5 euro per maand goedkoper uit bent." Ik had hier geen zin in en zei dat ik geen interesse had en dat de meneer dat allemaal heel goed had uitgezocht en ik daarom dit soort zaken aan hem overliet. "Maar mevrouw, belt u dan ook uw man als in de supermarkt de melk van een ander merk een kwartje goedkoper is?" Op dat moment was ik niet zo zen meer en heb ik haar uitgelegd dat zij met dit soort denigrerende opmerkingen nooit een succesvolle telemarketeer zou worden. Maar eigenlijk had ik het zo moeten doen.

Wen, de bloggende Yes-lezeres

Hoooi daar ben ik weer! Ik heb het de laatste week zooo druk gehad met applicaties strijken LOL! Nu ff rust en kan ik jullie lekker vertellen over m'n belevenissen. Zoals je weet ben ik dus he-le-maal gek van Anne Geddes en nou is gisteren me nieuwe dekbedhoes binnengekomen. Helemaal te gek! Hahaha LOL! Hij is rechthoekig (ja duh!) met twee baby’s in een bloempot in een vlinderpakje, compleet met vleugels en allebei een harband met voelsprieten, echt SUPER schattig.
Eerst wilde ik voor m’n moeder ook 1 bestellen maar toen bedacht ik dat die bij de Blokker in de aanbieding van die leuke nep-PIP-gordijnen had gekocht en daar past dit dan weer niet bij, lekker!
Vorige week een bbq op me balkon georganiseerd, kon iedereen eindelijk m’n huisje zien. Iedereen was zooo enthousiast. Heel leuk dat iedereen al die felle kleuren in de woonkamer zo gaaf vond. Echt stoer! Patries was er ook met hubbie en kerverse baby Dion, echt een onwijs schatje. M’n moeder zei nog ‘joh nu wil jij zeker ook snel eentje’ en toen moest ik keihard huilen, maar ik nam snel een hap van de hete kipspiesjes waardoor ik echt super in de fik stond (OW, lekker bezig weer Wen, whahaha) en een slok sangria nam. Die verkopen ze tegenwoordig bij de Aldi in pakken, echt net zo lekker als ik vorig jaar in Spanje heb gedronken. Ik had het uit het pak in m’n nieuwe kan van Blond geschonken, zag er gaaf uit en ik kreeg daar ook heel veel opmerkingen over.

Nadat iedereen weg was was ik echt supermoe en ik heb geen vaatwasser dus moest ik in mijn uppie alles opruimen. Van de foto’s van de avond heb ik drie mooie scrapbookpagina’s gemaakt, die zal ik binnenkort wel laten zien maar nu ben ik mijn camera kwijt, hihihi lekker bijdehand, ik ben ook zooo’n kluns LOL!! Van de week kon ik ook al de kaartjes voor het concert van Thomas Berge niet meer vinden, ik helemaal in paniek, ik had echt zoiets van Jemig Wen, waar zit je hoofd??

Morgen ga ik met Ellie naar het strand en dan neemt zij haar labrador Boppe mee. Best wel moeilijk omdat ik 5 jaar geleden natuurlijk Robie ben verloren door dat gedoe met die stratenveger, maar ik ga er gewoon lekker van genieten en natuurlijk wel uitkijken dat Boppe niet te dicht bij de schoonmaakauto’s komt, LOL!! Daarna gaan we samen eten bij een tante van Ellie die daar vlakbij in een aanleunwoning zit, wij nemen dan voor ons zelf pizza’s mee of iets van de spareribexpres en dan eten we dat bij haar op. Ze heeft zelf geen kooktoestel, omdat ze al een keer een tafelkleed in de fik heeft gestoken, wat een toestand, Whahaha! Ik heb ook iets leuks voor tante Fritsje gemaakt: zo’n nostalgische bloempot en daar heb ik dan de gezichten van Ellie en mij op geschilderd en een pootafdruk van Boppe, zal ze echt superblij mee zijn en dan heeft ze een mooi aandenken aan morgenavond.

Zo, nou dat was het weer ff. Ik ga nog kijken of ik die schattige schoenen nog in mijn maat kan bestellen, had ze in de winkel gezien, maar nu zijn ze al weg. Een zilveren muiltje met kleine blauwe bloemen. Passen ook weer heel gaaf bij m’n servies en als ik dan weer een balkonfeest geef en er een legging bij aan doe dan zie ik er echt helemaal geweldig uit.

Dag luitjes en een dikke KUS!

Wen.

Misschien kunnen jullie in de comments laten weten wat jullie voor servies hebben, als ik tijd heb maak ik daar dan een mooie scrapbookcollage bij, leuk voor boven de bank in de woonkamer.

donderdag 15 juli 2010

Komkommerzeit ist die beste Zeit

Boskoop - Van onze correspondent Landbouw.

In een open brief aan het ANP, de NOS en RTL heeft de Nationale Vereniging voor Glasgroenten (NVVG) zich fel uitgesproken tegen het stigma dat de komkommer in diverse media-uitingen krijgt opgelegd. Zij deed dit naar aanleiding van een groot aantal klachten dat de vereniging de afgelopen tijd ontving.

In de brief, die zich met name richt op RTL nieuws en in mindere mate op het NOS journaal, signaleert de NVVG dat er in verschillende nieuwsprogramma’s met veel ‘dedain’ over de komkommer wordt gesproken en er ook misbruik gemaakt wordt van diens status als ‘gezonde snack’. De woordvoerder van de NVVG zegt in een reactie dat een handvol nieuwsprogramma’s expres nieuwsberichten aanmaakt die eigenlijk geen nieuws zijn en deze dan voorschotelt als zogenaamd komkommernieuws. Deze berichten zouden de gezonde snack zijn waar de Nederlandse televisiekijker zo’n behoefte aan heeft na, aldus de woordvoerder, ‘een geestelijk vetbombardement waar Supersize Me een crash-dieet bij is’. Denk hierbij aan ongezonde berichten over Uruzgan, de crisis en de aanstaande bruiloft van Yolanthe en Wesley.

De reputatie van de komkommer liep eerder al een flinke deuk op toen in het seksueel getinte programma Seks voor de Buch van Menno Buch de komkommer werd geïntroduceerd als zelfbevredigingstool voor Yes-lezeressen.

Het ANP, de NOS en RTL waren niet bereid om een officiële reactie te geven. Fons van Westerloo belde ons echter zelf op en ging een uur lang diep in op wat hij ‘vuige aantijgingen’ noemde. Hij is van mening dat de komkommer juist baat heeft bij deze ‘gratis reclame voor het product’. De kijker zal voelen hoe verfrissend een komkommer kan zijn in de veelal broeierige zomertijd.

De NVVG beraadt zich op verdere stappen. Er gaan stemmen op om een gezamenlijke stille tocht te organiseren met andere groentes of zelfs fruitsoorten die in de puree zitten. Denk hierbij aan de tomaat, veelvuldig misbruikt door de Socialistische Partij, en de spruit, die al decennia strijdt tegen de lucht van burgerlijkheid die aan hem kleeft sinds de jaren ’50.

dinsdag 13 juli 2010

Informatie als eerste levensbehoefte

Aangezien mijn (of eigenlijk onze) eerste levensbehoefte in de eerste fase van mijn zwangerschap ‘informatie’ was, nam ik (of eigenlijk ‘namen wij’) alles wat er op internet stond over zwangerschappen aandachtig in ons op. Nadat we alles hadden gelezen wat er te lezen viel moest ik actie ondernemen om meer en vollediger informatie te kunnen vergaren. Of eigenlijk liet ik het ondernemen, door de man die de ellende had aangericht er op uit te sturen. En dus stuurde ik mijn geliefde met een stapel boekenbonnen naar de boekhandel om even een boek over mijn nieuwe situatie te kopen. Dan konden we ons samen lekker inlezen en wisten we tenminste zeker dat mijn symptomen er ook echt bijhoorden en hoefden we ons geen zorgen te maken. Dat was makkelijker gedacht dan gedaan. Om te beginnen was het bezoek aan de boekhandel een hele onderneming nu mijn geliefde eerst moest pogen bekenden te ontwijken. Erg pijnlijk als je in de eerste week van je zwangerschap wordt ‘gesnapt’ door een bekende (een bekende uit je vriendenkring, geen bekende Nederlander) terwijl je een stapel zwangerschapsboeken onder je arm hebt. De tweede etappe van het boekhandelbezoek bleek nog moeilijker. Er is blijkbaar een enorme markt voor zwangerschapsboeken en dus stonden er kasten vol boeken in alle soorten en maten in de boekhandel. H wist er na een tijdje twee goede boeken uit te vissen en ook af te rekenen. Ik zou nu kunnen vertellen dat H bij de kassa zei “Pak maar in, het zijn kadootjes,” maar dat deed hij niet. Hij is immers volwassen en nu een man met verantwoordelijkheden, hij wordt immers vader, en hoeft niet tegenover de kassajuffrouw te doen alsof dat niet zo is. En dus liet hij ze niet inpakken. Maar de kassadame feliciteerde hem niet eens. Terwijl ze toch de eerste (buiten H en ikzelf) was die dit geheim kende. Maar misschien wilde ze discreet zijn. Ik hou het daar maar op.
We konden dus die avond nog beginnen met lezen. Of eigenlijk kon mijn geliefde beginnen met lezen want ik lag moe op de bank of in bed en luisterde naar zijn samenvatting. En eigenlijk is het sinds die eerste avond elke avond zo gegaan, H verzamelde de informatie en ik liet mij die vertellen. Zo ontstond ook ons favoriete spel van dat moment: zwangerschapssymptomenbingo. Elke keer wanneer ik iets nieuws ontwikkelde, een nieuw kwaaltje of pijntje, wist H te vertellen ‘dat dat in het boek stond’, waarna hij het opzocht en voorlas wat ik had. Aan het einde van de eerste drie maanden had ik bijna alle symptomen wel gehad en hadden wij onze bingokaarten vol. Toen brak een betere tijd aan. Althans, ik voelde me beter en we konden mensen gaan vertellen dat ik zwanger was, joepie!

maandag 12 juli 2010

Geboortekaartjes

9 maanden moederwarmte,
nu in je vaders armen.
Zorg en liefde zullen wij jou geven,
op weg naar een eigen leven.

Dit is de tekst van een bestaand geboortekaartje, Lein en ik gingen bijna over ons nek en dachten 'dat kan beter'. Nu Eef heeft aangekondigd dat zij in blijde verwachting is, zoals dat zo mooi heet, leek het ons wel zo aardig haar wat suggesties te doen voor het geboortekaartje, ze heeft het immers al druk genoeg met het uitkiezen van een kinderwagen, het nadenken over namen (hebben we trouwens ook leuke suggesties voor, mijn voorkeur gaat uit naar een mengvorm van de namen van beide ouders), het inrichten van de babykamer, wel of geen borstvoeding, wel of geen rolbevestigend speelgoed, en ga zo maar door. Eef, doe er je voordeel mee, dus niet zo saai 'we zijn heel blij met de geboorte van onze mooie zoon Brian'. Het geboortekaartje is dé manier om uitdrukking te geven aan de uniciteit van jullie jonge gezin en niet zomaar een kennisgeving van de geboorte van je kind. Dus let op, in volstrekt willekeurige volgorde:

dankbaar zijn wij en blij
de komende 18 jaar geen dag meer vrij

Voor maxicosi, flessen en de tas van de luier
Huur ik eigenlijk liever een kruier

Wij zullen God op blote knieën danken
als ‘ie eindelijk ophoudt met janken

Denk je net, nu kan het niet meer erger
Komt de schoolarts met Asperger

kom maar liever niet op visite
de komende tijd zijn we niet te genieten

kom je ons tegen op straat
vraag alsjeblieft niet hoe het gaat

Nou goed vooruit, dat inknippen neem ik dan maar voor lief
Maar mag het dan wel met een dessin of een motief?

hij weegt 7 pond, dat mag er wezen
zouden mijn wonden ooit genezen?

moeder en kind maken het goed
terwijl vader het met z’n secretaresse doet

het wonder is gebeurd
maar moeder is flink uitgescheurd

net een mooi aangekleed, schoon kindje
laat hij ineens een heel nat windje

Komt en bewonder
Zij poept zich telkens onder

Zij is de 22e geboren
Vreemd, de buurman heeft net zulke flaporen

We dachten te weten waar we aan begonnen
Kunnen we hem ruilen voor boekenbonnen?

Tien vingers en tien tenen
Papa neemt de benen

vrijdag 9 juli 2010

Sepp

Op verzoek hier een verhaal over Sepp Blatter. In de media ontstaat de laatste weken het beeld dat Sepp een hebberige neofascistische hond met grootheidswaanzin is. Niets is minder waar! Sepp is een absolute held, durf ik te beweren, en ik kan het weten, want ik heb hem wel eens ontmoet (vandaar ook dat ik hem gewoon Sepp noem).

Het was een mooie winterdag in januari. Op het slootje achter mijn huis lag een laag ijs, maar het was helder weer. Sommige omstanders beweren zelfs dat het zonnetje zo nu en dan te zien was, waaraan ik dan steevast toevoeg dat dat toch vooral het geval moest zijn geweest toen Sepp het ijs betrad. Want daar stond hij ineens, de hoofdpersoon van dit verhaal. Hij duwde een houten stoel voor zich uit, had een verschoten trainingsbroek aan, witte kunstschaatsen onder – het was geen gezicht, maar denk je dat Sepp daar om maalt? Och nee toch zeker, dan kennen jullie Sepp niet. Hij krabbelde heel gewoontjes voort achter zijn keukenstoel. De toegestroomde omstanders keken in stilte toe, waardoor het gekras van Sepps botte schaatsen nog beter hoorbaar was. Na een poosje vruchteloos heen en weer gekrabbeld te hebben ging Sepp, zichtbaar vermoeid, naar de kant. Eerst keek hij of er geen bevroren hondendrol lag, daarna trok hij zijn wollen wantjes uit, die, heel schattig (sommige toeschouwers mompelden zachtjes: ahhh), met touwtjes aan elkaar waren verbonden. Daarna haalde hij een plastic tasje uit zijn jaszak, spreidde het uit en ging, zuchtend en steunend, zitten. Daar zat hij, de grote man, die we allen slechts van TV kenden. Een klein jongetje probeerde Sepp van achteren te besluipen, maar zijn vader wees hem op zijn plek door hem een ferme klap te geven, waarna het ventje huilend afdroop. Een wat oudere meneer schuifelde met een blocnote en een potlood over het ijs richting de grote man, kennelijk om een handtekening te vragen, maar omdat hij nette schoenen met spekzolen droeg, ging hij jammerlijk onderuit, en brak al zijn botten. Zelf haalde ik het wel uit mijn hoofd om dichterbij te komen. Ik zwaaide enkel naar Sepp, en hij zwaaide vrolijk terug en riep iets in het Duits, dat ik helaas niet voldoende machtig was om te verstaan, maar het was vriendelijk bedoeld, dat merkte ik meteen. Ik bleef hem nog een poosje aangapen, maar op een gegeven moment werd dat een beetje een genante situatie, zodat ik naar binnen ging. Soms loerde ik even door de vitrage – Sepp zat er nog zeker een uur, maar toen was hij plotseling weg.

Nu de kritiek op Sepp aanzwelt denk ik nog wel eens terug aan mijn ontmoeting. Wat heeft het bovenstaande allemaal te betekenen? Hoe kan ik het rijmen met het beeld dat in de media van hem geschetst wordt? Hoe verhoudt zich dit alles met de arme negers in Afrika? Het antwoord lijkt me voor iedereen zonneklaar: Sepp heeft een hart van goud, en nu allemaal kappen met zeiken.

donderdag 8 juli 2010

Marina Lewycka - A Short History of Tractors in Ukrainian


Dat een mooi en aangrijpend verhaal niet expliciet hoeft te zijn bewijst de roman A Short History of Tractors in Ukrainian van Marina Lewycka. En het bewijst ook dat je soms een boek gewoon moet kopen omdat je het omslag leuk vindt of de titel raar en aansprekend.

Het boek vertelt het verhaal van twee zussen en hun oude vader Nikolaj, die ingepalmd is door de Oekaïense Valentina, een voluptueuze feeks die met haar zoon haar intrek in het ouderlijk huis wil nemen. De zussen hebben nooit goed met elkaar op kunnen schieten, maar door deze gezamenlijke vijand wordt, zo lijkt, het contact weer enigszins hersteld. Gedurende hun (juridische) strijd tegen de 36-jarige vriendin van hun bejaarde vader, komt steeds een stukje van de familiegeschiedenis boven water.

De familie is getekend door de gebeurtenissen tijdens de Tweede Wereldoorlog, maar de ik-persoon, jongste zus Nadezhda, is van na de oorlog en weet niet wat er precies voor vreselijks is gebeurd in de familie. Tijdens haar gesprekken met haar oudere zus probeert ze stukje bij beetje de puzzel compleet te krijgen en erachter te komen wat de band is tussen haar zus en haar overleden moeder, en waarom de zus zo'n hekel heeft aan haar vader.

Hier tussendoor verweven zijn fragmenten uit het boek van vader Nikolaj, waarin hij de geschiedenis van de traktor beschrijft en zo ook de geschiedenis van de industrialisatie in de Oekraïne.

Het verhaal van de familie is opgehangen aan het gevecht tegen Valentina, wat op zichzelf een tragi-komisch verhaal is. De schrijfstijl doet enigszins denken aan die van Jonathan Safran Foer in Everything is Illuminated, hoewel de komische situaties in Lewycka's roman wel wat minder subtiel zijn. Al met al een mooi boek, een fijne lach-in-de-traan.

3,5 sterren (van de 5)

Ik ben er klaar voor

Ik ben weer toe aan vakantie. Het is weer eens zo ver. In mijn hoofd spoken al dagen tropische palmenstranden rond. Ik zie wuivende grasvelden met bergen met eeuwige sneeuw op de achtergrond. Ik idealiseer al tijden het rijden over oneindige wegen met in alle cupholders van de huurauto een andere beker met een halve liter drinken.
Ik wil niet meer werken. Ik wil niet meer ’s ochtends opstaan en bedenken wat ik nu weer moet gaan strijken, waar mijn bril is, waar mijn telefoonlader is, hoe laat het in hemelsnaam is en of ik nog wel op tijd weg ben. Ik wil uitslapen en ‘s ochtends snel iets makkelijks aan doen omdat we in een aftandse Ihop een stapel pannenkoeken met chocola gaan wegwerken. Daarna stappen we in de auto en rijden we naar iets leuks waar we iets leuks gaan doen en waar het weer leuk is. Ik hoef alleen maar na te denken waar mijn zonnebril is en mijn creditcard. ’s Avonds vinden we een droomcamping ergens met uitzicht op een meer en vallen we om half negen doodmoe in slaap.

Natuurlijk vergeet ik nu alle ongemakken van zo’n dag. Dat ik me tien keer met factor vijftig moet insmeren om te voorkomen dat ik verbrand. Dat ik aan het einde van de dag een grote plakkerige en stinkende massa ben. Dat ik ergens om elf uur ’s ochtends de eerste viezigheid op mijn laatste t-shirt smeer en dat we die avond, op de droomcamping vol muggen, geen wasmachine hebben. Dat ik natuurlijk net als ik lekker in mijn slaapzak lig moet plassen en dus een heel eind over en camping moet lopen op weg naar een niet zo schone wc. En dat als ik weer in de tent lig ik me bedenk dat we een pak crackers in de auto hebben laten liggen en dat die eigenlijk in de bearbox moet om te voorkomen dat een beer die nacht onze auto gaat proberen open te breken.

Maar dat alles is nog altijd beter dan de sleur die ik sinds januari heb: opstaan, douchen, aankleden, werken, koken, eten, stofzuigen, opruimen, slapen. Doe mij maar een beer en tien keer per dag factor vijftig. Ik ben er klaar voor!

woensdag 7 juli 2010

Onderschrift

Het bekende beeld uit de wedstrijd Nederland tegen Urugay: Demy de Zeeuw krijgt een schoen tegen zijn tanden. Wat zou hier het onderschrift moeten zijn? Laat het weten in de comments.

Einstein Bwain

De column van H over Napoleon-memorabilia, waaronder een haarlok, deed mij terugdenken aan een prachtige documentaire die ik tijden geleden op tv heb gezien. Bij gebrek aan een dvd en om de lezer toch deelgenoot te maken van deze wonderschone ervaring, zal ik proberen het verloop van het verhaal uit te leggen. Overigens is de documentaire wel in delen en in slechte kwaliteit te bekijken via Youtube. Ik raad iedereen aan dit te doen. Echt iedereen.

De titel van het juweeltje is Einstein's Brain, zeer treffend, het gaat hier immers over de hersenen van Albert Einstein. En dan niet zo zeer wat zich in de hersenen van de grote geleerde heeft afgespeeld en wat daarvan het resultaat is, nee, het gaat om de fysieke hersenen van Einstein en wat daar na zijn dood mee gebeurd is. Het verhaal gaat namelijk dat deze uit zijn schedel zijn gelicht en ergens op sterk water worden bewaard.

Een Japanse professor in de Wiskunde en Wetenschapsgeschiedenis genaamd Kenji Sugimoto, die zich zijn leven lang heeft beziggehouden met het leven en werk van Albert Einstein, reist af naar Amerika om daar het sluitstuk van zijn onderzoek naar de door hem zo bewonderde geleerde te vinden, om zo te kunnen vaststellen waardoor deze zo geniaal was. Volgens de overlevering zouden in het Princeton Hospital de hersenen verwijderd zijn, maar niemand weet waar de weckfles gebleven is, aangezien die door onbekenden is meegenomen.

Het gegeven van iemand die op zoek is naar een pot met beroemde hersenen is al vrij opmerkelijk, maar wat deze documentaire echt bizar maakt is professor Sugimoto. In een van de eerste scènes zie je hem rondschuifelen, daaronder zweverige muziek en het geluid dat als een rode draad door de documentaire loopt: opgewonden diep gekreun. De beste man is zo geobsedeerd dat hij telkens terugvalt in een soort gesteun en gegrom dat ik het beste kan verwoorden als "Mraaah, wohhh, hmmmmrrrr, Einstein Bwain, hmwrr." Dit kan hij ieder moment inzetten. Het mooie is dat zijn obsessie zo groot is, dat hij niet bedenkt dat anderen deze obsessie niet hebben en hij nogal eens met de deur in huis valt. Zo spreekt hij in de gang van een instituut een niestvermoedende medewerker aan met de woorden: "Einstein Bwain? Looking foh Einstein Bwain. Mrah wahaw, okeh."

Het mooie aan de documentaire is hoe Sugimoto volledig opgaat in zijn zoektocht, zich daarbij niets aantrekkend van hoe dit overkomt op de wereld om hem heen. Dat kan ook niet anders, hij heeft hier helemaal geen idee van. Anders zou hij ook niet in de McDonalds van New Jersey om "Einsteinbwain" vragen maar gewoon om een milkshake. Dat is bewonderenswaardig. De man blijft gefocussed, hij is een volhouder. Als alles tegen lijkt te zitten en het spoor doodloopt beklimt hij op zijn sokken een standbeeld van Einstein, en zo komt hij op het volgende idee, op zoek naar Einsteinbwain. Zo gaat het maar door, een bizarre en prachtige zoektocht, mooier dan alle avonturenfilms bij elkaar. Beter dan Tombraider, spannender dan Indiana Jones en grappiger dan The Jewel in the Nile. Zo is een avonturenfilm bedoeld. George Lucas eat your heart out.

dinsdag 6 juli 2010

Ik zag geen roze wolk

De eerste weken van een zwangerschap zijn niet echt leuk. Ik kan jullie vertellen, de verhalen van de roze wolk zijn niet waar. Althans niet in mijn wereld. Ik zag geen roze wolk. Ik zag een zwangerschapstest verkleuren en was daarna weken bezig mezelf overeind te houden. Ik voelde me alsof ik met een niet-uitgeziekte griep rondliep. En ik denk dat ik niet de enige ben die zich zo voelde in de eerste weken van zijn zwangerschap.

Je bent blij dat je jezelf uit bed hebt gekregen en hebt gedoucht. Je kleren zijn in ieder geval schoon en je zit 's ochtends aan de eettafel te bedenken hoe je in hemelsnaam op je werk moet komen. Wat zal minder vermoeiend en vervelend zijn, een overvolle tram met stinkende mensen en het risico dat je midden in die tram op de rode wollen jas van een tramgenote kotst, of de fiets waarbij je de garantie van frisse lucht hebt maar waarbij je ook elk moment van vermoeidheid of misselijkheid of beiden om kunt vallen en niet zeker weet of je de plaats van bestemming gaat halen? En dan is het te hopen dat het vuilnis die dag niet buiten staat want dan is de kans dat je kokhalzend je stuur recht probeert te houden levensgroot.

En elk obstakel op je pad kan zorgen voor belachelijk veel stress. Zo is een opgebroken rotonde en de omweg die nodig is om het ding te omzeilen een breinbreker van jewelste. Op je werk is het een kwestie van wakker blijven en de lunch ontwijken en jezelf wel tijdig voeden met de crackers en meegebrachte appels. Weken ben je bezig een ingenieus voedingssysteem te onwikkelen waardoor je zo weinig mogelijk misselijk bent. Daarna de terugweg naar huis, dezelfde hel al als de heenweg. Om vervolgens liggend op de bank te wachten tot iemand je eten brengt en je jezelf naar je bed kunt slepen. Om acht uur moet de tv uit want ook van bewegende beelden word je misselijk. En na tien keer naar de wc te zijn gegaan, val je eindelijk in slaap om de volgende ochtend weer opnieuw te beginnen. Op naar de kamergenoot die weer vrolijk vraagt 'of je nog iets leuks hebt gedaan' de avond ervoor.

Natuurlijk overdrijf ik en zijn er ook goede dagen. Niet elke dag is in die eerste weken een gevecht om op de been te blijven en te blijven functioneren. Er zijn heus wel momenten dat je je een beetje goed voelt. Goed genoeg om je kleren te strijken, goed genoeg om eten te koken, goed genoeg om op de bank onder een dekentje alle afleveringen van Jon & Kate plus 8 te kijken. Maar eerlijk gezegd is er die eerste weken weinig aan. Er zijn geen roze wolken. Er is ongekende vermoeidheid, misselijkheid en een continu gevecht om dat allemaal verborgen te houden voor je omgeving. Daarnaast ben je voortdurend bang dat het fout gaat, dat je je zwangerschap inbeeldt en dat je eerste echo een drama wordt. Daarna wordt het wel beter hoor. Maar geloof de mensen niet die zeggen dat je de eerste weken al stralend babykleertjes staat uit te zoeken terwijl je steeds moet denken aan ‘het wondertje in je buik’.

maandag 5 juli 2010

Amateurkunst, omdat het leuk is

Gisteren was het Culturele Zondag; een zondag met een speciaal thema waarop er allerlei activiteiten en workshops te doen zijn. Verspreid over de hele stad, vaak gratis en vaak met mooi weer dus succes verzekerd. Gisteren stond in het kader van muziek en dat betekende voor mij dat ik op de bühne stond tijdens een zomerconcert. Met mijn zangclubje van in totaal zes sopranen, mezzo's en alten (alhoewel, een beroemde dirigent zei ooit: “eigenlijk zijn alle vrouwen mezzosopraan”) mochten we drie nummers ten gehore brengen tijdens een middag gevuld met solo's, duetten en kwartetten.

Het was spannend en warm. Mijn hartslag was de hele dag al significant hoger dan normaal en tijdens de lunch had ik met moeite twee boterhammen naar binnengewerkt. In de zaal zaten zo'n 150 mensen waaronder maar liefst tien afgevaardigden uit mijn familie. Na het zingen van het eerste nummer en het in ontvangst nemen van het applaus verdwenen de zenuwen een beetje, het ging eigenlijk wel lekker en zoals hardlopers wel eens high zijn van het rennen, onderging ik gewillig de muziekhigh.

Toen het laatste nummer voor de pauze. Ik kende mijn partij door en door, ik had gewerkt aan mijn tekstbeleving en aan mijn stagepresence en bij de inzet van het tweede couplet ging het fout. Mijn inzet was vals, ik raakte in de war, kon de harmonie niet meer vinden en keek in paniek naar de alt waarmee ik de partij zong. Haar grote bruine ogen werden opeens geniepig kleine spleetjes die indringende, woedende bliksemschichten op mij afvuurden waardoor het nog lastiger werd om de draad weer op te pakken. Het lukte een beetje en ik hervond me gelukkig op tijd voor het slotakkoord.

Pauze. Even ademhalen en mijn vader schoof met een drankje in zijn hand langzaam mijn kant van de zaal op. Hij vond het wel verrassend om mij op het podium te zien en vroeg zich af waarom we nooit iets eerder met mijn talent hadden gedaan. Pardon? Talent? We?

Flashback. 1992, een oude muffe gymzaal. In een veel te grote boerentrienenoutfit probeerde ik een liedje over een weermachine uit te kramen. Van ademsteun en bovenresonans had ik toen nog niet gehoord en mijn ouders applaudiseerden aan het eind van de groep 8 afscheidsmusical plichtmatig. Tsja, het is toch je kind dat daar voor lul vals staat te zingen. Mijn ouders hebben de hoop op een muzikale carrière voor hun oudste dochter toen definitief opgegeven. Conservatorium zat er zeker niet in en na groep 8 moest ik verplicht mijn blokfluit inleveren en de piano in de woonkamer is er ook nooit meer gekomen.

Terug naar gisteren. Het laatste nummer van het concert. Een tweestemmig musicalnummer. Niet mijn favoriete genre en een paar lastige laatste maten. Het knalde. Het ging perfect en de laatste noten rolden er soepel en krachtig uit. Dit is het, de muziekhigh. Een miljoen keer beter dan hardlopen. Mijn vader applaudiseerde, maar nu met volle overtuiging.

vrijdag 2 juli 2010

Surfen met Caar

In deze verhitte tijden is het soms lastig te bedenken wat je aan moet trekken. Ik sta elke dag vertwijfeld voor de kast. Van de week had ik een zomerjurkje aan en toen ging het regenen. Bah, dat kon ik dus niet meer aan de rest van de week, terwijl het dan juist bloedheet wordt. Ik had al mijn luchtige kruit al verschoten.

Om je te helpen bij het maken van lastige keuzes is er nu de website Kan ik een korte broek aan? Het antwoord op deze vraag zou eigenlijk altijd 'nee' moeten zijn, maar goed, met de huidige temperaturen wil de modepolitie vast wel een oogje toeknijpen. Bij twijfel raad ik je dus zeker aan 's ochtends deze website te bezoeken, dan weet je zeker dat je niet als enige in korte broek en op badslippers (want die horen er nu eenmaal bij) op kantoor arriveert.

Napoleon's haarlok

Dit is een gastcolumn van gastcolumnist H

In Nieuw-Zeeland zijn memorabilia van Napoleon geveild. De Franse keizer is voor mij nu onlosmakelijk verbonden met Martin Bril. Denk ik aan de één, denk ik aan de ander. Dat komt door Bril's magistrale boekje "De kleine keizer". Zijn voorliefde voor alles wat maar met Napoleon te maken heeft, werkt zo aanstekelijk dat je zelf ook fan wordt en veel, zo niet alles over Napoleon wil weten. Liefst beschreven door Martin Bril.

Het meeste bracht een litho/waterverf schilderijtje van Napoleon's sterfbed op, gemaakt door de Britse officier Ibbetson voor 14.600 dollar. Lag Napoleon nog te sterven begin mei 1821, toen de - overigens getalenteerde - officier aan het werk toog? Of ging hij pas achteraf aan de slag, bij het kouder wordende lichaam? Er werd ook een doodsmasker gemaakt van was, zoals gebruikelijk. Ibbetson wilde blijkbaar het hele tafereel vastleggen. Voor zichzelf? Hij heeft er nooit iets mee gedaan. Ook toen waren er ongetwijfeld al Napoleon liefhebbers te vinden, die graag betaald hadden voor zo'n schilderijtje. Het was Ibbetson's zoon die alles wat zijn vader in bezit had, meenam naar Nieuw-Zeeland veertig jaar later.

Nu wilden de nakomelingen van Ibbetson de hele collectie verkopen. Was Martin Bril op het vliegtuig gestapt om erbij te zijn? Om de te veilen spullen te bekijken, om ze in zich op te nemen? Misschien wel. Ik kan me het zo voorstellen. Bleef Ibbetson op St. Helena? Vast niet. Na Napoleon was er niet zoveel meer te bewaken. Waar ging Ibbetson naartoe en waar waren de spullen tot de emigratie van diens zoon naar Nieuw-Zeeland? Hoe vaak zal er de afgelopen 180 jaar naar de verzameling gekeken zijn? Lag het ergens opgeslagen, goed verzekerd achter slot en grendel? Of lagen de spullen ergens in een oud kastje op een zolder?
Niets van dit alles. Volgens de BBC zat alles in een grote reiskoffer. Was de familie trots op de collectie? Werden gasten discreet meegetroond, werden de antieke hengels van de koffer losgemaakt en werd er dan onder goedkeurend gemompel een pronkstuk getoond? De memorabilia, die deels door Napoleon zelf zijn aangeraakt, die zijn leven tastbaar maken, krijgen zo zelf ook een beetje leven. De associatie met Napoleon maakt ze waardevol, geeft ze een magische glans, omdat ze een flard van een verloren tijd terug halen en een brug slaat naar het verleden.

Ergens snap ik de ratio achter het verkopen wel. Familie in geldnood. Of geen interesse in die "ouwe rommel". Verzekeren te duur en angst voor diefstal. Was schenken aan een musuem geen eerzamer daad geweest? Dan hadden geïnteresseerden, toeristen en Napoleon-gekken tot Sint Juttemis van de collectie kunnen genieten. Nu verdwijnen veel objecten in privéverzamelingen van anonieme bieders. Wie zal de voorwerpen nu nog zien? Net zo weinig mensen waarschijnlijk als toen de nazaten Ibbetson het eigendom hadden. Al zal het vermoedelijk niet in een oude koffer worden bewaard.

Bril had Napoleons dagboek (opbrengst: 6600 dollar) wellicht het meest interessant gevonden. Hierin beschreef de afgezette keizer nog een invasie van Groot-Britannië, zelfs toen daar allang geen sprake meer van kon zijn. Wat schrijft iemand als Napoleon anders in zijn dagboek? We weten dat hij zijn tuin bijhield en wandelingen maakte. Maar dat worden doodsaaie beschrijvingen. Vandaar misschien de dromerijen over oorlog en verovering. Vanaf jonge leeftijd zo'n beetje waarin hij was opgegroeid en groot mee geworden. Je zou gek worden van eenzaamheid en het verpletterende besef dat al je macht, al je glorie teloor is gegaan. Zonder herkansing, zoals op Elba.

Het meest opvallende item, dat ook prominent boven de artikelen hierover prijkte, was een haarlok van Napoleon. Ibbetson sneed het na diens dood van Napoleon's hoofd. Het bracht 13.000 dollar op. Waar zat die haarlok, vraag ik me dan af? Was het zo bekende plukje dat over zijn voorhoofd viel? Vast niet, dat zou te veel opvallen waarschijnlijk. Deed Ibbetson het eigenlijk in het geniep? Of in het openbaar, met andere aanwezigen? Zouden die dan niet zijn voorbeeld gevolgd hebben? Een stukje van Napoleon zelf, als een reliek van een heilige. Wie wil dat nu niet hebben?