dinsdag 31 augustus 2010

Ontaard en wel

Onlangs moesten wij een kinderwagen aanschaffen. We hadden deze aankoop al veel te lang uitgesteld en bang gemaakt met ellenlange levertijden togen wij, op aanraden van verschillende bevriende stellen met kinderen, op een zaterdag richting Gouda. In Gouda bevond, en bevindt zich nog steeds, een babywinkel van aanzienlijke omvang, waar wij met behulp van een heuse ‘testbaan’ vast zouden slagen voor een kinderwagen.
Ter oriëntatie had ik naar vrienden met kinderen, na een eerste bezoek aan Prenatal dit voorjaar waarbij wij totaal gedesoriënteerd thuis kwamen, een e-mail gestuurd met de vraag welke kinderwagen zij hadden en waarom. Ik kreeg veel en vooral zeer nuttige reacties binnen en nu hadden we in iedere geval een beeld van de dingen waar we op moesten letten bij aanschaf. We hadden zelfs al een vaag idee welke kinderwagen wellicht aan onze eisen voldeed en konden daarom enigszins gericht op zoek gaan. Nou werd het ‘gericht op zoek gaan’ in eerste instantie bemoeilijkt door de routebeschrijving van de babytoko zelf die er vooral genoegen in schepte ons vooral heel vaak rechtsaf te laten slaan (iets wat wij met graagte doen) maar wat er niet in resulteerde dat we ook daadwerkelijk bij de betreffende winkel uitkwamen. Na enig heen- en weer rijden en het raadplegen van een plattegrond arriveerden wij dan toch, onze goede aankomst zagen wij bevestigd door het grote aantal zwangere vrouwen dat zich op de parkeerplaats uit stationwagens wist te hijsen. Mijn geliefde begon al enigszins angstig te kijken.
Binnengekomen bekeken wij het enorme assortiment kinderwagens (ik denk dat één vierde van de zaak gewijd was aan kinderwagens). Aangezien het niet gemakkelijk is om te begrijpen hoe al die verschillende systemen werken, hoe een wandelwageninzet van de kar afgehaald moet worden, waar in hemelsnaam de rem zit, en vooral wat het verschil is tussen de ene en de andere wagen, riepen wij al snel de hulp in van een verkoopster. Zij demonstreerde ons alle voors en tegens van het door ons geselecteerde merk. Wij knikten af en toe en mijn lieverdje keek soms vertwijfeld om zich heen of op zijn Blackberry. De dame stelde voor dat zij nog wel andere merken aan ons kon demonstreren maar dit wisten wij gelukkig te voorkomen, alsof we op zaterdags niets leukers te doen hadden dan in Gouda op een industrieterrein rond te hangen. Hoewel, je wil natuurlijk het beste voor je kind en wij leken nu al ontaarde ouders door ons er zo efficiënt vanaf te maken. En ook nog zo laat, ik was toch al veel te ver heen om nu pas aan een kinderwagen te denken. Ik zag het de verkoopdame denken. Maar aan de andere kant, zo makkelijk en snel had ze toch niet vaak een kinderwagen verkocht?
We besloten dat we op de testbaan, meer voor het plezier van de verkoopster dan voor dat van ons, nog even het verschil tussen de luchtbanden en de niet-luchtbanden zouden testen, kozen in no-time een kleur uit, werden nog lastiggevallen met een vraag naar accessoires, kozen er vervolgens zo min mogelijk en togen naar de kassa. Deze exercitie zat er op. Mijn geliefde haalde opgelucht adem. We konden over het regenachtige parkeerterrein terug naar onze auto, de zwangere stelletjes achter ons latend en weer een ding van de to-do-list geschrapt, ontaard en wel, maar ons kind kon binnenkort liggend worden rondgereden, in een blauwe Mutsy.

maandag 30 augustus 2010

Telefoongesprek

"Wat voor gezwel heeft hij in zijn hoofd dat hij denkt dat ie dat kan maken?"
(...)
"Ach, het is gewoon een stuk stront van de straat."

Vliegveldantropologie

Zoals er waarneembare antropologische verschijnselen zijn tijdens het reizen met de trein (altijd de plaats naast je bezet houden met een tas) of met de auto (in de file zonder richting aangeven van baan veranderen) zijn er ook op het vliegveld ongeschreven regels waar het hele universum, bewust of onbewust, zich aan lijkt te onderwerpen. Dit weekend was de spannendste ochtend ooit dat ik op een vliegveld doorbracht. In Vilnius ontdekte ik namelijk een nieuw vervoersritueel.

Voor de zekerheid eerst nog even kort de reeds bekende verschijnselen:
Ondanks dat twee uur voor het vertrek een Europese vlucht ruim voldoende tijd geeft om daadwerkelijk te zorgen dat je op tijd aan boord bent, is het natuurlijk beter om hier vier uur voor uit te trekken. Je kan immers op weg naar het vliegveld vertraging oplopen, toch nog het gas moeten uitdraaien of de rits van de rolkoffer begeeft het op het meest noodlottige moment. Daarnaast moet je nog voldoende tijd hebben om veel te dure en eigenlijk te vieze koffie te drinken in een niet zo gezellige coffeecorner.

Verder weet iedereen dat de grondstewards en -stewardessen extra gemotiveerd raken om de mensen snel aan boord te helpen als alle passagiers voor dat de gate daadwerkelijk opengaat, al staan te dringen en vooral ook staan te zuchten en kreunen. Overigens geldt dit ook voor de incheckbalies. Of je nu reist met kinderen of aan boord kan gaan via de fast lane, maakt niks uit. Sneller aan boord is beter. Dan gaat het sneller en heb je minder vertraging. Ik vermoed dat dit fenomeen ontstaan is uit een onderdrukte wens van alle reizigers om eens een keer business class te vliegen. Door opdringerig te zijn tijdens het aan boord gaan, benaderen zij het meest datgene dat ze waarschijnlijk nooit zullen meemaken maar wel degelijk wensen.

Maar dan het nieuwe verschijnsel. Door te weinig mensen waargenomen met een te kleine steekproef in een ongecontroleerde omgeving, maar toch. Situatie: het vliegveld van Vilnius heeft één niet zo grote vertrekhal en zo'n 30 incheckbalies. Er zijn twee grote schuifdeuren waardoor de vertrekkende reizigers de vertrekhal binnenstromen. Een aantal van deze reizigers hebben een hele grote bunkerhutkoffertas bij zich. Zodra ze de vertrekhal binnen zijn, kijken ze eerst onzeker en schichtig om zich heen. Dan snellen ze zich naar een van de gesloten incheckbalies en hijsen dan met alle kracht die ze hebben de hutkoffer op een van de incheckbalieweegschalen. Meestal geeft de weegschaal dan 21 kilo weer. Oeps.

De hutkoffer wordt dan weer van de weegschaal gesjouwd en op de buurweegschaal geplaatst. Dit gaat natuurlijk allemaal niet zo zachtzinnig en bejaarde omaatjes bezweken bijna onder hun niet zo bejaarde bagage. Op de nieuwe weegschaal weegt de tas 21 kilo. Goh verrassend. Tenslotte het derde meetinstrument. 21 kilo. Dan wordt de strijd tegen de kilo's opgegeven en wordt er driftig omgepakt. Als de weegschalen driemaal <20kg aangeven, volgt er dan ook driemaal een uitbundige vreugdedans.

Waarom zijn er drie weegschalen nodig om je tas te wegen? Is dit de onbekende heilige drie-eenheid van de reiswereld? Geeft andere weegschaal opeens een veel bevredigender "Streef naar je Zomergewicht"-resultaat? Hebben reizigers geen vertrouwen in Oost-Europese weegschalen? Is dit fenomeen inderdaad nieuw? Heeft iemand het op andere luchthavens ook waargenomen? In ieder geval was ik getuige. Live, daar in de vertrekhal in Vilnius terwijl ik nog een uur moest wachten op het opengaan van mijn incheckbalie en vieze koffie dronk in een smerige vertrekhal.

vrijdag 27 augustus 2010

Keystone

Als Mount Rushmore niet in Keystone, South Dakota zou liggen, zou geen toerist in Keystone komen. Als Mount Rushmore niet in Keystone had gelegen waren wij er waarschijnlijk ook nooit geweest. Keystone heeft namelijk, naast Mount Rushmore, een weldenkend mens niets, of vrijwel niets, te bieden.

Keystone is een dorp met maar 311 inwoners, 152 huishoudens en 84 families, aldus wikipedia. Het dorp is een schoolvoorbeeld van een plaats waar, zoals Bill Bryson het omschrijft in één van zijn boeken, mensen duizenden kilometers voor omrijden omdat er één of ander natuurfenomeen of iets anders bijzonders is gevestigd, om er vervolgens een dag lang langs lelijke winkeltjes te slenteren, mini golf te spelen en ‘slurpy food’ te eten.

Wij kwamen aan in Keystone nadat we een hele dag bezig waren geweest om vanuit de Rocky Mountains naar South Dakota te komen. Als Mount Rushmore immers op maar een dag rijden ligt, kun je er niet omheen, redeneerden wij. ’s Ochtends om zes uur reden we onze camping in het nationale park af. Daarna reden we uren door weidse licht glooiende, pastelkleurige vlaktes van Wyoming. Tot slot, toen we er bijna waren, reden we door een soort Luxemburg: heuvelachtig gebied met bossen en haarspeldbochten volgepakt met langzaam rijdende bejaarden, de Black Hills.

Aan het begin van de avond arriveerden we in Keystone. We reden regelrecht naar het meest tacky hotel van het dorp, het op een rotsplateau gelegen ‘President’s View Resort’. We betaalden veel te veel geld voor een veel te kleine kamer en probeerden te ontdekken vanaf welk punt in het hotel we dan een ‘president’s view’ hadden. Dat bleek onmogelijk tenzij je of door heuvels heen kon kijken, of een kamer in een helikopter had gehuurd. Na een wandeling door het dorp bleek dat Mount Rushmore zelfs drie heuvels verder lag. Zeker twee heuvels belemmerde het zicht naar Mount Rushmore. De tweede heuvel kon met een kabelbaan worden ‘beklommen’ en vanaf de top kon je dan, met moeite, één presidentieel hoofd onderscheiden.

Naast een hamburger, genuttigd in de minst ‘slurpy’ uitziende tent, en een tankstation was er weinig in Keystone zelf dat ons kon bekoren. We overwogen nog een bezoek aan ‘Presidential Wax Museum’, maar vreesden een teleurstelling. We waren geïntrigeerd door een lokale ‘kunstenaar’ die met een kettingzaag figuren uit boomstammen zaagden. De winkel bij zijn werkplaats, druk bezocht door toeristen, stond vol met ge-ketting-figuurzaagde kitscherige beelden van indianen en beren. Jammer dat zelfs het kleinste beertje (30 centimeter hoog, voor zeventig dollar) zelfs te zwaar was voor onze koffer.

Nee, als Mount Rushmore er niet was geweest waren wij waarschijnlijk heel hard door Keystone heengereden. Gelukkig maakte Mount Rushmore zelf, de volgende ochtend, een hoop goed.

donderdag 26 augustus 2010

Vakantie met je gezin

Tineke Huizinga vloog vanaf haar vakantieadres in Italië naar Nederland omdat ze een vergadering moest bijwonen over de begroting van haar ministerie. De vergadering stond eerst niet gepland, maar op een vrijdag werd besloten dat deze op de dinsdag erna zou worden gehouden. Om de vergadering te kunnen bijwonen moest ze een privéjet boeken want een lijndienst was niet meer te krijgen. Ze vloog ook weer terug naar Italië, ook met een privéjet. En dat kost dus allemaal 11.800 euro.

Dat is best veel geld. En dus ontstond ophef in de kamer. Want die had nu toch vrij weinig te doen zo in het reces en met een formatie. Maar ik snap de commotie rond de privéjet wel. Het ging om een vergadering op het departement, er was een paar dagen de tijd om naar Nederland te komen, en om dan een privévliegtuig te huren is misschien wat buitenproportioneel? Je kunt ook proberen vanaf andere luchthavens te vliegen. Of desnoods naar Nederland terug te rijden op maandag en een lijndienst te regelen voor woensdag. Dat lukt toch op vrijdag wel voor de woensdag erna? Het zou toch in ieder geval vanaf Genève of Rome of Milaan moeten lukken? En waarom zo’n haast, want het ging toch niet om een gevallen kabinet of een grote regeringscrisis, het ging om de begroting van een ministerie. Een begroting die ze met een beetje pech of geluk niet eens meer zelf hoefde te verdedigen want dan zou er al een nieuwe kabinet zitten. En hoeveel kun je nu eigenlijk doen met een begroting waar je zelf ook eigenlijk niets mee gaat doen?

Door de commotie rond de kosten van de vlucht beloofde Huizinga om de vlucht zelf te betalen. En dat is dus best veel geld. En dan bedoel ik voor iemand om dat uit eigen zak te betalen. Ik heb geen 12.000 euro rondslingeren waarmee ik even en retourtje ga betalen. Ik ben ook geen minister en verdien een heel stuk minder, maar ik weet niet of ik als ik minister zou zijn, wel 12.000 over zou hebben. Ik zou het er in ieder geval niet voor óver hebben. En als mijn man ineens thuiskwam en zei: “Ohja, weet je nog dat ik tijdens de vakantie moest terugvliegen? Dat moeten we zelf even betalen.“ Dan was ik niet blij geweest, om het zacht uit te drukken. Tineke zei dat het de keuze was tussen wel of niet mee gaan op vakantie met haar gezin. Dat is zo dan toch een flink dure vakantie geworden. Ik kan me zo voorstellen dat haar vlucht 95% van het budget heeft ingenomen. Maar goed, dan heb je wel lekker met je gezin vakantie gevierd, en dat is ook wat waard. Blijkbaar.

woensdag 25 augustus 2010

Kaas voor Kerels

Beste Eru,

vandaag zag ik een advertentieposter in een abri hangen voor een nieuwe kaas, het zogenaamde goudkuipje met de slogan Kaas voor Kerels. Ik vroeg me af of het voor mij wel veilig is om deze smeerkaas te eten omdat ik geen man ben? Is dat mogelijk? Of is er een andere reden waarom dit specifiek een mannenkaas is?
Ik hoor graag van u.

Vriendelijke groeten,
Lein

Beste Lein,

Dank voor uw bericht. Wij hebben ERU Prestige ontwikkeld omdat uit onderzoek is gebleken dat mannen (veel) minder smeerkaas eten dan vrouwen en kinderen én vaak houden van oude en pittige kaas. Om de aandacht van de kaasetende man te trekken, gebruiken we "Kaas voor kerels" in onze reclame uitingen. Dit is echter wel bedoeld met een dikke knipoog naar zowel mannen als vrouwen. Het is dus in ieder geval absoluut niet onze bedoeling iemand uit te sluiten. ERU Prestige is namelijk voor een ieder bedoeld die van oude kaas houdt; dus zeker ook voor vrouwen! Wij ontvangen zelfs veel positieve reacties van vrouwen en kinderen die ERU Prestige erg lekker vinden. Wij hopen uiteraard dat ook u van ERU Prestige zal genieten!

Met vriendelijke groet,
Vanessa van ERU

dinsdag 24 augustus 2010

Der gibt's nur einmal

Mooie muziek. Iedereen heeft wel eens behoefte aan mooie muziek. Hans Teeuwen had behoefte aan mooie muziek, maar die ging naar de Jostiband en raakte teleurgesteld. Mooie muziek kan je troosten. Mooie muziek kan je door een moeilijke periode in je leven helpen. Mooie muziek zorgt ervoor dat je kan vluchten uit de realiteit, naar een andere, perfecte wereld, zonder verdriet en zonder pijn. Ah, je bedoelt André Rieu, hoor ik de lezers al denken. Ook mooi, maar niet bijster origineel. Lang voor André Rieu de internationale podia veroverde was er een geheel andere ster aan het firmament die vele malen helderder was en vele malen harder schitterde. Zijn naam? James Last.

James Last, die eigenlijk Hansi Last heet, draait al heel wat jaartjes mee in de muziekindustrie. Zijn eerste LP kwam uit in 1963 en heet Die gab’s nur einmal. Ironisch genoeg werd dezelfde plaat het jaar daarop wederom uitgebracht, maar Hansi heeft ervoor gekozen de titel niet te veranderen naar Die gab’s gar zweimal! 1963, de beste man draait dus al 47 jaar mee en dan tel je de jaren ’50 waarin hij een zeer verdienstelijk bassist was niet eens mee. Want James is toch vooral bekend vanwege zijn successen als dirigent van een Big Band.

Kijk je even mee? Dit is het prachtige nummer Biscaya. Als je het hoort, herken je het meteen. Het is goed om te zien dat James het helaas verguisde instrument de accordeon zo in ere houdt. Mooi ook dat je violen in beeld ziet maar hoe ik ook luister, je hoort ze niet. Dan doe je als dirigent toch iets heel erg goed. De viool is immers een van de meest overschatte instrumenten van de moderne tijd en het is goed dat James Last de violisten even fijntjes op hun plaats zet. Kijk nu eens naar het moment op 1:02 min. Daar komt de grootmeester in beeld. Helemaal zen, hij heeft zijn orkest volledig onder de duim. Dit zie je ook aan de kleine polsbeweging waarmee hij zijn muzikanten dirigeert, meer is eigenlijk niet nodig, en James lacht tevreden. Volkomen terecht.

Hier nog zo’n knap staaltje van James, Latin America, een prachtige cover van de Gibson Brothers die het origineel doet verbleken. Het is ook puur genieten om te zien hoe Last er zelf bij staat. Hij dirigeert niet eens meer, dat heeft hij helemaal niet nodig. Zo goed heeft hij alles onder controle dat hij gerust zijn eigen feestje kan bouwen tijdens een concert. Kijk hem lachen, kijk hoe hij zijn publiek bespeelt, ja ha! Wat een feest moet het zijn om bij hem in het orkest te zitten, om met hem te mogen samenwerken. Behalve dan als je violist bent, dan zit je er een beetje voor de opvulling bij, zoals ook weer in deze clip pijnlijk duidelijk wordt.

Het is niet verwonderlijk dat James Last een rijk man geworden is dankzij zijn muzikale talent en het is hem van harte gegund. Dus zit je in de put, grijp nu eens niet meteen naar de fles, grijp naar James Last en ik beloof je dat hij je niet meer zal loslaten.

maandag 23 augustus 2010

Sneu in de trein

Hooooooi. Bas, ben jij daar? Bas?
Hooooooi Bas. Ik ben het, mama. Kan je wat voor mij doen?
Nee in de trein
Ik ben wat verloren, ik denk eh onderweg naar het station. Of misschien al thuis.
Kan jij dan even kijken Bas?
Nou je kan toch gewoon even gaan kijken?
Ja, het is denk ik uit mijn tas gevallen.
Gewoon, ergens onderweg. Nee, ja, onderweg.
Naar het station.
Het is wel belangrijk hoor Bas.
Zou je willen gaan kijken, zou je dat willen doen voor mama?
Het is een bibliotheekboek van tante Anneke.
Ja, uit de bieb.
Heb je je jas al aan Bas?
Nee, ik ben nu in Alphen.
Een boek van tante Anneke.
Maar niet van haarzelf hoor, van de bieb.
Uit de bieb.
Kijk ook even daar bij dat zijstraatje met de kliko's.
Omdat het daar misschien ligt natuurlijk.
Kijk je daar dan even?
Het is Kruistoch in Spijkerbroek, het biebboek van tante Anneke.
Ga je dan nu kijken?
Ok. Anders vraag je papa even of hij helpt met je fiets uit de schuur.
Bel je dan zo even terug?
Dat snap je toch wel? Ik moet toch weten of je het hebt gevonden.
Maar het is uit DUHUH BIEHIEB. Van tante Anneke.

Oh ja, je hebt wel gelijk. Ik kan ook zelf even kijken.

vrijdag 20 augustus 2010

Dunne meisjes in strakke jurkjes en op hoge hakken

Las Vegas was iets wat ik nog nooit gezien had. En dan bedoel ik niet dat ik er nooit geweest was, maar dat ik werkelijk nog nooit zoiets gezien had. Ik ben wel eens in Disneyworld geweest, maar Vegas is duizend keer Disneyworld en dan voor grote mensen. Eigenlijk is Vegas met niets te vergelijken. Het is er zo nep en plastic en zo overdreven en vervreemdend dat het fascinerend is.

We verbleven in een enorm hotel, genaamd de Stratosphere, aan het einde (of begin, het is maar net hoe je het bekijkt) van de Strip. Misschien dat het kwam doordat we net uren door het niets hadden gereden en daarvoor dagen in de natuur hadden gekampeerd, maar het hotel en onderliggende casino waren zo groot, lawaaierig, druk en zo aanwezig. In het hotel zaten restaurants en winkels en een zwembad en je kon met een lift naar de top van de toren met uitzicht over Vegas. En natuurlijk was er voor liefhebbers de mogelijkheid om van de toren af te dalen aan een touw. Of om er boven te hangen in een soort draaiende kermisattractie. Wie wil dat nou niet.

En toen waren we nog niet eens op de Strip zelf geweest. De buitenkant van de hotels is al vermaak op zich, de binnenkant is bijkans nog fascinerender. De hele winkelgalerij van Ceasar’s Palace was opgetrokken in iets dat door moest gaan voor Romeinse stijl. De Venetian had een vergelijkbaar winkelgebied maar dan gebaseerd op Venetië compleet met water, gondels en wolkenlucht en een pizzeria die er als sinds 18-zoveel zat. Het is allemaal zo nep en toch ook zo minutieus goed uitgevoerd dat je je er niet niet over kunt verbazen.

En dan de mensen die in Vegas rondlopen. Op een bankje in het winkelgedeelte van Ceasar’s Palace bij de ‘Fountain of the Gods’ bekeken we de massa’s mensen die voorbij kwamen. Vrijgezellenfeestjes, dertigplussers met enorme cocktails in plastic bekers, dunne meisjes in strakke jurkjes en op hoge hakken. In de overmijdelijke en enorme casino's zitten massa's mensen gefascineerd achter fruitautomaten en pokertafels. Het waren fruitautomaten die wij overigens maar met moeite konden begrijpen, waarschijnlijk omdat ze geen enkele vaardigheid van hun gebruiker vroegen. Het enige wat je er mee kon doen was je inzet bepalen en vervolgens op een knopje drukken en hopen dat de appels en peren goed zouden vallen. Het vasthouden van bepaalde rijen was onmogelijk. Je kon ook geen muntjes in de automaten gooien en ook niet aan een hendel trekken om het ding in beweging te zetten. Ik had daar eigenlijk een beetje op gehoopt want het leek me zo leuk en klassiek om ergens een kwartje in te gooien, aan een hendel te trekken en dan alle bellen te horen afgaan bij de winst van de jackpot die dan uit die automaat zou komen rollen, in kwartjes. Maar nee, dollarbiljetten accepteerde de machine wel en uitkeringen werden gedaan in coupons die bij een balie konden worden ingeleverd, daar ging de romantiek. Maar toch was Las Vegas leuk en vermakelijk.

Ik denk dat je Las Vegas haat of je houdt er van, en ik vrees dat ik er van hou.

donderdag 19 augustus 2010

Onderschrift

Politici die aan sport doen. In pak. Het blijft gênant. Denk aan Jan-Peter Balkenende op een skateboard en je voelt de plaatsvervangende schaamte uit je maag omhoog borrelen. Toch blijven politici erin trappen. Want wat gebeurt hier nu eigenlijk? Geef het onderschrift, misschien dat we het dan begrijpen.

Tabee

Een aantal maanden geleden las ik een column van Aaf over een weblog dat zij volgde van een dame in Kopenhagen. Deze dame fascineerde Aaf nogal, of eigenlijk was Aaf jaloers op haar omdat ze een eigen winkeltje heeft waarvoor ze zelf kleren naait en haarstrikjes knutselt. Vooral dat knutselen zat Aaf dwars, daar was ze heel jaloers op.

De dame in kwestie heet Brinja en één keer googelen was voldoende om de weblog van Brinja te vinden. En nieuwsgierig geworden heb ik haar nu ook een paar maanden gevolgd.
In het begin was het nog wel aardig om te zien hoe iemand in Kopenhagen zijn weekenden doorbrengt. Maar nu, na een paar maanden kan ik jullie vertellen dat ik niet zoals Aaf jaloers ben op Brinja. Of geïntrigeerd. Sterker nog: ik kan het bijna niet meer aan. Nóg een foto van een wollen babytruitje of een ontbijt met een zachtgekookt ei en ik zit aan mijn tax van zelfgecreëerde (en vooral gecultiveerde) kneuterigheid. Nog één keer die baardige man van haar met zijn Noorse trui en zijn tanden en ik haal de weblog uit mijn Google Reader. Een mens kan maar een beperkte hoeveelheid fröbelen aan. Ik althans wel. Waarschijnlijk zijn er mensen in deze wereld die het als een ultiem ideaal zien om een winkeltje met retro/vintage/bloemetjesspullen te hebben, om hun kind in tweedehands bruingebreide kleertjes te wikkelen, om hun appartement, volgestopt met retro-objecten en bloemetjesmotieven in miniatuur na te knutselen, maar ik ben niet één van die mensen. Mijn leven heeft genoeg suffigheid van zichzelf om de suffigheid van andere er niet nog bij te willen hebben. Ik bak ook weleens zelf een brood maar maak niet van elke ontbijttafel een foto en plaats die online. Ook ik knutsel weleens iets, of denk na over mijn interieur en verander er wat in, maar knutsel dat dan niet in miniatuur na. Ik hou van mijn eigen kneuterigheid en van de baard van mijn eigen man en van zijn gebreide trui. Maar andermans suffigheid, vooral andermans opzettelijk gecreëerde en geëtaleerde suffigheid kan ik niet hebben. Brinja, ik zeg tabee.

woensdag 18 augustus 2010

diNKy

Ik ben een dinky, nou ja tenminste een halve dinky. Meneer S is de andere dinkyhelft. (Of ben ik dan in mijn eentje een oinky?) Ik hecht in ieder geval enorm aan de -nk- in het woord dinky. Caar schreef er hier al eens eerder wat over. Resultaten uit het verleden bieden geen garantie voor de toekomst, weet ik. Maar ik voel het niet en ik wil het niet. Het is geen modeverschijnsel en ook geen fase. Ik heb gewoon geen moedergen.

Blijkbaar is het voor sommige mensen niet te begrijpen dat je niet de behoefte hebt om aan je biologische plicht te voldoen. Dat levert grappige, verdrietige, zielige en met name verontwaardigde opmerkingen en verwensingen op.

Een kleine greep uit het aanbod, ter vermaak:

- nee?!
- goh, nou ja dan moet je een andere manier vinden om iets van je achter te laten op de wereld.
- dat is wel eenzaam later hoor.
- waarom ben je dan getrouwd? Je trouwt toch alleen omdat je kinderen wilt.
- wat vinden je ouders daar dan van?
- je gunt je ouders geen kleinkinderen?
- als je vriendinnen kinderen krijgen, dan wil jij vast ook .
- ben je niet bang dat het straks te laat is?
- en wat vindt meneer S daar nou van?
- het komt vast nog wel hoor, wees maar niet bang.
- voorplanten is toch eigenlijk een morele plicht?

en tenslotte mijn favoriet, de topper. De kers op de taart. De opmerkingen die mijn bloeddruk tot ongekende hoogte liet stijgen: Als je geen kinderen krijgt, zul je je als volwassene nooit ten volle kunnen ontwikkelen. Kan iemand mij een slabbetje aangeven? Want ik geloof dat mijn nutrilonbrintaontbijt er weer uit dreigt te komen.

dinsdag 17 augustus 2010

Gesprek in de trein

"Opa, dus de vader van jouw moeder, die was straatvechter. Hij trok messen."

"Ik mis opa, ik wil opa ook zien."

"Opa is dood hè. En trouwens, hij was heel streng hoor. Opa was vreselijk streng."

"Nou, ik heb toch liever streng dan dood."

"Ja, nee, dat wel.

....

"Je opa rookte wel heel veel, opa rookte ontzettend veel."

"Dat had ik dan voor lief genomen."

Trillende ledematen en zweethandjes

Op de site van MSN staat een stukje over de duurste wijnen van de wereld. De allerduurste is de Dom. Romanée-Conti 1997 en kost een slordige 5,5 duizend euro. Ik moet bekennen dat ik, ondanks dat ik van goede wijn houd, hier nog nooit van had gehoord. Misschien zijn er van deze druif geen goedkopere/minder dure wijnen geperst? Een lekker omfietswijntje van de Hema, aangeraden door Nicolaas Kleij? Jammer hoor, hij schijnt naar leer te smaken, prima bij een sucadelapje dus.

Op twee staat een Petrus Pomerol (gelukkig, die ken ik) voor 2,5 duizend euro, het wordt dus al betaalbaarder. Deze werd o.a. gedronken door Jackie en John F. Kennedy, niet onbelangrijk. En dan volgen er nog een paar idioot dure flessen met de prachtigste namen, waarvan de meest betaalbare bijn 2400 euro kost.

Hoewel lekkere wijn best belangrijk is, vraag ik me af of ik ooit zo veel geld over zou hebben voor één fles. Ik denk het eigenlijk niet. Ik kan me nog voorstellen dat je in een dolle bui 100 euro neerlegt voor een Barolo, Pouilly Fumé, Piedmonte (interessant klinkt dat hè, even nonchalant een paar mooie namen tussendoor), maar bij hogere bedragen zou ik toch heel erg zenuwachtig worden. Compleet met trillende ledematen en zweethandjes. En dan op die manier zo'n fles naar je auto dragen, op je pumps over het wiebelige grint van de oprijlaan van de vignoble. En dan vallen. Klets, 5.000 euro aan rode wijn over je jurk. Nu zal op zo'n moment wel iemand met je meelopen naar de auto, dus misschien dat ik daar dan niet direct bang voor hoef te zijn.

Ik zou ook niet weten waar je zo'n fles bewaart. Ja, in een wijnkelder, maar dat heb ik dus niet. Een wijnkelder heeft de juiste temperatuur en luchtvochtigheid voor het bewaren van flessen wijn van honderden euro's. Dat zal niet gelden voor de kast waar wij die flessen altijd in zetten. En dan gaat de wijn vast en zeker 'om'. Dat betekent dat die bedorven is. Niet dat de fles omvalt.

Ook zoiets wat me nu al angstzweet bezorgt: dat je tijdens een etentje met vrienden lekker wijn zit te drinken, het is gezellig, de gesprekken zijn geanimeerd, en dat je dan in het vuur van je rede wild gesticulerend je Pomerol ommaait. Voor je het weet sta je in de keuken voor 3.000 euro aan wijn uit je tafelkleed te sabbelen. En dan ga je er nog van uit dat je zo'n fles opdrinkt als het gezellig is. Waarschijnlijk is het helemaal niet gezellig. Je moet stil zijn en met je ogen dicht genieten van iedere slok. Saai eigenlijk.

Of dat je per ongeluk de verkeerde fles grijpt, bijvoorbeeld bij het koken. Heb je per ongeluk een coq au vin van 752,65 euro staan braden. Wat ook nog kan is dat je aangeschoten thuiskomt en nog even een wijntje opentrekt. De volgende dag zie je huilend dat het de verkeerde was. Je kan nog beter je laptop in de wc laten vallen of je Ford Ka in de prak rijden, dan ben je nog goedkoper uit.

Maar goed, het artikel over de dure wijnen staat heel terecht in de rubriek 'miljonairs'. Miljonairs kopen natuurlijk deze flessen en gooien die thuis over hun tafelkleed. Dan lachen ze en trekken ze er nog een open. Als geld geen rol speelt, wat maakt het dan ook uit? Ondertussen klots ik gewoon een omfietswijn door m'n stoofpot of over m'n schoenen, dat is wel zo'n rustig idee.

maandag 16 augustus 2010

De alles-ergeraar

Ik erger me sinds kort aan heel veel dingen. Ik erger me aan de ING die nog steeds geen bankafschriften stuurt, ik erger me aan de creditcardmaatschappij die mijn betaling niet accepteert omdat hij van een en/of rekening komt, ik erger me aan de vuilnisbak die vies is aan de buitenkant en aan de banaan op mijn bureau die stinkt. Ik erger me rot aan andere automobilisten, ik erger me aan mijn computer omdat ie zo traag is, erger me aan de telefoon die je zo ongeveer elke dag opnieuw moet opstarten omdat hij anders niet overgaat. En dat ergeren gaat gepaard met schelden. Of zuchten. Of beiden.

Gisteravond had een mailbox vol mail weggewerkt en een stapel administratie. Ik heb in een paar uur tijd wel tien brieven getikt (het merendeel boze) om allerlei zaken te regelen en heb alle betalingen gedaan. Toen ik eindelijk klaar was, was het tien uur. Mijn geliefde lag al te slapen, die was moe. Maar door alle activiteit kon ik niet meer slapen. In mijn hoofd bleef alles doordraaien. Ik bleef lijstje maken met dingen die ik moest doen en nadenken over alle zaken waar ik me dood aan ergerde en die anders moesten. Op een gegeven moment ergerde ik me omdat ik niet in slaap kwam. En daarna omdat mijn lieverdje wel naast mij lag te ronken, al uitademend in mijn gezicht. Daarna ergerde ik me aan de kat die toen ik op mijn andere zij lag hetzelfde deed. En ergens daarna ben ik toch in slaap gevallen. Om al ergerend de volgende ochtend, te laat, wakker te worden. Daarna ergerde ik me nog toen mijn fiets klem kwam te zitten tussen de groenbak en de schuurdeur. En de rest van de dag ergerde ik me eigenlijk ook nog.

Het zal wel aan mij liggen. En ik hoop, nu ik dit schrijf, dat het dan aan mijn hormonen ligt en niet aan mijn persoonlijkheid. Ik ben er geen voorstander van gedrag op ‘hormonen’ te gooien, maar misschien is het in dit geval wel beter omdat ik als ik de andere optie bekijk heel treurig word. Of misschien is het ook wel zo dat de hormonen mijn ware aard naar boven brengen. Misschien ben ik diep in mij wel een zeurende chagrijn die zich aan alles ergert. De alles-ergeraar. Dat ben ik, in het diepst van mijn ziel. Of misschien ben ik gewoon moe en is dat het. En ben ik morgen na een goede nacht slaap weer de positieve zonnestraal die ik altijd ben. Ik denk dat dat het is.

vrijdag 13 augustus 2010

It's an unclear story, suspicious.

Dit is een gastcolumn van gastcolumnist A

People don't talk about work, but about the candy, eh... candybox, or the bikebuilding. The doors you know, they are so heavy! I'm not allowed to go into the institute because the doors are so heavy. Ridiculous. Bert is the one who is always inviting us for lunch, always talking about holidays. He's never stressed, completely relaxed. We don't know what he's doing, he never talks about work. There are few people who are working hard. The others, they are so relaxed. They leave at exactly 5 o'clock, not one minute later. So relaxed! No one knows what he is doing. Relaxed all the time. And he's the one with a big salary. Tom van Raam, the director, no one knows what he's doing. Not any teaching! We are working for just one year, we dó have to participate.
- You went to where? ... Only one month.
We even considered that it is not of very high standard. There is this other guy from Canada ... A girl! ... A girl from Canada, she is crazy. She is looking for a boy for a long time. She wants a baby. She's not so technical, so the database, the interface, you know, you have to learn the SQL language. We have very high standards and many people don't meet our standards, but I guess this counts for most places.
- So you still get paid on location? Why do you choose to work instead? You're so noble!
There's so many things that you don't like, it's not good for us. But you have to listen yo us, not to some crazy people. Robert? He wanted to inform you, he was serious, it was not a joke. We have a lot of opinions about his work.
- Hmm, very long texts, but yeah I understand these. It's very hard work and the only thing to rely on for me.
But his papers are really rediculous. The thing he writes, ridiculous. There are so many ridiculous papers, but if I say something about it, the editor will think I'm crazy. But why does he look so pale? His face is not healthy. Why he looks so pale? He's not Dutch. And he's never out there. You want tea? It's hot? Ice cream is hot? Hahaha. You should work at our institute, you would fit in.
- Yes, I adore you, I learn a lot from you two!
At this stage, I understand it's too superficial. That's a good thing to see. We should stop doing research and write a paper. My life is a situation in which I spend time on something taht doesn't work. And also, if it doesn't work, you should write a paper about it, where your method failed. That's how we learn from our colleagues. Hahaha.
I wanted to change to iPhone, and my roommate also, but that's too gay, too intimate.
She was laughing hard and a lot of fun. We left our old home for the last time and on the parking space we met the guy who helped us on the new home. That's only one coincidence. It's an unclear story, suspicious. So maybe in the end, Eline is not spoiled. It's not my baby, I just left! When I came back there was even more space.
- I can't believe you tell a story about your girlfriend in such a way.
It's not so nice maybe, but it cannot be true, she's not spoiled. Bad things. I've heard this story several times.
- You tell this when she's present? You're quite a guy.
But I tell it to her parents. That's why she never says anything. Funny. She had problems with her mother.
- How about her father?
He is also crazy. He's too optimistic. He has precision. A permanent position, but moving from one school to another. And he thinks he has done the perfect application, that they need him there. The first time I believed him, but no one else was listening to him, like me. I think she is crazy in a similar way as I am. Exactly. We are hard to approach. In the beginning. She doesn't talk to other people than me. When the moment's there she doesn't say anything. That's her nature. She and her mother. Are you calling your parents often?
- Every two weeks on a normal cell phone
Quite expensive!
- Not that much.
I'm surprised about that. Prepaid.

donderdag 12 augustus 2010

Het water aan de lippen

Gisteren werd bekend gemaakt dat er voor de ramp in Pakistan geen hulpactie op poten wordt gezet. Want, zo rederenen de Samenwerkende Hulporganisaties, het zou wel eens zo kunnen zijn dat de kosten van zo'n grootschalig mediaoffensief niet opwegen tegen de opbrengst. De SHO verwacht gewoon niet zoveel geld op te halen voor Pakistan. Er werd overigens benadrukt dat afzonderlijke organisaties waarschijnlijk wel initiatief zouden willen nemen.

Als we de deskundige kenners specialisten mogen geloven zijn de gevolgen van de overstromingen in Pakistan groter dan bijvoorbeeld de impact van de tsunami in 2004 of de aardbeving in Haïti eerder dit jaar. Bedenk eens dat er nu meer dan 14 miljoen mensen zijn getroffen, net iets minder dan het aantal inwoners van Nederland. Toen stonden mensen direct met euro's te wapperen en was er binnen no time in ieder geval een televisiespecial en reclamespotjes op poten gezet. Nu is het eigenlijk vrij stil.

Vergis je niet, ik ben het er helemaal eens dat we de mensheid beschermen tegen gevaren voor de volksgezondheid. Zoals een televisieavond gepresenteerd door Chantal, Linda & Beau. Maar hoe kan het toch dat de SHO zo weinig geld verwacht binnen te halen? Farah Karimi van de SHO vertelt dat er weinig reactie is van het Nederlands publiek op de ramp in Pakistan. Hoe weet ze dat? Is er een standaard normale verdeling van telefoontjes en e-mails naar aanleiding van een ramp? Waar bij eerdere rampen de telefoon roodgloeiend stond en mensen zich afvroegen hoe ze ook hun steentje konden bijdragen, is het nu opvallend rustig, wordt uitgelegd. Karimi heeft wel een verklaring: de ramp is in Nederland gewoon niet zo veel in de media geweest.

Pardon? Ik kon geen krant of nieuwssite openen zonder nieuws of beelden uit Pakistan. Over het gevaar voor cholera, over mensen die weer naar een ander opvangkamp moesten verkassen, over het ontbreken van schoon drinkwater en voedsel. Eerlijk is eerlijk, de vieze steentjes van Naomi waren ook nog even voorpaginanieuws maar we konden er niet echt omheen. De schuld voor het gebrek aan steun voor Pakistan ligt echter wel bij de media. En bij onszelf.

Pakistan is namelijk een eng land en we weten er niet zoveel van. Haïti, tsja nou daar komen nog wat leuke rappende negers of adoptiekinderen vandaan en Zuidoost-Azië, daar gingen we nog wel eens duiken bij dat leuke strandje in Thailand. Maar Pakistan? Nee joh, dat is met bommen en oorlog en de Talibaan en vast nog wel ergens een geheim nucleair programma. Daar kunnen we beter niks mee te maken hebben. Ook niet tijdens een ramp. Dat vinden "we", even gechargeerd, toch? We vinden het wel maar we zijn er nog nooit geweest. Iets met media en beeldvorming.

Volgens de VN zijn er miljoenen nodig om het land er weer bovenop te krijgen en om de opbouw te beginnen. Misschien is het maar goed dat we geen miljoenen naar Pakistan overmaken. President Zardari heeft aangekondigd dat hij alle hulp via de hoofdstad wil laten lopen. Maar Islamabad is helemaal niet getroffen door het water. Op het platteland is de hulp juist zo hard nodig, daar moet het heen. De Talibaan wrijft in de handen. Chaos en noodtoestand in het land. Precies waar ze op uit waren. Een mooie gelegenheid om de macht te grijpen.

In dubio. Geld storten en dan? Hulp komt misschien niet aan. Of niet zo snel. Maar wat moeten we dan? De Pakistanen in hun door cholera besmette regenwater laten gaarkoken? Dit is een humanitaire ramp. Er is actie nodig. Geen televisieshow, maar hulp. Goederen, voedsel en medicijnen. Als er niks gebeurt, wordt de (politieke) situatie met de dag slechter. En als de Talibaan gebruik maakt van de situatie en er een burgeroorlog komt, vergeven "we" onszelf dat nooit.

woensdag 11 augustus 2010

Bill Bryson - A walk in the woods

Afgelopen vakantie voor de tweede keer gelezen en nog steeds even hilarisch. Hilarisch in de zin van hardop lachen zo leuk. Bryson beschrijft hoe hij samen met zijn vriend Katz een deel van de Apalachian Trail (AT) loopt. Aan bod komen niet alleen de reis zelf maar wordt ook uitgebreid ingegaan op de geschiedenis van de AT, lokale geschiedenis van de VS en allerlei wetenswaardigheden over dieren (vooral beren), bomen en vogels. Alles van Bryson is een aanrader, maar dit boek staat zeer hoog op mijn lijstje.

Sterren 5 van de 5.

De decolleté-richtlijn

Zou het handig zijn als er een richtlijn was voor de diepte van het decolleté? En dan bedoel ik ook echt een richtlijn, niemand hoeft zich er echt aan te houden, maar bij twijfel over de decolleté diepte kan iemand wel de richtlijn raadplegen. Het zou een soort niet-afdwingbare fatsoennorm kunnen worden. Het gaat dan wel om het openbare decolleté, in privé aarzel ik niet met een enorm diep decolleté rond te lopen, en mag van mij iedereen met diep decolleté of naakt door de woonkamer dansen. Ook daarbuiten trouwens, de richtlijn is er alleen voor de twijfelaars die willen weten of iets kán.

Ik kom hierop omdat ik laatst een vrouw van mijn leeftijd zag fietsen met een nogal diep decolleté. De dame had een t-shirt aan en een trainingsbroek en hield een tennisracket in haar had. Ze ging dus waarschijnlijk sporten of ze kwam er net vandaan. Maar haar decolleté was echt diep. Te diep voor een tennistraining. Naar mijn smaak althans. En ik ben toch ook niet vies van een beetje decolleté (bij mezelf dan).
Om jullie een idee te geven, het t-shirt begon waar de borsten alweer waren opgehouden. Je zag een bh-randje tussen de borsten en dan weer huid. En links en rechts bedekte het t-shirt dan wel de daadwerkelijke borsten, maar ertussen was geen stof van het t-shirt. Dat lijkt mij vrij diep. Ik denk dat een richtlijn kan zijn dat een decolleté dat zo diep is dat de borsten gaan wijken, te diep is. In iedere geval te diep om te tennissen (tenzij je je tennisleraar wil verleiden). Of te diep om mee op een begrafenis te komen (tenzij het de begrafenis van Hugh Heffner is).
Sommige kledingstukken hebben helemaal geen decolleté. En dan bedoel ik geen coltruien. Nee, dan bedoel ik twee stroken stof links en rechts over je bovenlichaam. Ik denk dat dat voor veel mensen en veel gelegenheden ‘te diep‘ is. ‘Te diep’ is eigenlijk geen goede omschrijving omdat in feite sprake is van een non-existent decolleté. Misschien dat alleen Jennifer Lopez er mee weg komt in die groene douchegordijnjurk van een paar jaar geleden (van Versace geloof ik) die alleen ergens rond haar kruis vast zat met een gesp. En dan ook alleen Jennifer Lopez, want Geri Halliwel droeg een paar maanden later dezelfde jurk en kwam er niet mee weg. Wat mij betreft.
Maar tot zover dus een eerste aanzet voor een richtlijn zodat iedereen weet waar ie aan toe is. Als je je dan op bijvoorbeeld een begrafenis aan de richtlijn houdt, kunnen mensen je ook niet van onfatsoen betichten, je blijft immers binnen de kaders. Heerlijk lijkt het me om die richtlijn te schrijven, met situatieschetsjes en tabelletjes en voorbeelden uit het echte leven. Je zou ook een website kunnen beginnen en dan met stift op fotootjes aangeven waar de stof eigenlijk had moeten lopen. Lijkt me best een leuke baan, ondanks dat ik afgestudeerd ben.

dinsdag 10 augustus 2010

De morele leegte van Thomas von der Dunk

Normaal gesproken lees ik altijd het NRC, maar sinds ik een iPhone heb lees ik ook de Volkskrant, omdat deze gratis is en het NRC 79 ct per dag kost. Nu weet ik ook waarom. Kwaliteit kost nu eenmaal geld.

Dankzij de Volkskrant maakte ik kennis met Thomas von der Dunk. In tachtig procent van zijn columns fulmineert hij tegen alles dat niet in zijn linkse straatje past, oftewel CDA, VVD, PVV. En laten nu net deze drie partijen een coalitie gaan vormen. Koren op zijn molen. Afgelopen week schreef Von der Dunk een column van een niveau dat alleen past binnen het afdelingsblaadje van een Communistische splintergroepering. Het artikel heet De morele leegte van de VVD.

In de eerste alinea neemt hij het verkiezingsprogramma van de PVV en past dit toe op de Joden in plaats van moslims, om zo aan te tonen hoe verwerpelijk de PVV is. Zoals men vroeger angstig was voor “materiële deelbelangen” als het communisme, zo is men nu bang voor de kilometerheffing. Om Nederland sterker, veiliger en welvarender te maken, wordt een miljoen inwoners uitgesloten. Net als in WOII de Joden. “Die mogen niets”, waarschuwt Von der Dunk. Von der Dunk zou namelijk niets liever doen dan een geheel andere groep Nederlanders uitsluiten en niets laten mogen: de kiezer die zich in juni heeft uigesproken voor dit kabinet. Volgens Von der Dunk is er niets nieuws onder de zon. In de jaren ’30 lokte de welvaart, ook in de vorm van asfalt, nu is het de kilometerheffing. Vanwege de kilometerheffing krijgen we nu een neonazistisch bewind waar Adolf Hitler zijn vingers bij zou aflikken.

De VVD-achterban (“een doorsnee-VVD-makelaar”) zou je niet horen protesteren en Rutte durft uit angst voor het electoraat geen afstand te nemen van zijn nieuwe bondgenoot, pleit Von der Dunk. Ik ben het daar ook altijd mee eens geweest en voel niets voor het op voorhand uitsluiten van coalitiepartners. Het is een belediging van de kiezer en het werkt ook nog eens datgene in de hand dat Von der Dunk juist zo verafschuwt. Neem de kiezer niet serieus en zij zal jou ook niet serieus nemen.

De toon van het artikel en ook van zijn andere columns is van een dedain waar de ouderwetse regenten een puntje aan kunnen zuigen. Het idee dat je moreel superieur bent aan anderen, dat bepaalde groepen uitgesloten zouden moeten worden van de politieke dialoog en dat onder het mom van tolerantie, heeft Von der Dunk dan echt niet door hoe tegenstrijdig dit alles is?

Het zou hetzelfde zijn wanneer Emile Roemer met de SP naar 24 zetels was gestegen, en er stemmen waren opgegaan die meenden dat Nederland onder een Communistisch regime zou komen. Politieke tegenstanders die naar Siberië (of in Nederlands geval Groningen) zouden worden gestuurd om zich daar in de kou dood te werken in de Goelag Archipel. Dat zou niemand serieus nemen en je mag toch hopen dat een serieuze krant geen platform zou bieden aan dergelijke ridicule standpunten die iedere vorm van dialoog doodslaan. In ieder geval heb ik zoiets nog nooit in het NRC gezien en daarom betaal ik met graagte voortaan die 79 ct.

maandag 9 augustus 2010

Gesprek tussen echte mensen

Hij (zittend op een rotsblok): “Oh kijk dan!”
Zij (tien meter voor hem staand, genietend van het uitzicht): “Wat?”
Hij: “Ik heb een beestje voor je”
Zij: “Huh?”
Hij: “Kijk. Maak er een foto van."
Zij: "Ja."
Hij: "Je moet even zoemie zoemie doen.”

EmoTV

Bij sommige televisieprogramma's houden mensen het niet droog. Er rollen tranen van verdriet bij ziekenhuisseries met persoonlijke verhalen van terminaal zieke kinderen. Legio waterlanders bij Memories; het weerzien van een oude liefde treft mensen in de ziel. En natuurlijk de zoute snikken als Gaston bij je aanbelt want nu wordt die droom van een bubbelbad in de achtertuin echt waar. Genoeg tranentriggers dus op zowel de publieke als de commerciele.

Mijn favoriete huiltelevisie betreft momenten van ontroering in een ondergewaardeerd genre binnen het televisieaanbod, namelijk “muziekles-televisie”. Denk aan Daniel Barenboim die pianosonates van Beethoven aan professionele musici uitlegt en hun spel analyseert. Of aan die schattige Gareth Malone die in een Britse achterstandswijk de plaatselijke hangjeugd klassiek probeert op te voeden.

Nederland blinkt niet echt uit in dit genre (hebben wij een kaaskoppenequivalent van Malone? En nu niet met Ernst komen aanzetten) maar het aanbod dat er is, is ontroerend genoeg om bij mij in ieder geval de kraan open te zetten. Zo zond de EO eerder dit jaar het programma Mattheus Masterclass uit, waarbij bekende zangers en zangeressen die hun sporen verdiend hebben buiten het klassieke repertoire een stuk uit de Mattheus Passie instuderen. Maarten Koningsberger is de meester, inclusief het soort trui dat je leraar natuurkunde vroeger op de middelbare school droeg, en begeleidt onder andere Jim Bakkum en Rob de Nijs.


Uitblinkster tijdens de masterclasses is Jette van der Meij (llllaura uit GT/ST) die zonder dat iemand dat weet een geschoolde jazz-zangeres is, en een Bachje meeneemt. Ze bijt zich vast in Blute Nur en worstelt met de Duitse klinkers maar ze zet door. Op een gegeven moment grijpt de aria haar en het lijden van de hele wereld vult de oefenruimte maar bovenal haar hart. “Jaaa”, roept Maarten. “Voel je dat?!” Ze wordt gegrepen door de muziek en valt stil als er tijdens een interview naar haar ervaring wordt gevraagd. Haar ontroering is zichtbaar. Die van mij inmiddels ook. Ik zet de tissues alvast wat dichterbij. “Ik vind het geweldig”, mompelt ze zacht en sluit haar ogen. Op de bank doe ik hetzelfde en droom van mijn eigen Blute Nur hoogtepunt.

vrijdag 6 augustus 2010

Ik maakte vrienden en ja, ik kwam wat aan

Volgens een recent bericht in de Telegraaf komt zeventig procent van de eerstejaars studenten gemiddeld 1 tot 3,5 kilo aan.
Dit bericht verbaast mij niks. Ik denk dat ik in mijn eerste jaar wel meer dan drie kilo aankwam. En daarna ook nog wel. Ik ben in mijn hele leven nog nooit zo dik geweest als tijdens mijn studententijd. En dat terwijl je juist zou denken dat dit de tijd is waar je er goed uit moet zien. Je ontmoet massa’s nieuwe mensen (lees: mannen) en hebt eindelijk de tijd om zonder de controle van je ouders aan het daten te slaan. Helaas, helaas. Ik werd dikker en onaantrekkelijker. Pas toen ik afstudeerde en ging werken viel ik zonder al te veel moeite, nou ja ok, een slechte relatie die me de eetlust ontnam hielp ook wel een beetje, vele kilo’s af.

De belangrijkste oorzaak zou volgens het onderzoek zijn het gebrek aan beweging. Dat lijkt mij stug. In mijn geval was dat in ieder geval niet de oorzaak. Ik bewoog in mijn eindexamenjaar, buiten mijn baan bij de groentezaak, ook niet bar veel. Maar tijdens mijn studententijd ging ik niet veel minder bewegen. Ik werkte toen op Schiphol waar ik ook veel liep. Maar ik draaide er ook nachtdiensten waardoor mijn heel eetpatroon in de war raakte. Ik at meer en ongezonder.
En natuurlijk dronk ik veel toen ik studeerde. Hoewel ik in mijn eindexamenjaar ook niet weinig dronk, bleef het toen beperkt tot de weekenden. Toen ik eenmaal studeerde dronk ik bijna elke dag. Bier of whisky of wijn, ik dronk het allemaal en met veel plezier. Bij ons in huis ging de grap rond dat je aan de kont van een meisje kon zien of ze eerstejaars was of niet.

Volgens de Belgische onderzoeker “kan niet iedereen even goed omgaan met meer zelfstandigheid.“ Die opmerking vind ik nogal wat. Alsof ik door aan te komen bewees niet voor mezelf te kunnen zorgen. Ik vind het knap dat ik die tijd zonder kleerscheuren heb overleefd. Ik haalde tentamens, ik verdiende geld, ik maakte vrienden en ja, ik kwam wat aan, maar met mijn zelfstandigheid was niets mis hoor. Ok, ik had huisgenoten die elke dag braaf de schijf van vijf aten. Ik zag nog nooit zo veel broccoli (en ik heb dus jaren in een groentezaak gewerkt, dus dat zegt wat) als op het bord van mijn huisgenoot. Maar of zij nu zo zelfstandig was? Elke donderdagavond verdween zij weer in de trein richting Schagen om pas maandagavond weer terug te keren. Ok, ze kwam vast minder aan, maar wie kon er nu beter omgaan met zelfstandigheid?

donderdag 5 augustus 2010

Jonathan Tropper - This is where I leave you


Op vakantie las ik This is where I leave you van Jonathan Tropper. Ik kocht het vanwege de tekst op de achterflap en de inhoud viel niet tegen, wat knap is. De hoofdpersoon van het verhaal is Judd. Nadat zijn vader is overleden is hij verplicht om samen met zijn moeder, zus en twee broers ‘shiva’ te zitten (ik kan het even niet beter vertalen). Dit houdt in dat hij een week met zijn familie in zijn ouderlijk huis vebrlijft en daar gasten ontvangt die hen komen condoleren. Judd is recentelijk door zijn vrouw verlaten (zij blijkt er vandoor met zijn baas) en dus niet echt 'in a happy place'. Het verhaal is boeiend en erg grappig geschreven. Ik vond het af en toe wel een beetje neigen naar chick-lit, maar door de schrijfstijl lijkt het toch meer een échte’ roman. Ik las dat het boek verfilmd gaat worden, wat niet verrassend is, want daar lijkt het praktisch voor geschreven. Zeker een aanrader in het genre droge humor om te lachen en fijne emoties omtrent familie en geliefden.

In zijn genre 4 sterren (van de vijf)

Lef, klasse, pizzazz

Het is misschien niet zo leuk voor zijn onderdanen wat ik nu ga schrijven, maar ja, ik denk niet dat veel van zijn onderdanen mijn verhalen lezen. Robert Mugabe is een held. Je hebt een hele hoop rare dictators, wat te denken van Hugo Chavez en Silvio Berlusconi, maar mijn favoriet is toch wel Mugabe. Hij heeft lef, klasse, pizzazz. Hem maak je niks wijs.

Afgelopen week kwam hij weer leuk in het nieuws. De aanleiding was helemaal niet zo leuk, zijn zus was overleden. Op de begrafenis kwamen vertegenwoordigers van landen als de VS, Duitsland etc. Heel aardig eigenlijk dat die daar allemaal de tijd voor namen. Ik vraag me ook af waarom. Misschien omdat ze hoopten dat Mugabe zelf wat zou zeggen. Ik stel me voor dat dat zo gaat, bij hoogwaardigheidsbekleders onderling:

"Kan jij deze week naar de bar mitswa van de neef van Angela Merkel?"
"Nee geen tijd, sorry."
"O, dus ook niet naar de begrafenis van de zus van Mugabe maandag?"
"Wacht, even kijken, ik zeg wel een topoverlegje af."

Fijn dat je dan niet voor niets je afspraak afzegt. Mugabe nam inderdaad het woord tijdens de plechtigheid. Hij sprak ongetwijfeld ontroerende woorden over zijn lieve zus, over hun band, dat zij op het schoolplein het altijd voor hem opnam als hij gepest werd, dat zij hem later ook hielp als hij de verkiezingen moest winnen. Heel gevoelig allemaal. Dat Mugabe een zeer begenadigd spreker moet zijn blijkt wel uit het feit dat hij zijn verhaal zo kan draaien dat hij vervolgens in een tirade tegen de Westerse wereld uitbreekt. Waarschijnlijk iets over een reisverbod naar Europa. De VS en haar bondgenoten mogen naar de hel lopen met hun sancties, die er regelrecht voor gezorgd hebben dat Zimbabwe's economie in het slop geraakt is. Vreemd genoeg pikten de diplomaten dit niet en zijn zij voor het einde van de ceremonie weggelopen.

Dat zijn dan diplomaten! Geen enkel gevoel voor decorum, bah. Heel goed dus ook dat Mugabe het hier niet bij heeft laten zitten en hen heeft laten ontbieden op het kantoor van de minister van Buitenlandse Zaken. Deze heeft nog even fijntjes uitgelegd dat dit niet volgens het protocol was, dat ze het programma kenden, dat de heldin (want dat is de zus van Mugabe blijkbaar, zou dat nog van het schoolplein dateren?) nog niet ter aarde besteld was en dat zij pas mochten vertrekken ná Mugabe zelf. Het gedrag getuigt van disrespect voor de overleden heldin en voor haar broer, de president van Zimbabwe.

Hulde! Robert Mugabe laat zich niet schofferen. Als de Westerse diplomaten nog op dit soort ceremonies aanwezig willen zijn, dienen zij zich te gedragen, in plaats van te zoeken naar een mogelijkheid om de toch al broze verstandhouding met Zimbabwe en haar regering op het spits te drijven. Shame on you...

woensdag 4 augustus 2010

Onderschrift

Daar was hij ineens weer, Ruud Lubbers. Wat hebben we toch een hoop lol gehad met die man en nu is hij weer even van de partij. Fijn hoor. En hij is ook heel fotogeniek. Wat zou het onderschrift bij deze foto zijn?
Ruud Lubbers straalt water in? Ruud Lubbers bij de reconstructie van het billenknijpincident? Roept u maar!

Dankbaar en blij

Je weet pas hoe dierbaar iets voor je is als je het bijna kwijt bent. Soms moet je even met je neus op de feiten gedrukt worden, omdat je dingen als vanzelfsprekend bent gaan ervaren. Je ziet simpelweg niet meer hoe mooi iets is. Het is dan ook goed dat er af en toe hard ingegrepen wordt. Je schrikt even, maar bent ook heel erg dankbaar, dankbaar en blij, om het maar eens protestants-christelijk uit te drukken.

Eddy Wally is vorige week onwel geworden. Tijdens een optreden in Gent moest zijn manager hem van het podium halen, nadat Eddy zijn lange, witte jas al had uitgetrokken. Dit omdat hij het, naar eigen zeggen, zo warm had. Dit simpele bericht toont Eddy Wally ten voeten uit. De keiharde show-must-go-on-mentaliteit waarmee hij zo groot is geworden. En ook: altijd in stijl, een lange, witte jas. Typisch! Zo kennen we Eddy Wally, de haartjes piekfijn in orde, coupe zuidwester, met daar bovenop een klassieke, witte gleufhoed, en op zijn neus een zonnebril met roze getinte glazen, die de sterren in St. Tropez niet zou misstaan. Een gesoigneerde heer van de oude stempel.

Nu hoor ik wel eens mensen een beetje schamper lachen om Eddy Wally, bijvoorbeeld omdat hij niet in een keer foutloos Guantanamo Bay kan zeggen, en daar dan vervolgens gezellig bij gaat zitten zingen en met zijn vingers knipt "Guantanamo Baai, voor u en maai", of het een soort Shangri La is. Maar kom op, geef hem even, Eddy Wally is inmiddels al 78 jaar oud, hij draait al 50 jaar mee in de showbiz en heeft alles meegemaakt. Ik zou ervoor tekenen om dan nog zo'n succesvolle zanger te zijn. Wist je dat Eddy Wally in zijn jonge jaren nog in Amerika heeft opgetreden? Daar kan iemand als Pierre Kartner alleen maar van dromen. Ik ben ervan overtuigd dat dit komt door Wally's positieve levenshouding. De mensen kunnen praten en lachen, maar Eddy laat zich niet gek maken, die gaat lekker door. Nog steeds is hij een graag geziene gast op festivals waar hij zijn wereldberoemde repertoir ten gehore brengt. Luister nog eens goed naar Ik spring uit 'n vliegmachien of Chérie en ik verzeker je dat je het niet droog houdt. Zijn stopwoorden zijn 'prachtig', 'fantastisch' en 'geweldig', daar mogen wij allemaal een voorbeeld aan nemen.

Je moet er toch niet aan denken dat dit ineens afgelopen is? Op zijn 75ste verjaardag zei Eddy Wally dat hij nog maar aan het begin van zijn carrière staat en we hebben inderdaad nog lang niet genoeg van zijn zoetgevooisde klanken. Deze Rocco Granata van de Lage Landen. Daarom hoop ik ook dat er snel een positief bericht komt. Dat alles in orde is en dat Eddy Wally binnenkort zal optreden in Nederland. Dan hebben we weer veel om dankbaar voor te zijn.

Dan nu de quizvraag van vandaag: In welke Suske en Wiske komt Eddy Wally voor? Het eerste juiste antwoord verdient een link naar Eddy's website.

dinsdag 3 augustus 2010

De jurk van Chelsea

Chelsea Clinton is afgelopen zaterdag getrouwd. Toen ik vorige week in de VS was stonden de kranten bol van deze aanstaande bruiloft en hielden de tv-zenders niet op erover te speculeren. Ik ben niet vies van nieuws over de ‘celebs’ en heb dus wel een aantal keer (aandachtig) geluisterd naar verslaggevers die ergens (voor een ondefinieerbaar bloembed of voor een niet nader gespecificeerd wit huis) in Rhinebeck, NY stonden. In zeer omslachtige bewoordingen vertelden deze verslaggevers dat eigenlijk niemand wist hoe de bruiloft er uit zou zien en wie er aanwezig zouden zijn. Onbegrijpelijk waarom een verslaggever daarvoor op de plaats van de bruiloft moet staan en onbegrijpelijk dat er uren tv gemaakt kan worden enkel gebaseerd op speculaties en onwetendheid. Er gingen op een zeker moment zelfs geruchten dat de bruiloft helemaal niet plaats zou vinden in Rhinebeck maar misschien ergens op Martha’s Vinyard.

In de papieren versie van de USA Today werd bijna een hele pagina gewijd aan dezelfde materie en werd er zelfs lustig gespeculeerd over de kosten van de bruiloft (tegen de vijf miljoen werd gezegd, hoewel ik onlangs op de CNN-website las dat dat onwaarschijnlijk was. Het lijkt mij ook wel wat aan de hoge kant.

Het nieuws over de bruiloft van Chelsea Clinton bevredigt (of bevredigde) niet alleen mijn behoefte aan onzinnig doch zeer vermakelijk nieuws, een behoefte die extra opspeelt tijdens een lange vakantie, maar ook mijn nieuwsgierigheid naar bruidsjurken. Ik ben een fervent liefhebben van het programma 'Say yes to the dress' van de Travel and Living Channel. En hoewel nooit getrouwd en ook niet iemand die daar ooit van droomde of droomt, kan ik me toch eindeloos vermaken met het kijken naar trouwjurken. Het is overigens niet zo dat ik tijdens dat programma mijn eigen trouwjurk aan het uitkiezen ben, daarvoor vind ik veel te veel jurken mooi en vind ik mijn ‘eigen’ jurk weer geen issue. Waar het vermaak hem dan voor mij precies in zit, is me nog niet helemaal duidelijk, misschien is het gewoon nieuwsgierigheid? Gelukkig verschenen op maandag de eerste foto’s met de jurk van Chelsea Clinton. Ik vind hem mooi, wel jammer van dat boeketje dat eruit ziet als een ragebol. Maar de jurk was zeker mooier dan de jurk van Alicia Keys die in hetzelfde weekend trouwde. Ik hou niet van omgeslagen lakens en al helemaal niet a-symetrisch.

maandag 2 augustus 2010

Paradefeest

Gisteren vierde ik het ingaan van mijn laatste jaar als twintiger. Hoera. Feest. Daarom gingen meneer S en ik samen naar de Parade. Even kort samengevat: de Parade is voor hippe mensen met een lekker brede culturele interesse om een lekker avondje uit te gaan. Met drank en ijsjes in exotische smaken. We zagen ook BN-ers: Roosbeef en een of ander huppeldepup van RTV Utrecht.

Om te voorkomen dat we bij de lange rij voor de kassa aangevallen zouden worden door kuddes bakfietsmoeders met een halflege fles prosecco die ook eens een avondje uit waren, hadden we vantevoren online kaartjes besteld. Voor de voorstelling van Toneelgroep Oostpool. Dat bleek een goede zet te zijn geweest: de rij was lang en de kaartjes waren bij aankomst al uitverkocht. Het was dus gewoon stervensdruk om maar even samen te vatten. Alle stoelen, alle houten bankjes, alle stoepranden en zelfs alle zitjes in de zweefmolen waren bezet.

Bij de ingang van het Cinerama begon een kwartier voor aanvang van de voorstelling zich al een aardige rij te vormen. Een rij met kijkers van Omroep Max. Die elke ochtend met Olga en die andere gymnastiekoefeningen doen waar je best ook een stoel bij mag pakken. Met linnen gekleurde broeken en ditto boordjes. Na een korte opwarming van de acteurs voor de tent gingen de deuren van de zaal dan eindelijk open. Meneer S en ik elleboogden ons een weg door de cultureel verantwoorde grijze theaterfans. “Tineke en Jochem, je weet wel uit Culemborg zijn ook geweest en die vonden het eeeenig. Hoor je wat ik zeg, Henk?” We vonden een plaatsje en zaten na een paar minuten al met blauwe plekken van de duwende ledematen van de achterburen in onze rug en bijpassende uitgelubberde tussenwervelschijven. De voorstelling begon. Een nummer van René Froger speelde (je weet wel, die over dat eigen huis) en opeens veranderde de zaal met cultuurminnaars in het TROS Muziekfeest op het Plein. Iedereen begon te klappen en mee te zingen. Meneer S trok bedenkelijk zijn wenkbrauw op en ik knikte instemmend.

Het begon. Het was fantastisch. Het was zielig en ontroerend en ontzettend komisch. En heel warm. Zweetdruppeltjes in mijn nek en zweetplekken in onze hippe retro t-shirts. Maar ik had het niet willen missen. Na het optreden stapten we de tent uit en de lucht met zuurstof in. Meteen weer in het diepe tussen alle andere bezoekers. We stond in de loop. Wat gingen we doen: even wat drinken of nog een andere voorstelling? Maar het was gewoon teveel. Teveel mensen, te druk en te cultureel geneuzel. Nog een beetje twijfel en toen gedaan wat eigenlijk het relaxt was. Naar huis. Naar het dakterras. Met zuurstof en zonder cultuurkuddes. Laat de 30 maar komen.