Posts tonen met het label H. Alle posts tonen
Posts tonen met het label H. Alle posts tonen

woensdag 11 januari 2012

Seven Dwarfs – Last man standing (3)

Dit is een gastcolumn van gastcolumnist H

Dubbel feest in kamp Romney: de tweede overwinning op rij in een voorverkiezing (Iowa caucus en New Hampshire primary) heeft hij op zak. Bovendien finishte Ron Paul als tweede, waardoor Huntsman, Gingrich en Santorum het moeilijker krijgen om hun boodschap als alternatief voor Romney voor het voetlicht te krijgen èn met argumenten te omkleden.

Zo spannend als Iowa was, zo saai en voorspelbaar was New Hampshire. Romney was de koploper en haalde inderdaad zijn verwachte zege binnen. Ron Paul werd tweede – en gooide er een lange, onsamenhangende speech tegenaan. Jon Huntsman, die zijn hele campagne rond New Hampshire had gebouwd en er veel tijd heeft doorgebracht, werd teleurstellend derde. Huntsman bleef dapper roepen dat hij “in the hunt” is, maar de prooi lijkt hem te ontsnappen.

Romney kan tevreden zijn. Sinds Gerald Ford in 1976 won geen enkele kandidaat in zowel Iowa als New Hampshire. Toch een kleine kanttekening: in de peilingen schommelde Romney weken en zelfs tot een paar dagen geleden rond de 40-42%. De exit polls gaven 36% aan, maar dat percentage kroop toch nog wat omhoog (niet alle stemmen zijn al geteld bij het schrijven van deze column). Is het nu iets lager dan verwacht? En zo ja, hebben de harde aanvallen (“When Mitt Romney came to town” zie hier en Romneys eigen onhandige “I like being able to fire people who provide services to me”) toch enige impact gehad? En raakt hij verder beschadigd nu de karavaan zich naar het zuiden verplaatst, waar South Carolina en Florida op het programma staan?

Ook daar ligt hij inmiddels op kop, waar eerder – u kon het hier lezen – Gingrich goed leek te gaan scoren. Nu niemand (vooralsnog) heeft opgegeven na deze voorverkiezing, zullen de aanvallen op Romney verder gaan. Let in Florida op wat senator Marco Rubio gaat doen. Hij wordt getipt als mogelijke running mate van Romney. Aangezien de Republikeinen ontzettend slecht scoren onder latino’s door hun standpunt over met name immigratie en grensbewaking met Mexico, zou Rubio een belangrijke rol kunnen gaan spelen.

Onderbelicht bleef de Democratische voorverkiezing. Want die was er ook wel degelijk. President Obama won met 45.008 stemmen (81,9%) van dertien andere kandidaten, waaronder de fantastisch genaamde Vermin Supreme (vermin betekent ongedierte). Zijn campagnepunten? Een wettelijke verplichting om je tanden te poetsen, “zombie preparedness” en… een gratis pony voor elke Amerikaan. Waarom doet hij mee? "Om de bekende kandidaten bewust te maken van de absurditeit van het hele proces". Hij werd derde, met 781 stemmen (1,4%).

donderdag 5 januari 2012

Seven Dwarfs - Last Man Standing (2)


Dit is een gastcolumn van gastcolumnist H

En de winnaar in Iowa is… Mitt Romney. Met acht stemmen verschil heeft hij gewonnen van Rick Santorum. Acht stemmen. 8. Ron Paul werd derde, Gingrich vierde. Perry gaat – na enig aarzelen – toch door, Bachmann gooit het bijltje erbij neer (en heeft vorige week al volgens de geruchten aangeboden om Romneys VP- kandidaat te worden, al ontkent ze dat). Huntsman werd laatste – en wil ook door.

Ik was er niet voor opgebleven. En maar goed ook, want toen ik de volgende ochtend om kwart over 6 opstond, had ik weliswaar vijf ‘CNN Breaking News’ berichten, maar geen enkel uitsluitsel over wie er nu eigenlijk gewonnen had. Ik kon ‘live’ meekijken dat, na veel verwarring over precints, Romney met de kleinste marge ooit aan het langste eind trok. De analyses online, op twitter en op mijn tv bij CNN gaan alle kanten op. Mijn gok is dat het op 6 november 2012 niet uitmaakt, wie er vandaag gewonnen heeft. Romney heeft nog steeds de beste papieren. Hoe dan ook, de pundits zijn grofweg in twee groepen verdeeld:

Groep 1: Romney is de onvermijdelijke kandidaat. Hij kan nu deze overwinning claimen, hij staat ver voor in New Hampshire (dat, zoals u weet, volgende week stemt), heeft bakken met geld en daarmee een lange adem. Wordt zelfs door de meeste van de Republikeinse achterban gezien als de grootste kanshebber om president Obama uit het zadel te wippen. Voorspelling: Romney wint New Hampshire dik en gaat met momentum richting het Zuiden.

Groep 2: Romney is 'damaged goods'. Zijn campagne is al zes jaar (!) bezig, hij haalt net als in 2008 zo’n 25% van de stemmen en bijna precies hetzelfde aantal stemmen (om en nabij de 30.000) en kan maar niet boven zichzelf uitstijgen. Hij heeft miljoenen uitgegeven, onder meer met een stortvloed aan negatieve spotjes om het 'Newtmentum' te keren – en verliest nog bijna van een vrijwel onbekende ex-senator die vaak een 'sweatervest' draagt (zie afbeelding). Voorspelling: Romney zakt in in New Hampshire, wint mogelijk, maar met veel minder marge dan gedacht, wat zijn momentum verzwakt richting het Zuiden.

Voor beide punten valt wat te zeggen, maar Romney is waarschijnlijk toch de last man standing. Wat duidelijk is, is dat de evangelische christenen massaal op Santorum hebben gestemd en dat er nog grote twijfel heerst over de conservatieve papieren van Romney. Is dat alles vergeten als Romney de nominatie pakt? Dat is nu de grote vraag. Zonder de conservatieve, evangelische achterban (25% van het Republikeinse electoraat) heeft Romney een groot probleem. Zelfs tegen een impopulaire Obama, die nog maar weinig voor elkaar heeft gekregen en vooralsnog een zwakke president is gebleken.

Ceterus paribus (oftewel Ron Paul of Donald Trump doen niet als 'independents' mee en ook Palin – of een andere kandidaat als Mitch Daniels of Chris Christie – blijven uit de race) is het gokken op wie Romney als VP-kandidaat kiest: één van de huidige andere kandidaten? Het zal waarschijnlijk een conservatieve, evangelische christen zijn, mogelijk uit een zuidelijke staat.

P.S.: Newt is boos. Volgens de commentatoren wordt het nu echt knokken. Komende week weer twee debatten. De toon zal harder worden. Ik zit er klaar voor!

donderdag 8 december 2011

Seven Dwarfs - Last Man Standing (1)

Officieel afgemeld/campagne opgeschort: Herman Cain
Nog in de race: Romney, Gingrich, Huntsman, Perry, Bachmann, Santorum, Paul

Over minder dan een maand is de eerste voorverkiezing in Iowa voor de Republikeinse nominatie voor het presidentschap. Wie ligt er op kop? Newt Gingrich. Wie had dat kunnen denken? Zeker deze gastcolumnist niet, die op 6 juli over Gingrich’ kansen schreef:
‘Laag. Zeer laag. Miniem bijna. Gingrich is een controversiële figuur, ook binnen de Republikeinse partij. Sinds 1998 heeft hij geen gekozen functie meer vervuld en is daarmee vooral een politicus uit het verleden.’ Om mijn eer nog enigszins te redden: ik voegde daar aan het slot aan toe: ‘Gingrich heeft echter verklaard niet op te geven. Of zijn doorzettingsvermogen beloond wordt, zal moeten blijken.’

Gingrich is nog lang niet zeker van de nominatie, maar hij is zo’n beetje het laatst overgebleven alternatief voor de schier onvermijdelijke Mitt Romney. Zoals hierboven vermeld, zijn er nog veel meer kandidaten, maar hun campagnes lijken (?) niet meer te redden. Het toont daarmee ook direct de zwakte van het veld aan. Zeven dwergen? Inderdaad. De Republikeinse achterban hopt van de ene kandidaat naar de andere. Alles behalve Romney, lijkt het wel.

De campagnes van Cain, Bachmann en Perry zijn spectaculair geïmplodeerd. Herman “The Herminator” Cain werd omhoog gestuwd door zijn onconventionele optreden, maar heeft nu zo’n beetje de stekker uit zijn campagne getrokken (en steun voor Gingrich uitgesproken) na een lawine aan beschuldigingen over seksuele intimidatie en buitenechtelijke relaties. Ook zijn flater over Libië heeft hem weinig goed gedaan. De grote vraag (voor mij althans) is, waarom hij met zo’n verleden zich überhaupt gekandideerd heeft. Na de schandalen rond onder andere Gary Hart (klassieker!) en Clinton, had hij toch beter moeten weten. Bachmann genereerde aanvankelijk aandacht, maar haar supporters hopten net zo makkelijk over naar Perry en sindsdien wordt ze vooral genegeerd, behalve als ze Elvis feliciteert op zijn sterfdag of blundert over – met name – buitenlandse politiek. Perry op zijn beurt heeft nog wel veel geld, maar wordt na zijn “oops”-moment algemeen afgeschreven. Maar goed, dat werd van Gingrich ook gezegd toen zijn staf ontslag nam en hij er dramatisch voor stond.

In januari 2012 zijn er vier voorverkiezingen. De caucus in Iowa (3e) en primaries in New Hampshire (10e), South Carolina (21e) en Florida (31e). In Iowa staat Gingrich – in een gemiddelde van vijf peilingen - meer dan 10 punten voor op Romney. Ook in South Carolina en Florida staat Gingrich er vooralsnog goed voor, al is van de Sunshine State nog weinig grondig kiezersonderzoek verricht. Alleen in New Hampshire staat Romney op dit moment op winst. Maakt dat veel uit? Ja en nee. Aanhangers van Gingrich hebben het nu al over “Newtmentum” en overwinningen helpen met fundraising en media-aandacht. In 2004 won Huckabee in Iowa van McCain, de uiteindelijke kandidaat. In New Hampshire versloeg McCain van de latere president Bush in 2000 en won Hillary Clinton in 2008 nipt van president Obama.

Minder dan vier weken nog te gaan tot 3 januari 2012. Politieke analisten zeggen dat Gingrich de komende weken zich vooral zal moeten beheersen. Geen controversiële dingen roepen - gevoed door zijn aanzienlijke ego - en geen blunders begaan. Wie weet hoe ver hij dan nog kan komen.

Hier de jongste campagnespot van Gingrich.

dinsdag 27 september 2011

Honden

Dit is een gastcolumn van gastcolumnist H

Toen ik de column van Arnon Grunberg in de Volkskrant las, moest ik echt even gaan zitten.


















‘Hitler had een Duitse herder genaamd Blondi,’ zo begint hij. Via een merkwaardige kronkelredenering (nazi’s waren dol op honden) die ik – ook naar meerdere keren herlezen – niet kan volgen, komt hij erop uit dat Wilders’ vergelijking van Cohen met een bedrijfspoedel een antisemitische uitlating is. In het Derde Rijk werden “ondermensen” vaker met honden vergeleken. Ja, weet ik nog van mijn geschiedenislessen en interesse in het onderwerp, ook met ratten en ongedierte. De ontmenselijking door vergelijkingen met dieren. In de Arabische wereld wordt de hond ook als belediging gebruikt. Amerikanen worden bijvoorbeeld “zonen van honden” genoemd, soort van “sonofabitch”, maar dan met meer lading. Varkens zijn vanwege hun uiterlijk en vermeende onreinheid ook een favoriet. Niet alleen religieus geïnspireerd. Varkens worden ook ingezet als vergelijking met dikke of onsmakelijk etende mensen (soms in combinatie).

Bij bedrijfspoedel denk ik aan veel dingen (welk bedrijf heeft een poedel in dienst, is dat zoiets als een scheepskat, is de poedel een mascotte, loopt er een man in een poedelpak rond met zo’n uitgangbord om zijn nek), maar dat de bedrijfspoedel synoniem is voor een sociaaldemocratische Jood, was me niet te binnen geschoten. Misschien ben ik zo’n onbenul als het om geschiedenis gaat. Misschien slaat Grunberg hier zo’n absurdistische weg in, dat ik het niet meer kan volgen. Misschien meent hij het echt. Maar Wilders is toch altijd zo’n fan van de joden en steun aan Israël, roept een stemmetje in mijn hoofd, zijn partij is er altijd als de kippen bij om commentaar te leveren als islamitische fundamentalisten tegen Joden fulmineren of aanslagen plegen? Als Joden klagen over hun veiligheid vanwege Marokkaanse hangjongeren, zijn de Kamervragen binnen no time binnen. Ik raak er ernstig van in de war. Zou dat dan schijn zijn, een Takiya als het ware? Wilders heeft twee katten, maar geen hond. Zou hij die katten dan ophitsen om joden te krabben?

Zo krijgt het debat nog een raar staartje.

vrijdag 15 juli 2011

Seven Dwarfs – Rick Perry

Dit is een gastcolumn van gastcolumnist H
Officieel gemeld: niemand.
Officieel afgemeld: niemand

Nieuwe buzz: Fundraising. De Democraten hebben al 86 miljoen dollar binnengeharkt, de president zelf ruim 47 miljoen en de DNC – de partijkas – ruim 38 miljoen. Dat geeft de Democraten een grote voorsprong op de Republikeinen. Die haalden 35 miljoen dollar op, maar dat is voor alle kandidaten samen. Met de kanttekening dat niet alle kandidaten hun fondsenwerving bekend hebben gemaakt (Michele Bachmann bijvoorbeeld), is het een gigantisch gat. De Democraten kunnen hun 86 miljoen tenslotte op één man inzetten.

Bij de Republikeinen was het – niet verrassend – Romney die met 18 miljoen de meute aanvoert. Hij heeft uiteraard ook zijn immense persoonlijke kapitaal en wie de nominatie ook krijgt, gaat nog veel meer ophalen, maar om nu al op achterstand te staan, is geen goed nieuws. Vergelijking: in 2007 hadden 10 Republikeinse kandidaten al 118 miljoen ingezameld.

Gouverneur Rick Perry
Schoenen? Gewone schoenen? Sportschoenen? All Stars? Daar spuugt Rick Perry (61) op. Schoenen zijn voor mietjes. Laarzen. Dat is wat kerels dragen. En dat Rick Perry een echte kerel is, moge duidelijk zijn. Anders draag je geen cowboylaarzen onder je pak.

Rick Perry is Gouverneur van Texas, de langstzittende, sinds hij George W. Bush opvolgde in 2000. Zoals drilsergeant Hartman in ‘Full Metal Jacket’ opmerkte: ‘Only steers and queers come from Texas’. Perry is zonder twijfel een stier. Een macho met laarzen. Misschien is het iets typisch uit Texas. President Lyndon B. Johnson (daarvoor Senator uit Texas) droeg ook vaak laarzen onder zijn pak. Uiteraard met zijn initialen erop, net als zijn overhemd, manchetknopen en – meest berucht – zijn riem, waar de initialen op de sluiting zaten en ingelegd waren met diamantjes. Gangsta avant la lettre. Ook president George W. Bush (daarvoor Gouverneur van Texas) droeg graag laarzen. Hij had onder andere een paar met het presidentiële zegel erop.

Perry heeft veel paar laarzen en gaat er graag mee op de foto. Bijgaand eentje waarop hij een exemplaar met de vlag en vorm van Texas erop. Hij bezit ook een paar met de spreuk ‘Come and take’ erop, verwijzend naar de Texaanse onafhankelijkheidsstrijd tegen Mexico in de 19e eeuw. Klap op de vuurpijl is echter het paar laarzen met ‘Liberty’ op de ene laars en ‘Freedom’ op de andere. Duidelijker kan je statement niet zijn, patriottistischer kun je niet worden. Zoals Politico zei, hij ‘oozes Texas swagger’.

Hoewel hij als een conservatieve Republikein te boek staat, begon Perry zijn carrière als Democraat. Na zijn afstuderen in dierenkunde aan de Texas A&M Universiteit, diensttijd bij de luchtmacht als piloot en werken in het familiebedrijf (katoenfabriek), werd hij in 1984 lid van het Huis van Afgevaardigden. Vijf jaar later maakte hij de overstap naar de Republikeinen, werd minister van Landbouw in Texas, luitenant-gouverneur en nu dus Gouverneur. Met zijn vrouw Anita Thigpen is hij getrouwd sinds 1982 en ze hebben twee kinderen: Griffin en Syndney.

Perry is populair, zowel in zijn staat, als onder de aanhangers van de Tea Party. In 2009 sprak hij tijdens een rally over de mogelijkheid dat Texas, mocht de federale regering in Washington doorgaan met belasting heffen en schulden opbouwen, zich af zou kunnen scheiden van de Verenigde Staten. Perry benadrukte achteraf dat hij zelf daar niet tot aan zou zetten, maar dat Texanen een speciaal slag mensen zijn, die niet alles zomaar pikken. Volgens Perry zou de onafhankelijke republiek Texas bij haar toetreding tot de Unie in 1845 bedongen hebben om zich af te kunnen scheiden. Historici betwisten dat, aangezien zo’n bepaling in geen enkel verdrag of overeenkomst tussen Texas en de VS voorkomt. Kritiek hierop deerde Perry niet en hij verwierp suggesties dat zijn commentaren alleen maar opruiend werken en contraproductief zijn.

In juni 2011 schitterde Perry met een toespraak bij de Republican Leadership Conference en werd toegejuicht door duizenden aanwezigen, waarbij er ‘Run Rick Run’ werd gescandeerd. De Gouverneur heeft lang geroepen zich niet kandidaat te stellen, maar eerder dit jaar veranderde zijn boodschap in ‘ik denk erover na’. In elk geval gaat hij zich steeds meer als een mogelijke kandidaat gedragen.

Inschatting van zijn kansen

Perry lijkt zo op het eerste oog een outsider, maar kan zeker een gevaarlijke tegenstander worden voor de andere kanshebbers. Nu al is hij bezig om steun te verwerven onder de aanhangers van zekere afvallers zoals Newt Gingrich. Hij heeft ook binnen Republikeinse leiderschapskringen zeer veel aanhang, waaronder de invloedrijke Haley Barbour, Gouverneur van Mississippi.

Grote voordelen voor Perry zijn, dat hij een echte bona fide conservatief is, waar hij het zeker wint van Jon Huntsman en Mitt Romney. Vooral die laatste heeft een probleem als het tot een krachtmeting komt met Perry, want Romney is Gouverneur geweest van het verfoeide ‘liberal’ Massachusetts en lijkt een meer recente recruut voor conservatieve waarden. Perry heeft bovendien al 11 jaar een grote en belangrijke staat van de VS onder zijn hoede en heeft aanzienlijke successen op zijn naam staan, die Republikeinen over de hele linie aanspreken.

Nadeel voor Perry is dat hij nog geen organisatie heeft in de cruciale voorverkiezingstaten, geen campagnestaf heeft en nog geen fondsen heeft geworven. Sommige van de andere kandidaten zijn al maanden of meer dan een jaar (Romney) bezig om “grassroots” campagne te voeren, te adverteren en hun gezicht te laten zien in staten als Iowa en New Hampshire. Perry heeft nog niets gedaan. Zou het een strategie kunnen zijn om juist op de Zuidelijke staten te mikken, te beginnen met South Carolina? Het kan een handige tactiek zijn om de eerste staten over te slaan als je er toch niet kan winnen en het momentum op een later moment te pakken. Ook kan Perry afwachten tot de andere kandidaten elkaar afmaken, wat nu al gebeurt met Pawlenty die Bachmann aanvalt en Huntsman die Romney probeert onderuit te halen.

De grootste vraag is echter, die de Wall Street Journal ook al stelde, is Amerika klaar voor weer een president uit Texas? Perry is een soort Bush kwadraat, recht voor zijn raap, overlopend van testosteron. Hebben gematigde en onafhankelijke kiezers dan niet meer te winnen bij president Obama?

woensdag 6 juli 2011

Seven Dwarfs - Newt Ginrich

Dit is een gastcolumn van gastcolumnist H
 Gemodder bespreekt hier alle Republikeinse kandidaten en/of kanshebbers voor de presidentsverkiezingen van 2012. Wat is er veranderd sinds de vorige bijdrage?

Officieel gemeld: Thaddeus McCotter (wie?!?), Jon Huntsman, Michele Bachmann
Officieel afgemeld: niemand
Nieuwe buzz: Rudy Giuliani blijft de temperatuur van het water testen en probeert zijn naam in de media te houden. Gouverneur Rick Perry van Texas lijkt steeds serieuzer te worden over een eventuele kandidatuur. Het fenomeen Sarah Palin blijft ook een aandachtsmevrouw, met het boek van haar dochter, ferme uitspraken en het aflasten van haar landelijke bustour. Volgens Palin is de tour niet afgelast, maar heeft ze hem ‘tijdelijk stilgelegd’ en zal ze ‘wanneer de tijd rijp is’ weer verder gaan. Hetgeen de komiek Jimmy Fallon deed opmerken: ‘ze heeft het niet afgelast, maar is er mee gestopt zonder specifieke plannen om er weer mee te beginnen.’
Leuk feitje: op de één of andere manier heeft uw correspondent de kandidatuur van de ‘Naked Cowboy’ over het hoofd gezien. In september 2010 heeft deze Newyorkse straatartiest (echte naam: Robert Burck) zich als onafhankelijke kandidaat gemeld, maar wel als aanhanger van de “Tea Party”.

Voormalig voorzitter van het Huis van Afgevaardigden Newt Gingrich

Newton LeRoy McPherson werd geboren in 1943, negen maanden na het huwelijk van zijn ouders. Binnen enkele dagen strandde dat huwelijk al en Newt werd later geadopteerd door zijn moeders tweede echtgenoot, die Gingrich heette en wiens achternaam hij aannam.

Gingrich is historicus en promoveerde op het Belgische onderwijsbeleid in de Congo tussen 1945 en 1960. Hij gaf les aan twee universiteiten in Georgia, stelde zich kandidaat voor het Congres in 1974 en 1976, maar verloor beide keren van de zittende Democraat. In 1978 was het wel raak en begon hij aan zijn politieke carrière, die hem in 1994 de positie van Speaker, oftewel voorzitter van het Huis van Afgevaardigden, zou brengen. De Republikeinen hadden sinds 1954 geen meerderheid in het Huis gehad en Gingrich bedacht met een aantal anderen een voorstel om een “Contract with America” te sluiten, als ze zouden winnen. Het leverde 54 zetels winst op (geholpen door het slecht gevallen voorstel van president Clinton voor een zorgverzekering) en de Republikeinen veroverden de macht. Zo werd Gingrich één van de belangrijkste politiek leiders van het land en botste hij vaak keihard met Clinton, onder meer over de budgetonderhandelingen in 1995 en 1996, wat tot een zogeheten ‘shutdown’ leidde. Tijdens het Lewinsky-schandaal was hij één van de felste tegenstanders van de president. Beide episodes deden zijn populariteit geen goed en zijn waardering nam in de publieke opinie sterk af. In 1997 werd hij bovendien, als eerste Speaker ooit, door het Huis veroordeeld wegens ‘ethische overtredingen’. Weliswaar voor slechts 1 van de 83 aanklachten die tegen hem was ingediend, maar schimmige deals op het randje van belastingontduiking lopen als een rode draad door Gingrich’ carrière. Medestanders houden vol dat Gingrich zo briljant is en zich vooral met landelijke zaken en grote lijnen bezig houdt, dat hij zich niet om dergelijke details bekommert. Met zo’n verweer kom je als prominent politicus echt niet weg. Nadat de Republikeinen slecht scoorden bij de verkiezingen in 1998 legde hij zijn functie neer en nam hij zijn Congreszetel niet in.

Gingrich staat bekend als een briljant denker, maar heeft af en toe moeite om zijn goede en slechte ideeën te scheiden. Door te weinig focus aan te brengen en niet altijd consequent een plan tot uitvoering brengen, is hij niet altijd even effectief. Hij schreef 17 boeken over zijn carrière, zijn standpunten en de toestand van de VS, maar ook een aantal historische fictie, waaronder een alternatieve geschiedenis van de Amerikaanse Burgeroorlog. Zo winnen de Zuidelijke staten bijvoorbeeld de cruciale slag bij Gettysburg.

Zijn persoonlijk leven is echter zijn grootste manco. In 1962 trouwde hij met zijn eerste vrouw Jackie, maar in 1980 kwam het tot een breuk. De versies van Gingrich, zijn ex-echtgenote en zijn dochter lopen uiteen, maar feit is wel dat zijn vrouw geopereerd moest worden aan een (achteraf goedaardige) tumor en Gingrich intussen een buitenechtelijke relatie had aangeknoopt. Of het waar is dat hij Jackie dit nieuws in haar ziekenhuisbed bracht, wordt betwist, maar fraai is het allerminst. De maîtresse, Marianne, werd mevrouw Gingrich numero twee, maar medio jaren ’90 overkwam haar hetzelfde, toen Gingrich opnieuw vreemd ging, ditmaal met Callista Bisek, een medewerker van een ander Congreslid. Het maakt zijn standpunt tijdens de impeachment van Clinton nogal hypocriet, omdat hijzelf nu ook niet bepaald het voorbeeld van huwelijkse trouw was. Pas eind jaren ’90 kwam de relatie met Callista uit, met wie hij in 2000 trouwde. Zij is nog altijd de huidige mevrouw Gingrich. Newt zelf heeft onlangs verklaard dat zijn gedrag was ingegeven door zijn ‘gepassioneerde liefde voor de Verenigde Staten’ (wat dat ook moge betekenen).

Hij stelde zich officieel kandidaat voor het presidentschap op 11 mei 2011, na jaren openlijk gespeculeerd te hebben. Begin juni echter nam een groot deel van zijn staf ontslag,vanwege grote meningsverschillen over de te voeren strategie. Twee weken later volgde de meeste van zijn financiële mensen.

Inschatting van zijn kansen

Laag. Zeer laag. Miniem bijna. Gingrich is een controversiële figuur, ook binnen de Republikeinse partij. Sinds 1998 heeft hij geen gekozen functie meer vervuld en is daarmee vooral een politicus uit het verleden. Zijn persoonlijke handel en wandel is een ernstige belemmering voor zijn nominatie (toegegeven, Clinton kwam er ook mee weg, maar dat was A) een Democraat en B) het was Clinton). Vanaf zijn kandidaatstelling werd hij achtervolgd door negatieve pers: over zijn drie huwelijken, zijn affaires, de openstaande rekening bij juwelier Tiffany’s van 500.000 dollar, zijn uitgaven aan luxe vakanties en zijn reizen per privé vliegtuig. Volgens een ex-staflid is hij onmogelijk om mee te werken en weigert hij te luisteren naar advies over hoe zijn campagneveld uit te geven. Het gegeven dat zijn campagnemedewerkers nu al de handdoek in de ring hebben gegooid en hij bijna geen geld meer binnenhaalt, maakt het erg moeilijk om zijn kandidatuur door te zetten. Gingrich heeft echter verklaard niet op te geven. Of zijn doorzettingsvermogen beloond wordt, zal moeten blijken.

dinsdag 7 juni 2011

Seven Dwarfs – Mitt Romney

Dit is een gastcolumn van gastcolumnist H.
Bij het bespreken van de zeven dwergen kunnen we niet om Mitt Romney heen. Als hij met één van de dwergen uit Sneeuwwitje vergeleken kan worden, is hij ‘Doc’, de leider. Romney heeft zich ein-de-lijk officieel kandidaat gesteld. Het werd tijd, want sinds zijn verlies tegen John McCain in de primaries van 2008 is Romney nooit meer opgehouden met zijn campagne voor het presidentschap.

Willard Mitt Romney is de zoon van George W. Romney (voeg hier uw flauwe grap in), CEO van een autobedrijf en een populaire gouverneur van Michigan, die als presidentskandidaat in 1968 tijdens de primaries verloor van Richard Nixon en vervolgens in diens eerste kabinet minister voor Volkshuisvesting was. Moeder Lenore gaf haar startende carrière als actrice op, toen ze George ontmoette en hij daarom vroeg. In 1970 verloor ze de verkiezing voor een Senaatszetel van de zittende Democraat. Mitt werd overigens vernoemd naar J. Willard Marriott, zijn vaders beste vriend en bekend van de hotelketen en naar zijn neef, die ook Mitt heette en quarterback was bij de Chicago Bears.

Romney is actief lid van de kerk van Jesus Christ of the Latter Day Saints (LDS), oftewel de Mormoonse kerk. Zijn betovergrootvader Parley Pratt was één van de twaalf apostelen van de kerk, had twaalf vrouwen en werd in 1857 vermoord door de wettige en jaloerse echtgenoot van vrouw no. 12, al zegt de kerk zelf dat Pratt als martelaar is gedood door tegenstanders van de Mormonen. Interessant detail is dat Pratt tevens de betovergrootvader is van Jon Huntsman, een andere mogelijke presidentskandidaat.

Mitt en zijn vrouw Ann hebben vijf zoon: Tagg, Matt, Josh, Ben en Craig. Ann bekeerde zich tot het Mormoonse geloof (dat betekende dat haar ouders als niet-Mormonen niet op haar huwelijk met Mitt aanwezig mochten zijn), is altijd huisvrouw gebleven en kreeg in 1998 MS, al is de ziekte bij haar grotendeels in remissie.

Zijn naam werd gevestigd in de zakenwereld, waar hij een investeringsmaatschappij oprichtte en daar multimiljonair mee werd. In 1994 stelde hij zich kandidaat voor de Senaat in Massachusetts, maar verloor de race van Edward Kennedy, met 41% tegen 58%.

Na het zeer succesvol en winstgevend managen van de Olympische Spelen in Salt Lake City, werd hij hetzelfde jaar gekozen tot gouverneur van Massachusetts. In 2006 stelde hij zich niet kandidaat voor herverkiezing.

Mikpunt van spot voor veel komieken is Romney’s uiterlijk. Vaak wordt hij vergeleken met een etalagepop of Ken van Barbie. David Letterman vuurde in ‘08 zelfs een hele serie “mitticisms” af, met voorbeelden als: hij is de afbeelding die bij een fotolijstje zit, het model op een ondergoedverpakking, een gladde makelaar die je een slechte hypotheek aansmeert, acteur in reclamespotjes over levensverzekeringen en de Amerikaanse president in een Canadese film. Ongetwijfeld zal Letterman zich weer in zijn handen wrijven.

Inschatting van zijn kansen

Redelijk goed. Als er één ‘frontrunner’ moet worden aangewezen, is het Romney wel. Zoals gezegd is hij sinds ‘08 gewoon doorgegaan met het onderhouden van een staf, was hij vaak te vinden in de eerste primary staten Iowa en New Hampshire – en zo’n beetje alle overige staten die het verschil kunnen maken. Ook heeft hij de afgelopen jaren veel Republikeinse kandidaten financieel ondersteund bij hun campagnes. Daar wil hij uiteindelijk natuurlijk iets voor terug. Een paar weken geleden haalde hij op 1 dag maar liefst 10 miljoen dollar op in fundraising. Tevens investeert hij deels zijn enorme persoonlijke vermogen in zijn campagne.

Romney heeft echter twee serieuze nadelen op weg naar de nominatie. Eén: zijn Mormoonse geloof. Het zijn niet alleen vooroordelen en misverstanden rondom de LDS-kerk, maar ook bestaande doctrines die voor veel christenen in de VS (met name evangelische, een grote achterban van de Republikeinen) moeilijk te accepteren zijn. Zowel de protestantse als katholieke kerken erkennen de LDS niet als christelijke kerk, omdat de LDS doctrines predikt die strijdig zijn met de Bijbel en de christelijke leer.

Twee: hij heeft de reputatie van een flip-flopper. Als gouverneur van het Democratische bolwerk Massachusetts heeft hij een omvattend zorgverzekeringplan ingevoerd, dat sterk lijkt op hetgeen dat president Obama landelijk wil invoeren. Romney (en met hem zo’n beetje alle Republikeinen) is daar nu fel op tegen, maar kan niet goed uitleggen in welk opzicht zijn plan nu zo anders is dan dat van de president en de Democraten. Ook is hij (meermalen) van positie gewisseld over abortus en andere thema’s die voor Republikeinse stemmers belangrijk zijn. Op deze punten is hij zeer kwetsbaar. Tenslotte is Romney een matige campaigner, die vaak wat stijf en houterig overkomt en moeite lijkt te hebben om een band op te bouwen met de ‘gewone man’. Desondanks staat hij er, vooralsnog, behoorlijk goed voor. Wellicht is hij straks de Republikeinse voorman.

dinsdag 31 mei 2011

Seven Dwarfs – Michele Bachmann

Dit is een gastcolumn van gastcolumnist H

Vorige week werd het u al aangekondigd: Gemodder gaat alle Republikeinse kandidaten en/of kanshebbers voor de presidentsverkiezingen van 2012 bespreken. Wat is er veranderd sinds de vorige bijdrage?
Officieel gemeld: Herman Cain, voormalig eigenaar van “Godfather Pizza”.
Officieel afgemeld: gouverneur Mitch Daniels (Indiana), tot teleurstelling van veel Republikeinen en Donald Trump, tot teleurstelling van alle late night komieken.
Nieuwe buzz: is er over Rudy Giuliani, die blijkbaar denkt dat het niet desastreuzer kan dan in 2008 en de Texaanse gouverneur Rick Perry. Uiteraard trekt ook Sarah Palin de aandacht, nu met een grote bustour.

Afgevaardigde Michele Bachmann


Zij zal zich naar verwachting binnenkort officieel kandidaat stellen. Bachmann (55) is de oprichtster en voorzitster van de Tea Party Caucus in het Huis van Afgevaardigden, dat 59 Republikeinse leden telt. Ze vertegenwoordigt het 6e district in Minnesota sinds 2006, toen ze werd verkozen met 50% van de stemmen. Herkozen in ’08 met 46,4% en in ’10 met 52%, bewijst dit haar electorale aantrekkingskracht.

Ze wordt vaak beschimpt door columnisten en komieken. Bekende ‘flaters’ zijn haar opmerkingen dat de Founding Fathers de slavernij hebben afgeschaft (was Lincoln), dat de Amerikaanse Revolutie in New Hampshire begon (was Massachusetts) en dat het wel heel erg toevallig was dat de varkensgriep uitbraak plaatsvond onder Democraat Obama en de vorige uitbraak onder Democraat Carter (was onder Republikein Ford – en wat wilde ze daarmee zeggen?).

In geschiedenis is ze geen kei, maar ze is wel juriste. Haar tegenstanders wijzen er dan op dat haar doctoraat behaald werd aan het christelijke Oral Roberts University (nee, dat verzin ik niet, die man heette echt zo) en de rechtenfaculteit sinds 1989 is gesloten. Ook haalde ze een LL.M in belastingrecht aan de prestigieuze William & Mary Law School.

Inschatting van haar kansen

Laag. Ze is sowieso een outsider, maar nauwelijks een gevaarlijke. Haar “buzz” zal vooral afhangen van Palin. Zodra die in de race stapt, zal het voor Bachmann moeilijk worden, omdat ze hetzelfde deel van het electoraat bedienen. Zonder Palin krijgt ze aandacht als enige vrouwelijke kandidaat en haar controversiële mediaoptredens. Bovendien kan ze rekenen op steun vanuit de Tea Party. Ze is een bedreven fundraiser, zo haalde ze 2 miljoen dollar op in het eerste kwartaal van 2011, maar heeft (nog) geen goed doortimmerde organisatie achter zich in voorverkiezing staten als Iowa en New Hampshire.

In haar eigen partij heeft ze weinig krediet en veel kritiek gekregen toen ze in 2008 meermalen publiekelijk Barack Obama verweet eigenlijk anti-Amerika te zijn. Ook haar mislukte kandidatuur voor een leiderschapspositie onder de Republikeinse Afgevaardigden heeft kwaad bloed gezet.

Haar standpunten sluiten aan bij de rechtervleugel van de GOP, maar ze wordt beschouwd als een lichtgewicht. Zonder ervaring met buitenlandse politiek en vooral hamerend op sociaalconservatieve thema’s, heeft ze te weinig bagage om de nominatie te halen. Als eventuele opponent van Obama heeft ze gematigden en ‘independents’ weinig te bieden. Die zullen terugschrikken van haar uitspraken, bijvoorbeeld dat kinderen “een prijs” zijn voor homoseksuelen en dat homoseksuele leraren ervoor zorgen dat kinderen leren dat homoseksualiteit normaal is en dat ze zelf ook maar eens zouden moeten proberen.

dinsdag 24 mei 2011

"Seven dwarfs"

Dit is een gastcolumn van gastcolumnist H

Tot nu toe zijn de lezers van Gemodder in de Marge grotendeels gevrijwaard gebleven van politiek. Dat gaat nu veranderen. We gaan het hier namelijk hebben over politiek. En dan over misschien wel de leukste politiek denkbaar: de Amerikaanse politiek. In het bijzonder het circus dat presidentsverkiezingen heet.

Copyright © 2011 Universal Press Syndicate

Voor wie denkt: maar Wycliff Jean”s “Yes, We Can” is toch nog maar pas geleden? Welnee, de volgende verkiezingen staan alweer voor de deur. Op dinsdag 6 november 2012 gaat het Amerikaanse electoraat (dat wil zeggen: zo’n 57% van de kiesgerechtigden) weer naar de stembus. En ja, dat is dus over anderhalf jaar, maar we kunnen niet vroeg genoeg beginnen. Er wordt op die bewuste dinsdag overigens niet alleen een president gekozen, maar ook alle 435 leden van het Huis van Afgevaardigden, 33 senatoren, 11 gouverneurs en een waslijst aan lokale kandidaten. We concentreren ons hier echter op de presidentsverkiezingen. Aan de Democratische zijde heeft president Obama aangekondigd zich opnieuw verkiesbaar te stellen en, behoudens een groot schandaal of onverhoopt overlijden, is hij verzekerd van de nominatie. Blijft over de Grand Old Party, oftewel de Republikeinse partij.

Bij de Republikeinen is er geen duidelijke “frontrunner”. Er hebben zich al een aantal kandidaten officieel aangemeld, de meesten van een twijfelachtig kaliber. Wat te denken van een man die zichzelf omschrijft als Satanist en vampier? (I kid you not). Dit sluit aan bij een verzuchting in de fantastische tv-serie “The West Wing” – seizoen 6 en 7 gaat over de campagne rond de opvolging van president Bartlet (Martin Sheen) – dat het groepje kandidaten net de zeven dwergen zijn.

Van een aantal andere, meer serieuze kandidaten, wordt een aankondiging van een kandidatuur verwacht binnen nu en een paar maanden. Een veelzeggende stap hierin is de zogeheten Exploratory Committee. Ook Republikeinen die al een tijdje verdacht veel tripjes maken naar Iowa en New Hamsphire (waar de eerste primaries worden gehouden), geven daarmee aan dat zij hun kandidatuur aan het voorbereiden zijn.

Mogelijke kandidaten voor de nominatie zijn: Michelle Bachmann, Ron Paul, Mitt Romney, Newt Gingrich, Jon Huntsman, Sarah Palin en Tim Pawlenty. Alleen Gingrich en Paul hebben zich reeds officieel kandidaat gesteld. Ter lering ende vermaeck zal vanaf volgende week elke week 1 kandidaat worden besproken. Wie weet hoorde u het hier voor het eerst.

vrijdag 11 maart 2011

I heart... Bill Bryson

Dit is een gastcolumn van gastcolumnist H

Om maar meteen met de deur in huis vallen: ik ben een blinde fan van Bill Bryson. Ik ben niet gewend om zoveel affectie te voelen voor een in Engeland woonachtige, bebaarde Amerikaan die dit jaar 60 wordt en die ik niet helemaal niet ken. Maar affectie is het zeker. Ik heb geen idee hoe zijn stem klinkt, hoe zijn handdruk aanvoelt of hoe zijn oogopslag is. Ik heb hem nog nooit in het echt gezien, noch op tv. Dat hij een baard heeft, blijkt uit de lachende foto op de omslag van zijn boeken. Het enige wat ik van hem weet, heb ik van internet en – vooral – uit zijn boeken. Dus misschien is het correcter om te zeggen dat ik heart de boeken van Bill Bryson. Vergeef me de hierna volgende liefdesverklaring, maar ik dweep echt met zijn boeken, als een tienermeisje bij een concert van Justin Bieber.

Hoe is het zo ver gekomen, die diepgewortelde affectie? Ik had wel eens vaag over ene Bill Bryson gehoord en had in 2003 positieve verhalen gehoord over zijn A Short History of Nearly Everything, dat – naar ik begreep – het ontstaan van het universum en allerlei natuurkundige wetenschap tot onderwerp had en wat mij om dezelfde reden nauwelijks boeide. Een paar jaar geleden kreeg ik van twee (mede)commissieleden The Lost Continent als verjaardagscadeau. Dat boek is een reisverhaal uit 1989 waarin Bryson zijn geboorteland doorkruist en volgens de dames sloot dat perfect aan bij mijn eigen voorliefde voor (reizen in) de Verenigde Staten. Dat bleken ze goed te hebben ingeschat en niet zo’n beetje ook. Voor ik het wist, had ik The Lost Continent verslonden. En zoals het gaat met elke verslaving, was ik hongerig naar meer.

Gelukkig liep ik heel wat jaren achter waarin Bill Bryson van alles en nog wat had geschreven. Andere reisverhalen over onder andere Groot-Brittanië (Notes from a Small Island) en Europa (Neither Here, Nor There); zijn jeugdherinneringen (Life and Times of the Thunderbolt Kid); hoe het hem verging toen hij met zijn gezin terugverhuisde naar de VS (I’m a stranger here myself) en over de ontwikkeling van het Engels als taal (The Mother Tongue en Made in America). Ook een kleine, maar o zo fijne biografische schets over het leven van William Shakepeare behoort tot zijn oeuvre. Vooral het laatste deel, waarin hij de vloer aanveegt met de theorieën dat iemand anders de toneelstukken zou hebben geschreven, is meesterlijk. Hilarisch is zijn beschrijving van zijn voornemen om de Appalachian Trail te bewandelen, samen met zijn oude vriend en beroepszeikerd Stephen Katz (pseudoniem) in A Walk in the Woods. Hun ervaringen onderweg borrelden vaak op in conversaties tussen Eef en mij over onze vakanties in de VS. Het is ook niet voor niets Eef’s favoriete boek. Ikzelf kan maar geen ranglijst van favorieten aan te brengen. Ieder boek heeft zo zijn pareltjes: van rake typeringen van het sociale gedrag van mensen, fijnzinnige humor, prachtige beschrijvingen van plekken die hij bezocht heeft en een drupje melancholie over plaatsen, natuur, gewoonten en een way of life die langzaam maar zeker hun unieke karakter verliezen of zelfs helemaal verloren gaan.

De afgelopen weken heb ik opnieuw in het gezelschap van Bill Bryson doorgebracht. Ik lag met hem in bed, in bad en op de bank. De liefde bleek nog steeds sterk te zijn bij het herlezen van alle boeken die we van hem hebben. Na het (her)lezen van At Home (Nederlandse titel: Een huis vol – koop dat boek!!!!) begon ik met enige reserve aan A Short History of Nearly Everything (de geïllustreerde editie). Er ging letterlijk een wereld voor mij open. Van natuurkunde herinnerde ik me vooral proefjes waarin onze leraar enorm met water liep te knoeien of dat ik schakelkastjes met elkaar moest verbinden maar op de één of andere manier nooit het gloeilampje brandend kreeg. Hoewel natuurkunde zeker aan bod komt, is het boek niet alleen een geschiedenis van de Aarde, maar ook een geschiedenis van de wetenschap, van ontdekkingen, uitvindingen, ijstijden, vulkanen, aardbevingen, dinosauriërs en de vaak excentrieke figuren die zich hiermee bezig hielden. Alle grootheden komen voorbij: Newton, Darwin, Einstein, Marie Curie. Maar Bryson besteedt ook veel aandacht aan onbekende en – onterecht – vergeten wetenschappers, zonder wiens bijdrage ons begrip van het leven om ons heen veel beperkter zou zijn geweest. En als zo’n wetenschapper een buitenissige karaktertrek bezat of op een ongewone manier het loodje heeft gelegd, zal Bryson het niet nalaten om daar met veel smaak over te vertellen. Zijn eigen honger naar kennis, hoe natuurverschijnselen in elkaar steken, zijn hang naar trivia en zijn ironische humor weet hij perfect over te brengen op de lezer – en dat zodat zelfs een grote ‘alpha’ zoals ik het niet alleen begrijpt, maar ook nog eens ontzettend leuk vindt. A Short History geeft je in elk geval ontzag voor de natuur en een hernieuwd respect voor het wonder van het leven. En dat allemaal door een bebaard mannetje uit Des Moines, Iowa. I heart Bill Byson.

vrijdag 14 januari 2011

Spotprent

Dit is een gastcolumn van onze gastcolumnist H

Tekenaar Peter van Straaten won de inktspotprijs 2010 voor beste politieke cartoon. Het was overigens de vierde keer dat hij deze prijs in de wacht sleepte. Er is inmiddels al veel gezegd en geschreven over de tekening in kwestie, die hier te zien is.

De eerste vraag die bovenkomt is uiteraard: wat is er – in hemelsnaam – politiek aan het vreselijke misbruik binnen de Rooms-Katholieke kerk? Bij politiek heb ik toch heel andere associaties. De tweede vraag is dan: waarom heeft juist deze tekening gewonnen? Gelukkig had de jury een verklaring: “de tekening is letterlijk en figuurlijk treffend, pijnlijk komisch en wrang: hij brengt traan en lach tegelijkertijd teweeg.”

Met twee woorden ben ik het eens: pijnlijk en wrang. Ik zou hier zelf aan toe willen voegen: respectloos, kwetsend en beledigend. Voor de slachtoffers en hun familie. Want wat voegt deze tekening nu toe? Is het misbruik zelf al niet schandelijk en schokkend genoeg om dit ook nog eens zo te verbeelden? Het getuigt van een intellectuele luiheid en een gemakzucht om op zo’n ordinaire en goedkope manier te willen ‘scoren’. Een doordenkertje is het in elk geval niet. Het is plastisch, plat en ranzig. En het is de beste politieke spotprent van 2010.

Van Straaten verbeeldt in zijn tekening de crucifix op een manier waar ik van walg. Wellicht is dat ook het effect dat hij beoogde. Walging oproepen. Ik walg van het misbruik binnen de Kerk. Ik walg van de priesters die dit gedaan hebben en walg van diegenen die dit misbruik hebben verdoezeld. Het druist in tegen elke moraal, niet in de laatste plaats tegen de centrale boodschap die deze geestelijken hadden moeten uitdragen. En ik walg ook van een tekenaar die zo smakeloos te werk gaat.

Maar hij mag het doen. Kunstuitingen mogen (moeten?) controversieel en grensoverschrijdend zijn. De samenleving zou verarmen als dit niet zo was. Ieder zo zijn of haar voorkeuren over wat mooie, aansprekende, ontregelende en grensverleggende kunst is. Ik vind de tekening stuitend. De eminente leden van de jury (Stine Jansen, Vincent Metzel en Frank Welkenhuyzen) menen dat deze tekening de beste politieke tekening van 2010 is. Daar ben ik het niet mee eens. Ik haal er mijn schouders niet over op, want ik erger me, maar hij gaat zijn gang maar. Gelukkig leven we in een vrij land, waar zulke tekeningen ongestraft gemaakt kunnen worden. Waar een religie bespot kan worden en waar je er dan ook nog eens een mooie prijs mee kan winnen. Hoera voor het tolerante Nederland, waar iedereen kan zeggen, schrijven en tekenen wat hij wil. Misschien wint volgend jaar Gregorius Nekschot wel.

donderdag 9 december 2010

De oude kleren van de keizer

Dit is een gastcolumn van gastcolumnist H

Toch weer Napoleon. De man blijft, ook 189 jaar na zijn dood fascineren. Eerder dit jaar schreef ik in een column al over de haarlok van Napoleon. Het kan nog gekker.
Zondag 5 december werden andere voorwerpen uit zijn leven geveild. Pronkstuk: een zijden onderbroek. De onttroonde keizer droeg hem tijdens zijn ballingschap op St. Helena. Het heeft iets onfatsoenlijks om een zo’n intiem kledingstuk aan het publiek te tonen en te verkopen. Een jurk van Marilyn Monroe of de trouwjurk van prinses Diana? Prima. Een halsdoek die door Andy Warhol is gedragen? Geen probleem.

Met onderkleding wordt het echter algauw lichtelijk onkies. Wie wil dat nu kopen? Kan het zijn dat zoiets ook alleen bij Napoleon kan? Dat alleen een gedragen onderbroek van Napoleon belangstelling oproept? Dat er niemand is die de standaard legeronderbroek (in camouflagekleuren?) wil zien – laat staan kopen - die Charles de Gaulle (om maar een andere beroemde Fransman te noemen) droeg onder zijn uniform tijdens de bevrijding van Parijs? Is er één ander historisch personage wiens onderbroek belangstelling oproept van het grote publiek? Oké, misschien dat er voor de lendendoek van Gandhi interesse is. Maar verder toch niet, lieve mensen? (ik reken hier even buiten tienermeisjes die mogelijk wel de boxershort van Justin Bieber willen hebben – maar dat is m.i. geen historisch personage).

Napoleon’s onderbroek is van ivoorkleurige zijde. Op de voorkant zit een gouden N met een kroontje erop. Ik vond het lichtelijk vertederend toen ik het las. Je ziet Napoleon ’s ochtends uit zijn bed stappen in Longwood House op het smalle, onooglijke eilandje St. Helena. Tandenklapperend van de kou, terwijl buiten de wind huilt. Het is nog donker. Maar hij is nu wakker en kan niet meer blijven liggen. Zijn bediende steekt een paar kaarsen aan. Hij heeft al haastig en behulpzaam water verwarmd en in een kan gegoten, waarmee Napoleon zijn gezicht en handen kan besprenkelen. Rillend trekt Napoleon zijn nachthemd uit. Het kaarslicht geeft zijn dikke, rozige lijf een fraaie gouden gloed. Zijn schaduw glijdt over de muur als hij zich uitrekt. Napoleon heeft zo veel weg van een cherubijntje. Zijn haren staan piekerig overeind. Dan krijgt hij kippenvel op zijn naakte billen. Terwijl hij een geeuw onderdrukt, wuift hij naar zijn bediende dat hij een schone onderbroek wil. ’s Nachts draagt hij die niet, maar overdag natuurlijk wel. Steunend trekt Napoleon de onderbroek aan en sjort nog wat aan de randen totdat het lekker zit. De kippenvel trekt weg.

Aan het einde van de dag stapt hij weer uit de onderbroek. Laat hij hem daar gewoon op de grond liggen en pakt de kamerheer het op om aan de wasmeid mee te geven? Of is hij gewend om zijn kleren allemaal netjes op te vouwen of in elk geval op één plek te verzamelen? We weten het niet.

Eén ding is zeker: Napoleon dacht er nog geen seconde aan dat bijna 200 jaar later deze onderbroek geveild zou worden en er een hoog bedrag in een Europese eenheidsmunt (niet de franc!) voor betaald zou moeten worden. Wanneer droeg Napoleon de onderbroek voor het laatst? Een week voor zijn dood, twee dagen? Een dag? Hoeveel had hij er eigenlijk? Wel zo belangrijk. Als hij er een stuk of 40 had, maakt dat de onderbroek op zich weer minder bijzonder. Maar wat nu als dit het enige exemplaar is dat nog over is?

Geschat werd dat deze onderbroek 15 tot 20 duizend euro op zou brengen. Het werd uiteindelijk 31.250 euro. Wie was de koper? Een museum? Het meest waarschijnlijk is een Napoleon-gek. Die heeft dat ding dan straks thuis liggen. Zou hij (het moet wel een hij zijn) de verleiding kunnen weerstaan om hem aan te trekken? Om even dat kroontje onder je navel te hebben. Om je zitvlees tegen dezelfde stof te voelen drukken als het zitvlees van Napoleon. Die lichamelijke nabijheid, daar moet het om gaan. Zoals met alles wat met de kleine keizer te maken heeft.

maandag 29 november 2010

Gooi wat in mijn schoentje

Dit is een gastcolumn van gastcolumnist H

Intrigerend bericht op nu.nl: Vrouwen vragen boeken voor Sinterklaas. Vrouwen houden van cadeautjes als boeken, sjaals (wat een ontzettend lelijk woord is, overigens. Bah!) en armbanden. Mannen houden van infantiele gadgets. En mensen zich maar afvragen waar al die stereotypen vandaan komen. Een zelftellende spaarpot. Die had ik vroeger als kind al, volgens mij van de Postbank. Blauw was het, met een doorschijnende voorkant van hard plastic met maatstreepjes erop. Of was het van de Rabobank. Als je er een gulden in gooide, rolde die als vanzelf in het juiste vakje. Kon je je toch enige tijd mee vermaken. Vooral na verjaardagen of bezoek van opa en oma was het feest. Dan kon je, mits je je fooitje niet meteen uitgaf aan ijsjes, die muntjes één voor één in de spaarpot stoppen en dan sjeesde dat mooie zilverkleurige Nederlandse kleingeld langs een hellinkje naar de bestemming. Dat duurde dan een seconde of 2, afhankelijk van de waarde van de munt. Een rijksdaalder was het langst onderweg. Met zo'n fijn metalig geluidje. Als je maar genoeg muntjes had, kon je aan de streepjes aflezen hoeveel er in zat. Nu is de zelftellende spaarpot gedigitaliseerd en werkt het op batterijen. En gooi je het geld er gewoon in. Eén metalige "kling!" als het op de andere muntjes in de spaarpot valt. Niks romantisch meer aan, maar blijkbaar verlangen mannen genoeg terug naar hun kindertijd om weer zo'n spaarpot te hebben. En je hebt meteen het totaalbedrag. Bij de oude spaarpot moest ik de bedragen zelf nog optellen.

Je zal overigens het lootje van je moeder hebben getrokken en op pad moeten voor een boek over vrouwen die een liefdesrivale of hun man vermoorden, door een ex ontvoerd worden of op spirituele ontdekkingsreis gaan. Ik zou als minderjarige toch wat angstig in de boekhandel staan met mijn geld, in de hoop dat het boek haar niet op ideeën brengt. Overigens hoop ik dat lootjes niet via lootjestrekken.nl getrokken worden, want dan is ook die romantiek vervlogen. Gaat gemak en luiheid tegenwoordig boven de charme van alle namen opschrijven op papiertjes, deze dichtgevouwen in een schaal of kom werpen en dan gezamenlijk de lootjes trekken. Lootjes trekken. Dat roept beelden op van een goed verwarmde woonkamer waar je met je gezin, familie of vrienden gezellig aan de borrel zit, kaasjes op tafel en dan de lol over wie je 'hebt', of juist daarvan balen. Kom daar nog eens om. Nee, lootjestrekken gaat via een website. Oké, je kunt maximaal 80 personen invoeren, dus met heel grote groepen is het misschien wel handig. Via die site kun je doorklikken naar het rijmwoordenboek of naar knutselidee.nl. Hoef je daar ook weer niet origineel of creatief mee te zijn en zelf na te denken.

Toch zijn het de mannen die hier wel de kroon spannen met m.i. de sneuste cadeauwens aller tijden. Een usb-stick cadeau krijgen met Sinterklaas. Dat je een geliefde of ander familielid op pad stuurt met specificaties als 'minimaal 32GB', 'er moet wel een blauw lichtje in zitten dat heen en weer gaat'' of dat je een usb-stick wilt in de vorm van een huissleutel. Handig voor aan je bos, heb je die altijd bij je. Omdat schrijver dezes zich nauwelijks iets bij een dergelijke cadeauwens kon voorstellen (het had zelfs niet in de top 100 van mijn lievelingscadeautjes gestaan), werd een klein onderzoekje gestart in de wondere wereld van de usb-stick. Algauw kwam ik het onderstaande pareltje tegen, reclame voor een usb-stick van maar liefst 86 euro:

Cruzen door uw bestanden
Met 32 gigabyte aan vrije ruimte heeft u met de Sandisk 32 GB Cruzer U3 USB-Stick een mooie aanwinst. Het is hiermee geen probleem om al uw favoriete muziek, foto's of video's overal mee naartoe te nemen. Bovendien pas hij gewoon in uw zak. Niks geen grote externe harde schijf. Deze Sandisk. Dat word hem.

Personaliseer elke computer
De Sandisk 32 GB Cruzer U3 USB-Stick maakt gebruik van een stukje technologie genaamt ReadyBoost. Hierdoor kunt u niet allen uw muziek en foto's altijd meenemen. Maar zelfs complete software. Hoe handig is dat? Nou, heel handig. Stel u voor dat u ergens bent waar u niet uw eigen computer hebt staan. Maar daarentegen wel met uw eigen programma's wilt werken. Dan kan dat nu. U kunt ook uw eigen achtergrond, profielen of voorkeuren erin meenemen. Maak zo van elke computer de uwe.

USB
U kunt de Sandisk 32 GB Cruzer U3 USB-Stick overal aansluiten door middel van de usb-aansluiting. Met een 2.0 aansluiting bent u er van verzekerd dat uw Sandisk Cruzer prima zal werken. Bovendien word het stukje usb goed beschermd. U kunt hem namelijk naar binnen en naar buiten schuiven voor de juiste bescherming.


Los van het tergende populaire toontje en stuitende spel- en stijlfouten (waar ik spontaan van ga schuimbekken), vond ik vooral de laatste zin heel fraai. Had ook zo onder een condoom-advertentie kunnen staan. Als er in dat condoom ook een blauw lichtje in had gezeten dat heen en weer ging, had het vast hoog op de verlanglijstjes van mannen gestaan voor Sinterklaas.

dinsdag 21 september 2010

De stem

Dit is een gastcolumn van gastcolumnist H

De politie is je beste vriend. Was het maar waar. De politie blijkt een vriend die nooit tijd voor je heeft omdat hij het te druk heeft met andere dingen. Begrijp me niet verkeerd, het is echt wel een vriend die het beste met je voorheeft en je kunt altijd bellen als je een probleem hebt. Het punt is alleen dat jouw probleem pas aan de orde kan komen als hij zijn administratie gedaan heeft – en hij heeft ook nog gedoe met zijn computer.

Dat waren, enigszins gechargeerd, de conclusies van een grote enquête die donderdag 16 september werd gepresenteerd in EénVandaag. Een goed en belangrijk onderwerp dat eigenlijk alleen maar verliezers kent: de politie, die graag wil handhaven en boeven vangen, de bonden, de politiek – en vooral de burgers, wiens vertrouwen in openbare orde en veiligheid daalt als de politie niet zichtbaar is als hoeder, bestraffer van overtredingen en oplosser van misdrijven.

Toch werd het hele item totaal verknald. Waarom? Door wat misschien wel de mooiste stem van Nederland is: die van Bas van Werven. Eerder bekend van BNR Nieuwsradio èn als presentator van het CactusCafé voor jonge ambtenaren. Die stem, die sonore klanken, laten je vergeten dat er een nijpend probleem is bij de politie, of een andere misstand in de samenleving. Er gaat een grote “wellness” uit van de stem van Bas. Je voelt je behaaglijk, warm als je je laat meedeinen op de golven van zijn timbre. Zijn stem is Kerstochtend, de geur van de kerstboom en verse, zelfgebakken broodjes in de oven. Je langzaam achterover laten zakken in een volle badkuip met geurige oliën. Een melodie die je vaag doet denken aan je kindertijd, waardoor flarden van beelden en mistige herinneringen oprijzen: een pleister en een zoen van je moeder op de schaafwond op je knie, met je vriendjes in een zelfgebouwde hut zitten, je eerste doelpunt en het gejuich van je teamgenootjes die om je heen drommen. Toen je nog onbezorgd en onbekommerd gelukkig was. Puur en onversneden.

Dat zijn de associaties die Bas van Werven oproept, geen kille cijfers uit een onderzoek oplezen of een reportage inleiden met de bekende clichés. Dat soort basale, triviale zaken komen bij de luisteraar toch niet over. Nee, de goede verstaander is aan de hand van Bas allang weggezweefd naar een persoonlijke comfortzone. Een eigen wolkje, waar immer een aangenaam zonnetje schijnt en waar het niet uitmaakt of de inbraak in je woning ooit wordt opgelost. Hoeveel politieagenten die klaar waren gaan zitten voor deze uitzending, zouden na een halve minuut ineens gedacht hebben: “ach, zo slecht is het nu ook weer niet op ons bureau?”

Zijn stem leidt zo af dat elke uitkomst, hoe schokkend of verontrustend ook, helemaal niet zo wordt ervaren door de luisterende kijker. De oplossing? Laat Bas van Werven voortaan vooraf de vragen inspreken bij zo’n onderzoek en speel die af voor de ondervraagden. Grote kans dat de uitkomsten van zo’n onderzoek dan alleszins meevallen.

vrijdag 2 juli 2010

Napoleon's haarlok

Dit is een gastcolumn van gastcolumnist H

In Nieuw-Zeeland zijn memorabilia van Napoleon geveild. De Franse keizer is voor mij nu onlosmakelijk verbonden met Martin Bril. Denk ik aan de één, denk ik aan de ander. Dat komt door Bril's magistrale boekje "De kleine keizer". Zijn voorliefde voor alles wat maar met Napoleon te maken heeft, werkt zo aanstekelijk dat je zelf ook fan wordt en veel, zo niet alles over Napoleon wil weten. Liefst beschreven door Martin Bril.

Het meeste bracht een litho/waterverf schilderijtje van Napoleon's sterfbed op, gemaakt door de Britse officier Ibbetson voor 14.600 dollar. Lag Napoleon nog te sterven begin mei 1821, toen de - overigens getalenteerde - officier aan het werk toog? Of ging hij pas achteraf aan de slag, bij het kouder wordende lichaam? Er werd ook een doodsmasker gemaakt van was, zoals gebruikelijk. Ibbetson wilde blijkbaar het hele tafereel vastleggen. Voor zichzelf? Hij heeft er nooit iets mee gedaan. Ook toen waren er ongetwijfeld al Napoleon liefhebbers te vinden, die graag betaald hadden voor zo'n schilderijtje. Het was Ibbetson's zoon die alles wat zijn vader in bezit had, meenam naar Nieuw-Zeeland veertig jaar later.

Nu wilden de nakomelingen van Ibbetson de hele collectie verkopen. Was Martin Bril op het vliegtuig gestapt om erbij te zijn? Om de te veilen spullen te bekijken, om ze in zich op te nemen? Misschien wel. Ik kan me het zo voorstellen. Bleef Ibbetson op St. Helena? Vast niet. Na Napoleon was er niet zoveel meer te bewaken. Waar ging Ibbetson naartoe en waar waren de spullen tot de emigratie van diens zoon naar Nieuw-Zeeland? Hoe vaak zal er de afgelopen 180 jaar naar de verzameling gekeken zijn? Lag het ergens opgeslagen, goed verzekerd achter slot en grendel? Of lagen de spullen ergens in een oud kastje op een zolder?
Niets van dit alles. Volgens de BBC zat alles in een grote reiskoffer. Was de familie trots op de collectie? Werden gasten discreet meegetroond, werden de antieke hengels van de koffer losgemaakt en werd er dan onder goedkeurend gemompel een pronkstuk getoond? De memorabilia, die deels door Napoleon zelf zijn aangeraakt, die zijn leven tastbaar maken, krijgen zo zelf ook een beetje leven. De associatie met Napoleon maakt ze waardevol, geeft ze een magische glans, omdat ze een flard van een verloren tijd terug halen en een brug slaat naar het verleden.

Ergens snap ik de ratio achter het verkopen wel. Familie in geldnood. Of geen interesse in die "ouwe rommel". Verzekeren te duur en angst voor diefstal. Was schenken aan een musuem geen eerzamer daad geweest? Dan hadden geïnteresseerden, toeristen en Napoleon-gekken tot Sint Juttemis van de collectie kunnen genieten. Nu verdwijnen veel objecten in privéverzamelingen van anonieme bieders. Wie zal de voorwerpen nu nog zien? Net zo weinig mensen waarschijnlijk als toen de nazaten Ibbetson het eigendom hadden. Al zal het vermoedelijk niet in een oude koffer worden bewaard.

Bril had Napoleons dagboek (opbrengst: 6600 dollar) wellicht het meest interessant gevonden. Hierin beschreef de afgezette keizer nog een invasie van Groot-Britannië, zelfs toen daar allang geen sprake meer van kon zijn. Wat schrijft iemand als Napoleon anders in zijn dagboek? We weten dat hij zijn tuin bijhield en wandelingen maakte. Maar dat worden doodsaaie beschrijvingen. Vandaar misschien de dromerijen over oorlog en verovering. Vanaf jonge leeftijd zo'n beetje waarin hij was opgegroeid en groot mee geworden. Je zou gek worden van eenzaamheid en het verpletterende besef dat al je macht, al je glorie teloor is gegaan. Zonder herkansing, zoals op Elba.

Het meest opvallende item, dat ook prominent boven de artikelen hierover prijkte, was een haarlok van Napoleon. Ibbetson sneed het na diens dood van Napoleon's hoofd. Het bracht 13.000 dollar op. Waar zat die haarlok, vraag ik me dan af? Was het zo bekende plukje dat over zijn voorhoofd viel? Vast niet, dat zou te veel opvallen waarschijnlijk. Deed Ibbetson het eigenlijk in het geniep? Of in het openbaar, met andere aanwezigen? Zouden die dan niet zijn voorbeeld gevolgd hebben? Een stukje van Napoleon zelf, als een reliek van een heilige. Wie wil dat nu niet hebben?

vrijdag 7 mei 2010

48 uur droog

Dit is een gastcolumn van gastcolumnist H

Grote marketingcampagne van L’Oreal Paris: de nieuwe “Men Expert” deodorant. Abri posters, reclamespotjes op televisie. Met in de hoofdrol Eric Cantona (voor de jongere, niet al te sportieve lezertjes: een voormalige spits uit Frankrijk die begin jaren negentig grote successen haalde met Manchester United). Zie de Nederlandse versie hier.

Het meest verbazingwekkende element van deze commercial vind ik wel dat de nadruk de gelegd wordt op wat er op de deodorant bus staat: “48h dry non-stop”. Achtenveertig uur droog non-stop. Achtenveertig uur. Acht-en-veertig. Uur. Waarom zou je je 48 uur lang niet wassen? In welke omstandigheden zou je denken: ‘ik spray even een keer onder mijn oksels en ik kan er twee dagen tegenaan.’ Oké, het komt wellicht van pas als je vast zich achter de douane op Schiphol door een aswolk op IJsland, maar verder? (Suggesties zijn welkom in de comments) En wat doe je dan gedurende die twee dagen? In de spot rent Cantona over straat en springt in een taxi en spoedt zich met een bos bloemen richting een onbekend lot. Wat doet hij in de overige 47 uur en 59 minuten? Wat nu als deze deo er al was geweest toen hij nog actief voetbalde? Seizoen 92-93: Manchester United wordt kampioen. De ploeg host zich uitgelaten naar de kleedkamer: de spelers, waaronder debutant David Beckham en vleugelspeler Ryan Giggs, zingen, schreeuwen en springen samen onder de douche. Cantona trekt zijn bezwete shirt uit, pakt zijn deo, spuit onder zijn armen en doet het overhemd weer aan waarmee hij de kleedkamer binnenkwam. Binnen een minuut is hij omgekleed, terwijl de rest nog niet eens de champagneflessen heeft ontkurkt.

Is dat de reden dat voor boegbeeld voor deze campagne een Fransman is gevraagd? Het is een cliché (maar hoe wordt een cliché een cliché?), maar de Franse man staat meestal niet bekend om zijn persoonlijke hygiëne. Zo heeft Eef een jarenlange ervaring met Franse campings en zoals zij vaak zegt, “dan loopt er weer zo’n Franse kerel in een hemdje met van die shag onder zijn armen”.

Om te beweren dat een deo je 48 uur droog houdt, is een rare insteek voor een campagne. Al is het alleen maar omdat iemand die denkt twee dagen zijn lichaam niet hoeft te wassen, deze persoon gedurende deze periode vast geen andere L’Oreal producten zal gebruiken. Bijvoorbeeld de L’Oreal Elvive shampoo for men met ‘Regenium XY’. Of de L’Oreal Hydra Sensitive, de kalmerende, schuimende gezichtscrème.

48 uur lang door met je deo. Omdat je het waard bent.

vrijdag 23 april 2010

Misschien rust er een vloek op mij

Dit is een gastcolumn van gastcolumnist H

Vandaag is mijn laatste dag in mijn huidige functie. Het is een rare situatie om juist vandaag afscheid te nemen, aangezien deze week mijn directe collega’s te horen hebben gekregen dat de hele afdeling (23 mensen) opgeheven gaat worden per 2012. Hopelijk komen ze er niet achter dat ik vermoed dat het mijn schuld is. Zo voelt het tenminste wel. Ik zal niet beweren dat ik één van de ruiters van de Apocalyps ben, of Shiva de Vernietiger, maar het feit blijft dat mijn hele leven ik een spoor van vernieling achterlaat. Vanaf het moment dat ik naar school ging, tot aan vandaag de dag, gaat het na mijn vertrek mis met de instelling die ik achterlaat en de gebouwen die erbij horen. Misschien rust er een vloek op mij.

Om meteen goed te beginnen, mijn kleuterschool is nu een palliatief care centrum. Groter kan een contrast niet worden. Mijn basisschool staat er niet meer, want deze is afgebroken. Mijn brugschool is afgebroken en er staan nu seniorenappartementen. Mijn middelbare school is deels gesloopt en vervangen voor nieuwbouw en onherkenbaar uitgebreid. Het gebouw waar ik mijn rechtenstudie begon, heeft een andere functie gekregen. Bij de start van mijn ambtelijke carrière in 2005, werkte ik bij een afdeling die is opgeheven en naar een externe partij uitbesteed. De unit waar ik daarna werkte, is inmiddels opgeheven en geïntegreerd in mijn huidige afdeling (die dus opgeheven wordt en naar een externe partij overgaat). De hele dienst waar ik in totaal dus 4,8 jaar gewerkt heb, verliest tot 2012 ruim 1/3e deel van haar ambtenaren. Tussendoor ben ik een jaar gedetacheerd geweest bij een afdeling van de RVD die momenteel zo’n beetje gehalveerd is. Dat belooft weinig goeds voor mijn nieuwe werkgever…

De oplettende lezertjes zullen hebben gezien dat er één uitzondering is: het Kamerlid waar ik voor gewerkt hebt, zit er nog. Wellicht ontspringt hij de dans omdat ik het project wat ik daar gedaan heb, maar een half jaar duurde. Te kort misschien voor mijn verwoestende invloed? Hij staat op een zeer verkiesbare plek, maar ik hou, met de verkiezingen in aantocht, mijn hart vast.

vrijdag 9 april 2010

“If you can’t stand the heat…

Dit is een gastcolumn van gastcolumnist H

… stay out of the kitchen”. Eén van de beroemdste citaten van Harry S. Truman (1884-1972), de uitgesproken man uit Missouri, die van 1945 tot 1953 president van de VS was. De bijnaam van Missouri - zoals weergegeven op de kentekenplaten – is de “Show Me State”. Naar verluidt is die spreuk ontstaan, hetzij omdat de inwoners een beetje traag van begrip zijn, hetzij omdat het sceptische lieden zijn die niet zomaar alles voor waar aannemen. Dat laatste gold zeker voor Harry Truman. Ingeklemd tussen presidenten als Franklin Roosevelt, zijn directe voorganger, en zijn opvolgers Eisenhower en Kennedy, is Truman een beetje ondergesneeuwd. En dat is jammer, want hij heeft een grote invloed gehad op de loop van de geschiedenis. Gelukkig is er een geweldige biografie van David McCullough op de markt, met de weinig bijzondere titel: “Truman”. Lezen dus dat boek (zoals ikzelf nu aan het doen ben), want het onderwerp is fascinerend en de auteur is – zoals altijd – uitstekend op dreef. McCullough schreef ook biografieën over presidenten John Adams (tevens de titel, nu ook in Nederlandse vertaling én bewerkt tot een sterke 7-delige miniserie van HBO) en Teddy Roosevelt ("Mornings on horseback")

Truman had het ook nog eens goed bekeken met zijn ‘Little White House’ op Key West in Florida. Allerlei persoonlijke spullen zijn daar nog te vinden en de gidsen van de National Park Service die het huis beheert zijn goed ingevoerd en hebben overal wel een fraaie anekdote bij. De gids die Eef en mij rondleidde was al op leeftijd en kon zich nog herinneren dat hij samen met zijn vriendjes luidkeels “Give ‘em Hell, Harry” had geroepen toen ze Truman een keer over straat hadden zien lopen. Deze slogan ontstond toen een supporter dit spontaan uitriep tijdens een campagnetoespraak van Truman. De president reageerde gevat: “I don’t give them Hell. I just tell the truth about them and they think it’s Hell.”

Zo lezend over Truman, kun je eigenlijk niet anders dan respect voor hem hebben. Voor zijn eenvoudige afkomst, die hij nooit verloochende, voor zijn integriteit die onkreukbaar was, ook al werd hij door toedoen van de corrupte “boss” Pendergast van Kansas City in de Senaat gekozen, voor zijn recht-voor-zijn-raap antwoorden en gezouten uitspraken.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog meldde hij zich vrijwillig aan, ook al was hij al 33 (te oud om opgeroepen te worden), slechtziend (hij leerde de kaart van de oogarts uit zijn hoofd) en als boer sowieso al vrijgesteld. Als kapitein voerde hij een artilleriebataljon aan en bracht zijn 194 manschappen heelhuids thuis – waar hij zijn hele leven trots op bleef. Nadat hij zijn herenmodezaak failliet zag gaan tijdens de Depressie werd hij een politicus van een zeldzaam kaliber: niet uit op macht, vol met zelfrelativering, recht door zee en voor niemand bang. Na een mislukte moordaanslag door Puertoricaanse nationalisten werd hem gevraagd waarom hij zo kalm bleef. Zijn antwoord was dat hij tijdens de oorlog door experts was beschoten.

Voor een scherpe quote kon je bij Truman wel aankloppen: hij haatte Richard Nixon en liet geen kans voorbij gaan om dat aan het journaille te laten weten en hij was zeer sceptisch over John F. Kennedy. Los van diens relatieve onervarenheid kon in Trumans ogen een man die zijn eigen vrouw niet trouw was, ook op andere terreinen niet vertrouwd worden. (Hierbij moet ik altijd denken aan mijn goede vriend HH, die ooit precies hetzelfde tegen me zei, al had hij het destijds over Bill Clinton)

De mooiste anekdote over Truman heeft te maken met diens dochter Margaret, die zangeres (en later schrijfster) was. Na een optreden in 1950 tijdens haar vaders presidentschap, schreef een columnist van de Washington Post een vernietigende recensie. Daarop ontving de criticus een briefje van Margarets vader: “Some day I hope to meet you. When that happens … you’ll need a new nose and plenty of beefsteak for black eyes and perhaps a supporter below”.

vrijdag 26 maart 2010

I would like to thank…

Dit is een gastcolumn van gastcolumnist H

Volgens een artikel in ‘De Telegraaf’ van vrijdag 19 maart jl. rust er een vloek op de Oscars. De winnaressen van de Oscar voor beste actrice vanaf 1997 zouden snel na afloop van de uitreiking een relatiebreuk meemaken. Het hele artikel kunt u hier vinden, inclusief alle ongelukkige actrices, van Helen Hunt tot Kate Winslet, die hun partner kwijtraakten.

Op het eerste oog denk je dan: ‘tja, het is Hollywood, daar zijn relatiebreuken schering en inslag en die sterren maken er zo vaak een potje van.’ Tijdschriften en hele televisiezenders zijn gewijd aan het leven en het gedrag van de sterren. Verbaasd ben je dan eigenlijk niet, dat de actrices die een Oscar voor beste vrouwelijke hoofdrol winnen, ook hun portie liefdesverdriet kennen.

Maar hoe zit het dan met de beste acteurs? Over dezelfde periode 1997 tot nu genomen, komt er ineens een heel ander beeld uit. Dan lijkt Hollywood helemaal niet zo’n poel van verderf. Oké, met de winnaar van 1997 begint wellicht niet al te best, maar Jack Nicholson valt mijn inziens in de “buitencategorie”. Roberto Begnini (1998), Denzel Washington (2001), Philip Seymour Hoffman (2005), Forest Whitaker (2006), Daniel Day Lewis (2007) zijn al jaren (soms tientallen jaren) gelukkig getrouwd, Sean Penn (2003 en 2008) is sinds 1996 samen met vrouw Robin Wright Penn, ondanks strubbelingen. Russell Crowe (2000) is sinds 2002 getrouwd met de vrouw waarmee hij al samen was ten tijde van zijn Oscarwinst. Kevin Spacey (1999 en beste bijrol 1995) is heel discreet over zijn privéleven en schijnt jarenlang een relatie met een vrouw te hebben gehad, ondanks aanhoudende geruchten over homoseksualiteit. Adrien Brody (2002) en Jamie Foxx (2004) waren zover bekend vrijgezel. De meest recente winnaar, Jeff Bridges, is al sinds 1977 getrouwd. De heren hebben over de hele linie (uitgezonderd “Bad boy Jack”) een heel degelijke reputatie. Hmm, dat is dan wel opvallend.

Terug naar de dames. Waarom dan 1997 genomen als arbitrair jaartal? Zolang er geen aanwijsbare oorzaak is, zoals bijvoorbeeld een zigeunerin die de vloek in dat jaar zou hebben uitgesproken of de kwade invloed van de geest van een gestorven winnares, lijkt het jaartal 1997 vooral gekozen, omdat de winnaressen die in de jaren daarvoor wonnen, buiten “de vloek” vielen, want zowel Frances McDormand (1996) als Jessica Lange (1995) zijn al jarenlang gelukkig getrouwd met respectievelijk regisseur Joel Coen en acteur Sam Shepard. De winnares tussen hen in, Susan Sarandon is weliswaar gescheiden van acteur Tim Robbins, maar ze waren al getrouwd sinds 1988 en bleven ook na Sarandon’s winst in 1994 nog heel lang bij elkaar. Actrice Holly Hunter (1993) trouwde pas later met cameraman en tweevoudig Oscarwinnaar Janusz Kaminski, waar ze inmiddels weliswaar gescheiden is, maar ook al weer jaren samen met haar huidige partner.

En hoe zit het dan met de winnaressen voor beste vrouwelijke bijrol? Hebben die net zulke rampzalige relaties? Wederom vanaf 1997 genomen, is datzelfde patroon niet merkbaar: hoewel Kim Basinger (1997) een zeer publieke vechtscheiding had met Alec Baldwin, was Judi Dench (1998) dertig jaar getrouwd voordat haar echtgenoot overleed in 2001 en Angelina Jolie (1999) valt – evenals Nicholson – in de buitencategorie, om dezelfde reden. Marica Gay Hayden (2000) is getrouwd sinds 1996, Catherina Zeta-Jones (2002) met Michael Douglas sinds 2000, Cate Blanchett (2004) sinds 1997, Rachel Weisz (2005) sinds 2002 met regisseur Darren Aronofsky, Tilda Swinton (2007) sinds 2004 en Pénelope Cruz (2008) is samen met Oscarwinnaar Javier Bardem sinds 2007. Jennifer Connelly (2001) won met ‘A Beautiful Mind’ en ontmoette op de set acteur Paul Bettany, waar ze sinds 2002 mee getrouwd is. Blijft over: Renee Zellweger (2003) die ten tijde van haar winst vrijgezel was en alleen in 2005 een paar maanden getrouwd was met countryzanger Kenny Chesney en Jennifer Hudson (2006), die haar relatie verbrak sinds 2008 getrouwd is.

Wat maakt de actrices die sinds 1997 een Oscar wonnen voor beste vrouwelijke hoofdrol dan zo apart? Waren hun partners jaloers op hun succes? Het wordt over Hillary Swank en Chad Lowe gefluisterd. Misschien had het er ook mee te maken dat ze hem na haar eerste winst in 2000 niet bedankte? Zou daar misschien de sleutel liggen? In die dankwoorden? De speeches die werden gegeven door deze actrices zijn vaak memorabel, maar niet om de juiste redenen.
Zo is er de hysterische, incoherente variant: Paltrow, die haast hyperventileerde, de genante variant: Roberts, die arrogant was en de dirigent van het orkest beledigde en extreem jankende variant: Berry, die helemaal los ging en - Paltrow wederom, die ernaar solliciteerde dat haar Oscar alsnog werd ingetrokken.

Misschien is het gewoon toeval.

vrijdag 12 maart 2010

Film

Dit is een gastcolumn van gastcolumnist H

Al wordt de Nationale Bioscoopbon al het leukste cadeau in het donker genoemd, ik geef de voorkeur aan een drie- of viertal kleinere cadeautjes zodra de lichten uitgaan: de trailer. Soms is dat zelfs het hoogtepunt van je filmavond, als je een bijzondere, spannende of leuke trailer te zien krijgt en de film waarvoor je kwam, onwijs tegenvalt. Een film waar je nota bene naar toe was gegaan, omdat je er zo’n gave trailer van gezien had.
Eén van mijn grootste ergernissen is dan ook om te laat de zaal binnen te komen en dat de trailerreeks al begonnen is. Iets wat ik alleen mezelf kan verwijten, omdat ik een zwakke blaas heb en niet altijd even goed ben in het timen van een snel toiletbezoek. Overigens: dat irritante mannetje van Jean Mineur Mediavision mag van mij wel eens op ludieke wijze iets ergs overkomen. Bijvoorbeeld dat hij blij in beeld verschijnt en dan ineens uit het niets Jaws opduikt en hem verslindt. Of dat het mannetje vrolijk zijn handje opsteekt en dan ineens de chestburster tevoorschijn komt uit zijn borstholte. Of hij aan de klauwen van Freddy wordt geregen. Maar dit terzijde.

Naar de film gaan, het blijft voor mij een feest. De trailers vormen vaak een prima opmaat tot dat feest, als een vorm van voorpret voordat de eigenlijke film gaat beginnen. Viereneenhalf jaar lang werkte ik in een bioscoop tijdens mijn studententijd. Niet alleen mocht ik gratis elke film zo vaak zien als ik wilde (buiten werktijd), maar ik kreeg ook nog betaald voor niet al te zware werkzaamheden. Welk bijbaantje gaat boven door een lege foyer slenteren en de dreun van de bas horen die uit de zaal komt waar Spider-Man draait? Een keuze tussen terrassen lopen en je af laten bekken door ongeduldige toeristen en af en toe en zaal binnenglippen om de sfeer in de zaal te proeven, is ‘no choice at all’ (Harvey Keitel, Reservoir Dogs). Dat laatste kan ook uit de hand lopen: bij de aller-, allereerste voorvertoning voor de pers van ‘The Fellowship of the Ring’, toen nog niemand in Nederland de film had gezien, stond ik naast de trap bij de ingang zo gebiologeerd naar het scherm te kijken, dat het even duurde voordat ik het gekraak dat ergens bij mijn middel vandaan kwam, identificeerde als een oproep van mijn portofoon van de manager om mezelf zo snel mogelijk uit de zaal te verwijderen. Ik dwaal af.

Het leukste blijft natuurlijk om een trailer in de bios te zien, maar er zijn heel gespecialiseerde sites (bijvoorbeeld www.movie-list.com) waar de nieuwste trailers – en veel klassiekers! – te downloaden zijn. Meestal zijn dat de zogeheten “greenband” trailers. Aan het begin staat dan de aankondiging van de Amerikaanse filmkeuring MPAA dat de volgende preview is goedgekeurd voor alle leeftijden. Dat hier preview wordt gebruikt, komt omdat een “trailer” oorspronkelijk àchter de hoofdfilm was geplakt (vandaar de naam). Op internet staan tegenwoordig steeds vaker “redband” trailers, waarin alle scheldwoorden, geweld en bloed wel gewoon te zien en te horen zijn.

Het maken van een trailer blijft een kunst op zich: een kunst die niet alle filmstudio’s even goed onder de knie lijken te hebben: soms worden alle hoogtepunten en/of belangrijke plotwendingen al weggeven, wat het kijken van de film zelf tot een teleurstellende of zelfs frustrerende ervaring kan maken. Wie zou The Usual Suspects nog willen zien, of The Crying Game of The Empire Strikes Back als je zou weten wie Keyser Söze, Dill en Darth Vader in werkelijkheid zijn? Trailers hebben het overigens van nature in zich om in clichés te vervallen: “in a world…” is de vaak geparodieerde opening van de diepdonkere sigaar-en-whiskey voice-over dat die tegenwoordig zeer zeldzaam is. Stephen Fry wijst ze als voice-over bij de trailer van The Hitch-Hikers Guide to the Galaxy allemaal feilloos aan. Soms is de trailer beter dan de hele film bij elkaar (The Other Boleyn Girl). Vaak worden shots uit verschillende scènes aan elkaar geplakt voor een komisch effect, dat in de film niet voorkomt. Goed voorbeeld hiervan is de recente Sherlock Holmes trailer, waarin er een gevatte woordenwisseling plaatsvindt tussen Rachel McAdams en Robert Downey jr. die in de film in de verste verte niet te bekennen is, maar gelukkig in plaats daarvan genoeg andere gevatte woordenwisselingen kent, zodat het gemis niet al te zeer opvalt.

En de beste trailer? Ik heb er heel wat op mijn computer staan, maar de beste die ik ooit heb gezien, was in de bioscoop in 1997. In dat jaar gingen de “Special Editions” van de oorspronkelijke Star Wars trilogie in première. De bioscooptrailer opende met een televisie op ware grootte, waarop minuscuul vliegende X-Wings tijdens de aanval op de Death Star te zien zijn. De voice-over vraagt de kijker of zij de film alleen zo gezien hebben, waarna ineens het hele scherm gevuld wordt met hetzelfde shots, terwijl John Williams triomfantelijke score vol uit de speakers knalt. Simpel, doeltreffend, briljant.