vrijdag 29 april 2011

Metadiscussie (I)

We zijn allemaal wel eens boos. Boos over iets enorm relevants of belangrijks. Maar vaak verzandt de discussie dan in een metadiscussie. En aan het einde van die discussie weet niemand meer waarover de oorspronkelijke discussie ging. Deze rubriek zorgt (hopelijk) voor een feest van herkenning. Zodat je bij de volgende metadiscussie (gezamenlijk) in lachen kunt uitbarsten

"Nee, dat zeí je niet"
"Dat zei ik wel'
"Nee je zei ...(vul uw onderwerp in op de stippellijn)"
"Niet waar ik zei...(idem)"
"Nee nee, dat bedóelde je misschien maar dat zéi je niet!”
"Je denkt dat je altijd zo goed communiceert maar uit die zin valt dat niet af te leiden".
"Iedeereen kan dat uit die zin afleiden. Je bent toch zo slim? En dit snap je dan niet?"

Deze rubriek wordt verzorgd door Caar en Eef samen. Een middagje brainstormen leidde tot twintig (soms bizarre, vaak vermakelijke) metadiscussie-gesprekken. De komende weken zullen we die op deze website publiceren.

Hardlopers zijn doodlopers

Mijn hardloopcarrière, voorzover je dat woord überhaupt zonder lachen kan gebruiken, is een lange, pijnlijke weg. Een weg vol afhaken, opnieuw beginnen, zweet, paars aanlopen, nog meer zweet en een hele hoop gesjok. "Did you have your sjok today" slaat op mijn gehardloop en het antwoord was meestal 'nee'.

Het begon allemaal zo rond 2003, met vriendin N. Samen hardlopen in onze studentenstad, het luie bier moest eruit. We sjokten een paar meter, liepen paars aan (ik althans) en beleefden nog het meeste plezier aan de naam die we voor onze hardloopclub bedachten: Het Stervende Paard. We zijn nog een blauwe maandag onderdeel van een hardloopgroepje geweest en ik rende af en toe met vriendin ML over de Singel. Met haar heb ik toen ook De Singelloop (6k) gelopen, een hele prestatie. Het luie bier verdween ook: ik was in een paar maanden 13 kilo afgevallen en ben sindsdien nooit meer zo dik als vlak daarvoor geweest. Helaas haakten beide vriendinnen af en dus stopte ik ook: ik hield het alleen gewoon niet vol. Een deel van de kilo's vloog er in ras tempo weer aan.

In 2006 heb ik met Eef een tijd hardgelopen. Het begon met een loopje van 5k, maar dat smaakte naar meer, en dus liepen we in dat jaar twee keer een 10k-loop: de City-Pier-City en The Hague Royal Ten. We noemde ons, om begrijpelijke redenen, Paars II. Ik weet nog goed dat ik finishte bij de The Hague Royal Ten, Eef was een halve minuut eerder gefinisht. Ze zag, net als ik en net als altijd, paars. Ze zat op de grond. Ik kwam er paars en gutsend bij staan. Om haar heen stonden twee mensen van de EHBO. Ze keken heel bezorgd en eentje vroeg "Gaat het wel?" Eef keek geïrriteerd en zei iets in de trant van "Ik heb net 10 kilometer gerend, en dan zie ik paars ja." Mooie tijden. Helaas hebben we dit niet doorgezet. We hebben nog samen gespind en aqua-gym met dikke mensen gedaan, maar all good things must come to an end...

En nu? Nu ben ik weer begonnen met hardlopen. Afgelopen weekend liep ik voor het eerst weer 5k, door heuvelachtig gebied. Ik loop nog steeds paars aan, maar het gaat goed. Ik heb me meteen maar weer ingeschreven voor The Hague Royal Ten. Die is al over een maand, een goede stok achter de deur. Het gaat lukken want ik loop alleen en kan dus het feit dat een ander niet meedoet niet als excuus gebruiken. Inmiddels kan ik ook weer kledingstukken aan van toen ik 13 kilo kwijt was, nog een geweldige stimulans.

Als je op 22 mei in Den Haag bent: je herkent mij aan mijn paarse hoofd. En ik sjok.

donderdag 28 april 2011

Voedselvrees

Vroeger, toen ik op de basisschool zat, at ik heel veel maar lustte ik heel weinig. Wel witte boterhammen met nutella en leverworst en heel veel chips. En kroketten. En vissticks. Er zat geen rem op. Groenten waren vies, behalve worteltjes/doperwtjes en spinazie. En mijn ouders waren ook nog eens zo gek om bijna altijd apart groente voor mij te koken (lees: opwarmen uit een klein potje).

Dan is het moment dat je je vleugels een beetje begint uit te slaan en dan ga je wel eens bij een vriendinnetje eten. Eerst zijn er nog de veilige verjaarspartijtjes met pannekoeken en patat maar er komt een dag dat je “gewoon” bij een vriendje gaat eten en dan krijg je witlof. Of zuurkool. Dan is er geen pannetje met wortels voor jou. En moet je het maar opeten. “De kindertjes in Afrika zouden wel raad weten hoor met zo’n bordje groente.”

Dan wordt je een beetje volwassen en ga je zelf eens wat koken. En voordat je het kom je erachter dat je eigenlijk heel veel lust. Ha! Kom maar op met die eetfeestjes. Maar hoe volwassen en groot je ook bent geworden, er zal altijd voedsel blijven bestaan waarvoor je de neus ophaalt. Tenminste, dat is mijn theorie. Voedsel komt immers in de schijf van vier:

1. Lievelingsvoer: dingen waar je thuis veel mee kookt of gerechten die je uitkiest in een restaurant. Denk aan risotto met asperges, zelfgemaakte pizza, eend met sinaasappelsaus of de vegetarische rijsttafel bij een Indonesisch restaurant.
2. Eten dat prima goed te eten is, en je haalt het ook wel in huis als het in de aanbieding is, of in het seizoen. Denk aan andijvie of gekookte aardappels.
3. Voedsel dat je zelf niet zou kopen, maar als je tijdens een etentje er vol bord van onder je neus krijgt, werk je het toch met niet al teveel problemen weg. Denk aan brood met karwijzaad, aardperen en kleine roze garnalen.
4. Horrorvoedsel: je krijgt het gewoon niet weg, zelfs niet uit beleefdheid tijdens een etentje bij je schoonouders. Het stinkt, je gaat ervan kokhalzen en krijgt alleen van het kijken ernaar al een voedselvergiftiging. In deze categorie vallen enge worsten zoals chorizo en salami, koude eieren (vooral als het ook nog gevulde zijn) en huzarensalade.

Hoe zit dat bij jou? Heb jij ook een horrorgerecht of eet je werkelijk echt alles? Was je een moeilijke eter in je jeugd of juist niet? Heb jij al culinaire volwassenheid, wat dat dan ook precies mag zijn, bereikt?

woensdag 27 april 2011

Schoenen als hobby

Ik hou van schoenen. Schoenen zijn mijn lievelingskledingstuk. Als je het een kledingstuk mag noemen althans. Maar omdat je het aantrekt, schoenen, vind ik dat dat mag.
Het fijne aan schoenen is dat je nooit als je ze aan doet, geconfronteerd wordt met je eigen lichaam. Ben je aan het winkelen voor t-shirtjes of broeken dan krijg je toch regelmatig een naar gevoel als een shirtje weer te klein of te strak of te kort is of een broek niet dicht gaat of je billen heel lelijk maakt. Je ziet je buik ineens veel meer, je ziet je bh tekenen en wist niet dat je vet op je schouderbladen had, je ziet je borsten ineens enorm aanwezig zijn. Kleren passen is elke keer opnieuw weer de confrontatie aan gaan. Bij schoenen heb je dat niet. Schoenen maken nooit dik. Schoenen zijn mijn beste vriend.

En dus heb ik erg veel schoenen. Ik heb van de week mijn kledingkast opgeruimd en twee paar weggegooid en vier paar weggegeven. Schoenen die ik al heel lang had en nooit meer aan deed of schoenen die niet (meer) lekker zaten. En nog steeds had ik negentien paar schoenen.

Ik moet er bij zeggen dat er schoenen en laarzen in mijn collectie zitten die ik al zeker zes jaar heb. En vrijwel al mijn schoenen heb ik regelmatig aan.
En de eerlijkheid gebied te zeggen dat bij die negentien paar niet mijn hardloopschoenen en wandelschoenen zitten. Dat zijn geen schoenen in de zin van accessoires maar het zijn sportvoorwerpen. Andere mensen hebben een hometrainer of een racefiets (die laatste heb ik overigens ook, met bijbehorende (niet meegetelde) racefietsschoenen).

Mijn collectie bestaat verder vooral uit laarzen en pumps: vijf paar hoge laarzen (twee zwart en drie bruin) één paar enkellaarsjes en acht paar pumps. Verder heb ik drie paar sandaaltjes en twee paar ballerina’s.
En naast die negentien paar heb ik de afgelopen weken nog zeker vier paar schoenen in de winkel gezien die ik graag zou willen hebben. Gewoon omdat het mooie schoenen zijn, of omdat ik zoiets nog niet heb, of omdat een bepaald model in een andere kleur ook handig is.

Mijn vraag is nu: Wanneer heeft een mens te veel schoenen? Is er een limiet aan het aantal schoenen dat iemand mag hebben? Wanneer wordt het gênant? Wanneer ben je een Imelda Marcos? En als ik schoenen nu als mijn hobby zie, wordt het dan anders, mag ik er dan meer hebben?

dinsdag 26 april 2011

Surfen met Caar

Na het kerstverhaal is nu ook de exodus uit Egypte met Google beschikbaar. Wel zo toepasselijk nu we in de nasleep van Pasen zitten. Enjoy!

I heart ... Alison Bechdel

Als je een nerdenhobby hebt is dat natuurlijk niks om je voor te schamen maar als je tijdens het kringgesprek op een familieverjaardag vertelt dat je laatste aankopen een paar stripboeken zijn geweest, gaan er toch een paar wenkbrauwen omhoog.

Dit is dan het moment om er niet aan toe te voegen dat pijnlijke familiegeschiedenissen, WO I en jeugdtrauma's ook nog eens je favoriete onderwerpen zijn in die stripboek. Of dat je inmiddels al een aardige verzameling hebt opgebouwd. Trouwens, het verjaardagsgesprek gaat toch nooit verder dan grapjes over Kuifje en Asterix, want dan heeft iedereen zich alweer op de schaal met leverworst gestort.

Enfin. Er is dus meer in de wereld dan Suske en Wiske.

Alison Bechdel is een van mijn favoriete cartoonisten zoals dat dan heet. Ik ken geen andere striptekenaar (m/v) die zo subtiel en zo genuanceerd de vinger op de zere plek van een familiegeschiedenis weet te leggen en dat is precies wat Bechdel doet in Fun Home. Ze beschrijft de pijnlijke jaren van haar jeugd, de dood van haar vader en het langzame besef dat ze lesbisch is. Het verhaal wordt nooit een zwaar drama, hoogstens bitterzoet. Desalniettemin is haar jeudgverdriet ontzettend voelbaar. Gelukkig geldt dat ook voor haar vreugde.

Beelden zeggen meer dan woorden, het is een dooddoener maar toch gaat het ook hier weer op. Bechdel verfijnt haar tekeningen met complexe gezichtsuitdrukkingen die je tot op het bot raken. De pijn uit haar jeugd komt door het papier bij je binnen. Knap, heel erg knap. Dit is geen boek waar je zomaar doorheen raast. Ondanks dat het een stripboek is, is het dus geen pageturner. Daarvoor zijn de illustraties te complex en het verhaal te meeslepend.

Haar nieuwe boek komt in september, ik heb de pre-order al geplaatst. Als je een keer een graphic novel wilt uitproberen, pak gerust deze eens van de plank in de boekhandel of klik deze eens aan op Amazon. Rustig maar, je hoeft in ieder geval geen stoffige stripwinkel in waar puistige pubers zich aan de nieuwe Franka staan te vergapen. Behalve als je dat graag wilt natuurlijk. In de wereld van de graphic novel kan alles.

maandag 25 april 2011

Royal wedding

Komende vrijdag is het huwelijk van William en Kate. Ik ben geen echte royaltywatcher, maar wel een liefhebber van ‘celebrities‘ en van bruiloften, dus voor mij is dit een klein hoogtepuntje van de week. Ik twijfel nog of ik die dag vrij zal nemen om de hele dag tv te kijken. Het hangt er een beetje van af of mijn nieuwsgierigheid het gaat winnen van mijn zuinigheid op het kleine aantal vrije dagen dat ik heb.

Het meest nieuwsgierig ben ik natuurlijk naar De Jurk. Ik ben zelf nooit getrouwd en ben ook niet van plan om in de toekomst te gaan trouwens, althans niet in een jurk. Ik heb dan ook nog nooit een trouwjurk gekocht, maar toch heb ik een vreemd soort fascinatie voor trouwjurken. Op internet verschenen al verschillende berichten over de jurk. Zo zou deze gemaakt worden door een onbekende Britse ontwerper. Voor de liefhebber hier twee links naar stukjes over de jurk hier en hier.

Op people.com verscheen een grappig stukje over het mogelijke schoeisel van het echtpaar. Zie hier.

En op CNN is een hele pagina gewijd aan werkelijk alles rondom het bruidspaar. Zo is er een verslag te vinden over de streek waar Kate opgroeide, staat er een stukje over hoe het stel elkaar heeft ontmoet en waar ze gewoond hebben en ga zo nog maar even door.
Op de officiële website officialroyalwedding2011.org (wel een beteje een saaie website, maar ok) is allerlei nieuws rond de bruiloft te vinden en staan veel filmpjes. Er staat een stukje over de postzegels (met die vreselijke zoetsappige foto), over de voorbereidingen, je kunt er een video achterlaten om het paar geluk te wensen en route is er te vinden. Ik las ergesn dat er al maanden geen hotelkamer meer te krijgen is in Londen. Ben dus benieuwd hoe druk het gaat zijn op straat. Nog vier nachtjes slapen en dan weten we alles, vooral hoe de jurk eruit ziet!

vrijdag 22 april 2011

Houten planken en de verlossing nabij

Vol verwachting loopt de jonge vrouw op haar nieuwe woning af. Het is slechts een tijdelijke woning, dat is wat ze zich steeds voorhoudt. Klein en krakkemikkig maar ook tijdelijk. En in een buitenwijk van de stad maar dat moesten ze op de koop toe nemen. Het was dit of helemaal niks. De rieten boodschappentas snijdt in haar handen. En dat in deze hitte. Ze loopt al zo moeilijk door de bekkeninstabiliteit.

Thuis aangekomen doet ze haar hoofddoek, in die tijd was dat allemaal nog geen probleem, af en gaat voorzichtig zitten op een door haar man zelfgemaakte houten krukje. Het woestijnzand waait door de kieren van de houten hut naar binnen en de deur kraakt aan alle kanten. Het is maar tijdelijk herhaalt ze nog eens voor zichzelf. Totdat de telling voorbij is.

Haar man trof ze niet thuis. Zou hij dan eindelijk naar de bouwmarkt zijn om de spullen te halen zodat hij de babykamer af kan maken? De wieg is slecht nu nog een hoopje stroo in de hoek naast de ezel. De vrouw trakteert zichzelf op een beker warme melk met honing. Dat helpt, haar spierspanning neemt direct af en ze ontspant.

Van haar had het allemaal niet gehoeven, die lange reis niet en die zwangerschap ook niet. Maar jah, sinds dat akkefietje in het tuincentrum met de appelboom heeft ze als vrouw weinig te vertellen. En ze is natuurlijk wel uitverkoren enzo. Ze wil ook niet dan men haar ondankbaar vindt. Als alles straks maar goed gaat met de baby, dan komt alles in orde.

Aan de slome en slepende passen door het mulle zand herkent de jonge vrouw haar man. Daar is hij dan eindelijk. Vermoeid stapt hij over de nog aan te leggen drempel van hun hut. Zijn baard is al meer dan een half jaar oud en hangt vol met zweetdruppels en stof. De gaten vallen in zijn grijze Nine Inch Nails-tshirt en zijn handen zitten onder de kloven en opgedroogd bloed.

Zuchtend en steunend gooit hij de pluggen en het schuurpapier in de hoek en ploft neer in het zand. Geïrriteerd zegt ze tegen haar man: “Je weet toch dat ik over minder dan een maand ben uitgerekend, wanneer ga je nou eindelijk eens die wieg afmaken?” De timmerman reageert nauwelijks en bromt wat over dat hij nog steeds niet uitgerust is van de lange reis en dat hij het werk op de zaak niet alleen aankan allemaal. Het wordt haar teveel; ze is al maanden van huis, maakt voortdurend ruzie met haar man die maar niks aan het hutje klust waar zij straks moet bevallen en ze kan door haar conditie nauwelijks meer lopen.

Ze is ten einde raad en barst in snikken uit. Haar man belooft voor de zoveelste keer beterschap maar ze weet nu al dat er niks uit zijn handen zal komen. Dan krijgt de vrouw een epifanie: Lodewijk, Thomas en John. John moet ze hebben; dat is immers die wijze Moor. Ze begint aan haar noodkreet “Beste John, help mijn man is klusser en ik heb er geen vertrouwen meer in dat het ooit nog goed komt met het houten hutje waar we nu op 15 vierkante meter wonen (dat inclusief de kookplaats met het spit). Zeker niet met die kleine onderweg. Dit is mijn smeekbede, help ons alsjeblieft. “ Ze vouwt het papier dicht en sluit haar ogen.

Op dat moment, ver weg in de Lage Landen, ziet John vanuit zijn net aangelegde terras een heldere ster oplichten aan de hemel. Dit is het teken waar hij op heeft gewacht. Hij pakt zijn gereedschapskist en vertrekt naar de houten hut in de woestijn. Met een welkomstcadeau: een tegoedbon van de Praxis. Want als John de Moor, de vertegenwoordiger van alle klussers, kan je nooit met lege handen komen. De redding voor Maria is godzijdank nabij.

donderdag 21 april 2011

Vacature Bachkoor Holland

Beliefsystem Inc. is een bedrijf van internationale allure in de publieke sector, met een eeuwenoude traditie. In verband met een kaakbreuk zijn wij voor onze afdeling wereldreligies per direct op zoek naar een

Jezus (m/v)

voor 0,8 fte

De afdeling wereldreligies is een ernstig krimpende tak binnen ons bedrijf, dat gespecialiseerd is in massahysterie.

Wie ben jij?

• Aantoonbare ervaring in wijnmakerij
• Opgewekt type
• Niet bang om opstandig te zijn
• Leidinggevende capaciteiten
• Ervaring met vissen en schubben
• Niet bang voor water
• Charismatisch, een mensen-mens
• Evaring met Aramees en Bijbels Hebreeuws is een pre
Kennis van het Oude Testament strekt tot aanbeveling, evenals de bereidheid jong te sterven.

Dit bieden wij:

• Werken in een dynamische organisatie
• Marktconform salaris
• Een kudde om te hoeden
• Doorgroeimogelijkheden
• Interne opleidingen (denk hierbij aan houtbewerking, spreken in het openbaar, EHBO)
Je komt te werken in een team van maximaal 12 personen. Het is onze intentie om de meest geschikte kandidaat een contract voor de eeuwigheid aan te bieden.

Ben jij charismatisch, niet bang om fouten te maken, heb je een vadercomplex en ben je maximaal 33 jaar oud? Neem dan contact met ons op. Bij gelijke geschiktheid gaat onze voorkeur uit naar een man. Neem voor meer informatie contact op met onze afdeling HR via HR@BSI.com. Acquisitie n.a.v. deze advertentie wordt zeer op prijs gesteld.

Warme dagen

We beleven op dit moment de eerste echt warme dagen van het jaar. En ik heb het daar, zoals elk jaar, een beetje moeilijk mee. En dan bedoel ik vooral qua kledingkeuze. Want wat doe je ook alweer aan op een warme dag. Hoe regelde ik dat vorig jaar?

Ik zie om me heen dat meer mensen moeite hebben met die vraag. In de tram zitten mensen met panty’s te balen dat ze die panty hebben aangedaan. Ik zie mensen in een te warme jas lopen, of een wollen blazertje. Ik zie mensen in een strakke legging met een strak hemd terwijl die mensen dat, tja, niet echt kunnen hebben. En ik zie mensen in setjes van vorig jaar terwijl ze de kerstkilootjes nog niet helemaal kwijt zijn, de kleding strak gespannen om bovenbenen en buik.

Gisterochtend stond ik ook vertwijfeld voor mijn kledingkast. Het was me een dag eerder nog wel gelukt iets fatsoenlijks te vinden: een jurk met een legging en met schoenen waar ik goed op kon lopen en die ook leuk en elegant waren. Gister bleek dat moeilijker. Ik vond en jurk die ik al de hele winter met laarzen draag, maar besloot hem nu met zomerschoenen te dragen. Omdat ik een kind naar de crèche moest dragen nam ik mijn pumps mee in mijn tas en droeg ik onderweg ballerina’s met een sleehak.

Toen ik de deur uitliep had ik al zo mijn twijfels, maar aan het einde van de dag wist ik zeker dat dit een heel slechte zomeroutfit was. De jurk was van katoen, dus dat kon best voor dit weer. Hij was alleen grijs en ik heb een bruine zomerjas, dat was dus al de eerste misser. Onder de jurk staken mijn veel te witte, bijna reflecterende benen in (nu) degelijke loopschoenen. Toen ik de ballerina’s kocht dacht ik dat het lekker loopschoenen waren die er ook nog leuk uitzagen door de hak. Nu met pijnlijke voeten en opgezette enkels zagen de schoenen er vooral degelijk en suf uit. Ze waren het leren rugzakje onder het schoeisel geworden.

Ik was een beetje plakkerig van het warme weer en terwijl ik naar de crèche liep hoopte ik dat ik snel thuis zou zijn om iets anders aan te kunnen doen en mijn reflecterende benen te kunnen bedekken. Maar op de crèche bleek mijn lieverdje een lekkende poepluier te hebben. Iets waar ik pas achter kwam toen ze bij me op schoot zat. Met water probeerde ik de vlekken enigszins uit mijn jurk te wassen. Met de natte plekken in mijn jurk en mijn kind in een (niet kleurgecoördineerde) draagzak, een grote tas vol spullen over mijn schouder en een zomerjas over mijn arm, liep ik naar de tram. Daar gooide mijn dochter haar halve maaginhoud over mijn decolleté, zichzelf en de draagzak. Witte melkschilfertjes sierden ons beiden.

Thuisgekomen bleek de straat opgebroken en mocht ik met mijn vieze outfit, vies kind in dito vieze outfit en alle spullen door een soort zandbak waden. Om te zeggen dat ik niet zo blij was toen ik thuiskwam, is een understatement. Gelukkig heb ik nog een hele zomer om hier handigheid in te krijgen.

woensdag 20 april 2011

Gemiste kans voor de katholieken

Op 4 april heeft de kantonrechter in Zaandam de eis van een islamitische leerlinge om een hoofddoekje naar school te dragen, afgewezen. Het meisje ging naar een katholieke middelbare school in Volendam en daar waren ze niet gecharmeerd van haar kleding. Het hoofddoekverbod mag worden gehandhaafd op basis van de wet op bijzonder onderwijs en in die zin staat de school dus in zijn recht. Wat ik niet begrijp is waarom deze katholieke school dit recht zou willen uitoefenen.

Een van de taken van Christenen is het uitdragen van hun geloof, het verspreiden ervan en waar mogelijk mensen tot hun religie te bekeren - de zendingsmissie. Wanneer een islamitische tiener zich meldt bij een katholieke school, lijkt het me voor de katholieke schoolleiding een uitgelezen kans om hem of haar kennis te laten nemen van het rijke katholieke geloof. Ze zal in de klas luisteren naar de dagopening, inclusief bijbellezing en gebed. Ze zal aanwezig zijn bij de paas- en kerstviering en ze zal meedoen met de godsdienstles. Misschien pikt ze er wel wat van op! Ik zou als katholiek denken dat deze leerlinge door God op mijn pad was geplaatst. Nu moeten we ons als katholieken even van onze beste kant laten zien!

Was het niet veel beter en leuker en leerzamer geweest wanneer de schoolleiding een excursie naar de nonnetjes had georganiseerd? Dat zou heel herkenbaar voor haar zijn geweest. De nonnetjes kiezen er immers ook voor om hun leven lang hun hoofd met een hoofddoek te bedekken voor hun God, net als deze islamitische leerlinge! Zie je nou, er zijn ook heel veel overeenkomsten, wat mooi!

In plaats daarvan wordt iemand geweigerd. Iemand die er nota bene een rechtzaak voor over heeft om naar een katholieke school te gaan. Dat had ik mezelf niet zien doen in die tijd. Een gemiste kans voor de katholieken. Jammer hoor.

dinsdag 19 april 2011

Een mooie dag

Afgelopen weekend was het schitterend weer. En dus gingen wij, zoals het goede burgerlijke ouders van een baby betaamt, met kind en kinderwagen aan de wandel. Want wat moet je anders op zo’n zonovergoten dag?

Na een wandeling van een minuut of dertig kwamen wij aan bij het oude centrum van een nabijgelegen dorp. Wij manoeuvreerden de kinderwagen langs drukke fietspaden en overvolle terrasjes om zelf een plekje op één van die terrasjes te vinden. In het deel van het dorp waar wij uiteindelijk uitkwamen, nabij de kerk en het water, hadden wij de keuze uit twee terrassen. Wij kozen voor de dichtstbijzijnde. Een vergissing, naar later bleek.

Liep op het andere terras de barman af en aan met eten in drinken, wij hebben zeker twintig minuten reikhalzend elke persoon aangekeken die uit ‘ons’ café kwam in de hoop dat die persoon ons zou kunnen bedienen. Meermalen bracht iemand koffie of bitterballen naar een tafeltje, maar zonder ook maar bij iemand op het terras een bestelling op te nemen. Na twintig minuten kwam eindelijk de plaatselijke Diana Charité, wel een kilootje of vijftig zwaarder dan de oorspronkelijke, aan ons tafeltje staan. Mijn man zag uit angst voor de lokale hygiënetoestand van de keuken af van vers geperste jus en bestelde een colaatje. Ik bestelde een biertje.

Om ons heen begon het terras zich te vullen met mensen in wielrenkledij. Mensen die beter iets bedekkenders dan wielrenkledij hadden kunnen dragen. Naast ons zat een dame die zeker twintig kilo geleden al had moeten stoppen met eten, volledig gehuld in spandex. Zittend met haar benen wijd toonde zij ons haar zeemleren wielrenkruis. Tussen haar benen zat een heel klein hondje. Terwijl wij ons verbaasde over de wielrenners naast ons betrad een andere fietsclub, bestaand uit enkel hoogbejaarden, het terras, allen gehuld in dezelfde shirtjes. Eerst zagen wij ze moeizaam van hun hypermoderne fietsen afstappen om vervolgens waggelend, met hun benen in o-vorm, alsof ze in hun broek hadden gepoept, een plekje op het terras te vinden. Het zich neer laten dalen in een stoel ging gepaard met veel gekreun.

Mijn man wilde al spoedig afrekenen en verder wandelen, naar later bleek omdat hij "maar een beperkt aantal witte blubberbenen in korte broek op één dag aan kon."

maandag 18 april 2011

Pennypaardenmeisje

Ik was een paardenmeisje. Met een Penny-agenda, drie verschillende soorten rijbroeken en een clubtrui van de manege. Jarenlang had ik mijn ouders aan de kop gezeurd. IK WIL EEN EIGEN PAARD. EN ALS DAT NIET MAG DAN PAARDRIJLES. Mijn vader leek nogal bestand tegen mijn kinderachtige gedram; paarden zijn immers duivelse beesten en volstrekt onberekenbaar. Mijn moeder kon het op een gegeven moment niet meer aanhoren en reed mij op een herfstige zaterdagmiddag naar de ponyclub in de buurt.

Eenmaal aangekomen verliep het allemaal soepel. Ik ging in de beginnersles en kreeg een pony toegewezen: Preston. Klein en zwart en inderdaad, een duivels beest zoals later zou blijken. Een ouder paardenmeisje hielp me met opzadelen en opstijgen en mijn eerste paardijles begon. Preston was nogal een eigenwijze pony en het werd al snel duidelijk dat hij niet van angstige beginners hield die zo hard aan de teugels trekken dat het bit bijna zijn mondhoeken doet uitscheuren. Tien minuten na aanvang van de les lag ik, bij de letter B, in de modder van de hoefslag. Huilend liep ik naar mijn moeder en ik zwoor dat ik nooit meer op een paard zou stappen. Mijn moeder werd woest en sleurde mij terug de bak in, richting Preston. "Als je nu al die jaren van gezeik niet terug op dat paard gaat zitten dan doe ik je wat."

Meer dan twintig jaar later loop ik het terrein op van een luxe manege, ergens in de duinen bij Schoorl. Dagmar, de manegemevrouw, luistert naar mijn verhaal over mijn paardrijervaring en besluit me om een groot maar braaf paard toe te wijzen. Gewapend met een veel te zwaar dressuurzadel en een tas vol borstels en hoevenkrabbers zoek ik de box van mijn paard voor de rit van vandaag. Oh ja, dat is wel groot. Gepoetst, gezadeld en gesingeld loop ik met het paard de bak in en probeer op te stijgen. Dat lukt niet. Het paard is te groot. Of mijn benen zijn niet sterk genoeg. Of allebei.

Juf Dagmar schiet te hulp en brengt een krukje. Twee heerlijk uren in de zon en in de duinen volgen. Het paardenmeisjesgevoel komt weer helemaal terug. Zelf in galop gaat het goed, ook als mijn paard besluit iets harder te rennen dat ik in gedachten had. Eenmaal terug in de bak gaat het afstijgen maar net soepeler dan het opstijgen. Mijn benen doen pijn. Mijn voeten doen pijn. Mijn kont doet pijn. De komende dagen zal ik met moeite fietsen, traplopen en op de wc gaan zitten. De dagen van het paardenmeisje zijn definitief voorbij.

vrijdag 15 april 2011

Gesprek

Lein en Caar drinken koffie in de kantine. De schoonmaker loopt langs en begint de tafel waaraan ze zitten, schoon te maken.

"Wat kraakt dat ding." Lein staart leeg voor zich uit.

"Vinje nie? Dat ding kraakt. Het lijkt het ledikant van m'n ouwe wel." Meer leeg gestaar.

Caar mompelt "O, is dat zo?"

"Ja, dat kraakte net zo."

.....

"Daar ben ik in verwekt. Dat bed dat kraakte me toch!"

"Eh wat?"

"Ja, dat kraakbed, daar ben ik in verwekt."

Lein kijkt ontzet, met grote ogen en staat verschrikt op.

Caar: "O, nou, bedankt voor de associatie. Ik eet voortaan aan een andere tafel."

Tijdens het weglopen gilt Lein "Waaaat??"

Zo zie je maar, een trauma zit in een klein hoekje. Oppassen dus.

Levensverwachting

Lein wees mij op de site van Psychologie-magazine op persoonlijkheidstests. Bijvoorbeeld of je cannabisgebruik ongezond was (dat zat bij mij wel goed), of je een mannelijk of vrouwelijk brein hebt (ik heb een mannelijk brein) en of je je bovenmatig ergert in het verkeer. Antwoord op de laatste vraag was 'nee', maar dat klopt niet hoor. Dat was vertekend doordat mijn grootste ergernissen er niet tussen stonden: kleven, linkshangen, niet optrekken, mensen niet laten invoegen.

De testjes waren verslavend, ook al kwam er af en toe iets uit dat niet klopte. Eén van de uitslagen beweerde dat ik niet sociaal was, geen contact kon leggen met andere mensen en een 'laat-maar-waaien-type' was. Misschien dat ik geen zelfkennis heb, maar ik herken mij hier niet in. Ik vraag me af door welke antwoorden dit kwam. Doordat ik me niet emotioneel laat meesleuren door andermans problemen? Ben ik daardoor een laatmaarwaaierige autist?

De meest confronterende test was, naar mijn beleving, 'Hoe oud word je?' Hierin moest je allemaal dingen invullen over je leeftijd, je gezondheidsproblemen, jong-overledenen in de familie, of je 1-2 keer in de week seks hebt, roken, alcohol. Niks over gevaarlijke hobbies, dat verbaasde me trouwens. Nergens werd gevraagd 'Draag je een autogordel?', 'Doe je aan basejumpen?', 'Stuur je wel eens eigen fimpjes naar Jackass?', 'Hoeveel keer per maand spuit je heroïne met groezelige naalden?', 'Heb je vaak onbeschermd seksueel contact met verschillende mensen?' Dat was blijkbaar niet belangrijk voor je levensverwachting.

Door mijn voorbeeldige levenswijze was de uitslag dat ik naar verwachting 87 jaar zou worden. 87! Ik dacht aan mijn ene oma die 89 is geworden, de laatste vijf jaar daarvan zwijgend in een rolstoel in een verpleeghuis doorbrengend. Lein mailde dat haar verwachting 83 jaar was. Ik denk dat zij minder vaak seks heeft of zo. Aangezien Lein een paar jaar jonger is dan ik, dacht ik aan de laatste tien jaar van mijn leven die ik in eenzaamheid zou moeten doorbrengen. Met m'n mannelijke brein en m'n sociale gestoordheid. Ik voelde me wat gedeprimeerd worden. En roken doe ik niet meer. Of zal ik toch maar weer beginnen? En vanavond een groot stuk vlees met vette saus. Dan snoep ik er lekker een paar jaartjes af.

donderdag 14 april 2011

Onderschrift


Het is lente, de dieren staan weer in de wei, de missverkiezingen komen er weer aan, de terrassen zitten vol. Iedereen moet er dus op z'n paasbest uitzien. Wie wordt hier opgemaakt voor de verkiezing van de mooiste vegetariër van 2011? Wordt dit achtereind straks ritueel geslacht? Of is het iets anders? Laat het ons weten in de comments.

Wc's in Sudan

Op nu.nl zag ik een reclame langskomen van Edet toiletpapier. Edet bouwt toiletten in Sudan, stond er.
Ik was een beetje verbaasd, want waarom zou Edet nu in Sudan een toilet willen bouwen. Ik zou me zo kunnen voorstellen dat Edet de markt voor toiletpapier wil aanboren in Sudan en dat je toiletpapier beter verkoopt aan mensen met een toilet. Dus misschien dat Edet daarom een toiletten bouwt in Sudan.
Maar waarom adverteert Edet dan in Nederland dat het toiletten bouw in Sudan? Enig doorklikken maakt duidelijk dat Edet Goed Werk verricht in Sudan. Edet wil arme mensen zonder toilet helpen om zo een betere hygiënestandaard te kunnen bewerkstelligen en kindersterfte tegen te gaan. Goede zaak dus, zou ik denken. Edet doet dit overigens niet alleen maar in samenwerking met Oxfam Novib.

Een beetje jammer vind ik wel dat een toilet bouwen in Sudan dan niet gepaard kan gaan zonder reclame daarover te maken in Nederland. Wij Nederlandse consumenten moeten natuurlijk ook weten dat Edet een hartstikke goed product is. Dat Edet goed werk verricht in de derde wereld. En als wij Edet kopen dan helpen wij de derde wereld zelf ook. Dus koop vooral Edet toiletpapier.

Indirect speelt Edet dus in op mijn westerse schuldgevoel. Als ik een ander of goedkoper merk wc-papier koop help ik de arme kindertjes in Afrika niet. En dat vind ik nogal naar, dat inspelen op mijn schuldgevoel. Want ik vind toiletten in Sudan echt een goed doel, maar moet ik daarvoor nu elke keer als ik een pak wc-papier uit het schap trek, aan Edet denken en dan dat merk maar kopen om een beter gevoel te krijgen?

Ik vind het een goede zaak dat Oxfam Novib zijn best doet om geld binnen te halen voor Sudan en daarvoor een commercieel bedrijf als de producent van Edet inschakelt. Ik ben een groot voorstander van ontwikkelingssamenwerking zonder overheidsinbreng maar gebaseerd op de vrijgevigheid van mensen zelf of van bedrijven die goed gebeord hebben. Maar ik vrees dat ik geen geld voor toiletten wil geven via Edet.

Ik vind Edet toiletpapier sowieso te duur en weet niet hoeveel van mijn geld van dat pak dan naar die toilet in Sudan gaat. Ik zou zelf liever een goedkoper pak kopen en het teveel ten opzichte van het Edet pak in een potje voor Sudan willen stooppen. Aan het einde van een kwartaal maak ik dat ebdrag dan over aan Oxfam Novib. Tnv de toiletten in Sudan.

Ik heb het even opgezocht: acht rollen Edet friendly toiletpapier kosten 2,63, vierentwintig rollen kosten dus 3x2,63 = 7,89 eur. Vierentwintig rollen AH toiletpapier zacht wit kosten 4,99. Dat scheelt 2,90 per aankoop. Ga je naar de Aldi, scheelt het nog meer!
Koop je de zachtere variant dan betaal je voor Edet soft toiletpapier 3,25 voor zes rollen, voor 16 rollen zou je dan (2,5 pakken, ok, het rekent wat moeilijk) 8,12 euro betalen. Zestien rollen AH zacht en sterk kosten 5,38, dat scheelt 2,75 euro.

woensdag 13 april 2011

Outcast

Dit is een gastcolumn van onze gastcolumnist M

Jawel hoor, daar zijn we weer! Een jongen schiet om zich heen in een winkelcentrum en meteen maken mensen zich weer druk om de gewelddadige computergames die hij speelde. Wat wil je dan doen? Die games verbieden? Dan zijn er altijd nog horrorfilms als Saw, waarin mensen na de lugubere spelletjes van een gestoorde moordenaar uit elkaar gereten worden. Verbieden maar? Er zijn zat mensen die deze spelletjes niet naspelen, maar je weet maar nooit. En dan kun je ook gelijk het journaal censureren. Wat je daar allemaal al niet aan ellende voorbij ziet komen.

Hoeveel jongeren zijn er niet die thuis Call Of Duty spelen en daarnaast een heel gewoon leven leiden? Voor mensen met een bepaalde geestestoestand kunnen die spellen wel een soort geleider worden, maar de games zijn nooit de bron van het kwaad. Sterker: als spelletjes iemands gedrag gaan beïnvloeden, is het eigenlijk al te laat. Negen van de tien keer zijn het outcasts die doordraaien; mensen die zichzelf buiten de maatschappij plaatsen omdat ze zich niet begrepen voelen, gepest worden of gewoon niet goed mee kunnen draaien in de maatschappij. Volgens mij kun je dit probleem nog het beste bij de bron aanpakken en er in ieder geval voor proberen te zorgen dat de situatie niet nog verder escaleert.

Natuurlijk is het moeilijk om in het hoofd te kruipen van zo’n jongen (of meisje, maar tot nu toe zijn het vooral jongens), maar je kunt wel signalen oppikken. Tristan van der Vlis schijnt al eerder rare opmerkingen gemaakt te hebben. ‘Ik schiet jullie nog wel dood’, wat hij, volgens het artikel in de Metro, eens tegen z’n voormalige collega’s gezegd zou hebben, is niet mijn standaardreactie hoor, zelfs niet op een grap. Ergens moeten dan toch alarmbellen gaan rinkelen. Ga na: wat is het eerste wat je doet als iemand op je overkomt als een rare snuiter, zonder vrienden, die rare opmerkingen maakt? Grote kans dat je zo iemand ontwijkt (‘hè, niet weer die freak’). Maar daardoor maak je de situatie, zonder dat je het weet, alleen nog maar erger. Zo’n jongen trekt zich dan waarschijnlijk nog verder terug in zijn eigen wereld. Een wereld waarin fantasie en werkelijkheid misschien wel door elkaar gaan lopen…

Ik heb niet de illusie dat je de outcast zomaar van zijn probleem af kunt helpen, maar misschien kun je dan in ieder geval proberen om je in ‘m te verplaatsen. Of probeer mensen of instanties te waarschuwen, weet ik veel! Alles is beter dan denken: ‘laat maar zitten, hij wil niet meedoen, dan maar niet’. Het zou zo interessant zijn als mensen hierover de discussie eens aangingen. Maar ja, in plaats daarvan wordt er liever gediscussieerd over de invloed van games als Call Of Duty.

dinsdag 12 april 2011

Vieze Vogels - Agnes Jongerius

Naar aanleiding van deze serie over Vieze Vogels merkte Mike op dat wij vooral een aversie tegen gezichtsbeharing hebben. Zoals alle commentaren op dit blog zette deze opmerking ons aan het denken. Heeft Mike gelijk? Gaat het puur en alleen om de gezichtsbeharing? Of vinden we ook nog mensen zonder baard of snor een viespeuk? In het verlengde hiervan ontdekte ik ook dat we nog nooit een vrouwelijke Vieze Vogel in het zonnetje hebben gezet. Bah, wat ongeëmancipeerd van ons. En ook volkomen onterecht. Er zijn genoeg Vieze vrouwelijke Vogels (of vrouwelijke Vieze Vogels of misschien toch Vieze-Vogelige vrouwen). Met én zonder gezichtsbeharing (ik wist het wel!).

De eerste die in mij opkwam, en ik ook weer snel wilde wegdrukken, was Agnes Jongerius. Het spijt me, Agnes, maar je hebt echt een vieze uitstraling. Ik zeg het niet graag, groezeligheid is bij een vrouw misschien nog wel erger dan bij een man, maar het is zo. Waar het precies door komt weet ik eigenlijk niet. In ieder geval niet door gezichtsbeharing, en ook niet doordat ze niet heel slank is. Er zijn wel meer dikkere dames die geen Vieze Vogels zijn/waren: Annemarie Jorritsma, Hanneke Groenteman, Erica Terpstra (alledrie trouwens flink afgeslankt, applaus).

Ik vermoed dat er drie factoren een rol spelen: een chagrijnige uitstraling, haar met een wat vettige aanblik en een gebrek aan dentale priorisering. Dit alles cumuleert wat mij betreft in het Vieze-Vogel-zijn van Agnes. In haar geval ben ik er dan ook van overtuigd dat met enkele simpele aanpassingen de vieze uitstraling kan worden omgezet naar een frisse aanblik.

Ga naar de kapper en doe je haar leuk (en schoon), ga naar de tandarts en laat je tanden rechtzetten (en schoonmaken) en je ziet er stukken beter uit. Die chagrijnige uitstraling heb ik helaas geen oplossing voor, die is nu eenmaal inherent aan verongelijkte vakbondsmensen.

maandag 11 april 2011

Surfen met Caar

De meneer is jurist en leest daarom vakbladen en websites voor juristen. Ik wind me weleens heel hard op over belangwekkende zaken als de kleur van chocolade-eitjes. Zo zat ik pas op de bank bij Eef en haar H. en toen heb ik H. alle wikkeltjes van de paaseitjes open zien maken, op zoek naar een wit eitje. Als daar nou gewoon gouden wikkeltjes om hadden gezeten had H. gewoon lekker in een keer alle witte eitjes achter elkaar kunnen opeten, zonder iedere keer die teleurstelling van een melkchocolade-eitje met, godbetert, crunchy-caramelvulling.

De meneer stuurt mij vervolgens deze prachtige juridische verhandeling over paaseifolie door. Genieten geblazen. Ik hoop dat H. een schadevergoeding gaat eisen. Anders doe ik het zelf, ik zat er immers de hele tijd tegenaan te kijken. Vreselijk.

Gesprek

Recent gehoord in een nog niet zo heel lang geleden overvallen supermarkt in Utrecht. Denk aan netnoggeenTokkie-achtige mensen, drie in totaal, met een vet lokaal accent. Het was eigenlijk ook geen gesprek maar een monoloog. Van een hele zielige meneer die naar sigaren en bleek stonk en een ontzettend afgedragen nepleren jack droeg.


"Ach Annie, nou het gaat helemaal niet hoor. Nee, en ik moest ook nog naar het ziekenhuis. Die wachttijden van tegenwoordig zijn echt niet meer normaal hoor. Iedereen hepper last van, en nooit zijn ze telefonisch te bereiken. Maar goed, ik kon dan na een week of 12 terecht en ondertussen had ik allemaal pillen van de dokter gekregen. Ik werd niet goed van de bijwerkingen, te zweten als een otter lag ik op de bank. En dan weer te rillen van de kou. En mn buik he ja daar was het natuurlijk allemaal om te doen. Zo hard als een plank. En naar de wc, ho maar!
Nou goed, ik naar de specialist. Laten ze eerst allemaal spoeddingen door maar goed toen zat ik daar dus. Er waren toch kwaadaardige cellen gevonden. Schrok me kapot mens maar je hoort het vaak tegenwoordig. Iedereen ken wel iemand met de K. En nu dus ook bij mij, Annie. Dat het mij nog moet overkomen op deze leeftijd. Je praat er toch niet zomaar met iedereen over weet je wel. Het is toch wel een ding. Zeker vanwege nou ja de gekke plek.
Maar goed ik kon dus meteen op die tafel gaan liggen want ze moesten nog allemaal meer onderzoeken doen en weet ik veel wat. Hup, broek op de knietjes en op de buik. En daar lag ik dan hoor. Ik maakte nog een grapje tegen de dokter, je weet wel om de spanning te breken: 'Dokter, doet u een beetje voorzichtig want u heb het natuurlijk al meteen gezien.' 'Wat bedoelt u, meneer?' 'Nou dat ik niet gewend ben dat er daar wat ingaat natuurlijk, het is voor het onderzoek dat snap ik wel maarre nou ja dat u natuurlijk meteen al zag dat ik gewoon getrouwd ben. Want ja homo's herken je aan een uitgelubberd gat.' "

vrijdag 8 april 2011

Een sloot en een pot nivea

De laatste tijd was ik vrij druk met m'n verhuizing, waardoor ik op rustige momenten niets anders kon dan tv-kijken. Op zondagochtend staarde ik op de rand van het bed naar de tv, me af en toe afvragend of het wel goed met me ging. Zag ik het goed? Of was dit een hersenspinsel? Nee, het was echt waar, want de week daarop zag ik het weer. Een, voor mij althans, nieuw programma. Een nieuw dieptepunt in reality-exhibitionisme.

Tien jaar jonger in tien dagen. Een programma over uitgebluste stellen die een make-over krijgen. Op zich een goed idee, er zijn genoeg mensen die er ingekakt en afgeleefd uitzien en wel een nieuw uiterlijk kunnen gebruiken. Maar dat is niet het enige: deze stellen hebben, jaaa smullen maar, problemen. Heer-lijk! Die worden breed uitgemeten en dan krijgen ze een make-over.

In de eerste aflevering zag ik een stel van midden veertig. De vrouw zag eruit alsof ze ieder moment in huilen kon uitbarsten. Begrijpelijk, ze had namelijk een heel akelige man die al ruim een jaar een buitenechtelijke relatie had. Hij had het heel moeilijk, want z'n moeder was overleden en z'n vrouw gaf hem niet genoeg aandacht. Vandaar dus die vriendin. Ik dacht "geef deze kind-man een knietje en gooi zijn spullen uit het raam".

Gelukkig waren daar de blonde muts en de zakkige ringbaard, a.k.a. de 'look-coach' en de 'feel-coach' van Tien jaar jonger in tien dagen. Zij waren wel heel begrijpend en namen het stel onder handen. Ze moesten elkaar een brief schrijven en lekker janken op tv en de problemen opschrijven en aan een steen in een sloot gooien. Hij klom schutterig in een toren en bovenin schreeuwde hij heel stoer en heel hard dat hij van haar hield, wapperend met een zelfgemaakte vlag met een hart. Het look-gedeelte (loek dus hè, geen knoflook) bestond uit een grote nivea-reclame. De mevrouw met het treurige gezicht kreeg een beautycase met flessen nivea en de look-coach zei dat dit heel geschikte producten waren voor haar huidtype. Heel fijn, een fles nivea voor de vrouw met de vreemdgaande man.

De week erop was nog vele malen erger. Een jong stel met een doodgeboren kind, heel treurig dus. Ik vond dat ze er naar omstandigheden nog heel goed uitzagen. De blonde muts nam de vrouw apart. Ze had een watje tussen haar vingers. De treurige vrouw keek verbaasd en afwachtend. De blonde muts deed een 'reinigingsproduct' (van nivea natuurlijk) op het watje en maakte wrijfbewegingen rond de ogen: "Kijk, als je je ogen schoonmaakt moet je je hand van boven naar beneden bewegen, heel voorzichtig, tot alle make-up eraf is." Wrijf wrijf. Ja, zei de treurige vrouw.

Wat fijn voor de treurige vrouw dat ze nu weet hoe ze de make-up van haar treurige ogen kan wrijven met een reinigingsproduct van nivea. De feel-coach liet haar ook nog haar verdriet in de fik steken en afdrijven op een sloot, de treurige man mocht wat ruiten ingooien. Een hoopgevend programma, met een sloot en een pot nivea kan je de zwaarste stormen doorstaan, vergeet dat niet.

donderdag 7 april 2011

Feestjes bij snelwegen

Camiel Eurlings heeft als minister 1,2 miljoen euro uitgegeven aan feestjes rond het openen van wegen. Gemiddeld gaf Eurlings 32.000 euro uit per nieuwe snelweg. Het meeste geld ging naar de opening van de A2 bij Eindhoven. Dat feestje kostte 130.000 euro. Ik vroeg me af wat je zou doen als je voor 130.000 euro een feestje mocht geven. Camielke gaf het uit aan o.a. een graafmachineballet op de Boléro van Maurice Ravel, aldus het nieuwsbericht op de website van RTL4. Wel origineel en ongetwijfeld vermakelijk. Maar dat kan nooit 130.00 euro hebben gekost. Ik neem aan dat er meer was geregeld. Ik fantaseer er nu bij: een partytent, catering met lekkere hapjes, champagne en andere drankjes, een lint en een grote schaar, een artiest misschien die een liedje zingt, een goodiebag met gadgets gerelateerd aan de A2. Hoeveel gasten zouden er geweest zijn en hoe lang zal het feestje geduurd hebben? Misschien was er een buffet?

Ik heb even gegoogeld en kwam een bericht van Heymans tegen. Ik vat hun website bericht even samen. Er was een ochtendprogramma voor circa 120 genodigden met diverse sprekers. Tijdens het ochtenddeel werd door radio-dj Claudia de Breij een speciale live-uitzending van Radio Randweg FM verzorgd. Minister Eurlings knipte aan het einde van de ochtend het lint en toen was ook het ballet van de graafmachines.
Er was naast het ochtendprogramma een feestelijk avondprogramma voor de honderden mensen die ooit aan de weg gewerkt hebben. Hierbij was “wederom een rol weggelegd voor een vrouwelijke dj, ditmaal vergezeld door een saxofonist. Een prima temperatuur, uitstekende buffetten en goed gezelschap vormden de ingrediënten voor een gezellige avond.”

Dus dat heeft 130.000 euro gekost.

Zijn opvolger Melanie Schultz van Haegen zegt iets zuiniger te zullen zijn. Zij komt gemiddeld op 25.000 euro per openingsfeest uit.

Ik vind 1,2 miljoen voor feestjes best veel geld. Zeker als je bedenkt dat we in een periode van bezuinigingen zitten. Ik vind 130.000 euro voor een feestje belachelijk en ik vind zelfs 25.000 euro voor de opening van een weg veel. Ik vraag me überhaupt af of je een weg wel feestelijk moet openen. Waarom zou je dat doen. Die weg moet er toch komen. Een weg is over het algemeen niets bijzonders. En als de weg er is, is dat niet meer dan het resultaat van hard werk. Werk waarvoor iedereen is betaald. Ik snap een lint en een schaar en een gebakje en een kop koffie. Een congresje met sprekers snap ik als het een bijzonder project is geweest. Maar elke keer een feestje? En artiesten en een ballet van graafmachines? Het lijkt me niet echt nodig. Of is de calvinist in mij weer wakker geworden?

woensdag 6 april 2011

Tv en lezen, de vorderingen (IV)

So far werkt mijn Geen-Tv-experiment erg goed. Ik kijk af en toe wel, maar heel vaak en heel bewust gewoon niet. Ik heb inmiddels vier boeken uit, de stapel wordt minder hoog!

Uit:
Salman Rushdie – Luka en het Levensvuur (aardig)
Jean-Pierre Geelen - Blinde Vink (mwoi)
Mark Stein – How the states got their shapes (saaaaaaaiii)
Jens Lapidus – Snel Geld (spannend!)

Nog op de stapel:
Hermans – Uit talloos veel miljoenen (voor de boekenclub)
Column McCann – Laat de aarde draaien (halverwege)
Reif Larsen – The selected works of T.S. Spivet (halverwege)
Bill Bryson – At home (op pagina 25)
Robert Schnakenberg – Secret lives of the supreme court
Martin Bosma – de schijn-elite van de valse munters
Laqueur & Rubin – The Israel-Arab Reader
Paolo Giordano – De eenzaamheid van de priemgetallen
Ray Bradbury – Fahrenheit 451.
Herman Koch – Het diner

Een nieuwe substapel heeft zich naast de hoofdstapel gevormd. Op die stapel: Anna (over Annie M.G. Schmidt), boek van Robert Vuijsjes en The Island at the Center of the World. Maar eerst maar even die andere tien boeken lezen…

Update: Mocht iemand één van de boeken op mijn lijstje hebben gelezen en van mening zijn dat dat boek óf de moeite niet waard is óf juist heeel snel door mij gelezen moet worden omdat het ontzettend interessant is, dan hoor ik dat uiteraard graag!

dinsdag 5 april 2011

Vegetarisch eten en de stijgende zeespiegel

Bij ons in de kantine ligt sinds een tijdje een folder. De folder is nogal rommelig opgezet, op de voorkant staan in drie verschillende lettertypes de volgende zinnen: ‘Eatgreen op het werk: bedrijven gaan groen’, ‘eat green at work’ en ‘duurzaam was nog nooit zo makkelijk en lekker’. Ook staat er een cartoon op de voorkant getekend door iemand die niet heel goed kan tekenen. Aan de binnenkant van de folder staat dat EatGreen at Work promoot om één keer per week een groene lunch te eten. Daar bedoelen ze, blijkens de inhoud van de folder, mee dat we één keer per week geen vlees of vis moeten eten. In de folder wordt gezegd dat dat heel duurzaam is, dat dat een eenvoudige manier is om klimaatverandering tegen te gaan, bedreigde diersoorten voor uitsterven te behoeden en bij te dragen aan een eerlijke voedselverdeling.

Ik vind dat nog al wat. Als ik dus één dag per week lunch met kaas in plaats van worst op brood kan ik de klimaatverandering tegenaan? Hoe is dat onderzocht en uitgerekend? Ik was er niet van op de hoogte dat mijn plakjes vleeswaren verantwoordelijk waren voor de klimaatverandering, ik dacht dat de klimaatlobby van mening was dat mijn zestien jaar oude auto dat was. Ze zijn zelfs nog stelliger,één dag per week geen vlees of vis eten is zelfs beter dan spaarlampen gebruiken en een zuinige auto rijden.

Verder in de folder nog wat aannames: co2-uitstoot veroorzaakt het broeikaseffect en houdt verband met smeltende ijskappen, extreme stormen en de stijgende zeespiegel. De oceanen zijn over 50 jaar leeggevist. Vleesproductie is een van de belangrijkste verbruikers van vers drinkwater. Als ik de folder moet geloven is dat de oorzaak ervan dat één op de vijf personen geen toegang heeft tot vers drinkwater. In ieder geval wordt dat gesuggereerd door het één met het ander in verband te brengen. Ik betwijfel of men in Afrika vers drinkwater heeft als wij het hier niet gebruiken voor de vleesproductie.

En tot slot de ‘wist je datjes’ waarmee de folder is doorspekt:
- Met één dag per week geen vlees eten bespaar je net zo veel co2-uitstoot als met een week geen auto rijden. Ik denk dan: Wat voor auto? En waarheen? En ik rij regelmatig een week niet in mijn auto.
- Varkens zijn gezelligheidsdieren die kunnen dromen en intelligenter zijn dan honden. Ja? Dus?
- Als je één hamburger laat staan bespaar je ongeveer 16 vierkante meter regenwoud. Staat mijn koe in het regenwoud.? Op 16 m2? En komen er uit één koe niet meer hamburgers? Heeft ie dan meer vierkante meters in dat regenwoud?
- Je met het water dat voor de productie van één kilo biefstuk wordt gebruikt je 1300 keer kan douchen. Hoe lang dan? Met een waterbesparende douchekop?

De hier opgevoerde weetjes zijn toch geen controleerbare feiten? Het zijn toch geen vaststaande grootheden die je met elkaar kunt vergelijken? De opgevoerde aannames, o.a. de klimaatverandering, waarvan wordt aangenomen dat die bestaat én dat ie veroorzaakt wordt door (menselijke) co2-uitstoot, vind ik nogal wat. Er wordt gesuggereerd dat de zeespiegel zo hard stijgt dat Amersfoort straks aan zee ligt. Volgens mij zijn de wetenschappers daar nog helemaal niet uit. Ik vind het jammer dat dit soort foldertjes en campagnes op dit soort bangmakerij en onbestaande of oncontroleerbare ‘feiten’ worden gebaseerd. Verder ontbreekt elk ‘tegen’-feit, want wat kost graanproductie ons aan drinkwater en hoeveel co2-uitstoot veroorzaakt een brood en kunnen wij wel al die groente en andere grondstoffen verbouwen om iedereen vegetarisch te laten eten? En waar komen onze spruiten en sinaasappels vandaan, worden die met veel drinkwater gekweekt in Zuid-Afrika of Spanje en met veel uitstoot ingevlogen of per vrachtwagen vervoerd?

Begrijp me niet verkeerd: ik vind dat we ongeacht welke hype (gat in de ozonlaag, zure regen of klimaatverandering) of naderende natuurramp (stijgende zeespiegel) zuinig moeten zijn op onze aarde. Dat we zo min mogelijk auto moeten rijden en zo veel mogelijk moeten recyclen omdat uitlaatgassen en meer productie nooit beter kunnen zijn dan géén uitlaatgassen en minder productie. Maar om nu aan te nemen dat het ene een onontkoombaar gevolg zal zijn van het ander vind ik onnodige bangmakerij.

maandag 4 april 2011

Pixie-kort

Vorige week heb ik na lang wikken en wegen, na het jarenlang rondmailen van voorbeeldplaatjes naar vriendinnen en na lang gezeur aan het hoofd van meneer S, de kapper mijn haar af laten knippen. Van lang tot een flink eind over mijn schouders tot kort. Heel kort. Korter dan heel veel jongens. Het was een moeilijke stap maar ik wilde graag een superkort kapsel uitproberen voor mijn dertigste verjaardag. Het experiment is niet bijzonder goed geslaagd.

Toen de kapper, die tussen neus en lippen door nog even vertelde dat hij elk jaar naar een show van Celine Dion in Vegas gaat, klaar was met knippen en stylen was ik blij. En trots dat ik het aangedurfd had. Eenmaal thuis legde ik mijn afgeknipte staart, nog nat van de wasbeurt in de salon, op het aanrecht en keek ik nog een keer in de spiegel. De tranen welden op. Spijt is niet het goede woord maar ik wist een uur na de knipbeurt dat mijn wilde manen weer moesten aangroeien. En fietste ik dus met enige schaamte naar De Tuinen voor rozemarijnshampoo, dat de hoofdhuid en de gezondheid van het haar stimuleert en een potje haarvitaminepillen. Ik weet het, maar ik wil gewoon zo snel mogelijk langer haar.

Verdriet, woede en enigszins acceptatie. Ik doorliep alle fases. Voor het eerste in mijn leven kon ik me identiferen met een verhaal uit de bijbel. Ik zal maar niet vertellen aan welke BN-er na de chemokuur ik moest denken toen ik mijn spiegelbeeld zag. En ook niet over de gedachte dat ik nu opeens wel meer op mijn moeder leek. De schok die het korte haar met zich meebracht beperkte zich overigens niet tot mijn eigen reactie.

De opmerkingen liepen uiteen. “Oh, het is toch niet zo erg als ik dacht.” “Het is wel een oudewijvenkapsel” maar ook: “Je gezicht lijkt is nu veel meer open, ik vind het een verbetering”. Allemaal prima, al had ik natuurlijk het liefste zoveel mogelijk postieve reacties gehad. De meest opvallende reacties kwamen van collega's die het normaliter te moeilijk vinden om mij 's ochtends te groeten maar nu opeens de oncontroleerdebare drang hadden hun mening over mijn kapsel te ventileren op een maandagochtend bij de koffiemachine. “Je ziet er wel ouder uit.” En ook: “Het maakte je gezicht echt ouder.” Pardon? Wat een onbeschoftheid. Dacht je nou echt dat ik op jouw commentaar zat te wachten?

Het werd op een gegeven moment teveel. En toen een collega weer vroeg of ik naar de kapper was geweest, kon ik het niet meer opbrengen om aardig te blijven. “Nee, ik heb het er zelf met mijn eigen handen uitgetrokken”.

Geduld is een schone zaak en ongeduld een van mijn meest prominente eigenschappen. Dit korte kapsel was eens maar nooit meer.

vrijdag 1 april 2011

Een huisje. In Florida.

Het is vrijdag en dus tijd voor iets gezelligs. We hebben waarschijnlijk allemaal een zware week achter de rug, hard werken, een huishouden, sociale contacten, weinig slaap en nu zitten we een beetje achter onze computer te hopen dat het een rustig dagje wordt en snel weekend.

En wat is er beter op zo’n dagje dan een beetje dagdromen. Dagdromen over een vakantiehuisje. Een vakantiehuisje in Florida. Op de website van CNN stond namelijk van de week het bericht dat vakantiehuisjes ook dit jaar weer goedkoper zijn geworden. Toen wij een aantal jaren geleden in Florida waren zagen wij al dat er verschrikkelijk veel huizen te koop stonden, en dat is dus blijkbaar nog steeds zo.

En Florida is leuk. Gewoon voor erbij. Het is geen intellectuele bestemming, geen cultureel hoogtepunt, het is gewoon leuk, low profile leuk. Wat dacht je van een leuk huisje ergens aan het strand of er vlakbij. Vliegveld niet al te ver weg en dan twee keer per jaar een paar weekjes bruin worden en boeken lezen en de rest van het jaar verhuur je de boel aan kennissen en familie.

Ik heb in de aanbieding: Gulf Shore Boulevard in Naples. Mooie condo met zwembad en uitzicht op het water. Maar 539.000,- dollar en het is van jou. Naples is best een aardig dorp, pal aan de Golf van Mexico. Mooie witte stranden en het barst er van de golfbanen en de outletcenters.

Leuk, maar wat duurder en minder goed bereikbaar is Sanibel. Het is een eiland in de Golf van Mexico, gelegen vlak voor de kust van Florida en verbonden met het land door middel van een paar bruggen. Sanibel kent de mooiste zandstranden en staat bekend als de betere badplaats. Er ligt een wildlife refuge op het eiland en er staan de mooiste huisje. Heb je drie ton of meer rondslingeren, dan zeg ik: Sanibel. Een condo heb je er overigens al voor minder, maar ja, wie wil er nou een Condo, als we toch bezig zijn dan graag een heel huis. Dit bijvoorbeeld voor 7,5 ton. Dat zijn dollars, dus een koopje. Ik zeg: doen!

Tussen Naples en Sanibel in ligt Barefoot Beach. Alleen de naam is al geweldig, maar wat dacht je van dit huis. Bijna 8 miljoen, maar dan heb je ook wat. Wel even de leren bank de deur uit doen, dat kan natuurlijk niet zoiets smakeloos in zo’n mooi huis.Plek zat voor al je vrienden en familie en dit zijn de stranden waar de schildpadden hun eieren leggen, mooi dus en de natuur vlakbij!
En als je wat minder kritisch bent en best een paar minuten wil rijden naar het strand kan het natuurlijk allemaal veel goedkoper. Voor twee ton heb je al een vrijstaand huis in het groen. Mocht je een aankoop overwegen: ik ken de streek redelijk goed en kan je adviseren en ik kom als beloning graag een paar weken per jaar gebruik maken van je huis. Anders staat het toch maar leeg. Ook zonde.