dinsdag 31 juli 2012

Italië, idioot maar prachtig

Het is denk ik een jaar of tien geleden dat ik met vriendin M. naar Italië op vakantie ging. Als ik terugdenk aan die vakantie overvalt mij steeds een gevoel van weemoedigheid en verwondering. Weemoedig omdat het zo leuk was. Verwondering omdat het bij vlagen belachelijk en rommelig was.

De aanleiding voor de reis was vriendin G. die toen een half jaar in Florence studeerde. We vlogen echter niet op Florence, omdat dat veel duurder was. In plaats daarvna vlogen we op Bologna, waar we meteen al vertaging hadden doordat mijn tas niet was meegekomen. Bologna heeft een klein vliegveld zonder faciliteiten, waardoor wij urenlang op de grond in een verlaten hal naast een stilstaande bagageband hebben gezeten. Daarna gingen we met de bus naar een onbekende camping bij Bologna. Op deze camping bleek geen van de medewerkers iets anders dan Italiaans te spreken, wat ons vrij onhandig leek op een plek waar veel toeristen kwamen. 's Avonds bestelden we in het Frans een bord pasta, wat ook niet begrepen werd zodat we op de kaart wezen en "due penne per favore" brabbelden. Mijn herinnering aan Bologna is dat het heel mooi was en heel warm. Op de camping was het niet minder warm. Na een dagje smelten in de stad zijn we op de terugweg een ge-aircode snackbar ingelopen, waar we vervolgens een uur over een glas cola hebben gedaan. Instinctieve overlevingsdrang. En geldgebrek.

Dat geldgebrek vertaalde zich ook in onze eetgewoontes. We wilden zo veel mogelijk zelf koken, wat best een uitdaging is met slechts één kookpit. De eenpansmaaltijd was het helemaal: een zak pasta met saus waar je alleen nog kokend water bij hoefde te gooien en daar roerden we dan de ene avond doperwten door, de andere avond maïs. Daar een heerlijk glas goedkope wijn bij (kurk naar binnen geslagen, want geen kurkentrekker), die wij direct uit de fles of uit een plastic mok dronken.

Met de trein reisden we door naar Florence, waar we een camping vonden vlak onder het Piazza Michelangelo. Onze voettocht naar boven duurde lang, ook omdat we eerst verkeerd liepen. Dit doordat de weg versperd werd door een kwijlende debiel met zijn hand aan zijn kruis, onderwijl Italiaanse klanken brommend. We probeerden snel door te lopen, maar dat is nog niet eenvoudig met kampeerbepakking en bergopwaarts. Bij de ingang van de camping wisten we hem af te schudden en we vonden een kleine doch schaduwrijke plek voor ons tentje. Toen we geïnstalleerd waren (wat even duurde doordat we werden afgegeleid door een jongen die wanhopig en in de brandende zon zijn gastankje probeerde te installeren, om het vervolgens, in de brandende zon dus, over zichzelf en zijn tent leeg te laten spuiten) keken we vanaf ons matje (geen stoelen nee) tevreden om ons heen. Achter de boom hoorde M. ineens een zacht geluid. Eens kijken wat dat was. Hee, daar zat een hek, de omheining van de camping. Wat zou dat geluid toch zijn? Samen tuurden we door het gaas en daar stonden we plots oog in oog met de kwijlende man, die zachtjes naar ons kreunde.

Zuchtend hingen we onze handdoeken voor het hek om het uitzicht te belemmeren en vluchtten we vervolgens naar het appartement van vriendin G. Daar wilden we liever ook niet meer weg. Voor m'n gevoel hebben we daar dagen rondgehangen. Het was alsof je in L'Auberge Espagnol was terechtgekomen en dan met heerlijk Italiaans eten en wijn tot in de kleine uurtjes. Uiteindelijk zijn we ook daar weer weggegaan, dronken en om zeven uur 's ochtends, toen we de tent voor tienen ingepakt moesten hebben. Daarna hebben we nog op een camping aan de kust bij Viareggio gestaan. Het was heerlijk, gezellig, belachelijk en spannend. Iedere keer als we iets moesten betalen waren we bang dat dat niet meer zou lukken, maar dankzij ons doperwtendieet zijn we zonder problemen de vakantie doorgekomen. En misschien ook doordat onze ouders nog wat extra's hadden overgemaakt. Dat kan niet anders. Het was ook een idioot plan, blut op vakantie. Idioot maar prachtig. Zie je, nou ben ik toch weer weemoedig.

maandag 30 juli 2012

OMG LOL WTF cute!


Soms zit ik wel eens voor me uit te staren en weet ik dat het tijd is voor een dosis BuzzFeed. Deze website ontdekte ik laatst bij toeval en het is een van de mooiste ontdekkingen van mijn online leven geweest. Op BuzzFeed ontdek ik elke keer weer hoe mooi, schattig, achterlijk en lachwekkend de wereld is door allerlei lieve, schokkende, cute en LOL-plaatjes. Wat een genot op een saaie werkdag, of juist ontspanning in het weekend. 

Ik kijk zelf het liefst naar de afdeling ‘cute’. Mijn meest gehoorde uitroep als ik naar Buzzfeed kijk is ‘Aww!’. Minidiertjes doen het altijd goed bij mij: puppy’s, kjoetie kittens, superlieve schildpadjes, kleine vosjes en minibeertjes. Ook heb ik door BuzzFeed een nieuw soort hond ontdekt: de pom. Dit beest ziet eruit als een knuffel en is het ook. Kijk maar bij nummer 8. Nog meer tips? Queen Elisabeth rockte de opening van de Olympische Spelen. En hier een stapel slapende katten: lief! Oh en hier heb je nog een stonede hond. Heerlijk toch? De wereld is mooi.


vrijdag 27 juli 2012

Weigerkappers

Eindelijk was er het langverwachte protest. Vol verbazing vraag ik me bij de Hollandse plukjeskapsels af 'welke kapper knipt dat zo?!' Er moet natuurlijk brood op de plank, 'u vraagt, wij knippen,' luidt het kapperscredo. Toch is ook bij de kappers na jaren van huilend knippen en af en toe gillen in een kussen nu eindelijk de grens bereikt. In Spanje zijn de eerst protesten al begonnen. Een logische plek, er komen immers elk jaar hele bossen gemiddelde Nederlanders naar Spanje om vakantie te vieren. Geen beter moment dus om uitgerekend nu te staken, de schaar erbij neer te gooien. Weigerkappers. Naar verwachting zal het protest overwaaien naar Griekenland, Italië en Frankrijk, om uiteindelijk via Duitsland ook onze landsgrenzen te bereiken. Ik raad u aan om nu alvast kappersafspraken te hamsteren, de rijen zullen dit najaar niet te overzien dus. Doe maar alvast lekker kort dus, dan kan je even vooruit.

donderdag 26 juli 2012

I heart ... sproeten

Pippi Langkous en Hermione hebben ze, en vergeet niet onze eigen Maxima. Of Lindsay Lohan. En natuurlijk Julianne Moore. Efelides, beter bekend als sproeten. Prachtige sproeten, roodbruine herinneringen aan de zon. Of misschien aan je oma die nog rossiger en bleker is dan dat jij bent. Het is tenslotte erfelijk.

En ondanks dat mijn opa vroeger zei dat elke sproet een roestig uiteinde van een zenuwcel is, ben ik trots op mijn zonnestippen. Ze zitten er altijd, ze horen bij mij en er is maar weinig zonlicht voor nodig om ze te activeren. Soms is er een nachtmerrie, dat de sproeten overnight verdwenen zijn en dat ik nooit aan mijn blotebillengezicht zou kunnen wennen. Soms is de zon zo sterk dat de sproeten op mijn neus agglomereren. Oh jahoor, dan lijkt je gezicht opeens wel bruin.

Toch zijn er mensen die sproeten lelijk vinden, en dat terwijl het één van de zeven schoonheden is. In de VS is er sproetenbleekmiddel te koop, en ik hoorde van een bruid met jurk van bijzonder weinig stof die haar sproeten had laten weglaseren. Stond niet zo classy tijdens de bruiloft. Onbegrijpelijk. Verloochening.

Sproeten zijn als vuurwerk op de boulevard, als voeten in het warme zand, als zomerkoninkjes met room en als lavendelvelden in Frankrijk. Ze horen bij de zon en zijn een van de mooiste cadeautjes van de zomer.

woensdag 25 juli 2012

Vakantiereprise: Ode aan Palūšė

De Lonely Planet beloofde een schattig klein toeristendorpje, een goede uitvalsbasis voor wandelen en fietsen in een van de mooiste nationale parken van Litouwen. Ha, daar had ik wel oren naar! Aangezien de huurauto het al na drie dagen begeven had en een niet nader te noemen alleen in Europa opererend autoverhuurbedrijf het beloofde vervangende vervoer niet kon leveren, vertrokken meneer S en ik met onze volgepropte backpacks per trein van Vilnius naar het Litouwse platteland. Aangekomen in Iganalina bleek de bus naar idyllisch Palūšė ongeveer tweemaal per dag te gaan. Het duurde nog 3 uur voordat de volgende vertrok. Mind you, Palūšė ligt maar 5 km verderop waarop we besloten om een taxi te nemen.

Hobbelend met de backpacks op de rug en een redelijk gevulde tas vreterij uit de plaatselijke supermarkt vertrokken we met de taxi. De chauffeur had niet zo lang nodig om te bedenken dat we geen locals waren en reed ons meteen naar het toeristeninformatiecentrum. Of nou ja, het gebouw dat nu vervallen houten 2-onder-1kap datsjas zonder verwarming verhuurt. Het gebouw formerly known as informatiecentrum was niet bemand, er waren geen folders en er was zeker geen toeristische informatie. Er zat buiten alleen een kettingrokende meneer zonder goed humeur die ons niet kon helpen.

Er zat niet anders op dan terug te lopen naar het minidorp en te bedenken wat we moesten doen. Onderweg zagen we angstvallig weinig overnachtingsmogelijkheden. Het enige teken van leven was bij het enige eettentje in het dorp, en bij een ander gebouw. Dit bleek het kantoor van de beheerders van het nationaal park waarin Palūšė ligt te zijn. Hier zit overigens ook sinds een jaar of drie de toeristeninfo. In gesprek met de enthousiaste parkmeneer bleek dat het wel een beetje een probleem was dat we geen auto hadden, tenminste als we ergens wilden eten of slapen. Volgens mij dacht hij dat we een grapje maakte, maar toen we nog een keer vertelden dat we met het openbaar vervoer reisden betrok zijn gezicht een beetje. In ieder geval kon hij ons wel helpen.

Hij pakte zijn sleutels en we staken de enige verharde weg van het gehucht over. Daar liepen we de achtertuin in van een Litouwse familie. Parkmeneer sprak met een vriendelijke geblondeerde dame en jawel, we konden twee nachten in het houten huisje in de achtertuin slapen. Fietsen en boten voor op het meer waren tevens beschikbaar net zoals een Alessi cafetière. Opgelucht dat we ergens konden de slapen en eindelijk de zware tassen konden dumpen, kregen we weinig rust. De dame stond alweer voor onze neus met twee borden zelfgemaakte onduidelijke vleesbrokken, salade en brood. Als toetje een schaaltje zelfgemaakte wafels. We hadden vast wel honger, toch?

's Middags kwam het er dan echt van. Een wandeltocht met natuur en bos. En regen. En muggen. Maar het was weg uit de drukke stad en het was rustig. Na de wandeling aten we in de uitgestorven Piratenbar (tevens winkel voor sterke drank), die wonderbaarlijk genoeg een menukaart in het Engels had. Platgeslagen gefrituurde kipnugget met ingemaakte azijngroente. Jum. Plattelandlucht maakt slaperig en om 9 uur ging het licht uit.

De dag erna liepen we 18 km door bos en platteland, zagen we kraanvogels, fantastische landschappen, paddestoelen in alle soorten en maten en genoten we van de rust en van het land. 's Avonds aten we platgeslagen gefrituurde paneervarkenslapje met ingemaakte azijngroente en keek ik vertederd naar de babyvogels in een zwaluwnest. Wat een heerlijke vakantiedag en wat en schattig klein dorp. Als je ooit eens in de buurt bent...

dinsdag 24 juli 2012

Kluspraat


Wanneer er bij ons thuis klusmannen over de vloer komen, stemt me dat nieuwsgierig. Vakmensen die dingen kunnen maken en repareren, daar heb ik bewondering voor. Eigenlijk zou ik wel willen toekijken hoe ze dat nou doen. Sleuven drillen, leidingen aanleggen, vloeren timmeren, hout lakken, muren stuken. Geweldig toch als je dat allemaal kan? En dan de hele tijd vragen: waarom doe je dat? Wat zit er door het stuukspul? Welke voorstrijk gebruik je? Moet je geen mondkapje voor? Wat vindt de Arbodienst hiervan? Ik denk dat klusmannen dat knap irritant zouden vinden, daarom houd ik me in. 

Uit angst in de weg te lopen maak ik me het liefst uit de voeten. Laat die mannen maar schuiven, die weten vast wel wat ze doen. Beter dan ik in ieder geval. Verder ben ik ook geen groot liefhebber van lawaai en stofwolken, ik kom wel terug zodra het puin gezakt is. Dan kan ik lekker overal even met een geel doekje langs. Langs de ramen. Langs de wc-bril.

Van de week was er echter geen ontkomen aan: ik had een migraineaanval net op de dag dat de stukadoor langskwam. Zuchtend van de pijn sleepte ik mezelf uit bed om koffie te zetten en een praatje te maken. Niet dat ik dat laatste zo vervelend vind, hoor. De meeste klusmannen vind ik wel relaxt. In mijn regio zijn dat veelal kerels met een plat Haags accent en daar word ik wel vrolijk van. Het klinkt gezellig en no-nonsens.

Ik knoop graag een praatje met ze aan, maar eigenlijk weet ik nooit zo goed waarover dat moet gaan.
In de eerste vijf minuten van ons eerste gesprek (‘wil je koffie?’) had ik meteen al m’n kruit verschoten. In blinde paniek vuurde ik mijn volledige repertoire op hem af: hoe gebruik je je koffie? Hoe laat denk je dat je klaar bent? Lekker weer hè, kan je lekker buiten roken (niet met de bedoeling hem naar buiten te sturen, maar dat klonk misschien wel zo, en dat is niet aardig, zou hij nu denken dat ik hem naar buiten stuurde?). Word je altijd door deze aannemer ingehuurd? Stuken is zwaar werk hè, ik heb er wel eens over gedacht een stuukcursus te doen maar dat is misschien wat te zwaar?

Vervolgens vroeg ik me af waar ik het straks met hem over moest hebben. Ik kon vragen hoe het werk vorderde, of zou dat klinken alsof ik hem wilde opjutten? Een goede vraag was of hij uit Den Haag kwam. Dan kon ik vervolgens vragen waar dan en dan iets zeggen over die wijk (in de hoop dat ik iets wist over zijn wijk), lekker dicht bij het strand of zoiets en dan konden we nog iets zeggen over het uitblijven van strandweer. Zou ik hem iets te eten moeten aanbieden? Hij had wel een koelbox bij zich. Ik kon vragen wat hij op z’n brood had, hoewel dat ook niet echt het gesprek aanzwengelde: worst? O ja, lekker, ik heb hagelslag. Dusss… Nog even speelde ik met het idee om hem naar z’n tattoos te vragen die ik uit de mouwen van z’n t-shirt zag piepen, maar uit vrees dat hij z’n shirt zou uittrekken om de rest te laten zien, heb ik dat toch maar niet gedaan.

Uiteindelijk heb ik alleen nog gevraagd of hij nog koffie wilde, of het goed ging en of hij nog vakantieplannen had. Dat vroeg ik namelijk ook altijd aan de kapster. Ook zo’n onbekende met wie je pijnlijke stiltes moet vullen. Volgens mij maakte de stukadoor zich er helemaal niet druk over en vond hij die stiltes helemaal niet pijnlijk. Lekker rustig juist. Ik hoorde hem de hele dag heel relaxt (en soms vrij lawaaiig) door de kamer stommelen en meeneuriën met de muziek. Klus geklaard, morgen weer naar een ander huis met obligate praatjes. Of geâhwehoeâh!

donderdag 19 juli 2012

Bombeer

De vakanties dat we met het hele gezin weggingen zijn en waren zeldzaam. Ik herinner me geen zwarte zaterdagen of campings in Frankrijk. Ik herinner me ponykamp, boomhuttenknutselkamp en een summerschool in Brighton. Mooie herinneringen. Maar wel zonder allebei de ouders.

Mijn vader kon niet altijd vrij krijgen tijdens de schoolvakanties maar hij deed altijd zijn best om zijn dochters toch mee te nemen op vakantie. Op de fiets naar Brugge, naar de kermis voor een kaneelstok. Soms was het verder weg. Met mijn zus ging hij zwemmen in Griekenland, met mij deed hij een stadswandeling in York. Maar de vakantie met zijn drieëen naar Engeland staat als prachtige familievakantie in mijn geheugen. Omdat ik me de zorg en liefde van mijn vader herinner. Juist om een dagje weg dat vreselijk uit de hand zou lopen.

Die ochtend vertrokken met de bus vanuit ons hotel richting Oxford. Mijn vader sprak gebrekkig Engels en moest overal verantwoorden waarom er geen moeder mee was, maar we kochten buskaartjes en broodjes en gingen op weg. Oxford hebben we die ochtend niet gehaald. Het ontbijt viel slecht en mijn vader was zo enthousiast in de weer met het regelen van het uitje dat ik niet zo goed durfde te zeggen dat ik zo’n buikpijn had. Het werd steeds erger. En keerden we dus halverwege om. Terug naar het hotel zodat ik kon douchen en schone kleren kon aandoen.

Na de lunch opnieuw naar Oxford. Poging twee. Zus was nog in de basisschoolleeftijd en had haar knuffelbeer meegebracht. Toch best spannend allemaal. De reis ging voorspoedig en Oxford was prachtig. Totdat ze tijdens een kopje thee ontroostbaar begon te huilen. Tranen met tuiten en de grootste snikken. Wij waren in Oxford. Beer was nog in de bus. Mijn vader aarzelde geen seconde.

Daddy to the rescue. Naar de VVV. Busmaatschappij gebeld en meteen actie ondernomen, met aan zijn ene zijde een dochter met voedselvergiftiging en aan zijn andere zijde een dochter die net haar lievelingsbeer was kwijtgeraakt. Toen was daar hoop! Hoop voor Beer!

Wat zegt u meneer, ja wij hebben inderdaad een knuffel gevonden op lijn 6. Oh van uw dochter. Ja meneer ik begrijp het. Maar ik kan u niet helpen. U moet begrijpen dat we in verband met al dat gedoe met de IRA meteen moesten handelen. De beer is onschadelijk gemaakt. We konden geen risico nemen.

woensdag 18 juli 2012

Fem op reis

Moerakie Boulders, Nieuw-Zeeland


Ongeveer een jaar geleden schreef ons allerliefste Fem over haar wilde wereldplannen. Baan opzeggen, goed voorbereiden en dan gaan. Inmiddels is ze terug en vol nieuwe ervaringen en indrukken. En nieuwe plannen. Jaloers lazen we haar blog tijdens haar mondiale avonturen en waren zeer onder de indruk van haar fotoverslag van Nieuw-Zeeland. Iets met reiskriebels.
Check haar blog, Fem is terug maar de avonturen blijven komen.

dinsdag 17 juli 2012

De flats te hoog, de broeken te kort

Vorig weekend was ik er weer even, noodgedwongen. 'Noodgedwongen' klinkt vrij ernstig en dat is het ook. Maar ik heb geen keus, want mijn ouders wonen daar en mijn broer ook en nog heel wat andere familie. Waarom weet ik niet zo goed. Waar ik het over heb? Over de stad van mijn jeugd: Zoetermeer.

Het is al bijna zestien jaar geleden dat ik uit Zoetermeer vertrok. Ik ging op kamers wonen in mijn studentenstad. Een mooie, gezellige stad, veel mooier dan Zoetermeer. Heel veel steden bleken mooier dan Zoetermeer. Dat weet ik doordat ik altijd met zuchtende en steunende mensen te maken krijg wanneer ik vertel (of beken) dat ik uit Zoetermeer kom. Mensen uit Den Haag of Breda of Groningen of Utrecht kennen Zoetermeer en die kijken me vol medelijden aan omdat ik daar ben opgegroeid. Begrijpelijk, want ik ken op mijn beurt Den Haag, Groningen, Breda en Utrecht en dat zijn inderdaad heel leuke steden waar je vast een idyllische jeugd kan doorbrengen met andere bevoorrechte kinderen.

Gek genoeg begonnen ook mensen uit Almelo, Nieuwegein, Hoofddorp en Almere te kermen bij het woord Zoetermeer. Deze steden ken ik ook en doen qua treurigheid op geen enkele manier onder voor Zoetermeer. Ik wil zelfs beweren dat enkele van deze plaatsen nog heel wat deprimerender zijn. Natuurlijk, Zoetermeer heeft een afzichtelijke skyline van jaren '70-flats en is uitgebreid met onooglijke nieuwbouwwijken. Maar Zoetermeer heeft ook een (ok, zeer beperkt) oud centrum met leuke huisjes, een oude molen en een watertoren.

Als je op zaterdagmiddag door het Stadshart, het grootste winkelcentrum van Zoetermeer loopt, zou je het niet voor mogelijk houden, maar er wonen ook heel wat leuke mensen in Zoetermeer. Hilbrand Nawijn, die woont er ook al jaren en zit er in de gemeenteraad. Er komen semi-succesvolle sporters uit Zoetermeer, zoals polsstokhoogspringer Laurens Looije en trampolinespringer Allan Villafuerte. Georgina Verbaan? Ook Zoetermeerse, ze werkte indertijd, net als Eef en ik, bij het Versland in de passage (ok, dat was echt een heel trieste omgeving). Verder had ik op school leuke vrienden en die woonden ook allemaal in Zoetermeer.

Toch heb ik nooit de behoefte gevoeld om in Zoetermeer te blijven, ondanks het feit (ja, het is een feit) dat overal leuke mensen wonen, ook daar waar de flats te hoog zijn en de broeken te kort. Er zijn mensen die mij hebben geprobeerd te overtuigen met de lage huizenprijzen in Zoetermeer, en dat is inderdaad waar, maar daar is ook een reden voor: ergens anders in de buurt is het toch wel wat leuker. In mijn studentenstad was het leuker. In mijn huidige woonplaats is het leuker.

Als ik over de A12 vanuit Utrecht naar huis rijd en langs Zoetermeer kom, krijg ik een weemoedig gevoel bij de aanblik van Nutricia, de Mandelabrug en de koepel van mijn oude tennisclub. Zoetermeer, Leisure city, stond er een tijdje aangeplakt. Geen idee wat ermee bedoeld wordt, maar het klinkt heerlijk. Toch geef ik op dat moment nog even flink gas, rij door en pak de afslag bij wat in mijn kindertijd Kohne Starlift was. Zodra ik de straat in draai krijg ik een nog veel weemoediger gevoel: gelukkig, ik ben weer thuis.

maandag 16 juli 2012

Glunderend op het Binnenhof


In april 2011 zou ik naar de Tweede Kamer gaan. Ik had me er op verheugd: uiteraard kende ik het gebouw al van tv. Natuurlijk de vergaderzaal van de Kamer, met alle mooie blauwe stoeltjes. Het binnenplein waar journalisten ministers en staatssecretarissen aan hun dure jasjes trekken. En de befaamde roltrappen waar Ferry Mingelen opgewonden verslag doet van het ene politieke drama na het andere.

Maar helaas. Ik kreeg koorts en moest mijn excursie cancellen. Het was de eerste van een lange rij teleurstellingen. Het probleem met een rondleiding in de Tweede Kamer is: het feit dat het hier om de Tweede Kamer gaat. Met Hoofdletters. Want in die Kamer worden allerlei Belangrijke Zaken besproken. En soms besluiten de heren en dames bewindslieden dat deze vergaderingen ook buiten kantooruren nodig zijn. In het laatste jaar heb ik nóg drie keer geprobeerd een rondleiding te boeken, maar steeds werd ik kort van tevoren afgebeld met een of ander rotsmoesje: er moest weer zo nodig vergaderd worden.

Groot was dan ook mijn ergernis en schrik toen ik vorige week las dat een deel van de Tweede Kamer zou terugkeren van reces. Wel potverdorie. Ik dacht slim te zijn en boekte expres een rondleiding in de zomervakantie van onze landbestuurders. Ze zouden wel gék zijn om van vakantie terug te komen om te praten over een zak met geld aan Spanje?! Ik brieste tegen manlief dat die hele Tweede Kamer mijn keel uitkwam en dat als de rondleiding wéér afgeblazen zou worden, ik nóóit meer zou gaan stemmen. Gelukkig stelde MinFin De Jager mij meteen al gerust: hij verwachtte donderdag al met een besluit te kunnen komen. Ik werd niet meer gebeld en afgelopen zaterdag stond ik dan ook glunderend in de stromende regen op het Binnenhof.

SGP-voorlichter Menno de Bruyne vertelde in geuren en kleuren over onze staatsinrichting. (Lijkt dit een contradictio in terminis? Nou, De Bruyne kán in geuren en kleuren over politiek vertellen. Het is dan wel een SGP’er, maar geen saaie broeder. Behalve op zondag.) Ik genoot. Politiek Den Haag kan opgelucht ademhalen: ik ga 12 september stemmen. Geen idee wíéns hokje ik dan rood ga kleuren, dat konden ze me zaterdag helaas ook niet vertellen.

vrijdag 13 juli 2012

Vakantietip #2: vakantiecalamiteiten en de muzikale oplossing

Denk eens aan een vervelend vakantieprobleem. Daar hoeft het niet per se vrijdag de dertiende of zwarte zaterdag voor te zijn. Bijvoorbeeld een vertraagde ICE, een overboekt Air France-toestel of een dag van 40 graden en dan vastzitten op de ringweg van Istanbul. Zorg dan dat je naast de verzekering, het potje pindakaas en de reisapotheek ook de volgende muziek bij je hebt. We garanderen dat je de vakantiepech als minder zwaar en vervelend zal ervaren.

Situatie 1: de el cheapo luchtvaartmaatschappij heeft je bagage doorgevlogen naar Heraklion terwijl de bestemming Malaga is, en je staat aan de balie op vliegveld Brussel Zuid je geduld te verliezen. Je krijgt geen bonnetje voor gratis koffie want op dit vliegveld zijn geen faciliteiten. Je hebt te horen gekregen dat je pas de volgende dag met de dan hopelijk gevonden bagage kan doorvliegen en op de koude Belgische plavuizen zal moeten overnachten.
Muzikale oplossing: Vampire Weekend de meest gehypte indieband van de zeroes maar als we eerlijk zijn zorgt VW vooral voor een goede nachtrust door hun saaie liedjes en eentonige zanglijnen. Kortom, je wordt er zen van en het bevordert je relativeringsvermogen en de nachtrust. Mocht je echt niet kunnen slapen, overweeg dan Tim Knol, de Nederlandse singersongwriter en het is gegarandeerd snurken in de vertrekhal. Een andere tip van Nederlandse bodem is Chef's Special.
Ook te gebruiken bij: forenzen in de trein, tijdens het hutje mutje zitten in de spits kan je wel wat ontspanning gebruiken zonder dat je per se echt van de muziek hoeft te genieten.Gewoon om je eigen zone te bewaken.

Situatie 2:
de rondreis door de woestijn van Arizona was een heel goed idee en de reis is fantastisch, maar ondanks de voorbereiding en een uitvoerig studie van de Lonely Planet had je toch niet helemaal goed ingeschat hoe saai en lang de weg langs de grens met Mexico zou zijn. Alleen maar cactussen en tumbleweed en immer gerade aus.
Muzikale oplossing: Gogol Bordello, de band zal je energieniveau beter aanvullen dan vijf blikjes Red Bull en het risisco om in slaap te vallen is minimaal. Bijkomend voordeel is dat het accent van de zanger zo dik is dat de Amerikanen de tekst waarschijnlijk niet kunnen verstaan en je met de ramen open kunt rijden zonder gearresteerd te worden wegens schending van de openbare orde.
Ook te gebruiken bij: een weekendje weg met de schoonfamilie op het moment dat je even een momentje voor jezelf nodig hebt (lees: afreageren).

Situatie 3:
om vervelende verplichte feestdagenvreetpartijen, last minute shoptrips naar de traiteur en ongemakkelijke familiegelegenheden te vermijden, boek je tijdens de feestdagen toch maar een weekje weg. Helaas een klein budget dus het wordt Hongarije eind december. Daar is het dan -8 en je bent eigenlijk veroordeeld tot rijden in de huurauto omdat buiten tijdens het toeristisch fotograferen je vingers eraf vriezen.
Muzikale oplossing: The Best of Communism, de opzwepende klanken van de Internationale slepen je er doorheen. Vergeet bij de toeristische winkeltjes geen bontmuts aan te schaffen. Leuk voor het thuisfront ook en meteen praktisch bij deze temperaturen.
Ook te gebruiken bij: demonstraties op het Binnenhof, themafeestjes in een studentenhuis of om oudere generaties op de kast te krijgen.

Situatie 4:
het leek een goed idee om bij dat stalletje op straat zo'n lekkere samosa te kopen. Maar als je een paar uur later met je afritsbroek op de enkels staat te squatten boven een Thais gat in de grond, heb je er ontzettend veel spijt van. Diarree en koorts. En door de voedselvergiftiging wordt je PADIexamen je ook al door de neus geboord. Ziek en belabberd en dat zal de komende dagen nog wel even duren.
Muzikale oplossing: Alphabeat, de band die eigenlijk net zo fout is als je geboekte all inclusive duikvakantie naar een resort in Thailand. Toch kunnen de synthesizereffecten van de band je uit de dip halen. Denk aan zangeres Stine en doe alsof ze vrolijk door je kamer danst en springt. De hallucinaties van de koorts zullen erbij in het niets vallen en de liedjes doen wonderen voor je humeur.
Ook te gebruiken bij: zomerstraatfeestBBQ gesponsord door de gemeente in het kader van prachtwijken en het bevorderen van het gemeenschapsgevoel, achtergrondmuziek als je met al je vrienden de voorbeschouwing van Eurovision doorneemt.

donderdag 12 juli 2012

Vakantiereprise: Laat mij maar op Vlieland zijn

Ik heb de wereld al ontdekt
Ik ging naar Leeuwarden en Sneek
Ik hoef er echt geen dag te wezen
Laat staan een hele week
Die enorme grote steden
Ik voelde me zo klein
Doe mij een groot plezier:
Laat mij maar op Vlieland zijn


Prachtig in al zijn eenvoud, de tekst van de Vlielandse zanger Sjoerd. Hij heeft de wereld ontdekt door Leeuwarden en Sneek. Grote steden, je voelt je er klein. Snel weer terug naar Vlieland! Mooi toch? Je zal zo'n jongen meenemen naar Las Vegas, die komt overspannen terug. Ik begrijp het natuurlijk wel, hoor. Ik had dat zelf ook een beetje bij Vegas. Iets minder bij Leeuwarden en Sneek. Maar nu ben ik een weekend op Vlieland geweest, en dan is de rest van de wereld, of dat nou Bartlehiem of New York is, toch wel overweldigend. Normaal gesproken had ik cynisch gelachen om de naïeve boodschap: Sneek en Leeuwarden en dan denk je de wereld te hebben gezien, ha! Vergeleken bij Vlieland klopt het.

Vlieland is van een magische schoonheid, in ieder geval toen ik er was. Het was mooi weer, de wind woei, de stemming was uitgelaten. Vlieland is klein. Stukje kust, stukje bos, weer stukje kust. Aan de kust liggen kleine weilanden met hierin paarden. Mooie blonde paarden met wapperende manen en harige laarsjes aan. Op een trailer die voorbijreed stond dat het IJslandse paarden waren. IJslandse paarden! Prachtig. Een blond paard in een groene wei met op de achtergrond de zee en wat bootjes. En dan maar tegen de wind in trappen op je fietsje. De zon scheen vrolijk en het was warm. Al fietsend trok ik overmoedig mijn jas uit en viel onderuit, in de modder. Lachend. Ik zit nog steeds onder de blauwe plekken maar denkend aan Vlieland lach ik.

's Avonds gingen we in het dorp luisteren naar Sjoerd, Vlielands Hessel. Het was heerlijk, totdat een man uit het publiek zich aan Sjoerd opdrong en zijn klarinet tevoorschijn haalde (nee, dit is geen metafoor voor een seksuele handeling). Hij dacht blijkbaar dat het open-mic-avond was, en begon als een bezetene klezmerdeuntjes door Sjoerd heen te tetteren. Een rare poging tot een jamsessie. Hij bleef er een uur naast hangen en niemand stuurde hem weg. De dames die cd's verkochten vonden dat we sympathie moesten hebben voor muzikaal talent. Dat hebben we ook, daarom wilden we Sjoerd horen.

Desondanks bleven we lachen, we waren immers op Vlieland! Ik wil snel weer uitwaaien en bier drinken in de zon en naar Sjoerd luisteren en op m'n bek gaan. Op Vlieland.

woensdag 11 juli 2012

Koffieautomaatpraat: Tour de France

Dit is een gastcolumn van onze gastcolumnist M

Heb je moeite om mee te komen bij de koffieautomaat? Wil je wel graag meedoen aan het gesprek van de dag, maar heb je geen idee wat je nu weer moet zeggen? In het kader van de Koffieautomaatpraat geef ik tips voor hoe je dat dagelijkse sociale momentje met glans doorstaat. Vandaag: de Tour de France.

Tip 1

Wil je echt meepraten over de Tour de France? Verdiep je dan in ieder geval in de etappes die op dat moment gereden worden. Weet het verschil tussen berg- en sprintetappes, tussen sprinters en klimmers (en weet dan vervolgens ook dat die twee termen in dit geval niets te maken hebben met hardlopen of bergbeklimmen), en tussen de verschillende truien. Weet wie op dat moment de gele trui draagt en wie de beste kansen hebben om daarin te eindigen. Nederlanders behoren waarschijnlijk niet tot die groep, dus het is ook verstandig om te weten welke Nederlandse renners er meedoen. Over dit alles kun je dan vervolgens een intelligente opmerking maken. Weet welk zeker dat die ergens op slaat.

Tip 2

Misschien nog wel beter: verdiep je in de rode lantaarn, de laatste in het klassement. Die persoon verdedig je dan vervolgens alsof ie echt de tour van zijn leven rijdt. Niet alleen kom je dan gelijk over als iemand die wel heel veel van de Tour moet weten, je verdedigt ook gelijk de underdog, de doorzetter, de vechter. Dat is interessant. Hé, voor je het weet ben jij op je werk straks de autoriteit als het gaat om de rode lantaarn. Als het een Nederlander is, zorg dan dat jij degene bent die de hype aanzwengelt. Jij wilt natuurlijk de eerste zijn die ‘de nieuwe Kenny van Hummel’ zag aankomen. Overigens kun je er bij de rode lantaarn vrijwel zeker van zijn dat ie geen doping gebruikt heeft. Eventueel kun je dan ook nog zoiets zeggen als: ‘ik support de renners die het allemaal op eigen kracht doen.’

Tip 3Daarover gesproken: met de opmerking ‘die heeft zeker doping gebruikt’ na elke uitzonderlijk goede prestatie, maak je jezelf niet populair bij de wielerfanaten. Het klopt waarschijnlijk, maar laat die wielerliefhebbers in hun waan.


Tip 4
Als wielrennen je echt helemaal niets interesseert, dan kun je tijdens het meekijken altijd nog letten op de omgeving. Begin hier dan over tegen een gelijkgestemde en met een beetje geluk heb je dan een aardig gesprek over vakanties in Frankrijk. Bewaar gesprekken over aantrekkelijke wielrenners of benen dan wel broekjes voor de mensen die daar ook echt in geïnteresseerd zijn (zie ook het hoofdstuk voetbal). Als je verplicht mee moet kijken naar de Avondetappe, dan ga je een zware avond tegemoet. Je moet dan dus een uur lang luisteren naar het quasi-poëtische geleuter van Mart Smeets over een sport die je helemaal niet interesseert. Een troost: je kunt de volgende dag altijd nog een grap maken over het overhemd van Mart Smeets. Succes gegarandeerd.

Tip 5
‘Wanneer wordt de epiloog eigenlijk gereden?’, is een domme vraag. Net als ‘Waar rijden ze morgen dan?’, als de renners al zijn aangekomen in Parijs, of ‘Heb je die etappe van gisteren gezien?’, als gisteren een rustdag was.

Dan nog dit: Schleck is de achternaam van twee wielrennende broers en heeft verder niets te maken met de
ogre uit die animatiefilms. Dat is Jack van Gelder.

dinsdag 10 juli 2012

Heel zielig, maar wel lekker rustig

Henkie was heel zielig. Eerst had ik het niet door. Het was wel rustig in huis. Te rustig. Daardoor had ik het eigenlijk al door moeten hebben. Maar er gebeurde niets. Totdat ik opkeek en de stoel zag. De stoel zat onder de bloedvlekken, hoe kon dat nou? Snel op zoek naar Henk en Gijs dus, als het de meneer was geweest had ik het wel gehoord.

Na een paar minuten zoeken zag ik Henkie, ze zat in de hoek, op de punt van het gordijn. Misschien was er iets met haar pootje? Ik boog me over haar heen en tilde haar voorpootjes op om haar buik te inspecteren. Niks te zien. Wel zat er ineens een grote bloedvlek op m'n shirt. Arme Henkie, ze had een snee op haar rug. Vast door een gevecht met een buurkat, dat was eerder ook al eens gebeurd. Die gemene rode van verderop zeker. We ontsmetten het wondje en lieten haar maar een beetje.

Normaal lag Henkie altijd op m'n voeteneind te slapen en midden in de nacht begon ze dan ineens lawaai te maken: het tapijt moest worden opgegeten en het kastje uit elkaar getrokken en Gijsje werd op haar kop geslagen. Deze nacht was het stil. Achter in de hoek van de kamer lag Henkie onder een stoel op een trui. Urenlang. De volgende ochtend ook nog. Toen ze eindelijk overeind kwam liep ze wat moeilijk. Gelukkig zei de dierenarts dat dat niks was en Henkie kreeg een antibioticakuur. Dat hielp.

Henkie kwam er gelukkig snel weer bovenop, maar met de gekkigheid was het gedaan. Ze was ineens veel aanhankelijker en 's nachts gaf ze geen kik. Heerlijk, na zes jaar eindelijk rust! De tuin was wel een uitdaging geworden, daar durfde ze amper in en buiten het hek kwam ze niet meer. Nu weten we ook waarom: de achterbuurvrouw heeft een grote bouvier en die had Henkie te grazen genomen. Dat was schrikken, Henkie was op haar plaats gezet. Heel zielig, maar wel lekker rustig.

Tot vorige week. Ineens was daar de oude Henkie weer. Twee gebroken nachten, Henkie trekkend aan het tapijt, aan de gordijnen, aan de kastjes, aan mijn haar, springend in m'n maag en op Gijsje. Binnenkort nodigen we de achterbuurvrouw maar eens uit. Samen met haar bouvier.

maandag 9 juli 2012

Toerist op eigen geboortegrond


Afgelopen weekend was ik noodgedwongen meerdere dagen in het Brabantse land. Uiteraard klinkt ‘noodgedwongen’ erger dan het was. Maar ik had geen keus, ik móést dit weekend onder de rivieren zijn. Vrijdag had ik een bruiloft waar ik donderdagavond voor moest repeteren, en zaterdag vierde mijn zus haar verjaardag. Zondag plakte ik vrijwillig een dagje Efteling aan het toch al zo lange weekend vast. Ik voelde mij toerist op eigen geboortegrond.

Sinds 6 jaar woon ik in het midden van het land. Ik vertrok niet alleen om mijn studie die kant op. Het midden van het land leek me nu eenmaal een mooi gebied om mij te vestigen. Ik vond de sfeer goed, de mensen aardig en de omgeving prachtig. En het bracht mij dichter bij mijn vriendje, die ik nu mijn meneer mag noemen. Regelmatig bracht ik nog dagjes in het Brabantse door, maar hele weekenden bleef ik nog maar sporadisch slapen. Langzaam maar zeker voelde Utrecht en omgeving als thuis. Met deze thuisverschuiving werd het zuiden een vakantieoord. Overigens wél een oord waar ik mij óók erg thuis voelde.

Dit weekend heb ik genoten van de stralende zon en liep ik door de stromende regen. Het dorpje waar ik geboren ben was toneel van de trouwdag. Ik reed mijn bijna-91-jarige oma rond in de omgeving. Slingerend over de dijken maakte ik een fietstocht langs de uiterwaarden. Ik bracht een bezoek aan een dichtbij gelegen vestingstadje. Járen had ik er een zaterdagbaantje, nu maakte ik er foto’s, net zoals alle andere toeristen. Zondag bezocht ik de Efteling. Ook daar heb ik een seizoen lang gewerkt. Nu waande ik mij ongegeneerd in een sprookjeswereld, stampte in de regenplassen en ging vier keer in Joris en de Draak.

Afstand nemen heeft effect: het Brabantse land wordt voor mij alleen maar mooier.

donderdag 5 juli 2012

De wegen naar Rome


De Rome-reis was inmiddels meer dan vijf jaar geleden en daarom besloten studievriendin B en ik dat het hoognodig tijd was om weer eens een muntje in de Trevifontein te  gooien. Beiden midden in onze studietijd was het duidelijk dat dit de vakantie met het allerlaagste budget allertijden zou worden. Er wordt wat speurwerk van je verwacht maar dan lukt het prima om een goedkope vlucht en een goedkoop hostel te vinden. Prima! Roma, stiamo arrivando!

De vader en moeder van B brachten ons naar weiland ergens in de buurt van Brussel. Blijkbaar was daar ergens een verkeerstoren en een stuk geasfalteerd land. Eenmaal aangekomen bij de incheckbalie rolden de tranen over moeders wangen. Bedroefd drukte ze haar dochter een prepaid mobieltje in de handen. Dan konden we elke avond even bellen om te vertellen of het wel goed ging. We waren al in de twintig. En we gingen een week. Dat mobieltje zou overigens nog wel van pas komen. 

Eenmaal aangekomen bij een betonnen bunker ergens in de buurt van Rome werden we hartelijk welkom geheten door een flink aantal carabinieri. Snel gingen we op zoek naar de shuttlebus. Oververhit en veel te bepakt en bezakt kwamen we in het centrum van de stad aan. Daar moesten we nog met een of andere boemel vanaf Termini naar een klein station waar vlakbij ons hostel zou moeten liggen.

Eenmaal uitgestapt bij het station begon het al te schemeren. Zonder enige spoorwegbewaking whatsoever staken we de rails over. We waren alleen en dit deel van Rome was uitgestorven. Aan de andere kant van het spoor bevonden we ons op een soort industrieterrein. De schaarsgeklede Italiaanse dames liepen druk heen en weer over de stoep en de auto's reden af en aan. Eenmaal aangekomen in het hostel was het togafeest al in volle gang. Moe van de reis en geen puf meer om de trein terug naar het centrum te pakken, aten we pizza in het hostel en hesen we ons in een wit laken. Slapen was geen optie, meefeesten was het enige dat we konden doen.

Even na middernacht zochten we ons bed op, maar na enkele uren werden we gewekt door een Amerikaans kamergenootje die onder zijn deken een heftig persoonlijk telefoongesprek zat te houden. We leerden veel over hem. Hij kon nooit meer terug naar Miami want dan zou hij door mensen uit zijn gang door zijn hoofd geknald worden. We sliepen onrustig die nacht.

De volgende ochtend propten we een punt Italiaanse vlaai naar binnen en namen de eerste de beste trein naar het centrum. We snelden door de straten en opeens om de hoek werden we net als jaren terug verrast door de schoonheid van de Trevifontein. Snel een muntje gooien, foto maken en ijsje kopen. De vakantie was begonnen.

woensdag 4 juli 2012

Vakantiereprise: Moe

Ja ik ben moe. Eigenlijk ben ik al mijn hele werkende leven moe. Toen ik begon met werken was ik soms zo moe dat ik als ik ergens een congres of lezing had de behoefte voelde om in de garderobe, onder de jassen, op het hoogpolige tapijt te gaan liggen slapen.

Tegenwoordig als ik moe ben kan ik alleen nog maar aan wuivende palmenstranden denken. Ik moet dan steeds aan Miami denken en het hotel dat we daar hadden. Dat hotel lag aan het strand. Niet het hippe strand van Miami Beach, dat lag een kilometer of vijf meer naar het zuiden, maar wel aan de Atlantische Oceaan. Vanuit de lobby liep je zo, langs het zwembad en de palmbomen, het strand op. Wij verbleven daar vorig jaar kerst. We waren allebei al doodop toen we in het vliegtuig stapten en na een reis van ruim 16 uur kwamen we met onze huurauto aan bij het Thunderbird Hotel en vielen op onze hotelkamer meteen in slaap. Na ongeveer zes uur slaap werden we, met ik geloof een omgekeerde jetlag of heet dat niet zo?, om zes uur ’s ochtends lokale tijd wakker. We trokken allebei een korte broek aan (het was december hè, onthoud dat) en begonnen aan een frisse ochtend hardloop/wandelsessie over het strand. Na het douchen staken we de weg langs ons hotel over en aten bij Danny’s aan de overkant een uitgebreid ontbijt. Daarna wandelden we wat over het strand, lagen op het strand en sliepen veel.

Eén dag vielen we zelfs om vier uur ’s middags in slaap en werden de volgende ochtend om zes uur weer wakker. We hadden de avond ervoor geen avondeten gehad en bij Danny’s bestelden we zoveel ontbijt dat we het samen niet op kregen. Ik herinner me pannenkoeken met chocola en uitgebakken spekreepjes, toast met jam, eieren met spek en thee en verse jus. Als ik heel erg moe ben verlang ik enorm naar dat hotel in Miami Beach. Met Kerst. Er is niets beters. Hoewel, aan de Golf van Mexico aan de andere kant van Florida ligt ook een stukje paradijs waar ik als vermoeide reiziger zou willen neerstrijken. De Bonita Beaches en het strand van Sanibel. Daar is de zee helderblauw en bijna warm. De stranden zijn er zo rustig dat zelfs wij er (geen strandliefhebbers in Nederland) een hele dag met een boekje kunnen doorbrengen. Er scheren pelikanen over het water en er lopen witte vogels op hoge poten statig over het strand. Soms stopt er eentje om naar je te kijken en loopt dan daarna heel rustig weer door. Daar denk ik dan daarna aan, aan dat strand. Als ik heel moe ben. En in Nederland probeer mijn ogen open te houden. Mijn ideale vakantie bestaat denk ik uit drie weken Florida in december. Geen intellectuele vakantie met slagvelden, kerken en archeologische opgravingen maar drie weken warmte middenin de winter. Ruimte, schone stranden, genoeg tentjes om te eten, af en toe een winkelcentrum en verder overdag liggen op het strand met een goed boek en ’s avonds liggen op king size bed en de playoffs kijken met een pizza of een bak chicken wings.

In Europa lukt een beetje uitrusten ook wel aardig. Je moet alleen naar een omgeving waar niet te veel te doen is. Ik denk aan één weekend dat H en ik in Brussel doorbrachten. Ik herinner me van dat hele weekend alleen nog maar de hotelkamer, het bed dat daar stond, het bad dat ze daar hadden, de bus japanners die ons omstebeurt fotgrafeerden toen wij voor het atomium op een bankje patat zaten te eten en de eettentjes waar wij ons ’s avonds naartoe sleepten als we uit bed en/of bad kwamen. Het legermuseum was dicht (Brussel beschermde ons tegen onszelf) en in het museum van schone kunsten hingen alleen annunciaties (dus na twee zalen hadden we feitelijk alles gezien en konden weer terug naar bad/bed).

Ik heb weleens dat als ik overdag thuis ben en mijn eigen bed zie, ik niets lievers wil dan er lekker in gaan liggen, maakt niet uit dat het klaarlichte dag is. Het is net de pavlov-reactie die je soms hebt als je de badkamer inloopt. Je hoeft eigenlijk niet te plassen maar je ziet je eigen wc en ineens moet je toch. Dat heb ik met mijn bed ook vaak. Daarom haal ik op zaterdagochtend vaak de overtrekken er maar vast af, dat zorgt ervoor dat ik die dag nog enigszins actief blijf. Binnenkort gaan we weer een weekendje naar een hotel. We gaan alleen maar voor het hotel. In de omgeving moet zo min mogelijk te doen zijn zodat we lekker bij kunnen slapen.

dinsdag 3 juli 2012

Sollicitatietips

Nu steeds meer mensen door de economische neergang werkloos zijn geworden en op zoek zijn naar een baan, bieden wij van Gemodder je de helpende hand. Mocht je dan eindelijk uitgenodigd worden op een gesprek, sta jij in ieder geval niet met een mond vol tanden. De vraag is alleen: ben je eerlijk en geef je het echte antwoord of geef je exact hetzelfde antwoord als je concurrenten? Kies je veilig of wil je eruit springen? Hieronder de meest voorkomende sollicitatievragen, met ook nog eens het juiste antwoord. Wil je ons achteraf bedanken? Graag iets te eten dank u.

Noem een goede eigenschap van jezelf.
Antwoord: Ik ben heel erg goed georganiseerd en houd altijd het overzicht.
Echte antwoord: Ik hou van een biertje en maak graag een grove grap op z’n tijd. Ons huis is een bende maar we zijn gelukkig. En ik kan heel goed slapen. Overal. Op de gekste plekken. Dat kan ik echt heel goed. Eten kan ik trouwens ook heel goed. Heerlijk. Eten en slapen, mijn kerncompetenties.

Noem een slechte eigenschap van jezelf.
Antwoord: Ik ben perfectionistisch en kan m’n werk eigenlijk niet goed los laten. Ik heb de neiging om te hard door te werken, ook tijdens de vakantie en in het weekend.
Echte antwoord: Ik kan me doodergeren aan andere mensen, ben ongeduldig en kan vloeken als een dokwerker. En achteruit inparkeren kan ik ook nog steeds niet. Maar verder niks, want ik ben perfect. Jullie mogen blij zijn dat ik hier wil werken. Wat zijn jullie eigenschappen eigenlijk??

Als je bij ons bedrijf zou werken, wat is dan jouw meerwaarde voor het werkproces?
Antwoord: Ik ben een echte innovator, ik kan aan het begin van een nieuwe en abstracte klus snel een creatieve aanpak voorstellen.
Echt antwoord: mijn cupcakes zijn altijd een grote hit op het buurtfeest, ik denk dat ik ze ook op de werkvloer wil introduceren. Verder ben ik gevoelig voor kleur en houd ik werkarchieven bij via aan systeem met kleurcodering.

Wij hechten veel waarde aan flexibiliteit. Kan je een voorbeeld geven van een situatie waarin je flexibel was?
Antwoord: Ik kreeg twee uur voor de deadline van een leverancier te horen dat de levering niet door zou gaan. Ik heb toen een guerilla-actie onder mijn collega’s georganiseerd zodat we met zijn allen toch het target konden halen.
Echt antwoord: Toen ik vorige week tijdens de bikram in de king dancer pose stond.

Binnen deze functie moet je soms moeilijke beslissingen nemen. Kan je een voorbeeld geven van een moeilijke beslising die jij voor werk moest nemen?
Antwoord: Ja, ik heb indertijd een paar projecten om financiële redenen af moeten kappen en dat was heel moeilijk, vooral ook omdat ik dit nieuws zelf moest vertellen. Maar ik heb het wel gedaan en dat was echt een leermoment voor mij.
Echt antwoord: Ja, vanochtend nog. Ik stond voor mijn kledingkast en wist niet of ik onder deze jurk nou het beste pumps of peeptoes moest dragen. Toen heb ik foto’s gestuurd naar mijn vriendinnen en na veel wikken en wegen de knoop doorgehakt en de peeptoes aangetrokken. De pumps heb ik wel in m’n tas meegenomen voor als ik me halverwege bedacht. Of blaren kreeg.

Waar zie je jezelf over vijf jaar?
Antwoord: in een leidinggevende functie binnen dit bedrijf. Als ik deze baan in de vingers heb zou ik graag een leidinggevende functie hebben. Ik hou van teamwork, mensen motiveren, en ik ben niet bang om impopulaire maatregelen te nemen.
Echte antwoord: Liefst in een baan met meer geld zodat ik een groter huis en een grotere auto kan kopen en dure reizen kan maken. Daar zie ik mezelf het liefst. Op een ver strand met een cocktail in m’n hand. Als dat niet lukt zie ik mezelf lichamelijk uitgeput met op iedere heup een kind in de keuken staan terwijl ik zwetend naar de aangebrande kip in de oven staar. Het brandalarm gaat af en we moeten voor de vierde keer die week naar de snackbar.

Met welk dier vergelijk je jezelf?
Antwoord: Een golden retriever-pup. Ik ben vrolijk en enthousiast, heb zin in nieuwe dingen en weet anderen aan te steken met mijn enthousiasme.
Echt antwoord: WTF een dier? Serieus? Een kat. Gewoon het liefst de hele dag een beetje lui op de verwarming liggen slapen. Dat doe ik toch het beste, want ik ben van nature heel lui.

Waar ben je het meest trots op?
Antwoord: Dat ik een sterke jonge vrouw ben die weet wat ze wil. Ik ben goed in m’n werk en heb ook nog een heel leuk privéleven.
Echt antwoord: Dat ik elke ochtend toch weer m’n bed uit kom en er dan redelijk representatief weet uit te zien, ondanks het feit dat ik het gevoel heb een zware aanrijding te hebben gehad en het liefst nog drie dagen door zou slapen. Dat vervult mij elke dag weer met trots.