Posts tonen met het label Baby's e.d.. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Baby's e.d.. Alle posts tonen

donderdag 3 mei 2012

Digitale koeien melken

Dit is een gastcolumn van gastcolumnist Doortje

“Hier is ie dan, jullie 23e achterkleinkind”, zegt manlief H. trots. We zijn op een soort omgekeerde kraamvisite bij zijn opa en oma. Terwijl opa thee gaat halen, vertelt oma dat het steeds moeilijker wordt om al die namen te onthouden; er blijven maar nieuwe bij komen… De naam van onze spruit kenden ze alleen nog als hondennaam, en de naam van kleinkind numero 24, die van de week is geboren, hadden ze helemaal nog nooit gehoord. “Maar die naam komt voor in de Bijbel, hoor!” zegt H., "Kijk maar!”
Oma kijkt verbaasd toe hoe H. op het scherm van zijn iPhone begint te tikken. "Kan je dat daarop lezen?!”
“Ja, hier heb ik het al.” Opa komt net binnen met de thee, en oma roept uit: “Kijk dan, er staat gewoon een hele Bijbel op dat ding!”
“Goh…” zegt opa.

“Zal ik een foto maken voor in het kraambezoekboek?” zegt H. even later, terwijl hij zijn telefoon weer pakt. “Kan dat ook al met dat ding?!” Oma’s verbazing stijgt. H. laat trots de fotootjes zien die we de afgelopen weken hebben gemaakt. Oma is zeer verbaasd dat dat daar allemaal zomaar op past, en nog meer als na het aanzetten van de fotocamera-functie een bewegende opa op het scherm verschijnt. H. wordt steeds enthousiaster en laat ook nog even zien hoe je de camera kan ‘omdraaien’, zodat je een foto van jezelf kan maken. Oma vindt het prachtig, en even later zijn opa en oma fanatiek digitale koeien aan het melken.
“En dan kan je er ook nog mee bellen” zeg ik lachend.
“Kan je hier mee bellen?!?!” roept oma verbaasd uit.

En ineens vraag ik me af hoe de wereld eruit zal zien als onze zoon ooit achterkleinkinderen krijgt. Zou de technologie de komende tachtig jaar net zo’n ontwikkeling maken als de afgelopen tachtig jaar? Opa moest op de fiets naar de dokter terwijl zijn vrouw lag te bevallen. En toen een paar jaar later zijn buurman een telefoon had, moest hij buiten gaan staan zwaaien terwijl vrouwlief binnen lag te puffen, want de dokter kon hun huis niet vinden… Zullen onze achterkleinkinderen ook ooit medelijdend aanhoren hoe wij dat ‘vroeger’ deden zonder al hún moderne technologie? Of zullen ze juist hoofdschuddend aanhoren hoe afhankelijk wij waren van elektriciteit, internet en straling… Stiekem hoop ik op dat laatste. En misschien hoop ik ook wel een beetje dat ze net als opa en oma ooit zullen lachen om het feit dat wij in 2012 over een ‘economische crisis’ spraken.
“Crisis?!” aldus opa, “Mensen weten niet eens meer wat crisis is!” En zo is het.

donderdag 23 februari 2012

Nieuw leven

Een collega is zwanger van de derde. Drie van mijn vriendinnen zijn met verlof. Een andere vriendin is eerder dit jaar bevallen van een dochtertje. Een jaarclubgenootje is zwanger van de eerste. Vandaag viel er een geboortekaartje op de mat. Nog een vriendin heeft last van de eierstokken. Afgelopen nacht droomde ik dat een studievriendin me een positieve zwangerschapstest in de hand duwde en komend weekend ga ik op kraamvisite.

De baby's worden je om de oren gesmeten waar je bijstaat. Ik geloof er niks van dat de babyboom al voorbij is, volgens mij zitten we er middenin. Het zal wel aan de leeftijd liggen dat veel gesprekken gaan over kleintjes, het al dan niet willen van baby's, gelukkige babyverhalen, minder gelukkige babyverhalen of het kopen van een maxicosi.

Het is geen geheim dat ik geen kinderwens heb, daar kan ik heel goed mee leven. Bij de gedachte dat de rest van mijn leven zonder eigen kinderen zal verlopen krijg ik een heel rustig gevoel. Maar heel soms heb ik het idee dat er daardoor een afstand ontstaat met vriendinnen die wel een kinderwens hebben, of zichzelf al daadwerkelijk hebben voortgeplant.

Want ondanks dat ik graag hoor wat de babyliefhebber bezighoudt, ik heel nieuwsgierig ben naar alle verhalen over de inrichting van de babykamer en vooraan sta als er echofoto's worden geshowt, het echte geluk van een nieuw leven voel je denk ik toch pas als je eigen kind geboren wordt. Hoe ontroerd en gelukkig je ook kan zijn door de geboorte van een baby in de familie/vriendenkring.

Afgelopen week was ik op bezoek bij een van de vriendinnen die inmiddels met verlof is. Aan het eind van de avond stonden we nog even wat te kletsen in de deuropening toen opeens haar gezicht verkrampte. De baby was wakker en had met zijn/haar voetje de ribben van de moeder gevonden. Toen begon het magische moment. Ik mocht even aan haar buik voelen. En zodra mijn hand op de prachtige moederronding lag, gooide de baby zijn/haar bips naar voren en voelde ik de baby bewegen. Wauw. Brok in de keel. Zo dichtbij het wonder van een nieuw leven had ik me nog nooit gevoeld.

Eenmaal thuis ben ik nog dagenlang high geweest van deze bijzondere ervaring. De rust dat de rest van mijn leven zonder eigen kinderen zal zijn voel ik trouwens nog steeds. Hoe magisch ook, het moederschap is niet voor mij weggelegd. Desalniettemin hoop ik dat nog lang trotse 'tante' mag zijn voor alle kleintjes in mijn omgeving.

woensdag 28 september 2011

Onbegrijpelijk

Rob de Nijs is 69. Dat vind ik vrij oud. Niet stokoud, maar wel oud. Naast oud vind ik Rob de Nijs vrij onaantrekkelijk en ook dom. Hij ziet eruit als iemand die zichzelf vreselijk serieus neemt. Onbegrijpelijk, want als ik iemand niet serieus kan nemen dan is het Rob de Nijs wel.

Jarenlang was Rob de Nijs getrouwd met Belinda Meuldijk. Ach, Belinda Belinda, wat was je toch mooi. Zoals je in Soldaat van Oranje Rijk de Gooijer afleidde door met je pronte borstjes voor het raam te gaan staan. Prachtig was je. En dan die tuitende lipjes, heel sensueel. Wat ik er niet voor over zou hebben, voor zulke sensuele lipjes. Onbegrijpelijk dat je die sensuele lipjes jarenlang tegen het humorloze fietsenrek van Rob de Nijs hebt gedrukt.

Onbegrijpelijk ook dat Rob na jou weer een nieuwe, jongere vriendin heeft gevonden. Die zich door hem (ik word een beetje misselijk) heeft laten bezwangeren. RTLnieuws wijdde meteen een poll aan deze heuglijke gebeurtenis met de vraag “Vindt u Rob de Nijs te oud om een kind te krijgen?” Vanochtend zag ik hem op tv, hij werd gefeliciteerd door een dame van WNL, Rob de Nijs glunderde van oor tot oor. Blijkbaar vond hij zichzelf ook wel wat oud, want, zo zei hij “als ik er straks niet meer ben, dan heeft zij een heel mooi aandenken aan mij.” Ik weet niet hoe de vriendin van Rob de Nijs er uitziet, maar ik hoop voor het kind dat het op haar lijkt. Anders staart een mini Rob de Nijs haar aan vanuit de wieg. Een griezelig idee.

Vindt u Rob de Nijs te oud om zich voort te planten? Of te eng?

donderdag 15 september 2011

Lekker shoppen met de kleine

Enkele weken geleden beviel Victoria Beckham van een dochtertje. Voor de liefhebbers: ze heet Harper Seven (en nee, het is haar vierde kind). Sinds enige tijd verschijnen er nu foto’s in de media met Victoria en haar dochter. Want Victoria neemt haar dochter graag mee uit winkelen. Om haar liefde voor mode mee te delen, aldus Victoria.

Nu is winkelen op zich nog niet zo gek met een baby van negen weken. Maar om op die wijze je liefde voor mode met je baby te delen, dat lijkt mij nog wat vroeg. Hoewel je het natuurlijk nooit weet. Lag onze baby bij negen weken alleen maar een beetje om zich heen te kijken en leek het nog niet echt bezig met wat zij aan had of wat ik aan had, misschien is de baby van Victoria wel al stukken verder. Misschien ligt zij ’s ochtends op de commode al wild te gebaren richting een Gucci rompertje.

En dat lijkt wel het geval, aangezien Victoria onlangs met Harper een modeshow van Prada bezocht en Victoria hierover zei: “Ze vond het fantastisch. Het was alsof ze zei: 'Mama, ik ben thuis!"
En dan is winkelen misschien ook wel een heel andere beleving. De baby van Victoria participeert misschien al leuk bij het winkelen. Dat verklaart ook waarom Victoria geen kinderwagen heeft maar lekker met de kleine Harper loopt rond te sjouwen (zie de foto’s hier). Kan ze alles goed zien en ook makkelijk alle stofjes bevoelen.

En na het winkelen kunnen ze er samen een beetje over babbelen. Of veelbetekende blikken over wisselen als Harper nog niet helemaal de juiste woordkeus kan vinden.

Ja, dat was wel anders toen onze baby negen weken was hoor. Die had het niet zo op winkelen en mode. Maar gelukkig is dat inmiddels helemaal bijgetrokken en bladert de kleine op het moment van schrijven door een folder van Balençiaga en probeert ze me over te halen om een leren tregging voor haar te kopen. Gelukkig maar.

dinsdag 13 september 2011

Het grotemensenleven (2)

Na 26 jaar uitstellen moet het er nu toch écht van komen… Het grotemensenleven is voor mij begonnen. In mijn vorige column over het grotemensenleven schreef ik al dat het tijd is om de waarheid onder ogen te komen en dat ik me niet meer kan verschuilen achter jeugdige smoesjes: ik word Volwassen. Vandaag tackle ik een precair onderwerp uit het rijtje Belangrijke Keuzes: Kinderen ja/nee*.

Kinderen ja/nee
Ik ben redelijk jong en al bijna twee jaar getrouwd. Voor sommige mensen is dat reden om te onpas (die vraag stel je nooit ‘te pas’) De Vraag Die Niet Gesteld Mag Worden te stellen: “Ben je zwanger?”. En nee, De Vraag Die Niet Gesteld Mag Worden wordt niet alleen door lieve oudooms gesteld. Ook leeftijdsgenoten, onbekenden en oma’s van vrienden vinden het af en toe nodig om te vragen of ik al op het punt sta om me voort te planten. Nee, ik ben niet zwanger. En nee, voorlopig ben ik ook niet van plan om een miniHan op de wereld te zetten. Natuurlijk zijn er redenen om ooit wél het leven te schenken aan een roze, rimpelige baby. Bijvoorbeeld omdat het me geweldig lijkt om een mixje van mezelf en mijn meneer te zien. Of omdat ik gék ben op namen verzinnen, en ik dat dan dus ook voor mijn eigen kind mag doen. Maar nu wil ik graag gaan werken nu ik mijn zuurverdiende Masterdiploma op zak heb. En als ik ooit gebaard heb, wil ik blijven werken, liefst 4 of 5 dagen. Ik ben namelijk geen persoon om thuis te zitten, tussen de luiers en de snotneuzen. Ik ben nú al een slechte huisvrouw en vast ook een ontaarde moeder in de dop. Dat lijken me voorlopig voldoende redenen om mijn baarmoeder zo ongastvrij mogelijk te maken.

Conclusie: kinderen: ja, ooit. Maar voorlopig niet. Klinkt dit alsof er enige frustratie van me af moet worden geschreven? Dat zou wel eens kunnen kloppen… Mijn excuses voor mijn woeste woordenstorm. Columnist zijn bij Gemodder is je reinste gratis therapie. Bedankt voor het lezen, lieve lezers. Mijn volgende blog gaat gewoon weer over mooie woorden of fijne muziek, ok? Je mag me eraan houden.

*doorhalen wat niet van toepassing is

donderdag 25 augustus 2011

Dommer

Mijn hersenen zijn aan het verweken. Ik voel me steeds dommer worden. Ik vergeet heel vaak dingen de laatste tijd. En dan ook echt vergeten.

Zo begon de huisband onlangs over een afspraak die hij had en dat ik dan mijn dag met de (inmiddels flinke) baby met hem moest ruilen. Hij zei dat hij dat al onlangs gezegd had tegen mij. Maar ik kon me er echt helemaal niets van herinneren. Voor mij was het volkomen nieuw. Ik vroeg me af of ik het nou nooit gehoord had of dat ik het echt vergeten was of dat hij het gewoon nooit gezegd had maar nu deed alsof dat wel zo was of  dat hij misschien zelf in de veronderstelling verkeerde dat dat al was afgesproken, maar dat dat echt niet zo was.

Daarna begon ik tegen hem over een boek dat miste uit de kast. Er was een gat tussen twee boeken, ik wist niet welk boek miste, maar ik had dat niet veroorzaakt. Een paar dagen later bleek het boek op mijn stoel op mijn werk te liggen. Een collega had het geleend. Van mij dus. Dat kon ik me toen ineens wel herinneren.

Daarna vergat ik welk nummer de Memorie van Toelichting is bij een kamerstuk (nummer 3) en sprak ik structureel over het College Bescherming Persoonsgegevens terwijl ik de Commissie Gelijke Behandeling bedoelde. Ik wist niet meer waar ik de gebruiksaanwijzing van de luieremmer had gelaten. Ik kon hem in drie verschillende prullenbakken hebben weggegooid maar het was ook mogelijk dat ie nog ergens lag. Hetzelfde gold voor een bonnetje dat ik echt nergens meer kon vinden. We zijn thuis nog steeds op zoek naar een hamer en een bakje met spijkers.

Ik vergeet de laatste tijd ook heel veel woorden. Ik produceer dan zinnen als “wil je de dingetje van het dinges, hè, je weet wel, verdorie, dat ding, even aangeven”. Ik kwam erachter dat ik wei (met gras enzo) als wij had geschreven.

Bij ons thuis vinden dus fijne conversaties plaats. Ik heb het over de verkeerde instanties, noem alles ‘dingetje’ of ‘ dinges’, en we zoeken ons gek om er later achter te komen dat ik me nog maar de helft van onze gesprekken en handelingen herinner. Heeft dit te maken met leeftijd? Komt dit door mijn zwangerschap en bevalling? Ik begin me inmiddels wel een beetje zorgen te maken namelijk.

donderdag 17 februari 2011

Een baby met naar voren gekamd haar

Het is weer (of nog steeds) Justin Bieber wat de klok slaat. Van de week is de film over zijn leven in premiere gegaan. Ik neem aan dat dit een heel korte film is, het mannetje is 15 of 16. Een goede inzending voor het festival van de korte film. Helaas heb ik de film nog niet gezien, hopelijk komt daar snel verandering in. Als er iemand is die met me mee wil, graag, hoewel de meeste lezers hier geen tieners zijn, maar wie weet.

Ik las dat Justin in de afgelopen weken ook een mening heeft gekregen. Dat had hij eerst niet, maar zijn management wil hem vast binnenkort de volwassenheid intillen en dacht "Een mening is een goed begin". Een volwassen mening. Eerder had hij al een kindermening ("ik hoef geen vriendin" aka "meisjes zijn stom"), nu dus ook een paar volwassen opinies.

Om te beginnen heeft Justin nu wel een vriendin, ook een kind-ster, genaamd Selena Gomez. Eerder werd hij al gekoppeld aan Kim Kardashian (die vervolgens doodsbedreigingen van woedende Bieber-fans kreeg), maar dat was natuurlijk niet waar, Kardashian is geen pedofiel. Het feit dat Bieber nu echt een vriendin heeft betekent dat hij ook een mening over seks moet hebben. Als kind-ster heeft hij immers een voorbeeldrol. Geheel tegen de verwachting in is hij niet tegen seks voor het huwelijk. Slimme jongen, hij wilde niet het gezeur dat Britney Spears over zich heen kreeg toen bleek dat ze het (uiteraard) wel ongetrouwd had gedaan (met die andere Justin).

Als klap op de vuurpijl heeft Justin in het verlengde van een relatie en seks ook iets te zeggen over abortus: Justin Bieber is tegen abortus. Zo. Dat je het maar even weet. Wellicht omdat abortus voor hem toch wel heel dichtbij komt. Zoals bejaarden dichter bij de dood staan, staat Justin Bieber dichter bij abortus. Bieber laat liever een ongetrouwde tiener een kind krijgen. Nog een baby met van dat naar voren gekamde haar.

Ik sluit me aan bij wat Margriet van der Linden retwitterde: "Justin Bieber has come out against abortion. Because the fate of a woman’s body should totally be influenced by a kid who’s never seen one."

dinsdag 11 januari 2011

Zestien weken

Na zestien weken ben ik gister voor het eerst weer aan het werk gegaan. Zestien weken, vier maanden, het klinkt als een eeuwigheid. En het is het eigenlijk ook. Ik ben nog nooit van mijn leven zo lang vrij geweest.

Sommige mensen zullen zeggen dat als je vijf jaar hebt gestudeerd, je vijf jaar bent vrij geweest, maar dat is eigenlijk niet zo. Als je studeert ben je eigenlijk nooit vrij. Je hebt altijd wel een college dat je moet volgen, een tentamen waarvoor je moet leren of een paper die af moet. En daar tussendoor moet je nog werken. En natuurlijk bier drinken. Dus nee, ik was nog nooit zo lang echt vrij geweest.

Hoewel, echt vrij was ik nou ook weer niet. Ik moest ergens in die zestien weken een kind baren en daarna mocht ik dagen- en nachtenlang voor dat kind zorgen. En dat was echt geen makkelijke taak. Sterker nog, na de bevalling en de eerste dagen alleen met baby dacht ik dat ik dit nooit weken ging volhouden. Ik was gebroken van de bevalling, doodop en labiel van de slapeloze nachten en smachtte naar de dag dat de baby kon praten en lopen en zelfstandig zou zijn. Maar naarmate de dagen verstreken voelde ik me steeds beter en werd ik ook steeds beter in het zorgen voor de baby. En dus had ik eigenlijk al na vijf weken tijd over. Zoveel tijd over dat ik uitgerust van de enorme hoeveelheden nachtrust nadat onze modelbaby ging doorslapen (soms wel negen of tien uur op een nacht) allerlei achterstallige klusjes kon wegwerken. Ik maakte fotoalbums die al jaren waren blijven liggen, deed een berg administratie, kocht een verjaardagskalender en vulde die in, mailde me suf met iedereen, wandelde me suf en zag nog nooit zoveel mensen als de afgelopen weken. Ik zat dus zeker niet stil.

En toch voelde het toen ik naar mijn werk fietste alsof ik enorm lang vrij was geweest. En in feite is dat ook zo want ik heb zestien weken nauwelijks over mijn werk of mijn vak hoeven nadenken. En die momenten dat het wel moest, ik had nog wat klusjes liggen, voelde het eigenlijk als een uitje. Een uitstapje, eventjes weg van de zorgtaken, eventjes een moment waarop er een beroep werd gedaan op een ander aspect van mijn leven dan mijn ‘moederschap’ en alle huishoudelijke klusjes. En nu ben ik weer aan het werk en zullen de huishoudelijke klusjes en het zorgen wel weer gaan aanvoelen als een uitje naast mijn werk. Ik ben benieuwd hoe lang het duurt voordat ik toe ben aan vakantie.

woensdag 5 januari 2011

Goede voornemens

Al zo ongeveer mijn hele leven droom ik ervan vier weken vakantie te hebben op een tropisch eiland om daar dan alle boeken te lezen waar ik de afgelopen jaren niet aan toe ben gekomen. Die vakantie is er eigenlijk nog nooit van gekomen. Er zijn wel vakanties geweest waarbij ik meer las dan anders, maar echt een vakantie lang full time lezen, dat is me nog nooit gelukt. Over het algemeen bestaan mijn vakanties toch uit het bezichtigen van een hoop toeristische bezienswaardigheden en blijft er alleen hier en daar een uurtje of een avondje over om te lezen. Misschien is dit een verbeterpuntje voor de toekomst: minder ambitieus op vakantie en meer uitrusten en lezen. Omdat ik net een kind heb gekregen verwacht ik dat dat eerste wel gaat lukken maar vrees ik dat die laatste twee dingen er niet in zitten de komende jaren.

Mijn zwangerschapsverlof zit er nu bijna op. Ik ben vier maanden vrij geweest. Ik begon aan mijn verlof met een stapel boeken in mijn nachtkastje en eindig mijn verlof met een stapel van vergelijkbare hoogte. Ok, ik had vooraf niet verwacht dat ik heel veel zou lezen. Zwangerschapsverlof is toch bedoeld voor andere zaken dan lezen. Toen ik zwanger was, was ik eigenlijk te moe en toen ik bevallen was, was ik respectievelijk te moe of te druk. Niet verwonderlijk en ik voel me dan ook niet vervelend als ik naar de stapel kijk. Maar iets meer boeken van de stapel wegwerken was toch wel fijn geweest.

Ik heb welgeteld drie boeken gelezen tijdens mijn verlof: Meindert Fennema – Geert Wilders, Ernest van der Kwast – Mama Tandoori en Bert Natter – Begeerte heeft ons aangeraakt. Toch netjes, ik denk dat niet heel veel mensen tijdens hun zwangerschapsverlof nog aan een boek toe komen. Maar ik ben dan ook gezegend met een enorm makkelijke baby die net als haar moeder heel veel van slapen houdt, dat scheelt.

Overigens heb ik ook nog zes boeken over zwangerschap, bevallen en opvoeden gelezen, maar aangezien deze boeken nou niet echt vallen onder de noemer literatuur, reken ik ze niet mee. Ik las een boek met de toepasselijke titel ‘Zwanger’, Zwangerschap en opvoeden voor Dummies, Regelmaat en Inbakenen, Veilig bevallen en ook Veilig door de Kraamtijd en Oei ik Groei. Ik raad maar weinig van deze boeken echt aan, over het algemeen spraken de boeken elkaar tegen en werd ik er erg onzeker van. Nadat ik alle boeken veilig had opgeborgen in ons tv meubel voelde ik me een stuk beter en kwam ik ook weer aan echte boeken toe.

Op de stapel in mijn nachtkastje liggen nu nog: Robert Schnakenberg – Secret lives of the supreme court, Herman Koch – Het diner, Martin Bosma – de schijn-elite van de valse munters, Mark Stein – How the states got their shapes, Column McCann – Laat de aarde draaien (ik ben ongeveer halverwege), Bill Bryson – At home (ben op pagina 25), Laqueur & Rubin – The Israel-Arab Reader, Paolo Giordano – De eenzaamheid van de priemgetallen, Reif Larsen – The selected works of T.S. Spivet, Jens Lapidus – Snel Geld (ben bij hoofdstuk 4) en Ray Bradbury – Fahrenheit 451. Elf boeken dus. Ik neem me voor deze boeken het komende jaar te gaan lezen. Ik zal voor de geïnteresseerden verslag uitbrengen van mijn vorderingen en hoop dat deze column als motivatie dient om snel door te lezen. En dan maar hopen dat er voorlopig niks nieuws op de stapel komt.

woensdag 15 december 2010

Een bevalling op de vlaktes van Wyoming

Sinds ik bevallen ben, ben ik toch anders naar de wereld gaan kijken. Nee, schrik niet, ik heb niet ineens een diepere dimensie aan het leven ontdekt die niet-moeders niet hebben. Nee, ik ben alleen maar een ervaring rijker en heb daardoor een ander beeld gekregen van andere vrouwen die moeten of moesten bevallen, meer is het niet.

Om een voorbeeld te geven: vorige week was op tv dat het ziekenhuis in Leiden enkele uren zonder verwarming had gezeten. Vervelend, zal je denken, zo koud in het ziekenhuis, maar ik dacht meteen: ‘je zult liggen bevallen.’ Als je ligt te bevallen heb je meestal niet enorm veel kleren aan, dat kan zonder verwarming vrij koud zijn. Ik weet dat de kamer waar ik in beviel de verwarming flink hoog had staan, en gelukkig ook. Ook de kamer waar ik daarna met de baby een nacht moest verblijven was flink warm. Dit doen ze omdat kleine baby’s zich niet goed warm kunnen houden. En ik kon het eerlijk gezegd na die dag vol inspanningen ook goed gebruiken, wat warmte.

Een ander moment waarop ik met andere ogen naar de wereld (en de geschiedenis keek) was toen op History Channel een documentaire langs kwam over de geschiedenis van de Verenigde Staten. De aflevering die ik zag, had betrekking op de grote trek naar het westen. De voice-over vertelde dat één op de vijf vrouwen die daaraan deelnam zwanger was. Eén op de vijf is best veel. En dan te bedenken dat je dus ergens op die grote vlaktes in Wyoming ofzo, middenin het niets, zou moeten bevallen. Geen kraamhulp of andere medische hulp in de buurt, alleen andere vrouwen die je een beetje kunnen helpen. Weinig water, geen fatsoenlijk bed, geen wasmachines om je bebloede kleren te wassen en waarschijnlijk óf heel warm óf heel koud. Ik zou er niet aan moeten denken mijn bevalling op de vlaktes van Wyoming te hebben moeten ondergaan. Waarschijnlijk had ik het ook niet overleefd omdat mijn baby er niet zonder hulp uit kwam, of ik was daarna aan infecties gestorven.

En zo kom ik de laatste tijd wel vaker dingen tegen. Zo staat er op de pakken babyvoeding dat je handen en de fles goed schoon moeten zijn als je het eten klaarmaakt. En dan te bedenken dat in de middeleeuwen mensen zich nauwelijks wasten en daar ook baby’s werden geboren en gevoed én baby’s dat (meestal of is het soms?) overleefden. Wie toen overleefde behoorde tot de allersterkte. Dat was geen survival of the fittest maar survival of the aller-aller fittest. Ik kan het me bijna niet voorstellen, waarschijnlijk was ik zowel op de vlaktes van Wyoming als in de middeleeuwen niet heel oud geworden.

vrijdag 10 december 2010

Overspoeld door liefde

De natuur doet rare dingen. Zo hoorde ik een tijdje geleden Jeroen Krabbé bij De Wereld Draait Door uitleggen dat een babyzebra de print van zijn moeder uit zijn hoofd leert en zo weet bij welke zebra hij moet blijven. Dat een klein diertje, net op de wereld, al zo geprogrammeerd is, is bizar.

Ik maakte onlangs iets vergelijkbaars mee. Mijn dochtertje was nog geen dag oud toen ik me ineens realiseerde hoe ontzettend veel ik van haar hield (en nog steeds houd hoor). Ik was verbaasd, want ik kende haar toch helemaal niet, ik had geen gesprek met haar kunnen voeren, kende haar karakter helemaal niet, ze was namelijk nog geen dag bij me. Ze was in feite gewoon een klein baby'tje dat ergens een beetje leek op hoe ik er als baby uit zag. Met andere baby’s had ik nooit dat ik overspoeld werd door liefde, maar met deze baby ineens wel.

Dat moest de natuur zijn. Rationeel is niet te verklaren waarom je wel van je eigen baby houdt maar niet van elke ‘random’ baby. Ik weet niet of het ermee te maken heeft dat ik haar al negen maanden mee had gedragen, haar vader hield namelijk ook meteen al van haar.

Ik weet ook niet of het komt door de bevalling, dat je door een moeilijk, gezamenlijk proces naar elkaar toe groeit of zoiets. Ik denk eerlijk gezegd van niet. Ok, ze kan er feitelijk vrij weinig aan doen, maar het deed toch wel pijn die bevalling. En ergens is dat wel haar schuld. Of is het mijn eigen schuld en die van haar vader omdat wij op een gegeven moment kinderen wilden?

Ik weet ook niet of het komt doordat ze op mij lijkt als baby, want ik ken mezelf als baby alleen van de foto’s en (wederom) haar vader houdt ook van haar (maar ook van mij, misschien helpt dat).

Kortom, ik weet niet waarom ik ineens van mijn eigen kind hield. Het zal echt de natuur moeten zijn, want rationeel is het niet te verklaren. En het is maar goed ook dat ik ineens van haar hield, want ze houdt me ’s nachts soms enorm uit mijn slaap (iets waar ik erg aan gehecht ben, mijn slaap), maar elke ochtend als ik haar zie, ook als ik nauwelijks heb geslapen, denk ik ‘wat is het toch een lieverdje en wat hou ik van haar’.

vrijdag 26 november 2010

Foutje van de natuur

Zoals jullie waarschijnlijk wel weten ben ik een tijdje geleden bevallen. Inmiddels ben ik een beetje bijgekomen van die bevalling en tot een aantal conclusies gekomen met betrekking tot bevallen en kinderen krijgen in het algemeen. Ik heb bijvoorbeeld ontdekt dat de natuur niet zo handig in elkaar zit.

Zo is het krijgen van een kind, en daarmee bedoel ik niet de bevalling maar gewoon het kríjgen van een kind: je krijgt een kind mee naar huis, een nogal ingrijpende gebeurtenis. En dan druk ik me uit op een wijze die waarschijnlijk de lading van de gebeurtenis niet dekt. Want in alle boekjes staat dat het krijgen van een kind ingrijpend is, maar hoe ingrijpend het is om ineens zo’n veel te klein hulpeloos wezentje thuis te hebben zonder gebruiksaanwijzing of communicatieve vaardigheden, dat is eigenlijk niet goed uit te leggen.

En dan is het zo dat het moment waarop je die baby meekrijgt, niet echt het moment is waarop jij fysiek en emotioneel in topconditie bent. Dat komt namelijk doordat je net een bevalling achter de rug hebt. En dat is wat ik bedoel met hoe onhandig de natuur is. Want zelfs in het gunstigste geval is de bevalling iets wat je moet verwerken en waar je toch, hoe goed en makkelijk het ook is gegaan, van moet bijkomen. In het ongunstigste geval heb je 36 uur weeën gehad, daardoor in ieder geval één maar waarschijnlijk twee nachten niet geslapen, heb je veel pijn geleden, ben je misschien wel ingeknipt of ingescheurd en gehecht of heb je een keizersnee gehad en barst je verder van de spierpijn en de kramp van het opvangen van de weeën en het eruit krijgen van die baby. Je bent, zeg maar, gesloopt. Je voelt je alsof je een aanrijding met een tractor hebt meegemaakt. En dan moet je voor een baby gaan zorgen. Terwijl je zelf niet eens zelfstandig naar de wc kunt.

En terwijl je bed op klossen staat. Ok, dat is geen foutje van de natuur maar een foutje van de arbowet, want leuk dat zo’n kraamhulp niet hoeft te bukken bij je bed, maar een arbowetgevingsjurist is waarschijnlijk nog nooit met tig hechtingen en spierpijn tien keer per nacht zijn verhoogde bed uit geweest om voor een huilende baby te zorgen.

De laatste fout van de natuur betreft de hormoonhuishouding. Want net als je je fysiek op je slechtst voelt én je hebt een huilend wezentje om voor te zorgen slaat je hele hormoonhuishouding op tilt waardoor je over alles onzeker wordt en om alles, maar dan ook echt alles, moet huilen. Je bent, kortom, labiel. Labieler dan je ooit bent geweest. Zo labiel dat je denkt dat je psychische hulp of pillen nodig hebt om te functioneren.

En dat is wat ik bedoel: je bent lichamelijk en geestelijk niet eens in staat om voor jezelf te zorgen en dan drukt de natuur een baby in je arm. Waarom? Waarom heeft de natuur niet bedacht dat zo’n baby pas komt nadat je drie weken op een eiland in de zon hebt liggen uitrusten? Waarom?

dinsdag 16 november 2010

Geniet er maar van

Vanochtend had ik een bericht van Eef, wat mij vrolijk stemde, want Eef is net bevallen en dus al een paar weken onbereikbaar. Omdat ik haar mis mailde ik dat ik vrij was en wel wilde afspreken. Dat kon. Eef is echter nog niet zo ver dat ze al uren van huis kan, ze was überhaupt nog niet de deur uit geweest met de baby, dus spraken we vlak bij huis af, in het treurige winkelcentrum om de hoek. In het treurige winkelcentrum zijn twee treurige lunchrooms, waar alleen maar bejaarden komen. Nu ik erover nadenk komen in de meeste lunchrooms uitsluitend bejaarden, ik heb misschien nog nooit eerder in een lunchroom afgesproken. En oplettende lezers weten hoe groot mijn aversie tegen bejaarden is. Maar goed, Eef wilde geen gedoe, dus op naar het bejaardencafé.

Daar heb ik een tijd lang tussen de bejaarden zitten wachten, want Eef had nog nooit alle babyspullen plus baby in de auto geladen. En het was een vreemde auto want de gordels van haar eigen auto pasten niet om de Maxi-Cosi heen, dus nu rijdt Eef in de auto van haar zus. Het schijnt heel lastig te zijn om in een Nissan Sunny lange autogordels te plaatsen. De Nissan Sunny is blijkbaar geen gezinsauto, dan weet je dat ook weer. Wat het wél is? Geen idee.

Uiteindelijk bij het bejaardencafé kreeg Eef de deur niet open, omdat ze nog niet met de babywagen kan manoeuvreren. Ze keek er wat wanhopig bij. De bejaarden keken gretig naar de kinderwagen terwijl ze naar binnen reed. Bejaarden zijn dol op baby’s. Mijn theorie: “ha, eindelijk iemand die nóg minder kan dan ik.”

Eef was nog een beetje moe en ze baalde want ze was de speen voor de baby vergeten en als die zo ging huilen, kon ze die niet geven. Een vermoeiende gedachte voor iemand die elke nacht om de paar uur wakker geschreeuwd wordt. Na een kwartier keek Eef naar beneden en haalde met een zucht van verlichting de speen uit haar decolleté, “O, daar was die gebleven!” Een hele opluchting. Eef praatte over de bevalling, over hoe het is om ineens (ja, want zo voelt het toch, ondanks die 9 maanden) een baby in huis te hebben terwijl je op dat moment niet eens voor jezelf kan zorgen. Ik heb bewust nooit gekeken naar De Gelukkige Huisvrouw, maar na een uur met Eef heb ik het gevoel hem toch gezien te hebben. Ze heeft een prachtige, lieve baby, maar wat daar aan voorafgaat lijkt me behoorlijk traumatisch. Ze zeggen dat je dat heel snel vergeten bent. Dat je op een roze wolk leeft. Wat een lulkoek.

Weer buiten deden we samen boodschappen. Een mevrouw bij de Etos keek in de kinderwagen en zei “O wat een kleintje, nou, geniet er maar van, voor je het weet zijn ze groot.” “Ik kan niet wachten,” antwoordde Eef met een glimlach. “Ach ja, het kan heel zwaar zijn, maar voor je het weet wil je er nog één.” Eef zweeg. Ik weet het zo net nog niet.

vrijdag 12 november 2010

Pure verwennerij

Op de telegraaf website van vandaag staat een stukje over een lingeriemerk genaamd Cake Lingerie. Er staat de volgende zin boven het stuk: “Cake lingerie roept vrouwen die in verwachting zijn of borstvoeding geven op, om zich met hun trotse babybuik of kleine kindje op hun mooist in lingerie te laten fotograferen.”

Verderop in het stuk staan de de volgende zinnen: “Lingerie voor vrouwen die in verwachting zijn, moet pure verwennerij zijn. Dat stelt Tracey Montford van Cake Lingerie. “Vrouwen zijn dan op hun mooist maar voelen zich ook onzeker. Ze zijn al een beetje moeder maar willen zich ook vrouw voelen. Bij hun zoektocht naar vrouwelijke, luxe en comfortabele zwangerschaplingerie grijpen ze vaak mis”. En ook staat er “ Elke zwangere vrouw en prille moeder is op haar manier mooi en verdient het om in de spotlights gezet en verwend te worden.”

Vrouwen die zwanger zijn, zijn op hun mooist? En prille moeders ook? Wat is dit voor raar verhaal?
Ik ben net negen maanden zwanger geweest, veertig weken en één dag om precies te zijn. Ik kan me niet herinneren dat ik me mooi heb gevoeld of echt mooi ben geweest. Ik voelde me achtereenvolgens uitgeput en misselijk, moe moe moe en lusteloos, dikkig en lusteloos en negatief, dik en negatief en moe, log, onwendbaar en volkomen niet mezelf. Dat laatste voelde ik me trouwens negen maanden lang, niet mezelf. Als ik foto’s zie van tijdens mijn zwangerschap zie ik vooral iemand die heel erg moe is. Ik zie een klager en een zuchter. En dat ben ik volgens mij normaal gesproken niet. Ik weet meestal wel van aanpakken. Ik heb vanochtend bijvoorbeeld nog zonder morren, zelfs met plezier en in twintig minuten de hele keuken blinkend schoon gekregen. Dat lukte me niet tijdens mijn zwangerschap.

En na mijn bevalling voelde ik me zeker niet mooi of aantrekkelijk of zelfs maar datgene wat de woorden ‘prille moeder’ impliceren. Ik voelde me echt binnenste buiten gekeerd. Alsof er een tractor over me heen was gereden. Alsof er een volwassen man tussen mijn benen naar buiten was gekropen. Zo voelde ik me. En moe was ik ook. En dat was niet omdat de bevalling gewoon een beetje tegenviel. Nee, ik had me al niet zo’n rooskleurige voorstelling van een bevalling gemaakt. Maar dat je zoveel pijn kon hebben, of eigenlijk niet hebben, had ik niet verwacht. Dat een bevalling eigenlijk meer weg heeft van duw en trekwerk dan van een ‘natuurlijk proces’ wist ik ook niet. Dat het woord ’inknippen’ de lading niet dekt, wist ik niet. Voor hen die dat niet weten, inknippen is geen knipje, het is een snee van zeker 7 centimeter. Als je aan de hechtende gynaecoloog vraagt hoeveel hechtingen hij er eigenlijk in moet doen, krijg je te horen dat hij drie lagen aan elkaar moet naaien, inclusief een spier. Hoeveel hechtingen dat zijn kan hij zelf waarschijnlijk niet eens tellen. Dat je na afloop twee vuilniszakken bebloede lappen kunt afvoeren, is mij ook niet verteld. En dat je je daarna zeker een week zowel fysiek als emotioneel volkomen aangerand voelt, dat gaf me nou niet echt een sexy gevoel.

Ik ben nu twee weken verder en voel me nog steeds niet sexy. Sterker nog, als ik nog vier weken slaapgebrek heb verwacht ik dat ik me nog minder sexy voel. En dat komt echt niet omdat ik kilo’s ben aangekomen tijdens mijn zwangerschap, want dan ben ik niet. Sterker nog, de afgelopen maanden en vooral de laatste twee weken hebben mij bijna letterlijk opgegeten.

En tot slot: ‘prille moeders’ passen niet eens in lingerie omdat het kraamverband er niet in past. Sowieso is geen enkele vrouw aantrekkelijk met een kleine pamper tussen haar benen. Maar dat dat je allemaal overkomt na een bevalling, dat vertelt niemand je. De mythe over de roze wolk wordt ook door Cake Lingerie mooi in stand gehouden.

dinsdag 19 oktober 2010

Eén van mijn kerncompetenties

Ik heb de afgelopen dagen niets meegemaakt. Als je geen zin hebt om een column over mijn saaie leven te lezen zou ik nu ophouden met lezen. Wil je je lekker ophalen aan mijn saaie leven, lees dan vooral door.

Dat ik niets mee maak komt niet alleen doordat ik behoorlijk zwanger ben en minder mobiel begin te worden, maar komt vooral doordat ik verkouden ben. Enorm verkouden. Verkouden zijn is één van een van mijn kerncompetenties. Minimaal twee keer per jaar ben ik verkouden, met volle overtuiging en overgave. Ik krijg het altijd en allemaal: loopneus, keelpijn, oorpijn, hoesten, niezen en dat het liefst allemaal tegelijk.

Ik heb het nu al vijf dagen en het hele spectrum is inmiddels doorlopen. Ik voel me beroerd. Zeker in combinatie met mijn zwangere lichaam is verkouden zijn geen pretje. Mijn energieniveau is al laag en nu met die verkoudheid erbij is het echt gereduceerd tot nul. Ik lig in bed of op de bank of ben onderweg van het ene naar het ander. Meer doe ik niet. Ik breng ongeveer vijftien uur per dag slapend in bed door. Na die vijftien uur slapen ben ik volkomen opgenomen in of overgenomen door mijn natuurlijke habitat. Als ik in de jungle zou slapen was ik inmiddels overwoekerd door planten, aarde en beestjes. Thuis in mijn eigen bed ben ik begraven onder dekens, kussens, vieze zakdoekjes en twee katten.

Ik word wakker van slapende ledematen, een droge keel, een loopneus en omdat ik moet plassen, en dat allemaal tegelijk. Omdat ik alleen nog maar op één van mijn twee zijen kan liggen, ingeklemd tussen kussens, en met moeite mijzelf overeind krijg, spartel ik als een op het droge terecht gekomen vis. Soms voelt het door het lang op één zij liggen alsof de baby zich via de zijkant van mijn ribben een weg naar buiten de matras probeert in te boren. Omdat draaien door mijn veranderde lichaamsverhoudingen geen sinecure meer is, kost opstaan moeite. Mijn gekapseisde lichaam moet in de juiste positie worden gebracht om het bed te verlaten zonder dat ik iets breek en zonder dat mijn buik mij weer uit evenwicht brengt en terug doet vallen in bed. Omdat ik van de kraamzorg een plastic zijltje op mijn matras moest leggen (ik zal jullie de details besparen) gaat het draaien van mijn lichaam gepaard met een hoop geknisper. Inmiddels staat ons bed op klossen en dus moet ik mij, met buik en lopende snotneus, al knisperend, uit een soort semi-hoogslaper naar beneden laten vallen op weg naar de badkamer. Tegen de tijd dat ik die badkamer bereik ben ik inmiddels weer flink wat tijd verder. En zo komt het dat mijn dag al snel gevuld is met niets. Alles duurt lang, elke handeling kost tijd en elke handeling vraagt enorm veel energie. Ik ben een snotverkouden walvis op het droge.

dinsdag 12 oktober 2010

Lelijk

Ik heb onlangs de lelijkste schoenen ter wereld gekocht. Ik moest wel. Althans ik verkeer in de veronderstelling dat ik wel moest.

Ik ben behoorlijk zwanger en daardoor loop ik niet zo lekker meer. Mijn voeten zijn nogal opgezet en dus krijg ik mijn oude schoenen niet goed meer aan. Daarnaast heb ik eigenlijk voornamelijk schoenen met hakken, hoge hakken, en dat loopt nu helemaal niet meer lekker. Ik heb één paar platte laarzen (heel lelijk, voor als het sneeuwt) maar ook die krijg ik niet meer over mijn kuiten. En dus liep ik al sinds terugkomst van de vakantie in juli voornamelijk op slippers en had ik nog één paar pumps met lage hak die ik ‘voor netjes’ aan kon. Maar niet te lang, want dat houd ik niet vol.

Aangezien het nu kouder wordt, en ik (tijdens mijn verlof) niet vaak meer netjes hoef, moest ik andere schoenen hebben. Schoenen die warm zijn en waar je nog enigszins op kan lopen. En die niet te duur zijn, want na mijn bevalling doe ik ze waarschijnlijk nooit meer aan. Allereerst omdat mijn voeten dan weer kleiner zijn (hoop ik) en ten tweede omdat ik dan toch een verzameling nieuwe pumps en laarzen ga kopen, om mezelf te belonen. Ik heb al heel veel potentieels gezien in de winkels en verheug me nu al op de uitverkoop na kerst waarin ik mijn slag ga slaan.

Maar goed, eerst moesten dus die lelijke schoenen gekocht worden. En na, samen met mijn zus, alle schoenenwinkels te hebben bekeken kwamen we tot de conclusie dat de aanschaf van een soort nep Uggs dus echt de beste oplossing was. Ze zijn warm, lopen lekker en zijn niet duur. Al het andere was duur, of duurder en lelijker, of liep toch voor geen meter. En dus heb ik nu lelijke lompe schoenen die heerlijk warm zijn en waar ik de hele dag op kan lopen. Ik heb iets gekocht wat ik zwoer nooit te kopen. En ik geneer me er niet voor. Dit zijn de eerste tekenen van aftakeling. Morgen knip ik mijn haar kort en verf het rood.

maandag 20 september 2010

We noemen de baby gewoon 'baby'

We hebben geen bijnaam voor de baby. We noemen de baby gewoon ‘baby’. Want dat is het ook. Een baby. Ik zou de baby ook mijn eigen ‘alien’ kunnen noemen. Want soms voelt het alsof ik een alien in mijn buik heb. Een aantal keer per dag gebruikt de baby in mijn buik mijn ingewanden als springkussen.
Als ik achter mijn computer zit dan schept het er een genoegen in een paar voeten tegen mijn middenrif te drukken. Dat gaat soms zo hard dat ik mijn eten terug voel komen of niet meer kan buigen omdat er van alles in de weg zit.

Als ik op mijn rug op de bank lig, zie ik soms mijn buik heen en weer bewegen. Dan golft hij van links naar rechts en voel ik aan alle kanten, zelfs in mijn rug, dat er iemand hard aan het afzetten is daarbinnen. Waarschijnlijk is het er nogal krap en probeert de baby, met het van mij afkomstige chagrijn als iets niet wil lukken, enigszins ruimte te creëren.
Soms voel ik kleinere beweginkjes. Dan weet ik dat het met de fijne motoriek wel goed zit. Dan zwaait de baby een paar keer of beweegt met de polsen heen en weer (een klein pianospelertje in de dop misschien?). Soms doet het strekoefeningen met voeten, kuiten en benen. Ik voel dan voetjes tegen mijn nieren duwen of er steekt dan ineens een bobbel uit mijn buik.

Ik noem de baby ook wel eens de parasiet, omdat het zoveel van mijn energie wegneemt en zoveel van mijn eten opeet. Maar meestal noem ik de baby gewoon ‘baby’. Het is een nogal abstract concept, zo’n baby. Waarschijnlijk is de abstractie van het onderwerp op slag verdwenen zodra ‘de baby’ geboren is. Aan de ene kant kijk ik uit naar die geboorte, zodat ik eindelijk weet of alles wel goed is en vooral ook hoe het eruit ziet en hoe het zich gedraagt. Aan de andere kant mag het nog wel even op zich laten wachten, dan kan ik nog even wennen aan de abstractie en me zo voorbereiden op de harde realiteit die gaat komen. Nog een paar weken te gaan, gelukkig nog even de tijd om bij te slapen en om een echte naam te verzinnen.

maandag 6 september 2010

Een lijst van drie pagina's opgesteld in arial tien, regelafstand één

Was ik na de verhuizing van vorig jaar al enigszins aanschafmoe, nu na het aanschaffen van de babyuitzet ben ik echt aanschafuitgeput.
Om te beginnen ben ik niet erg goed in het uitgeven van geld. Ik kan vrij goed sparen en als ik dan gespaard heb vind ik het zonde dat geld uit te geven. Daarom duurde het maanden (ik had het bedrag al lang op mijn spaarrekening staan) voordat ik, met moeite en na lang wikken en wegen, een digitale spiegelreflexcamera ‘durfde’ aan te schaffen.
Verder vind ik, waarschijnlijk samenhangend met mijn uitgeefaversie, dingen ook vrij snel duur. Dus als er echt iets gekocht moet worden, buiten de wekelijkse boodschappen, ben ik daar niet echt goed in. Soms moeten we iets hebben maar laat ik het liggen omdat het ‘duur’ is, om het vervolgens een paar weken later toch maar te kopen omdat we het toch echt nodig hebben en het niet goedkoper te krijgen is.
Gelukkig heb ik een man die wel kan uitgeven en mij dan ook regelmatig maant iets te kopen. Of iets dat wij samen nodig hebben of iets voor mijzelf. Gek genoeg houdt mijn geliefde helemaal niet van winkelen, winkels en winkelend publiek en dit heeft dus tot gevolg dat als er dingen gekocht moeten worden óf ik degene ben die het van tevoren geselecteerde item moet gaan halen, of wij samen een soort noodplan opstellen om een specifiek item zo snel en efficiënt mogelijk samen te gaan uitzoeken.
Met de (nakende) komst van de baby kwamen er hele lijsten in huis van zaken die aangeschaft moesten worden. Lijsten ook met dingen waar wij nog nooit van gehoord hadden. Zo weet denk ik niemand zonder kinderen wat een hydrofielluier is en wat je daar mee moet doen. Van de items waarvan wij wel wisten wat ze waren en waarvoor ze bedoeld waren bleek een zo breed aanbod op de markt dat onmogelijk was om met een snelle rit naar één winkel te bepalen wat nu aan te schaffen. Eén voorbeeld daarvan is het aanbod aan drinkflesjes. Ga voor de grap eens naar een Prenatal en bekijk wat voor flesjes ze daar allemaal verkopen en probeer dan te ontwaren welke je moet hebben voor jouw ongeboren baby. En dat is dan één ding van je drie pagina's tellende lijst, opgesteld in arial tien, regelafstand één. Gelukkig zijn wij nu bijna, na een maand klussen en aanschaffen, door de lijst heen. Ik kijk uit naar het moment dat ik op de bank kan gaan liggen.

dinsdag 31 augustus 2010

Ontaard en wel

Onlangs moesten wij een kinderwagen aanschaffen. We hadden deze aankoop al veel te lang uitgesteld en bang gemaakt met ellenlange levertijden togen wij, op aanraden van verschillende bevriende stellen met kinderen, op een zaterdag richting Gouda. In Gouda bevond, en bevindt zich nog steeds, een babywinkel van aanzienlijke omvang, waar wij met behulp van een heuse ‘testbaan’ vast zouden slagen voor een kinderwagen.
Ter oriëntatie had ik naar vrienden met kinderen, na een eerste bezoek aan Prenatal dit voorjaar waarbij wij totaal gedesoriënteerd thuis kwamen, een e-mail gestuurd met de vraag welke kinderwagen zij hadden en waarom. Ik kreeg veel en vooral zeer nuttige reacties binnen en nu hadden we in iedere geval een beeld van de dingen waar we op moesten letten bij aanschaf. We hadden zelfs al een vaag idee welke kinderwagen wellicht aan onze eisen voldeed en konden daarom enigszins gericht op zoek gaan. Nou werd het ‘gericht op zoek gaan’ in eerste instantie bemoeilijkt door de routebeschrijving van de babytoko zelf die er vooral genoegen in schepte ons vooral heel vaak rechtsaf te laten slaan (iets wat wij met graagte doen) maar wat er niet in resulteerde dat we ook daadwerkelijk bij de betreffende winkel uitkwamen. Na enig heen- en weer rijden en het raadplegen van een plattegrond arriveerden wij dan toch, onze goede aankomst zagen wij bevestigd door het grote aantal zwangere vrouwen dat zich op de parkeerplaats uit stationwagens wist te hijsen. Mijn geliefde begon al enigszins angstig te kijken.
Binnengekomen bekeken wij het enorme assortiment kinderwagens (ik denk dat één vierde van de zaak gewijd was aan kinderwagens). Aangezien het niet gemakkelijk is om te begrijpen hoe al die verschillende systemen werken, hoe een wandelwageninzet van de kar afgehaald moet worden, waar in hemelsnaam de rem zit, en vooral wat het verschil is tussen de ene en de andere wagen, riepen wij al snel de hulp in van een verkoopster. Zij demonstreerde ons alle voors en tegens van het door ons geselecteerde merk. Wij knikten af en toe en mijn lieverdje keek soms vertwijfeld om zich heen of op zijn Blackberry. De dame stelde voor dat zij nog wel andere merken aan ons kon demonstreren maar dit wisten wij gelukkig te voorkomen, alsof we op zaterdags niets leukers te doen hadden dan in Gouda op een industrieterrein rond te hangen. Hoewel, je wil natuurlijk het beste voor je kind en wij leken nu al ontaarde ouders door ons er zo efficiënt vanaf te maken. En ook nog zo laat, ik was toch al veel te ver heen om nu pas aan een kinderwagen te denken. Ik zag het de verkoopdame denken. Maar aan de andere kant, zo makkelijk en snel had ze toch niet vaak een kinderwagen verkocht?
We besloten dat we op de testbaan, meer voor het plezier van de verkoopster dan voor dat van ons, nog even het verschil tussen de luchtbanden en de niet-luchtbanden zouden testen, kozen in no-time een kleur uit, werden nog lastiggevallen met een vraag naar accessoires, kozen er vervolgens zo min mogelijk en togen naar de kassa. Deze exercitie zat er op. Mijn geliefde haalde opgelucht adem. We konden over het regenachtige parkeerterrein terug naar onze auto, de zwangere stelletjes achter ons latend en weer een ding van de to-do-list geschrapt, ontaard en wel, maar ons kind kon binnenkort liggend worden rondgereden, in een blauwe Mutsy.