vrijdag 29 oktober 2010

Thomas Rosenboom - Zoete mond

Ook dit boek las ik onlangs voor de leesclub. Een heerlijk verhaal, goed geschreven, echt zo’n lekker leesboek voor de vakantie. De hoofdpersoon van het verhaal is dierenarts in een dorpje aan de rivier. De dorpsverhoudingen zijn bijna Hermansiaans, het verhaal grijpt je en het einde is geweldig.

Sterren 4,5 (van de 5)

Mijn Kampioen

Van de week twitterde Claudia de Breij dat de Kampioen er mee zou stoppen. De schrik sloeg mij om het hart. De Kampioen is namelijk één van mijn lievelingsblaadjes. Een googleopdrachtje wees echter snel uit dat het ging om de Autokampioen en niet om de échte Kampioen, paniek om niets dus.

Paniek omdat ik echt hou van de Kampioen. De Kampioen is zo’n fijn tuttig blad. Allereerst staan er allerlei fijne testen in. De Kampioen maakt dan weer een overzichtje van de zuinigste auto’s, dan weer van de beste gezinsauto’s en dan weer van de beste auto’s onder de x euro. Ik zou zelf nooit zo’n auto kopen of me bij de aankoop van een auto laten leiden door de test in de Kampioen, maar ik vind het heerlijk om te lezen en te verzinnen wat ik dan van zo’n auto vind. Hetzelfde geldt voor alle andere tests die ze publiceren, zoals de beste afhaalpizza’s van Nederland. Heerlijk om te kijken waar de beste te halen is en wat ie kost en welke pizzeria als slechtste uit de bus komt en waarom dan. Soms hebben ze ook een test waarbij ze met een groep auto’s naar Zuid-Frankrijk rijden en kijken wie er het verst komt op één tank. Informatie waar meer dan 99% van de Nederlanders niets mee doet, maar ik lees het toch. Met liefde.

Maar het allerliefste lees ik in de Kampioen de advertenties. De advertenties van de reisjes wel te verstaan, niet die van de sta-op-fauteuils en de afslankriemen. De hele Kampioen zit vol met aanbiedingen voor weekendjes weg, cruises door de Noorse fjorden, weekjes in Oostenrijk of Zuid-Duitsland en ga zo maar door. Ik kan me uren vermaken met fantaseren over die plekken, bedenken of we gebruik zullen maken van zo’n aanbieding (nooit gedaan tot nu toe) of terugdenken aan een reisje dat we zelf eens naar dat gebied maakte. De Kampioen is de ultieme ontspanning. Ideaal leesmateriaal ook voor in bad, het geeft ook niet als je het blaadje per ongeluk laat vallen, de informatie in het blad is vermakelijk maar niet onmisbaar en het blaadje zelf is gratis en komt gewoon elke maand binnen, je hoeft er niets voor te doen. Ik ben blij dat de Kampioen blijft bestaan.

donderdag 28 oktober 2010

Hemaworst

Zomaar een doordeweekse ochtend in een Hema in de Randstad. Terwijl ik mijn spullen voor de caissière op de toonbank uitstal, lopen er een paar hippe jonge jongens de zaak binnen. Jongens met een lichtgetinte huid zoals dat in de moderne media heet.

De caissière kijkt even op van haar werkzaamheden als de drie heren haar aanspreken: "mevrouw, mevrouw, heeft u ook van die eh die worsten? Van die Hemaworsten?". De dame wijst naar de lege stelling achter de jongens en antwoordt een beetje verbaasd. "Normaal hebben we ze wel, maar ze zijn nu even op. We wachten nog op de levering." "Okee, nou jammer. Bedankt mevrouw!" En de jongens verlaten teleurgesteld de winkel.

De kassadame staat stil en kijkt me enigzins geschokt aan. "Volgens mij was dat een Marokkaan", zegt ze tegen terwijl haar werk stillegt. "De tweede jongen niet geloof ik, maar het waren Marokkanen! Zag je het? Wat moeten ze dan met die worsten. Dat kan toch helemaal niet!" Ik begrijp even niet welke kant dit gesprek opgaat. Maar dan valt het muntstukje. Want hoe geïntegreerd de winkelketen ook is met het verkopen van Suikerfeestlekkernijen en Arabische chocoladeletters, die worsten lijken me toch redelijk haram. Ik reken af en pak mijn spullen. De caissière knijpt haar ogen ietwat samen en sist: "In ieder geval ben ik niet degene die gestraft zal worden voor het eten van Hemaworsten".

woensdag 27 oktober 2010

Open brief aan Mariska Orbán

Geachte mevrouw Orbán,

eerder vandaag publiceerde u een open brief aan mevrouw Hennis-Plasschaert, VVD-kamerlid. U schreef een heftig relaas over miskramen, het krijgen van kinderen en de bezoekers van een abortuskliniek. U bent met deze brief over de schreef gegaan. Niet omdat u een andere mening dan mevrouw Hennis-Plasschaert en mijzelf bent toegedaan, over zulke kwesties kan men nu eenmaal van mening verschillen, maar omdat het onbeschoft is om op deze manier het persoonlijk leven van iemand te gebruiken om uw stelling zogenaamd te onderbouwen.

Ik kan op geen enkele manier begrijpen waarom het feit dat helaas veel vrouwen en hun partners het verdriet van een miskraam hebben moeten ervaren, een reden zou zijn om abortus te verbieden of in ieder geval aan banden te leggen. Is hier sprake van een causaal verband? Heeft u theologische ondersteuning? Daar ben ik dan wel benieuwd naar.

U schrijft dat u weet hoe het verdriet van mevrouw Hennis-Plasschaert voelt. Ik trek dat in twijfel. Als dat namelijk het geval was geweest, dan had u nooit het gevoelsleven en de mening van mevrouw Hennis-Plasschaert zo openbaar ten schande gemaakt. Ik vraag me werkelijk af wanneer in uw redenatie of in het krijgen van het idee voor deze brief u het noodzakelijk achtte om het zo persoonlijk en onnodig kwetsend te maken.

Uw brief raakt bovendien kant nog wal, en ik zou graag van u horen waar u de informatie vandaan heeft gehaald over het soort vrouwen dat een abortuskliniek bezoekt om een moeilijke keuze in haar leven te maken. Als u werkelijk denkt dat het hier om laagopgeleide allochtone vrouwen gaat, dan nodig ik u van harte uit om eens een keertje een intakegesprek op een abortuskliniek mee te maken. Dat zal schokkend zijn, zeker, maar wellicht vergroot het ook uw belevingswereld. En dat lijkt me dan weer een win-winsituatie.

Hetzelfde geldt voor een bezoekje aan een IVF-kliniek. Dat er vrouwen/stellen zijn die moeilijk zwanger kunnen worden en daarvoor medische behandelingen ondergaan heeft geen enkele relatie met de keuze van een andere vrouw om een zwangerschap af te breken. Voor beiden is individuele keuzevrijheid een groot goed.

Mevrouw Orbán, ik wil u van harte feliciteren met het moederschap. Wat fijn voor u dat u zoveel voldoening haalt uit uw bijdrage aan de overbevolking. Ik moet u nog wel uit een droom helpen: niet voor iedere vrouw is het baren van kinderen het hoogst haalbare dat er is in het leven. Heeft u daar nou eens respect voor! Dat zou u in ieder geval meer sieren dan de uitermate arrogante wijze waarop u vrouwen aanspreekt en in een ouderwetse hoek zet.

U heeft gekozen voor het leven van uw kinderen, zoals uw goed recht is. Een recht dat exact zoveel waard is als de keuze van mevrouw Hennis-Plasschaert, of van elke vrouw in dit land, om een eventuele zwangerschap af te breken. Vaak een moeilijke en ingrijpende keuze, waar u zich niet mee heeft te bemoeien.

Ik wens u veel wijsheid en beschaving toe.

Onderschrift


Wie? Wat? Waar? Het is een mooi, doch onbegrijpelijk plaatje. Geef ons het juiste onderschrift. Misschien kunnen we haar dan nog stoppen. En zeggen dat dit zó afgezaagd is. Nudge nudge.

Zingend op weg naar de dood

Ik heb een hekel aan musicals. Laat ik er maar meteen voor uitkomen. Ik begrijp helemaal niets van het in zangvorm vertellen van een verhaal dat je ook gewoon als verhaal kunt vertellen.

Het is niet zo dat ik een hekel heb aan muziek, ik hou er gewoon niet van als proza wordt omgezet in liederen. Van een verhaal kun je best één liedje maken, daar zijn ze bijvoorbeeld met country heel goed in, maar van een verhaal maak je geen aaneenschakeling van liedjes en dansjes. Dat is irritant. Althans dat vind ik.

En daarom ga ik nooit naar musicals. Ik ben meer dan tien jaar geleden eens naar Saturday Night Fever geweest. Leuke muziek, jammer dat t een musical is. Bij de film Evita dacht ik na vijf minuten ‘Gaan ze dan helemaal niet praten?’ En nee, dat deden ze inderdaad niet. Bizar. In Grease wordt gewoon gepraat met af en toe een liedje tussendoor, dat is beter te pruimen. Maar alleen maar zingen? Ik zie de lol en voornamelijk de functie (wat voegt het toe aan het brengen van het verhaal?) niet van in.

Maar hele volksstammen in Nederland houden wel van musical, getuige het enorme aanbod ervan. Prima, van mij mag iedereen er heen. Als ik maar niet mee hoef.

Maar wat ik niet begrijp is de onderwerpskeuze van sommige musicals. Dat je met een onderwerp als Saturday Night Fever tot een musical komt snap ik ergens nog wel, ook voor Hairspray kan ik wel enig begrip opbrengen, of in ieder geval zie ik enige logica in de keuze voor het genre muscial voor het brengen van dat verhaal. Wat ik niet begrijp is ‘Soldaat van Oranje – de musical’. Of nog erger: Anne Frank in een musical. Het verhaal heeft geen bal met muziek te maken en het wordt in zangvorm niet overtuigender of beter gebracht dan bijvoorbeeld als toneelstuk. Sterker nog, Anne Frank mocht in het Achterhuis helemaal geen geluid maken. Ze moesten de hele dag hartstikke stil zijn, de wc mocht niet eens doorgespoeld, hoe kun je daar een musical situeren? En hoe zullen ze het slot van de musical vormgeven? Hoe geloofwaardig en gepast is het in zangvorm afvoeren van een hele familie naar een concentratiekamp? Ik snap er geen bal van. Maar misschien mis ik commercieel inzicht en een cultureel gen.

dinsdag 26 oktober 2010

Sándor Márai - Gloed

Dit boek lazen we onlangs voor de boekenclub. Lekker dun, dat wel, maar verder niet echt een boek dat hoog in mijn lievelingslijstje terecht zal komen. Het deed wat Russisch aan, met de sfeer zelf, de sfeer- en interieurbeschrijvingen en de ‘traagheid’ van het verhaal. De bespiegelingen over vriendschap waren niet echt aan mij besteed en besloegen een iets te groot deel van het boek. Het is zo’n boek dat je gelezen moet hebben, en dat heb ik nu, gelukkig!

Sterren 3 (van de 5)

Vieze Vogels - Sven Kockelmann

Sven Kockelmann is een serieuze journalist, een redelijk geleerd man met een goed ontwikkelde algemene kennis en een diploma van de School voor Journalistiek in Utrecht. Je kan hem kennen van Het Gesprek op de radio bij de KRO, of als "televisiepersoonlijkheid" van Brandpunt of Netwerk. Onder het grote publiek zal hij waarschijnlijk het meest bekend zijn als presentator van Goedemorgen Nederland. Maar heer Kockelmann is ook een Vieze Vogel. Of zoals dat in de betere kringen wordt gezegd un oiseau arrogant et sale.

Het begint al 's ochtens vroeg als Sven het bed uitstrompelt en langzaam de weg naar de studio in Hilversum probeert te vinden. Dat ene streepjespak dat hij heeft (maar wel eentje van Oger!) trekt hij ook vandaag weer aan. Hij warmt zijn beker koffie van de vorige dag op in de magnetron en besluit dat er nog wel een dagje overheen kan zonder te scheren. Tijdens het opstarten van zijn laptop morst hij van zijn extravezelontbijt met geitenyoghurt over zijn overhemd. Geen probleem. Een slimme Vogel is op de toekomst voorbereid. En met de immer zijn outfit complementerende gele pochet veegt hij het overhemd schoon. Zo, onze nieuwsvogel is er klaar voor.

In de auto rijdt Sven relaxt naar de studio. Hij heeft nog alle tijd om de items van vandaag voor te bereiden. Hij belt alvast met de redactie en is verguld te horen wie de gasten zijn. Een of ander grietje van een politieke jongerenpartij. "Ik kan ze allemaal hebben", realiseert hij zich. Hij graait in het plastic tasje van de Lidl dat op de passagiersstoel ligt en pakt zijn memo-recorder erbij. "Note to self: lachen om de eigen grapjes", en hij begint hardop te grinniken.
Na het plaatsnemen in het decor, waarbij de Vogel natuurlijk beschouwd moet worden als het ultieme decorstuk, sjort Sven zijn das nog even goed scheef. De eerste gast schuift aan en heer Kockelmann demonstreert zijn ViezeVogelschap door slecht te luisteren en de gast te vragen naar zaken die net zijn uitgelegd. Dan het moment suprême. Sven zet zijn zelfingenomen grinnikhinnik op in een poging de gast van het stuk te brengen en een retorische genadeslag toe te brengen. En de kijker thuis ziet aan de binnenkant van de beeldbuis spettersViezeVogelDNA verschijnen.

Of het presenteren van een ochtendnieuwsprogramma de weg vrijmaakt naar het ViezeVogelschap laten we nog even in het midden. Jan de Hoop is niet echt vies, al vraag ik me af hoevaak Jan zijn koffiebeker daadwerkelijk afwast. En Alex de Vries heeft te pluizige wangen om nu al een VV te worden. Hoe het ook afloopt, Sven Kockelmann is de Vieze Vogel pur sang van de Neerlandse radio- en televisiejournalistiek. Zelfingenomen, nooit te beroerd om slecht te luisteren en met verborgen stukjes havermout in de borstzak van zijn colbert.

maandag 25 oktober 2010

Lieve, goede sint

Let op, dit bericht bevat spoilers. Ouders, hou je kinderen weg bij dit bericht, het kan de tere kinderziel vermorzelen.

Wat mooi, al die ophef over de filmposter voor Sint van Dick Maas. Maas, bekend van Amsterdamned, heeft een horrorfilm gemaakt over Sinterklaas. De trailer was alvast hilarisch en ik wil er zeker naartoe. Maar ook als je de trailer niet hebt gezien, heeft de film inmiddels zo veel aandacht in de media gekregen dat het wel een enorm succes moet worden. Zo veel gratis reclame. En dat allemaal dankzij collega Johan Nijenhuis.

Johan Nijenhuis heeft zich namelijk opgeworpen als moderne goedheiligman. Niet vanwege de film, maar door de bijbehorende poster. Hierop staat de Sint volgens hem eng afgebeeld. Daar kunnen kinderen niet tegen. En daarom moest de reclamecodecommissie zich uitspreken tegen de poster. Dat heeft zij gelukkig niet gedaan. Het is toch ook onzin. Kijk nou eens goed naar de afbeelding. Een katholiek geestelijke op een paard. Een katholiek geestelijke is sowieso eng en daar kan je met name kinderen niet vroeg genoeg voor waarschuwen. Dat heeft verder niets te maken met de manier waarop deze Sint is vormgegeven. Los hiervan vind ik het wel meevallen met de griezeligheid van deze Sint. Als je heel goed kijkt kun je zien dat zijn gezicht op een doodshoofd lijkt. Maar dan moet je wel heel goed kijken.

En dan? Dan ziet een kind een enge Sint. Ik zal je even uit de droom helpen. De Sint is ook eng. Doodeng. Alle mannen boven de vijftig die zich verkleden zijn eng. De Sint staat op nummer twee, clowns voeren op eenzame hoogte de ranglijst aan. Op drie staan de pieten, want zeg nou zelf: Mario uit Spijkerhoek als zwarte piet, dat klopt niet. Die man klopt niet. En dat jaar in, jaar uit. Gestoord.

Clowns, Pieten, de Sint, het blijkt maar dat je kinderen veel kunt voorschotelen. En ze krijgen sowieso al een heleboel, veel engere beelden voorgeschoteld via televisie en reclame. Kijk eens een middag naar Nikelodeon en je begrijpt wat ik bedoel. Kinderen kunnen wel wat hebben en ze zijn makkelijk voor de gek te houden. Ik weet nog dat bij ons door de straat een Sinterklaas in een koets voorbij denderde terwijl ik op tv naar de intocht van de pakjesboot zat te kijken. Met de verklaring dat het programma eerder was opgenomen nam ik genoegen. En dan is er het bekende experiment uit de kleuterklas waarin een man zich langzaam verkleedt als Sinterklaas. Eerst witte jurk, dan rode, dan de cape, witte pruik, baard, mijter. Na de laatste handeling waren de kleuters niet hun geloof in de Sint verloren, ze waren ervan overtuigd dat dit de Sint was.

Zo zie je maar weer, ze willen voor de gek gehouden worden. En daarom deze gouden tip: Lieg. Lieg tot je barst. Het hoort bij een gezonde opvoeding.

vrijdag 22 oktober 2010

De Fransen en hun stakingen

Op zijn vroegst vandaag stemt de Franse senaat over de verhoging van de pensioenleeftijd. Door de vele amendementen op de wet kan de stemming echter ook uitgesteld worden tot in of na het weekend. Al meer dan tien dagen is door dit onderwerp het halve land in rep in roer. Met stijgende verbazing heb ik het nieuws over de stakingen, blokkades en rellen gevolgd. Eerst zie je iets op het nieuws over stilstaande treinen en iets over vrachtwagens die door met dertig kilometer per uur over de snelweg te rijden de boel blokkeren. Ik dacht nog: ‘Goh, het is weer eens zo ver’. Ik was niet verbaasd en vroeg me niet af waarom er gestaakt werd, in Frankrijk wordt nu eenmaal graag, vaak en massaal gestaakt. Voor alles, of eigenlijk tegen alles, dacht ik.
Na een paar dagen begonnen de stakingen toch een wat grimmiger karakter te krijgen en volgde ik het nieuws wat nauwkeuriger. Olieraffinaderijen werden geblokkeerd en benzine werd schaars en duurder en demonstraties werden niet alleen gevoerd door ouderen maar ook door jongeren, scholieren en studenten, en liepen nogal uit de hand. Ook bleek uit de commentaren dat heel veel fransen het eens zijn met de stakingen en rellen. Ik was verbaasd. Zag auto’s in brand staan en bushokjes instorten en vroeg me af hoe je zoiets nu toch kon steunen?
Het werd mij uit de journaals duidelijk dat de fransen massaal tegen het verhogen van de pensioenleeftijd zijn van 60 naar 62 jaar. Ik, als Nederlander die zich er al bij heeft neergelegd waarschijnlijk tot haar zeventigste te moeten werken, begrijp er dan weinig van. Wat een ophef om zoiets vanzelfsprekends. Nader onderzoek wijst uit dat het iets genuanceerder ligt. De plannen voor het wijzigen van de pensioenen betreffen een verhoging van 60 naar 62 jaar voor een gedeeltelijk pensioen en van 65 naar 67 jaar voor een volledig pensioen. De uitkeringen blijven verder gelijk, mensen betalen alleen langer mee aan de premie en krijgen minder lang uitgekeerd. Ik las vervolgens ergens dat deze verhogingen niet voor iedereen gelden. Bepaalde beroepen kennen namelijk een aanmerkelijk lagere pensioenleeftijd, politieagenten, douaneambtenaren en luchtverkeersleiders bijvoorbeeld gaan al op hun vijftigste met pensioen! Vijftig jongens, dat is toch helemaal niet te betalen?
Ik begrijp dat de verhoging van de pensioenleeftijd mensen aan het hart gaat, maar ik begrijp geen bal van al die massale protesten en al helemaal niet van het totaal ontregelen van het land waar de mensen zelf alleen maar last van lijken te hebben. Zoals het er nu voor staat is er voor de verhoging een parlementaire meerderheid. Dat parlement hebben die demonstranten zelf gekozen. Het verhogen lijkt mij geen verrassing en al helemaal niet onredelijk gezien de pensioenleeftijd in de omringende landen en het feit dat die ook overal omhoog gaat, niet alleen als gevolg van de vergrijzing maar ook als gevolg van het feit dat mensen langer leven. Wat zit er in de Franse volksaard dat massale protesten daar altijd van de grond komen?

donderdag 21 oktober 2010

Onderschrift


Wat is daar toch aan de hand met de heren en dames Europa? Een babyboom? Genderitis? Moeten ze allemaal tegelijk naar de wc? Vertel het ons, wij zijn een groot luisterend en lezend oor.

Machtige vrouwen

Bij Pauw en Witteman zag ik van de week een interview met een aantal dames vanwege de verkiezing van de machtigste vrouw van Nederland. Aan tafel zaten Margriet van der Linden (Opzij), Agnes Jongerius (FNV), Antoinette Hertsenberg (Radar, Opgelicht) en Onno Hoes (burgemeester Maastricht, man Albert Verlinde, broer Isa Hoes, zwager Antonie Kamerling) en zij gingen uitleg geven over de uitkomst van de verkiezing. Machtige vrouwen. Bij machtig denk ik toch vaak aan zwaar, voedzaam. Iets waar je heel snel genoeg van hebt. Ik keek naar Jongerius en dacht: “Ja, machtig, zwaar, daar heb ik snel genoeg van.”

Als machtigste vrouw van Nederland was verkozen koningin Beatrix. Ik was verbaasd. Om te beginnen vind ik de koningin nou niet het voorbeeld van een vrouw die bewijst dat vrouwen net zo goed als mannen op een hoge positie terecht kunnen komen. De koningin hoeft daar namelijk niets voor te doen, behalve dan geboren worden. Haar daden zijn voornamelijk ingegeven door de positie waar zij door haar geboorte ingetuimeld is. Tegen wil en dank. De koningin wordt constant gecontroleerd, en zelfs op haar vingers getikt door de MP. Ze mag eigenlijk nergens een mening over hebben. Ze mag niet eens stemmen. Iets wat de rest van vrouwelijk Nederland al sinds 1919 wél mag. Ik begrijp ook wel waarom, en de koningin is waardevol voor diplomatieke redenen, maar ik wil toch opmerken dat de bewegingsruimte van deze machtige vrouw gekenmerkt wordt door onmacht. Macht bestaat toch alleen als je die ook daadwerkelijk kan uitoefenen?

Op nummer 2 van de lijst van machtige Nederlandse vrouwen staat Agnes Jongerius. Jongerius zat zelf in de jury voor de verkiezing maar heeft niet op zichzelf gestemd, dus daar lag het niet aan. En ze is inderdaad machtig: in overleg met werkgeversorganisaties is haar stem zeker zeer invloedrijk. Dat haar macht voortkomt uit het feit dat zij het moet hebben van een kleine, niet-representatieve groep werknemers, de ouderen, doet er dan niet toe. Ze zit immers wel als belangrijk gesprekspartner binnen de SER aan tafel. Een terechte tweede dus.

Antoinette Hertsenberg was verkozen als machtigste media-vrouw. Haar tv-debuut werd getoond en Jeroen Pauw vroeg zich af of Hertsenbergs uiterlijk ook niet iets met haar geschiktheid voor de televisie te maken had. Nee, zeker niet, het was haar charisma! Toch denk ik dat als zij het uiterlijk van Jongerius had gehad, haar carrière eerder op de radio had plaatsgevonden. Maar dat kan je natuurlijk niet zeggen.

Mooist was wel de aanwezigheid van de feministische voorvrouw Margriet van der Linden. En dan bedoel ik dus niet vanwege haar uiterlijk. Haar ironisch feminisme is zo veel beter te pruimen dan het grote chagrijn van haar voorgangster Cisca Dresselhuys. Mede hierom is Van der Linden nu al een stuk invloedrijker dan zij. Ze zit in alle talkshows, geeft droog en intelligent commentaar. En ze wordt gehoord. Is stiekem niet Margriet van der Linden zélf de machtigste Nederlandse vrouw? We zullen het nooit weten, Opzij is immers het blad dat de verkiezing organiseert. Wat we wel weten: dat Van der Linden een aansprekend voorbeeld is van een succesvolle Nederlandse vrouw. Stoer zonder het haar op de tanden waarmee de vorige generatie feministen zo veel mensen tegen zich in het harnas heeft gejaagd. Volgende keer moet ze gewoon zichzelf voordragen. Ze zal nog winnen ook!

woensdag 20 oktober 2010

Muziek: schaamplaat

Er zijn van die platen in je collectie waarvan je liever niet openbaart dat ze überhaupt in je collectie zitten. Het zijn er niet veel, maar ze zijn er wel. Daarom stop je ze weg. In een lade. Of achter een niet-doorschijnend kastdeurtje van de Ikea. Of achter de nieuwe van Yeasayer, uiteraard op vinyl. Het zijn die platen/cd's/cassettebandjes die je van je eerste zakgeld kocht, of een singletje omdat het je aan de vakantie in Frankrijk doet denken. Of gewoon muziek waarvan je destijds dacht dat het fenomenaal was. Of iets dat iedereen in de klas dat liedje leuk vond.

Het zou nu leuk zijn als ik mijn allervreselijkste schaamplaat bekend zou maken. Dat gaat dus mooi niet gebeuren. Zelfs ik toen voor een radioprogramma gevraagd werd iets te vertellen of mijn muzikale minutes of shame, heb ik een alternatief bedacht. In een wanhooppoging mijn imago nog te redden ofzo. Hoe zou het toch komen dat ik dat allemaal liever geheim hou? Omdat ik niet suf gevonden wil worden door andere mensen? Omdat het niet een serieuze OOR-smaak betreft? Omdat ik me schaam voor mijn pubergrillen? Ik ben er nog niet helemaal uit.

Maar, ik heb er dan weer geen moeite mee om de muzikale geheimen van mijn vrienden te onthullen, gewoon even ter illustratie. Denk dan aan de gehele collectie van Westlife, de soundtrack van Black Beauty, George Baker of meer recent Taylor Swift. In die hoek moet je het echt zoeken. De schaamplaat is niet camp of lekker fout, want dat is dan wel echt leuk. Een belangrijk onderscheid.

Wat denk jij? Is een schaamplaat iets uit je puberteit? Durf je er andere mensen in bepaalde omstandigheden toch wel over te vertellen? Of gaat dat geheim mee je graf in? Let me know, heel misschien dat ik het dan toch wel onthul.

Tenslotte nog een gouden tip: luister voor deelname aan een Popquiz je schaamplaten nog eens. Gegarandeerd dat er een vraag voorbij komt die alleen jij dan weet. Dan hoef je je niet meer te schamen, dan ben je namelijk een breed ontwikkelde muziekkenner.

dinsdag 19 oktober 2010

Eén van mijn kerncompetenties

Ik heb de afgelopen dagen niets meegemaakt. Als je geen zin hebt om een column over mijn saaie leven te lezen zou ik nu ophouden met lezen. Wil je je lekker ophalen aan mijn saaie leven, lees dan vooral door.

Dat ik niets mee maak komt niet alleen doordat ik behoorlijk zwanger ben en minder mobiel begin te worden, maar komt vooral doordat ik verkouden ben. Enorm verkouden. Verkouden zijn is één van een van mijn kerncompetenties. Minimaal twee keer per jaar ben ik verkouden, met volle overtuiging en overgave. Ik krijg het altijd en allemaal: loopneus, keelpijn, oorpijn, hoesten, niezen en dat het liefst allemaal tegelijk.

Ik heb het nu al vijf dagen en het hele spectrum is inmiddels doorlopen. Ik voel me beroerd. Zeker in combinatie met mijn zwangere lichaam is verkouden zijn geen pretje. Mijn energieniveau is al laag en nu met die verkoudheid erbij is het echt gereduceerd tot nul. Ik lig in bed of op de bank of ben onderweg van het ene naar het ander. Meer doe ik niet. Ik breng ongeveer vijftien uur per dag slapend in bed door. Na die vijftien uur slapen ben ik volkomen opgenomen in of overgenomen door mijn natuurlijke habitat. Als ik in de jungle zou slapen was ik inmiddels overwoekerd door planten, aarde en beestjes. Thuis in mijn eigen bed ben ik begraven onder dekens, kussens, vieze zakdoekjes en twee katten.

Ik word wakker van slapende ledematen, een droge keel, een loopneus en omdat ik moet plassen, en dat allemaal tegelijk. Omdat ik alleen nog maar op één van mijn twee zijen kan liggen, ingeklemd tussen kussens, en met moeite mijzelf overeind krijg, spartel ik als een op het droge terecht gekomen vis. Soms voelt het door het lang op één zij liggen alsof de baby zich via de zijkant van mijn ribben een weg naar buiten de matras probeert in te boren. Omdat draaien door mijn veranderde lichaamsverhoudingen geen sinecure meer is, kost opstaan moeite. Mijn gekapseisde lichaam moet in de juiste positie worden gebracht om het bed te verlaten zonder dat ik iets breek en zonder dat mijn buik mij weer uit evenwicht brengt en terug doet vallen in bed. Omdat ik van de kraamzorg een plastic zijltje op mijn matras moest leggen (ik zal jullie de details besparen) gaat het draaien van mijn lichaam gepaard met een hoop geknisper. Inmiddels staat ons bed op klossen en dus moet ik mij, met buik en lopende snotneus, al knisperend, uit een soort semi-hoogslaper naar beneden laten vallen op weg naar de badkamer. Tegen de tijd dat ik die badkamer bereik ben ik inmiddels weer flink wat tijd verder. En zo komt het dat mijn dag al snel gevuld is met niets. Alles duurt lang, elke handeling kost tijd en elke handeling vraagt enorm veel energie. Ik ben een snotverkouden walvis op het droge.

maandag 18 oktober 2010

I heart ... Michiel Vos

Maandagochtend ontbijtnieuws. Met halfdichte ogen en een grote beker koffie kijk ik ontbijtnieuws en absorbeer ik de files en het weer. Dan kondigt de presentator aan dat er nieuws over Amerika komt en dat we live gaan skypen met Michiel Vos. Jaa hoera! Michiel! Ik stuiter op de bank en voel een energievoorraad genoeg voor de hele week mijn lichaam vullen. Meneer S kijkt een beetje bedenkelijk. Ik geniet van Michiel en zijn immer intellectuele commentaar op de situatie.

Helaas is dat ontbijtnieuwsprogramma niet meer op de buis. En de verkiezingen in Amerika zijn ook voorbij. En is dat oliegat gedicht. Jammer, want nu is er minder noodzaak voor Nederlandse programma's om te skypen met Michiel, Amerika-deskundige en sinds kort ook officieel Amerikaans staatsburger. Hoogst zelden zie ik hem nog weggedoken in een hoge kraag met wapperend haar voor de NYCskyline staan om de exitpoll prognose voor Delaware te bespreken. Nog even floreerde hij post-ontbijtnieuws bij Pauw & Witteman waar het nu eens niet over zijn schoonmoeder ging, maar over zijn inburgeringscursus in de VS. Maar toen was het toch echt voorbij met de pret.

Michiel is spitsvondig, welbespraakt, vrolijk in de ochtend als hij dan toch met Sven Kockelmann moest skypen, en altijd goedgekleed. Maar nu is het zo stil rondom mijn favoriete buitenlandverslaggever. Hopelijk werkt hij aan een boek. En komt er dan een boekpresentatie, met een meet and greet. Dan kan ik een handtekening regelen en met hem op de foto. Bij nader inzien is dat boek misschien toch niet genoeg. Ik pleit voor een reallife-soap met Michiel en zijn vrouw Alexandra, waarin we hun New Yorkse leven op de voet kunnen volgen. Een soort Journalist & the City.

Michiel wordt later dit jaar 40, dat moet toch gevierd worden! Ik weet wel wat we hem cadeau kunnen doen: een uitnodiging om in 2011 Zomergasten te presenteren. Want ondanks dat ik ook Jelle BC (waarvan ik altijd nog de dvd kan kijken) heart, heeft Michiel gewoon nog wat in te halen aan zendtijd. Dus roep ik luidkeels: Michiel Vos for Zomergastenpresident!

vrijdag 15 oktober 2010

Het smelt in de mond, niet in de hand

Vroeger, toen ik nog studeerde, stond ik elke vrijdagochtend om half zes op om naar de biologische supermarkt te fietsen. Om te werken, een beetje bijverdienen. Met de nadruk op beetje. Ik maakte gewoon één lange dag in de week van zo'n twaalf uur waarin ik vakken vulde, vragen over tofu beantwoordde en brood bakte. Het litteken op mijn arm veroorzaakt door de hete bakplaat herinnert me nog dagelijks aan deze periode van noeste arbeid.

De winkel waar ik werkte had zich gespecialiseerd in glutenvrije producten en staat nog steeds bekend als één van de beste leveranciers in de regio. Daar wist ik, als glutenliefhebber, dan weer weinig van af maar daar zou spoedig verandering in komen. Aan het einde van de werkdag, zo tegen de klok van tien minuten voor een hernia van het zeulen met kisten geitenmelk, riep de baas me. Of ik volgende week een dagje meeging naar een beurs voor glutenvrije producten, om te verkopen en om mensen de fantastische nieuwe kruidkoek te laten proeven. In Hoofddorp. Ik kon het geld goed gebruiken en stemde direct in.

En toen kwam de biologische adder uit het gras omhoog. Want het was natuurlijk wel de bedoeling dat ik die dag zelf ook lekker van het glutenvrije spul zou eten en niet mijn eigen zuurdesemwaldkornbammetjes mee zou nemen. Opnieuw stemde ik in. Het zal wel loslopen, dacht ik toen nog naïef.

Op de beurs ging er een wereld voor me open. Mensen vielen me om de nek, want eindelijk konden ze weer eens genieten van een heerlijk croissantje op zondagochtend! En wat fantastisch dat al deze producten nu verkrijgbaar waren. Fantastisch! Lunchtijd brak aan en het lunchpakketje met glutenvrij maisbrood inclusief plakje boerenkaas lachte mij toe vanuit de rugtas. Vermoeid van het gezellig doen met alle glutenvrije mensen ging ik zitten en nam een hapje. Mijn gezicht vertrok toen het "brood" dat inmiddels in aanraking met mijn speeksel was gekomen uit elkaar viel en zich over mijn mondholte verspreidde als een olievlek in de Golf van Mexico. Geen smaak, geen textuur en niet te eten.

Ondanks dat het me vier poetsbeurten heeft gekost om het goedje van mijn tanden af te krijgen, heb ik braaf de middag voltooid met het promoten van het behangplaksel in broodvorm en het gezellig kletsen met mensen die blij waren dat ze eindelijk twee croissants voor vier euro konden kopen en opeten zonder te kreperen van de maagkrampen. Eens, maar nooit meer. Kort daarna werd ik ontslagen. Ik was 23 geworden en dus te duur om in dienst te houden.

donderdag 14 oktober 2010

Vieze Vogels – Maarten van Rossem

Maarten van Rossem is een geweldige vent. Hoe hij het wereldnieuws becommentarieert is werkelijk prachtig. Onderuitgezakt, totaal blasé, het kan hem ook eigenlijk allemaal niks meer schelen en wat dondert het allemaal, maar het is toevallig wel zo. Deze houding, ik zou het een levenshouding willen noemen, straalt hij ook helemaal uit. Wat dondert het allemaal en wat kan het mij eigenlijk allemaal schelen. Het lijkt me een heel gezonde manier om in de wereld te staan, je wordt er vast heel oud mee. Maar je wordt er ook een beetje een Vieze Vogel van.

Kijk maar eens goed naar Maarten van Rossem: hij heeft zich een beetje laten gaan. Baardgroei, kan hem niet schelen, hij heeft zich al in geen jaren meer geschoren. In ieder geval niet fanatiek. Kleding? Altijd een zwarte jas, een zwart colbert, een zwarte broek, zwarte schoenen en het ergste: een zwarte coltrui. Dit allemaal vreselijk verwassen (hij wast het dus wel) en vaal. Zwart, misschien is hij heel treurig, of onzeker over zijn figuur, hoewel hij me niet iemand lijkt die zich hier druk om maakt. En hij heeft geen slecht figuur. Ook geen goed figuur, maar ook niet slecht, hoewel dat door de kleding kan komen. Dan blijft er nog een andere optie over: je ziet er geen vlekken op. Ik denk dat dat het is. Kan hij lekker z’n handen aan z’n broek afvegen na het eten van een gevulde koek zonder dat je vlekken ziet. Ik zie het helemaal voor me hoe hij spaghetti eet. Zonder servet, de slierten naar binnen slurpend, al pratend en spetterend, vertellend over de toestand in Amerika. Z’n coltrui zit onder de rode spetters, maar dat zie je niet!

Wat je wel ziet op zwart: roos. Sorry Maarten, maar dat is toch echt niet fris. Roos is wel een teken van een uitgedroogde hoofdhuid, wat je krijgt van douchen en haren wassen, dus het idee van Eef dat Van Rossem nooit doucht klopt volgens mij niet. Roos is dus eigenlijk heel schoon maar zo ziet het er nu eenmaal niet uit. Volgens Eef heeft hij ook vieze tanden maar dat zou ik niet weten. Ik heb hem namelijk nog nooit zien lachen. Daar is hij te blasé voor. Geen chagrijn, dat bedoel ik niet, en hij heeft zeker een geweldig, droog gevoel voor humor. Maar om daar nou iedere keer je mondhoeken helemaal voor naar boven te doen en je tanden te laten zien, dat is zo’n gedoe, zo’n poeha, daar doet Maarten niet aan mee hoor. Laat die mondhoeken maar lekker hangen. En zo heeft Maarten langzaam maar zeker alles een beetje losgelaten en laten hangen. Zo word je dus een Vieze Vogel.

woensdag 13 oktober 2010

Muziek: Sufjan Stevens

Ik geef het meteen maar toe, ik ben een bakvis. Tenminste, als het gaat om Sufjan Stevens. Ik vind al zijn muziek goed en wil graag de hele wereld ervan overtuigen dat er geen slechte Sufjan-platen bestaan. Deze week komt zijn nieuwe album The Age of Adz uit; mijn platenwinkel vertelde me dat ze slechts een exemplaar op vinyl hadden besteld. En die is gereserveerd op mijn naam.

Stevens is een Amerikaans multi-talent; hij bespeelt alle instrumenten die er bestaan. Nou goed, bijna alle instrumenten dan maar in ieder geval banjo, hobo, hoorn, piano en gitaar. Na jarenlang muziek te hebben gemaakt brak hij in 2005 door met Illinois (Come feel the Illinoise!); een plaat die hij maakte in kader van het "The Fifty States Project", waar het zijn ambitie is om voor elke staat in de Verenigde Staten een theme-album op te nemen. Eerder verscheen Michigan, en er gaan nu vage geruchten over California en Arkansas.

Zijn muziek is meeslepend en melancholisch, dramatisch en orchestraal tegelijk en brengt je naar alle uiteindes van zowel het muzikale als het emotionele spectrum. Het is gewoon prachtig. Ondanks dat Stevens best wel van de Here is (wat hij gelukkig niet de hele tijd van de daken schreeuwt) en dit wel eens subtiel laat doorschijnen, kan ook de echte atheïst het prima hebben. Mijn favoriete album is denk ik Songs for Christmas voor de leuk en Michigan voor de mooi. Dit kan ik oneindig op repeat hebben staan.

Ik hou van Stevens, van zijn muziek, van de bizarre songtitels (Detroit, Lift Up Your Weary Head! (Rebuild! Restore! Reconsider!)) en van de fantastische poster die in de box met kerstliedjes zat. Ben jij er ook klaar voor om Sufjan in je hart te sluiten?

Vrouwen en het kabinet

Donderdag staat Mark Rutte op het bordes met zijn kabinet. De afgelopen dagen was er in de media nogal rumoer rond het lage percentage vrouwen in dat kabinet. Van de twaalf ministers zijn er drie vrouw. Melanie Schultz van Hagen (Infrastructuur en Milieu), Edith Schippers (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) en Marja van Bijsterveldt (Onderwijs). Dat is vijfentwintig procent. En dat zou meer moeten zijn, zeggen ze. ‘Ze’ is onder andere Neelie Kroes. Zij vindt dat er een quotum moet komen voor het aantal vrouwen, want met goede bedoelingen alleen kom je er niet. Ik heb Neelie Kroes heel hoog zitten, maar een quotum, nee, dat is nu niet echt mijn idee. Ik zou als vrouw niet ergens, in een kabinet of waar dan ook, terecht willen komen omdat ik er voor kan zorgen dat een vrouwenquotum gehaald wordt. Dan weet je zelf nooit of je er zit omdat je goed bent, en erger nog, bij andere mensen kan de indruk ontstaan dat jij niet (primair) bent aangenomen omdat je goed bent.

Mark Rutte zegt zelf over het aantal vrouwen in zijn kabinet “Je moet een bepaalde functie krijgen omdat je de beste bent, niet omdat je een bepaald geslacht hebt.” En daar ben ik het wel mee eens. En als je dan ziet dat dit kabinet gevuld is met mensen als Piet Hein Donner en Hans Hillen dan snap ik ook dat je moeilijk een vrouw kan vinden die beter is. Die zijn er maar weinig, die hebben geen veertig jaar de tijd gehad hun carrière op te bouwen op dat niveau, die moesten eerst kinderen baren of zijn ergens halverwege de rit met hun carrière gestopt om in Zuid-Frankrijk in de zon te gaan zitten of ergens in de luwte iets te gaan doen. En begrijp me niet verkeerd, dat is hun goed recht van mij mogen ze. Maar in zuid-Frankrijk word je niet gebeld voor een ministerspost. Ik kan op dit moment eigenlijk alleen Neelie Kroes zelf bedenken die in de buurt van Donner zou komen. En daarnaast de nu wel in het kabinet opgenomen vrouwen. Die zijn denk ik ook erg capabel. Ik weet niet precies hoe Marja van Bijsterveldt is, maar Melanie Schultz van Hagen leek mij altijd erg intelligent en op de hoogte. Hetzelfde geldt voor Edith Schippers, die vond ik altijd al erg kundig overkomen. En by the way, ik ga nu iets heel erg vrouwelijks zeggen, wat zag zij er goed uit toen ze bij Rutte op bezoek ging! Mijn hemel, weken aan de onderhandelingstafel gezeten en dan met zo’n kapsel en leuke kleren verschijnen voor je ministersgesprek, wow! Ik weet dat, ik geloof Maria van der Hoeven (maar misschien was 't wel Carla Peijs) wel eens heeft gezegd dat als ze uit de ministerraad kwam ze altijd haar make-up bijwerkte omdat als je er op vrijdag moe uitzag ‘men’ over een vrouw kon zeggen dat ze haar baan niet aankon. Bij een moe-ogende man zeiden ze dan dat ie hard gewerkt had. Die les heeft Edith Schippers vast ook gehoord. Een goed voorbeeld van een vrouw in de politiek die inhoudelijk sterk is en er goed uit kan zien. Je hoeft dus geen Ien Dales te zijn om serieus te worden genomen. En van Edith Schippers weet ik tenminste zeker dat ze niet in huilen uitbarst tijdens een parlementaire enquête en zo ‘ons vrouwen’ weer te kijk zet. Nee, ik ben blij met de vrouwen in dit kabinet!

dinsdag 12 oktober 2010

Onderschrift



Het nieuwe werken, het nieuwe rijden en nu ook het nieuwe eten. Het kan in Den Haag bij De Vegetarische Slager, zoals de dames op de foto (via ANP) hierboven bewijzen. Alhoewel, er wordt weinig gegeten zo te zien. Wat gaat er in hun hoofden om? Laat het ons weten!

Lelijk

Ik heb onlangs de lelijkste schoenen ter wereld gekocht. Ik moest wel. Althans ik verkeer in de veronderstelling dat ik wel moest.

Ik ben behoorlijk zwanger en daardoor loop ik niet zo lekker meer. Mijn voeten zijn nogal opgezet en dus krijg ik mijn oude schoenen niet goed meer aan. Daarnaast heb ik eigenlijk voornamelijk schoenen met hakken, hoge hakken, en dat loopt nu helemaal niet meer lekker. Ik heb één paar platte laarzen (heel lelijk, voor als het sneeuwt) maar ook die krijg ik niet meer over mijn kuiten. En dus liep ik al sinds terugkomst van de vakantie in juli voornamelijk op slippers en had ik nog één paar pumps met lage hak die ik ‘voor netjes’ aan kon. Maar niet te lang, want dat houd ik niet vol.

Aangezien het nu kouder wordt, en ik (tijdens mijn verlof) niet vaak meer netjes hoef, moest ik andere schoenen hebben. Schoenen die warm zijn en waar je nog enigszins op kan lopen. En die niet te duur zijn, want na mijn bevalling doe ik ze waarschijnlijk nooit meer aan. Allereerst omdat mijn voeten dan weer kleiner zijn (hoop ik) en ten tweede omdat ik dan toch een verzameling nieuwe pumps en laarzen ga kopen, om mezelf te belonen. Ik heb al heel veel potentieels gezien in de winkels en verheug me nu al op de uitverkoop na kerst waarin ik mijn slag ga slaan.

Maar goed, eerst moesten dus die lelijke schoenen gekocht worden. En na, samen met mijn zus, alle schoenenwinkels te hebben bekeken kwamen we tot de conclusie dat de aanschaf van een soort nep Uggs dus echt de beste oplossing was. Ze zijn warm, lopen lekker en zijn niet duur. Al het andere was duur, of duurder en lelijker, of liep toch voor geen meter. En dus heb ik nu lelijke lompe schoenen die heerlijk warm zijn en waar ik de hele dag op kan lopen. Ik heb iets gekocht wat ik zwoer nooit te kopen. En ik geneer me er niet voor. Dit zijn de eerste tekenen van aftakeling. Morgen knip ik mijn haar kort en verf het rood.

vrijdag 8 oktober 2010

Rutte-I, de verdeling

Rutte mag dan nog niets bekend hebben gemaakt, wij van Gemodder zijn er al zo'n beetje uit. Volgens ons zullen de ministersposten en staatssecretariaten als volgt verdeeld worden, enkele hiaten daargelaten. Ideeën zijn welkom:

Buza: Maxime Verhagen, Jeanine Hennis Plasschaert
BZ: Ank Bijleveld
EZ: Hans van Baalen, Halbe Zijlstra
Justitie: Piet-Hein Donner, Mirjam Sterk
Onderwijs: Heleen Dupuis, Jan Jacob van Dijk
Defensie: Dick Berlijn
Financiën: Jan-Kees de Jager
Volksgezondheid: Ivo Opstelten
Landbouw: Loek Hermans
AZ: Mark Rutte
Soc. Zaken: Camiel Eurlings
Verkeer: Hans Hillen, Sander Dekker

Overigens gonst het op internet van de tegenstrijdige berichten (Uri Rosenthal? Henk Kamp? Gerda Verburg? Marja van Bijsterveld?), vanochtend tipte Arend-Jan Boekesteijn bij Ochtenspits nog een paar anderen. Dit zijn onze tips. You heard it here first!

I heart... de Jumbo

En dan bedoel ik de supermarkt. Ik ga er graag heen. Niet dat ik er van hou boodschappen te doen, maar boodschappen doen bij Jumbo is vaak een stuk minder frustrerend dan bij de Albert Heijn. Ik schreef hier al eerder over op deze blog, zie hier. Dit was naar aanleiding van een eerder stuk van de hand van Caar, zie hier.

De reden dat ik nogmaals de Jumbo in mijn hart wil sluiten heeft te maken met een hernieuwd liefdesgevoel voor deze winkel. Wijt het aan mijn verstoorde hormonale toestand, maar laatst kwam ik thuis en bedacht me dat ik echt hou van de Jumbo. Na jaren overgeleverd te zijn geweest aan de Albert Heijn, simpelweg omdat er geen andere winkel in de wijde omtrek van ons toenmalige huis te vinden was (wij woonden in de buurt van het centrum van De Grote Stad waar de laatste Konmar werd overgenomen door de AH XL), doe ik sinds ruim een jaar mijn boodschappen uitsluitend nog bij de Jumbo.
Mijn liefde wordt gevoed door de volgende eigenschappen van mijn Jumbo. Allereerst is de winkel ruim van opzet en is het vrijwel vrij van bejaarden (door het ontbreken van gratis koffie, hou dat zo, Jumbo!). Verder heeft het een ruim assortiment en komt het maar zelden voor dat iets is uitverkocht of überhaupt niet in het assortiment is opgenomen. Vrijwel nooit staan de vakkenvullers op het drukste moment van de dag met drie karren tegelijk een gangpad te blokkeren en diezelfde vakkenvullers zijn altijd bereid om in het magazijn te gaan te kijken of een onverhoopt toch niet in de schappen aanwezig product nog aanwezig is. Het moment dat ik me echt realiseerde dat de Jumbo een fijne winkel was, was toen ik geen muntje had voor een winkelwagentje. Ik vroeg aan de dame achter de infobalie om een nepmuntje, maar die hadden ze niet meer. Ik kreeg toen van haar vijftig cent te leen. Die vijftig cent mocht ik na afloop weer bij haar inleveren (wat ik uiteraard deed). Zoveel vertrouwen in je klanten, ik was ontroerd.

donderdag 7 oktober 2010

Tip: EnAccord

Als je met vrienden een weekend weggaat, dan pas je je allemaal een beetje aan. Zeker als een van hen alles heeft geregeld. Dat doe je voor elkaar. Dan sta je ineens in een kroeg op Vlieland te luisteren naar iemand die net als Stef Bos zingt. Althans, dat was de voorspelling, het viel allemaal reuze mee. En dan zet je op zondagochtend, tegen je principes in, de tv aan. Het moet maar. En dat is maar goed ook. Vriendin M mag vaker op zondagochtend tv komen kijken. Hoewel ik betwijfel of dat dezelfde uitwerking zal hebben als afgelopen zondag, in de zon, op Vlieland.

Die mooie ochtend was er bij Vrije Geluiden van de VPRO het Strijkkwartet EnAccord te horen en te zien en het overtrof iedere verwachting. Vriendin M kende de violiste en ik dacht dat dat de reden was dat ze het programma wilde zien. Niets is minder waar. Het kwartet heeft deze zomer de Kersjes Prijs 2010 gewonnen, een fonds dat jong talent wil stimuleren. Naar aanleiding van deze prijs was het kwartet in het programma en speelden de vier mooie dames werk van Schumann en Ligeti. Fantastisch. Ik heb een redelijke basiskennis van klassieke muziek, en dit was gewoon heel erg goed. Niet zo gek dat je dan 50.000 euro in de wacht sleept.

Op de website van EnAccord kun je Vriend worden van het Strijkkwartet. Dat zou ik maar meteen even doen, als je oren je lief zijn. Je krijgt dan gelijk hun cd. Veel plezier ermee.

Geweldige noten

Als ik in een winkel kom wil ik snel pakken wat ik nodig heb, geholpen worden, en weer naar buiten. Meer niet. Is dat zo veel gevraagd? Voor sommige mensen wel. Bijvoorbeeld voor de notenboer. Ik eet bijna nooit noten, maar soms maak je een gerecht waar noten door moeten. Dan ga ik naar de notenboer. Of nee, dan ging ik naar de notenboer. Na een paar keer veel te lang in de notenwinkel te hebben gestaan, koop ik nu weer noten bij de supermarkt of bij de groenteboer. Mijn notenboer begint namelijk altijd ongevraagd advies te geven. Ik wil geen advies. Ik wil noten. En snel een beetje! Maar het gaat anders:

"Ik wil graag een zakje pijnboompitten"
"Die zijn heel duur"

Hier ben ik al geïrriteerd. Nou en? Dan zijn ze toch duur, wil je niets verkopen dan? Ik zou, als ik een notenboer was, lekker een paar ons afwegen en dan zeggen "Dat is dan twintig euro, mevrouw". Dom toch? En ook beledigend (als je wilt kun je altijd beledigd zijn, fijn is dat). Ik zie er blijkbaar uit als iemand die niet kapitaalkrachtig genoeg is om pijnboompitten te betalen. Overigens wist ik al dat ze duur waren, en antwoordde:

"Ja, dat weet ik. Wat kost het hier dan?"
"Vijf euro per ons. U kunt ook de salademix nemen die is een stuk goedkoper"
"Salademix? Zitten daar ook pijnboompitten door?"
"Nee, dat zijn geroosterde pompoenpitten met kruiden en een soort croutons. Heel lekker door de salade"
"Aha, nou het is niet voor een salade en ik wil pijnboompitten. Ik haal ze wel ergens anders waar ze goedkoper zijn"
"Dat zijn dan vast niet de echte, die zijn duur. Waar koopt u die?"
"Bij de groothandel"
"O ja. Nou, anders heb ik ook nog wel van een mindere kwaliteit?"
"Nee, dank"

Vervolgens kocht ik bij de groenteboer een bak van 3 ons voor 4,50. Prima. Een paar weken later probeerde ik het nog een keer. De laatste kans voor de notenboer om mij noten te verkopen. Ik wil heus wel noten bij hem kopen, echt, het lukt alleen telkens niet. Overigens ziet de beste man eruit als een soort homoseksuele broer van een van de Havenzangers, die kleine met die blonde scheiding. Hij klinkt ook als de homoseksuele broer van de Havenzanger, en hij heeft slappe handjes en een gouden armbandje. Volgens Eef heeft de notenboer een vrouw, ik denk echter dat dat zijn zus is. Maar goed, de volgende poging ging als volgt, ik was op zoek naar noten om pindasaus mee te maken:

"Goedemiddag. Verkoopt u ook kemirinoten?"
"Die zijn giftig"
"Pardon?"
"Die zijn giftig"
"Dus kemirinoten zijn giftig en u verkoopt ze niet. Zijn die dan nergens te koop?"
"Jawel, bij de toko"
"Ze zijn giftig maar bij de toko zijn ze te koop?"
"Ja, als ze verhit worden zijn ze niet giftig meer"
"Dat komt mooi uit, dan ga ik wel naar de toko. Bedankt!"
"Er is hier toch nergens een toko? U kunt ook macademia's gebruiken. Wat gaat u maken?"
"Er zitten hier vlakbij drie toko's. Ik ga pindasaus maken." [Ik sta nu al half buiten de winkel]
"O, nou dat kan toch gewoon met pindakaas?"
"Dat kan, maar ik wil het juist zélf maken. Met bouillon en dus met kemirinoten."
"Heeft u daar een recept voor?"
"Ja," antwoord ik van buiten de winkel, "ik heb een recept," en draai me om.
"Smulweb!" kraait de notenboer tegen mijn rug.
"Pardon?"
"Je moet op Smulweb kijken. Hebben ze heel goeie recepten!"

Zucht. Veel te veel minuten later ben ik eindelijk weer weg uit de notenwinkel. Zonder noten. Ik vraag me af waar de notenboer van bestaat. Zou daar ooit wel eens iemand noten hebben gekocht? Ik heb nog steeds geen pindasaus gemaakt, had ik ineens geen zin meer in. Zeg dan gewoon dat je iets niet hebt en laat me verder met rust. Dodelijk vermoeiend. Die middenstanders van tegenwoordig, bah.

woensdag 6 oktober 2010

Naar de Algarve

Den Haag, een druilerige maandagochtend. In mijn ooghoek verschijnt een groezelig mannetje van een jaar of vijftig. Ik bedoel vèftag.

"Mevrouw, heb u wat geld voor me?"
"Nee"
"Ah toe, vèftag cent?"
"Nee hoor"
"Ja maar, ik ben zwervah."
...
"Ik ben al vèftien jaar zwervah."
...
"Ik kan u ook helpen hoor."
"Oh nou, ik ben benieuwd."
"Ik heb nu geen geld, maar volgende maand krèg ik wel weer geld. Dan ga ik op vakantie. Ik kan dan alleen gaan. Of ik neem een vriend mee. Of u gaat met me mee."
...
"Het maakt me niet ùt waar naartoe. Maar ik denk Spanje. Of de Algarve!"

En toen was het opeens wel heel dichtbij

Afgelopen weekend bezocht ik mijn schoonouders. Het was een gezellige koffiemiddag met koekjes uit de oude doos. We spraken over bonte spechten, de processor van de nieuwe computer en blikseminslag. Ook was er genoeg gelegenheid om de schetenlatende beagle te knuffelen.

Zoals het gaat met gesprekken en evolutie, kom je wel eens op een onderwerp dat een verrassende draai aan het hele bezoek kan geven. Zo gingen wij van betaald parkeren via burenruzies naar het aannemen van pakketjes voor mensen in de straat. In mijn straat is dit DE manier om in contact te komen met de buren, daar kan de burendag van een bepaald koffiemerk niet tegenop. Zo stond de gang al eens vol met liters beaujolais en weet ik dat de overbuurvrouw in het bezit is van een hangmat.

En zo vertelde ik tijdens het bezoek dat meneer S afgelopen week bij de buren twee grote kartonnen dozen van Amazon ophaalde vol met boeken en muziek. Mijn schoonmoeder vroeg welk boek ik had besteld en ik antwoordde eerlijk: de Bijbel. Direct stond ze op en pakte haar familiebijbel erbij om te laten zien. Bij het openen van het boek kwamen er allerlei familiegerelateerde papieren tevoorschijn. Een huwelijksaankondiging. Een bidprentje.
En papieren die te maken hadden met de oorlog. Gedateerd 1945.
Opeens was daar de oorlog, en opeens lazen we een brief zoals ik die alleen maar in musea had gezien. Opeens was daar familiegeschiedenis. In de auto op weg naar huis was het stil.

dinsdag 5 oktober 2010

Tax

Afgelopen zaterdag was het CDA congres. Dat beloofde een mooi dagje tv kijken te worden. Het voelde als de olympische spelen of de dood van een paus of de koninginnenrit in de tour, lekker de hele dag de tv aan en ondertussen een beetje rommelen in huis en de boel volgen. Aangezien mijn geliefde al vroeg in persoon naar Arnhem was vertrokken had ik het hele huis voor me alleen. Toen ik wakker werd kon het spektakel meteen beginnen, net je ogen open en dan Ferry Mingelen zien, beter kan een zaterdag eigenlijk niet beginnen. Ik ontbeet met de voorzitter en zijn openingsspeech. Tussen de middag moest ik even boodschappen doen (het was en prachtige herfstdag en het ritje op de fiets naar het winkelcentrum was zeker geen straf), maar daarna kon ik me weer voor de buis nestelen. Ik las de kranten en werkte een plakboek bij terwijl op de achtergrond steeds weer andere CDA leden het woord namen, sommigen zelfs op rijm, hoe oubollig. Ik las op twitter dat het veel mensen aan Van Kooten en De Bie deed denken, dat was ook wel een beetje zo. Maar ik ben op meer politieke congressen geweest en weet inmiddels dat Van Kooten en De Bie overal verschijnen. Er zijn veel aparte mensen die via een partij (of welke vereniging dan ook) hun eigen eenzaamheid weten op te lossen. Met andere woorden: elke club trekt rare mensen aan, dus ook het CDA. De man met de rode kaart en het fluitje bijvoorbeeld. Die had thuis, nadat hij bij de hobbyshop mooi rood papier had gekocht, lekker zijn kaart op maat zitten knippen. Ook andere partijen hebben hun eigen fluitjesblazende kaartzwaaiers. Bij D66 kwam een lid elke keer met een nieuwe seizoensgroente op de proppen om aan de fractie aan te bieden. En die mensen die voor de Rijnhallen voor heks of clown speelden waren echt geen CDA-ers, ook dat waren mensen die hun eenzaamheid en chagrijn in een hobby hadden weten om te zetten.
Toen de stemming was geweest begon op tv natuurlijk het Grote Duiden. In alle actualiteitenprogramma’s werden (weer) deskundigen en voor- en tegenstanders opgevoerd. Toen ik om tien uur Frans Andriessen zag verschijnen vond ik het welletjes. Zelfs ik, politieke junk, kon het niet meer aanzien. Ik was verzadigd. Vandaag vergadert de fractie en naar die uitkomsten ben ik wel benieuwd, maar de afgelopen dagen zat ik even aan mijn deskundigen- en mastodontentax.

maandag 4 oktober 2010

Culinaire relativiteitstheorie

Het geven van commentaar tijdens een televisiekookwedstrijd is een vak apart. In Engeland kent de enthousiaste foodie de kritische heren John Torode en Gregg Wallace van het programma Masterchef. Zij zullen er nooit doekjes om winden maar blijven toch altijd netjes en beleefd. Een waar kijkgenot en een meerwaarde voor de serieuze en ambitieuze hobbykok. In ons eigen land hebben we ook culinaire figuren; vaak hebben zij een talent voor stemverheffing, wazige analogieën en abstracte uitspraken.

Nadat de deelnemers van een bepaalde televisiekookwedstrijd zich helemaal uit de naad hebben gewerkt is het tijd voor de beoordeling. Vaak worden ze uitgekafferd door een zogenaamde sterrenkok, u kunt er vast wel een bedenken. Als we geluk hebben volgt er toch nog een kritische analyse van de smaakbeleving van de jury. Wel zo aardig. Aangezien er tijdens de kookregatta’s vaak dezelfde klassiekers op tafel verschijnen, is het niet zo verbazingwekkend dat ook het culinaire commentaar gerecycelt wordt. Een soort klimaatneutrale culinaire kritiek. De vraag is of het hergebruik van wollige kooktaal wenselijk is en of we dit niet met een korreltje zout moeten nemen.

Meestal gaat het zo: de criticus neemt een hapje van een gerecht en valt stil. Er wordt gefronst en moeilijk gekeken en dan worden de nu al legendarische woorden gemompeld: “Mm, ik mis …” en dan volgt er voor de completering van de zin één van de volgende mogelijkheden: een zoetje / een zuurtje / een bittertje / een zoutje. Mijn tenen krommen om van ergernis. Ik vraag me af wat zo'n uitspraak toevoegt en of het echt opbouwende kritiek is aan het adres van de kok. Volgens is zo’n opmerking namelijk gewoon de werkwijze van een beroemde kok om zo zijn Superieure Smaakbeleving door te duwen. Want wees nou eerlijk, jouw zoetje is niet per se mijn zoetje. Of erger nog, misschien houd je gewoon niet van een zoetje?

Natuurlijk zijn sterrenkoks niet voor niets sterrenkoks. Het zijn stuk voor stuk vakmannen en vakvrouwen die weten waarover ze met veel passie praten. Maar waarom is hun smaakbeleving “de waarheid” als er een verkleinwoordje aan het gerecht moet worden toegevoegd? Een verkleining als “zuurtje” impliceert dat het om een perfectionering van een gerecht gaat. Om finesse. Om culinair overwicht. Jij bent een kleine kok en ik ben een grote kok dus ik heb gelijk. Maar deze toevoeging houdt tegelijkertijd is dat een bittertje het verschil kan maken als het gaat om persoonlijke smaak, om de kracht van de individuele fijnproever.

Daarom moet er worden gepleit voor krachtige en opbouwende culinaire feedback, juist tijdens een televisiekookwedstrijd. Dan hebben zowel de kok als de kijker er wat aan en schieten de kijkcijfers omhoog. En het levert smakelijkere kooktv op.

vrijdag 1 oktober 2010

Symbiose

Door mijn zwangerschapsverlof ben ik de laatste tijd nogal veel thuis. Als gevolg hiervan hebben onze katten en ik een nog inniger band ontwikkeld. Het begint er op te lijken dat wij drieën in ware symbiose samenleven en elkaar echt begrijpen. Zo is onze oudste en dikke kat J vrijwel niet uit mijn buurt te slaan. Alleen als je de kamer gaat verbouwen of gaat stofzuigen vlucht ze naar de zolder, maar verder ligt ze vrijwel de gehele dag en nacht bij me in de buurt. Heel erg in de buurt. Tik ik een column dan ligt ze op of naast mijn computer, lig ik in bed dan ligt ze naast mijn hoofd. Zelfs als er geen plek is. Ze blijft stug de hele nacht naast mijn hoofd liggen tot ik op sta. Als ik naar de wc ga, gaat ze met me mee. Sta ik onder de douche dan zit ze voor de douche op me te wachten. Lig ik op de bank, dan ligt ze op de leuning (weer) naast mijn hoofd. Onze jongste kat S houdt er van mij te bestuderen. Als ik kook zit ze op of bij de eettafel en bestudeert mijn bewegingen. Als ik achter de computer zit dan bestudeert ze dat vanaf een afstandje van de bank. Lig ik op de bank dan ligt ze bovenop me.

En omgekeerd hou ik er van onze katten te bestuderen en met ze te praten, ik heb er immers nu de tijd voor. Omdat ik als ik thuis ben weinig aanspraak heb, bespreek ik met hen regelmatig wat we gaan doen (schoonmaken, opruimen, tv kijken). Ook ben ik zeer geïnteresseerd in wat zij zoal doen. Zo zijn ze de laatste tijd echte jagers geworden en komen ze regelmatig met hun prooi de huiskamer in om er daar ‘mee te spelen’. Ik mocht al de meest smerige spinnen, libelles en sprinkhanen ontvangen in onze woonkamer. Daarnaast blijkt J een talent te hebben ontwikkeld voor het vinden van eten. Ik volg gefascineerd haar gangen als ze in de voorraadkast verdwijnt want sinds kort weet ze feilloos de zakken met kattenvoer te vinden, zelfs als die op de hoogste planken staan. Gisterochtend had ze onder het toeziend oog van S twee zakken weten open te krabben en hoorde ik de brokjes op de vloer van de trapkast vallen waarna S ze naar binnen schrokte. Uiteraard heb ik de zakken meteen opgeruimd, maar wel de al gemorste brokjes voor ze achtergelaten, als een soort stille beloning.
Overigens denken de katten dat wij de babykamer voor hen hebben ingericht. Als ik daar de deur open laat staan liggen ze om de beurt in het bedje, op het omkleedkussen of op de stoel. Ze zullen het nog moeilijk krijgen als ik zometeen niet meer alle tijd voor ze heb en dat kamertje niet voor hen blijkt te zijn.