Posts tonen met het label Vakantie. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Vakantie. Alle posts tonen

dinsdag 21 augustus 2012

Hypermarché, de score

Eerder deze maand verheerlijkte ik de buitenlandse supermarkt en nu ik terug van vakantie ben, is het tijd om de eindscore op te maken. Ik heb weer veel verleidingen moeten weerstaan en bijna net zo vaak ben ik gezwicht. Overigens is rotweer niet de enige smoes om naar de supermarché te gaan, bloedhitte is ook een goede reden en als je het binnen te koud vindt kun je daar voor 5 euro een nieuwe trui kopen. Deze zomer was ik in Frankrijk en Italië en deed daar onder andere de Carrefour en de Big Store aan. Bij thuiskomst stalde ik de volgende schatten uit op tafel:

Een mooie fles Extra Vergine olijfolie van Sardinië, afkomstig van de Europese lijst met beschermde streekproducten (DOP). Deze kun je eerst in een wijnwinkel proeven en vervolgens goedkoper in de supermarkt halen. Hetzelfde geldt voor bepaalde wijnen. We hebben in de supermarkt een paar flessen Barolo, Nebbiolo, Dolcetta en Barbera gekocht en de meeste daarvan zijn echt heel lekker. In Nederland betaal je voor deze wijnen het dubbele en in de supermarkt zijn ze vaak niet verkrijgbaar. In Frankrijk kochten we een wijn in een enorm pak met een tankje eraan. Klinkt goor, is lekker. In Italië kocht ik ook nog wat Lein een 'enge worst' noemt: een salami-achtige worst met veel witte stukjes erin. Het was de salami Cacciatore, ook weer afkomstig van de lijst met beschermde streekproducten, een lijst die ik heel graag helemaal zou afwerken. Deze vakantie aten we mortadella en Provolone, we hebben nog een lange weg te gaan. Verder nog Amaretti Virginia (amandel koekjes met suikertjes), truffelsaus, een trui voor m'n neefje, verschillende soorten pasta, een streekkookboek (in het Italiaans), een slaapshirt, een zak hazelnootjes, noga, grissini, een koeltas en een paar gympen (nep-All Stars voor 4 euro).

Aan het eind van de vakantie heb ik toch altijd last van spijt. Niet zo zeer van al die aankopen, daar ben ik meestal heel gelukkig mee (hoewel ik me wel afvraag wanneer ik die gympies ooit ga dragen. Misschien moet ik maar gaan wadlopen?), maar wel van de aankopen die ik uiteindelijk toch maar niet gedaan heb. Omdat ik het toch ineens zonde van het geld vond (mijn inner-calvinist speelde op) of omdat ik bang was dat het teveel ruimte ging innemen (we hebben nota bene een kelder die ik naar hartelust kan volproppen met onnodig keukengerei!). Deze vakantie liet ik tot mijn grote spijt in de Italiaanse supermarkt achter: de tomatenpureedraaier, een soort vergiet met een slinger, waarmee je zelf tomatenpuree en passata kunt maken. Het ding was te koop voor 5 en 10 euro. Reden om het niet te kopen: hij kan niet in de vaatwasser en ik vroeg me af of ik 'm wel vaak genoeg ging gebruiken. In het laatste geval komt natuurlijk het vaatwasserargument te vervallen. Bij weinig gebruik kan je een apparaat altijd nog aan iemand cadeau doen. Stom stom stom dus!

Mocht je binnenkort naar Italië gaan, dan hoor ik het graag, misschien kunnen we wat regelen. Naar de hypermarché moet je toch.

maandag 20 augustus 2012

Huispijn


Toen ik klein was, ging ik logeren bij mijn nichtje. Zij was niet alleen mijn nichtje, maar ook vriendin en buurmeisje. Dolle pret dus, zou je zeggen. Maar als we gingen slapen, bekroop mij een onbehaaglijk gevoel. Hier wilde ik niet zijn. Ik wilde gewoon écht naar huis, ondanks dat mijn huis een paar meter verderop stond. Dus mijn mama haalde me midden in de nacht op (alhoewel… waarschijnlijk zou dat 23.00 uur zijn geweest). Sindsdien weet ik: als ik niet in de buurt van mijn (t)huis ben, krijg ik een knoop in mijn maag en weigert mijn lichaam zich te ruste te leggen.

Zo belde ik mijn moeder huilend op vanaf schoolreisje in Rome. Ik mis mijn meneer als hij een weekend weg is. En als ik sámen met mijn meneer meer dan een nacht buiten de deur ben, mis ik kattenkind Coco. Het is mijn lot. ‘Heim’ betekent huis en ‘wee’ komt van ‘weh’: pijn. Wat prachtig: ik heb huispijn... Het klopt helemaal: huispijn is de aandoening die ik heb. Eigenlijk verlang ik altijd wel naar het bekende, het knusse: mijn thuis. Dat was vroeger zo, maar dat is nu nog steeds het geval.

Op vakantie gaan, bijvoorbeeld. Dat vind ik altijd spannend. Begrijp me niet verkeerd, ik vind het heerlijk om op pad te gaan en om nieuwe landen te leren kennen. Maar de terugreis vind ik ook altijd een feest: elke kilometer rijden brengt mij dichter bij mijn thuis. Als ik eenmaal weer in mijn oude vertrouwde bedje lig, ben ik opgelucht.

Na een geweldig weekend met mijn lief neem ik zondagavond met een weeïg gevoel in mijn buik afscheid van de dagen die achter ons liggen. Maandagochtend slik ik dit gevoel weg en ga met opgeheven hoofd weer aan het werk. Ik ben verknocht aan huis, man, kat en haard. Laat ik er maar aan toegeven. Ach ja, ik ben nu eenmaal een zeer aanhankelijk mens.

donderdag 9 augustus 2012

Vakantiereprise: Jungle

Na een aantal dagen in Quito te zijn geweest, vertrokken meneer S en ik naar een junglehut aan de Rio Napo, een rivier die uiteindelijk opgaat in de Amazone. Midden in het regenwoud en ver weg van beschaving en bewoonde wereld.

Op de supermoderne busterminal, het cement was net droog, in het zuiden van Quito namen wij de bus naar Tena. Tassen onderin en vamos. Dat de bus eerst nog een paar uur over al die hobbels in de Andes heen moest en tevens elke 200 meter stopte om nog meer passagiers in de overvolle bus te laten wisten we toen nog niet helemaal.

Eenmaal in Tena werden we opgehaald door de eigenaar van de junglehut die, nu hij toch in de grote stad was, meteen de kerstinkopen ging doen. Prima, ik had net een paar uur gezeten dus dit uurtje kon er ook nog bij. Toen ging we door naar het laatste dorpje voor het regenwoud; een paar halve houten huisjes waar je wc-papier, bier en stukken vlees kan kopen. De laatste etappe werd afgelegd per gemotoriseerde kano waarbij door het uitblijven van regen in deze tijd van het jaar het noodzakelijk was om stukken door de rivier te waden omdat onze kano anders vastliep.

Eenmaal aangekomen in de hut voelde ik me ver van alles dat thuis is. Er was een hutje, een matras, koud water, een hangmat en 's avonds eten wat de pot schaft. Dat was allemaal genoeg en ik viel tevreden in slaap.

De dag erop stond een stevige wandeling onder leiding van een lokale gids op het programma. We werden geïnstrueerd over wandelschoenen, drinkwater en sunblock, en we kregen met kleurstof uit een rode vrucht een tekening op onze wangen geschilderd. Zo was voor alles dat in het oerwoud leeft duidelijk dat we respectvol met de omgeving omgaan en niks kwaads in de zin hadden. De wandeling ging van start. Het was een fantastische ervaring, en ik leerde niet alleen over het oerwoud en de planten maar ook dat er blijkbaar geen grenzen zijn aan hoeveel een mens kan zweten.

Halverwege de wandeling hoorden we opeens een merkwaardig geluid. Was het een lokroep van een inheemse vogelsoort? Helaas. Het was de ringtone van het mobieltje van de gids. De komst van oliemaatschappijen naar het regenwoud bracht ook de komst van zendmasten met zich mee. In de niet zo middle of nowhere was ook hij nu mobiel bereikbaar.

dinsdag 7 augustus 2012

Hypergelukkig in de hypermarché

Het maakt soms helemaal niet uit of het weer op vakantie slecht is. Wat belangrijk is, is dat je in het buitenland op vakantie bent. Dan hoef je je op een regenachtige dag niet te vervelen. In het buitenland is de redding namelijk altijd nabij: de supermarkt. Ga echter niet naar de gewone supermarkt in het centrum van de stad. Die supermarkten lijken altijd heel erg op de Nederlandse supermarkt, en dat wil je niet. Je bent immers op vakantie, de tijd om je in alle rust te buiten te gaan aan allerlei onnederlandse ervaringen. Daarvoor hoef je echt niet een maand lang in Thailand met een rugzak rond te trekken en buikloop op te lopen van in een open riool gewassen fruitsalade. Daarvoor kan je gewoon naar de supermarkt. Naar de hypermarché, om precies te zijn.

De hypermarché is in dit geval een verzamelnaam voor: de buitenlandse supermarkt. Ik heb deze door mij zo geliefde supermarkten mogen bezoeken in Frankrijk, Engeland, Italië, Spanje, Noorwegen en in Amerika. Daar hebben ze althans de meeste indruk op mij gemaakt. Maar wat maakt deze supermarkten dan zo geweldig? Wat missen wij hier? Jarenlange analyse en onderzoek heeft mij doen komen tot drie kernwoorden, de heilige drie-eenheid van de buitenlandse supermarkt: openingstijden, omvang en sortering.

Zeg nou zelf, wat is er nou heerlijker dan om 4 uur 's nachts in een Engelse supermarkt melk, fruit, pennen en onderbroeken in je mandje te gooien? Dat is precies waar ik naar verlang: naar de winkel gaan voor je avondeten en vervolgens na drie uur door de immense paden dwalen, je achterbak volladen met goedkope pannen, slippers, opbergdoosjes, een kilo lamsrack, bakjes, een badmintonset, ovenschalen en een krat vol onduidelijk keukengerei. Dit alles voor een onbegrijpelijk laag bedrag. O, en vergeet de tuinset niet. En de boeken en dvd's. Speelgoed.

Daarnaast hebben deze hypermarchés, met name in de mediterrane landen, een ruime sortering gedroogd en ingeblikt voedsel met een artisanale uitstraling. Gedroogde paddestoelen en tomaatjes, confit de canard, mayonaise de Dijon. Potjes handgemaakte jam met een stukje rood-witgeruite stof over het dekseltje. Handgeschepte honing met raat. Mondgeblazen zeep uit Marseille. Blootsvoets getrapte wijn. Dadeljam, geplet onder de oksels van jonge maagden. Dit alles verpakt in artisanale blikjes met bloemenmeisjes en vlinders, en flessen met bebaarde boertjes die je ambachtelijk toelachen vanaf de etiketten.

Urenlang kan ik hier dolgelukkig ronddwalen, terwijl de meneer af en toe afwezig knikkend opkijkt van zijn Teletekst. Onbegrijpelijk dat we dit alles hier niet hebben, ik spreek toch heel veel mensen die een enorme behoefte aan disneylandachtige supermarkten hebben. En dan zonder dat je daarvoor een pasje nodig hebt omte bewijzen dat je bij de kamer van koophandel staat ingeschreven. En zonder dat je meteen een kelder nodig hebt omdat je vervolgens alles alleen maar in verpakkingen van zestig liter kan kopen.

Gelukkig is het weer bijna zo ver. On y va!

maandag 6 augustus 2012

Stedentripgids


Jouw deskundige stedentripgids Han loodst je langs een paar metropolen die je ooit in je leven gezien moet hebben.

PARIJS
Typisch: Het kitscherige lichtjesfestijn op de Eiffeltoren iedere avond
Doen: De hele dag in het Louvre rondzwerven met een audioguide op een Nintendo DS / Langs de Seine flaneren / Een dagje (of twee, of drie) naar Disneyland Parijs gaan
Links laten liggen: Het kitscherige lichtjesfestijn op de Eiffeltoren iedere avond
Geschikt voor: Romantici die niks originelers kunnen bedenken

ROME
Typisch: Op elke straathoek vind je een Ionisch/Gallisch/Dorisch beeld
Doen: Constant alle straatverkopers van je afslaan / Goede cappuccino drinken / Een praatje maken met een Italiaan (alle Italianen zijn aardig! Behalve in het verkeer.)
Links laten liggen: De lange wachtrijen bij het Colosseum, er is genoeg anders moois te zien!
Geschikt voor: Kunst- en koffieliefhebbers

KRAKAU
Typisch: Goedkope, hippe stad die nog niet wordt overbevolkt door toeristen
Doen: Fiets huren en naar alle interessante buitenwijkjes crossen / Fiets dan meteen even langs de geweldige boekhandel Massolit
Links laten liggen: Alle menu’s duurder dan € 15,- per persoon, het kan écht goedkoper
Geschikt voor: Hippe mensen die eens wat anders willen dan Parijs

LONDEN
Typisch: Nukkige, hooghartige mensen, The London Eye en Harrods natuurlijk
Doen: Harrods natuurlijk en je verbazen over alle protserige luxe terwijl je ondertussen denkt aan zielige kindertjes in Afrika / Een musical bezoeken in het geweldige Her Majesty’s Theatre / Shoppen
Links laten liggen: Het wisselen van de wacht bij Buckingham Palace, het is superdruk en je ziet met wat geluk alleen de bovenkant van die zwarte bontmutsen
Geschikt voor: Rijke shopliefhebbers, musicalfans

BARCELONA
Typisch: Overal zijn bouwwerken van de gestoorde maar geniale Gaudí te zien
Doen: Alle bouwwerken van Gaudí bekijken / Het prachtige strand bezoeken
Links laten liggen: Alle eettentjes aan de Ramblas, veel te duur en het eten is van slechte kwaliteit
Geschikt voor: Temperamentvolle mensen, kunstliefhebbers

Welke stad bezocht jij met veel plezier? Wat is typisch voor die stad, wat zijn aan- en afraders? Laat het hieronder weten in de comments!

dinsdag 31 juli 2012

Italië, idioot maar prachtig

Het is denk ik een jaar of tien geleden dat ik met vriendin M. naar Italië op vakantie ging. Als ik terugdenk aan die vakantie overvalt mij steeds een gevoel van weemoedigheid en verwondering. Weemoedig omdat het zo leuk was. Verwondering omdat het bij vlagen belachelijk en rommelig was.

De aanleiding voor de reis was vriendin G. die toen een half jaar in Florence studeerde. We vlogen echter niet op Florence, omdat dat veel duurder was. In plaats daarvna vlogen we op Bologna, waar we meteen al vertaging hadden doordat mijn tas niet was meegekomen. Bologna heeft een klein vliegveld zonder faciliteiten, waardoor wij urenlang op de grond in een verlaten hal naast een stilstaande bagageband hebben gezeten. Daarna gingen we met de bus naar een onbekende camping bij Bologna. Op deze camping bleek geen van de medewerkers iets anders dan Italiaans te spreken, wat ons vrij onhandig leek op een plek waar veel toeristen kwamen. 's Avonds bestelden we in het Frans een bord pasta, wat ook niet begrepen werd zodat we op de kaart wezen en "due penne per favore" brabbelden. Mijn herinnering aan Bologna is dat het heel mooi was en heel warm. Op de camping was het niet minder warm. Na een dagje smelten in de stad zijn we op de terugweg een ge-aircode snackbar ingelopen, waar we vervolgens een uur over een glas cola hebben gedaan. Instinctieve overlevingsdrang. En geldgebrek.

Dat geldgebrek vertaalde zich ook in onze eetgewoontes. We wilden zo veel mogelijk zelf koken, wat best een uitdaging is met slechts één kookpit. De eenpansmaaltijd was het helemaal: een zak pasta met saus waar je alleen nog kokend water bij hoefde te gooien en daar roerden we dan de ene avond doperwten door, de andere avond maïs. Daar een heerlijk glas goedkope wijn bij (kurk naar binnen geslagen, want geen kurkentrekker), die wij direct uit de fles of uit een plastic mok dronken.

Met de trein reisden we door naar Florence, waar we een camping vonden vlak onder het Piazza Michelangelo. Onze voettocht naar boven duurde lang, ook omdat we eerst verkeerd liepen. Dit doordat de weg versperd werd door een kwijlende debiel met zijn hand aan zijn kruis, onderwijl Italiaanse klanken brommend. We probeerden snel door te lopen, maar dat is nog niet eenvoudig met kampeerbepakking en bergopwaarts. Bij de ingang van de camping wisten we hem af te schudden en we vonden een kleine doch schaduwrijke plek voor ons tentje. Toen we geïnstalleerd waren (wat even duurde doordat we werden afgegeleid door een jongen die wanhopig en in de brandende zon zijn gastankje probeerde te installeren, om het vervolgens, in de brandende zon dus, over zichzelf en zijn tent leeg te laten spuiten) keken we vanaf ons matje (geen stoelen nee) tevreden om ons heen. Achter de boom hoorde M. ineens een zacht geluid. Eens kijken wat dat was. Hee, daar zat een hek, de omheining van de camping. Wat zou dat geluid toch zijn? Samen tuurden we door het gaas en daar stonden we plots oog in oog met de kwijlende man, die zachtjes naar ons kreunde.

Zuchtend hingen we onze handdoeken voor het hek om het uitzicht te belemmeren en vluchtten we vervolgens naar het appartement van vriendin G. Daar wilden we liever ook niet meer weg. Voor m'n gevoel hebben we daar dagen rondgehangen. Het was alsof je in L'Auberge Espagnol was terechtgekomen en dan met heerlijk Italiaans eten en wijn tot in de kleine uurtjes. Uiteindelijk zijn we ook daar weer weggegaan, dronken en om zeven uur 's ochtends, toen we de tent voor tienen ingepakt moesten hebben. Daarna hebben we nog op een camping aan de kust bij Viareggio gestaan. Het was heerlijk, gezellig, belachelijk en spannend. Iedere keer als we iets moesten betalen waren we bang dat dat niet meer zou lukken, maar dankzij ons doperwtendieet zijn we zonder problemen de vakantie doorgekomen. En misschien ook doordat onze ouders nog wat extra's hadden overgemaakt. Dat kan niet anders. Het was ook een idioot plan, blut op vakantie. Idioot maar prachtig. Zie je, nou ben ik toch weer weemoedig.

woensdag 25 juli 2012

Vakantiereprise: Ode aan Palūšė

De Lonely Planet beloofde een schattig klein toeristendorpje, een goede uitvalsbasis voor wandelen en fietsen in een van de mooiste nationale parken van Litouwen. Ha, daar had ik wel oren naar! Aangezien de huurauto het al na drie dagen begeven had en een niet nader te noemen alleen in Europa opererend autoverhuurbedrijf het beloofde vervangende vervoer niet kon leveren, vertrokken meneer S en ik met onze volgepropte backpacks per trein van Vilnius naar het Litouwse platteland. Aangekomen in Iganalina bleek de bus naar idyllisch Palūšė ongeveer tweemaal per dag te gaan. Het duurde nog 3 uur voordat de volgende vertrok. Mind you, Palūšė ligt maar 5 km verderop waarop we besloten om een taxi te nemen.

Hobbelend met de backpacks op de rug en een redelijk gevulde tas vreterij uit de plaatselijke supermarkt vertrokken we met de taxi. De chauffeur had niet zo lang nodig om te bedenken dat we geen locals waren en reed ons meteen naar het toeristeninformatiecentrum. Of nou ja, het gebouw dat nu vervallen houten 2-onder-1kap datsjas zonder verwarming verhuurt. Het gebouw formerly known as informatiecentrum was niet bemand, er waren geen folders en er was zeker geen toeristische informatie. Er zat buiten alleen een kettingrokende meneer zonder goed humeur die ons niet kon helpen.

Er zat niet anders op dan terug te lopen naar het minidorp en te bedenken wat we moesten doen. Onderweg zagen we angstvallig weinig overnachtingsmogelijkheden. Het enige teken van leven was bij het enige eettentje in het dorp, en bij een ander gebouw. Dit bleek het kantoor van de beheerders van het nationaal park waarin Palūšė ligt te zijn. Hier zit overigens ook sinds een jaar of drie de toeristeninfo. In gesprek met de enthousiaste parkmeneer bleek dat het wel een beetje een probleem was dat we geen auto hadden, tenminste als we ergens wilden eten of slapen. Volgens mij dacht hij dat we een grapje maakte, maar toen we nog een keer vertelden dat we met het openbaar vervoer reisden betrok zijn gezicht een beetje. In ieder geval kon hij ons wel helpen.

Hij pakte zijn sleutels en we staken de enige verharde weg van het gehucht over. Daar liepen we de achtertuin in van een Litouwse familie. Parkmeneer sprak met een vriendelijke geblondeerde dame en jawel, we konden twee nachten in het houten huisje in de achtertuin slapen. Fietsen en boten voor op het meer waren tevens beschikbaar net zoals een Alessi cafetière. Opgelucht dat we ergens konden de slapen en eindelijk de zware tassen konden dumpen, kregen we weinig rust. De dame stond alweer voor onze neus met twee borden zelfgemaakte onduidelijke vleesbrokken, salade en brood. Als toetje een schaaltje zelfgemaakte wafels. We hadden vast wel honger, toch?

's Middags kwam het er dan echt van. Een wandeltocht met natuur en bos. En regen. En muggen. Maar het was weg uit de drukke stad en het was rustig. Na de wandeling aten we in de uitgestorven Piratenbar (tevens winkel voor sterke drank), die wonderbaarlijk genoeg een menukaart in het Engels had. Platgeslagen gefrituurde kipnugget met ingemaakte azijngroente. Jum. Plattelandlucht maakt slaperig en om 9 uur ging het licht uit.

De dag erna liepen we 18 km door bos en platteland, zagen we kraanvogels, fantastische landschappen, paddestoelen in alle soorten en maten en genoten we van de rust en van het land. 's Avonds aten we platgeslagen gefrituurde paneervarkenslapje met ingemaakte azijngroente en keek ik vertederd naar de babyvogels in een zwaluwnest. Wat een heerlijke vakantiedag en wat en schattig klein dorp. Als je ooit eens in de buurt bent...

donderdag 19 juli 2012

Bombeer

De vakanties dat we met het hele gezin weggingen zijn en waren zeldzaam. Ik herinner me geen zwarte zaterdagen of campings in Frankrijk. Ik herinner me ponykamp, boomhuttenknutselkamp en een summerschool in Brighton. Mooie herinneringen. Maar wel zonder allebei de ouders.

Mijn vader kon niet altijd vrij krijgen tijdens de schoolvakanties maar hij deed altijd zijn best om zijn dochters toch mee te nemen op vakantie. Op de fiets naar Brugge, naar de kermis voor een kaneelstok. Soms was het verder weg. Met mijn zus ging hij zwemmen in Griekenland, met mij deed hij een stadswandeling in York. Maar de vakantie met zijn drieëen naar Engeland staat als prachtige familievakantie in mijn geheugen. Omdat ik me de zorg en liefde van mijn vader herinner. Juist om een dagje weg dat vreselijk uit de hand zou lopen.

Die ochtend vertrokken met de bus vanuit ons hotel richting Oxford. Mijn vader sprak gebrekkig Engels en moest overal verantwoorden waarom er geen moeder mee was, maar we kochten buskaartjes en broodjes en gingen op weg. Oxford hebben we die ochtend niet gehaald. Het ontbijt viel slecht en mijn vader was zo enthousiast in de weer met het regelen van het uitje dat ik niet zo goed durfde te zeggen dat ik zo’n buikpijn had. Het werd steeds erger. En keerden we dus halverwege om. Terug naar het hotel zodat ik kon douchen en schone kleren kon aandoen.

Na de lunch opnieuw naar Oxford. Poging twee. Zus was nog in de basisschoolleeftijd en had haar knuffelbeer meegebracht. Toch best spannend allemaal. De reis ging voorspoedig en Oxford was prachtig. Totdat ze tijdens een kopje thee ontroostbaar begon te huilen. Tranen met tuiten en de grootste snikken. Wij waren in Oxford. Beer was nog in de bus. Mijn vader aarzelde geen seconde.

Daddy to the rescue. Naar de VVV. Busmaatschappij gebeld en meteen actie ondernomen, met aan zijn ene zijde een dochter met voedselvergiftiging en aan zijn andere zijde een dochter die net haar lievelingsbeer was kwijtgeraakt. Toen was daar hoop! Hoop voor Beer!

Wat zegt u meneer, ja wij hebben inderdaad een knuffel gevonden op lijn 6. Oh van uw dochter. Ja meneer ik begrijp het. Maar ik kan u niet helpen. U moet begrijpen dat we in verband met al dat gedoe met de IRA meteen moesten handelen. De beer is onschadelijk gemaakt. We konden geen risico nemen.

woensdag 18 juli 2012

Fem op reis

Moerakie Boulders, Nieuw-Zeeland


Ongeveer een jaar geleden schreef ons allerliefste Fem over haar wilde wereldplannen. Baan opzeggen, goed voorbereiden en dan gaan. Inmiddels is ze terug en vol nieuwe ervaringen en indrukken. En nieuwe plannen. Jaloers lazen we haar blog tijdens haar mondiale avonturen en waren zeer onder de indruk van haar fotoverslag van Nieuw-Zeeland. Iets met reiskriebels.
Check haar blog, Fem is terug maar de avonturen blijven komen.

vrijdag 13 juli 2012

Vakantietip #2: vakantiecalamiteiten en de muzikale oplossing

Denk eens aan een vervelend vakantieprobleem. Daar hoeft het niet per se vrijdag de dertiende of zwarte zaterdag voor te zijn. Bijvoorbeeld een vertraagde ICE, een overboekt Air France-toestel of een dag van 40 graden en dan vastzitten op de ringweg van Istanbul. Zorg dan dat je naast de verzekering, het potje pindakaas en de reisapotheek ook de volgende muziek bij je hebt. We garanderen dat je de vakantiepech als minder zwaar en vervelend zal ervaren.

Situatie 1: de el cheapo luchtvaartmaatschappij heeft je bagage doorgevlogen naar Heraklion terwijl de bestemming Malaga is, en je staat aan de balie op vliegveld Brussel Zuid je geduld te verliezen. Je krijgt geen bonnetje voor gratis koffie want op dit vliegveld zijn geen faciliteiten. Je hebt te horen gekregen dat je pas de volgende dag met de dan hopelijk gevonden bagage kan doorvliegen en op de koude Belgische plavuizen zal moeten overnachten.
Muzikale oplossing: Vampire Weekend de meest gehypte indieband van de zeroes maar als we eerlijk zijn zorgt VW vooral voor een goede nachtrust door hun saaie liedjes en eentonige zanglijnen. Kortom, je wordt er zen van en het bevordert je relativeringsvermogen en de nachtrust. Mocht je echt niet kunnen slapen, overweeg dan Tim Knol, de Nederlandse singersongwriter en het is gegarandeerd snurken in de vertrekhal. Een andere tip van Nederlandse bodem is Chef's Special.
Ook te gebruiken bij: forenzen in de trein, tijdens het hutje mutje zitten in de spits kan je wel wat ontspanning gebruiken zonder dat je per se echt van de muziek hoeft te genieten.Gewoon om je eigen zone te bewaken.

Situatie 2:
de rondreis door de woestijn van Arizona was een heel goed idee en de reis is fantastisch, maar ondanks de voorbereiding en een uitvoerig studie van de Lonely Planet had je toch niet helemaal goed ingeschat hoe saai en lang de weg langs de grens met Mexico zou zijn. Alleen maar cactussen en tumbleweed en immer gerade aus.
Muzikale oplossing: Gogol Bordello, de band zal je energieniveau beter aanvullen dan vijf blikjes Red Bull en het risisco om in slaap te vallen is minimaal. Bijkomend voordeel is dat het accent van de zanger zo dik is dat de Amerikanen de tekst waarschijnlijk niet kunnen verstaan en je met de ramen open kunt rijden zonder gearresteerd te worden wegens schending van de openbare orde.
Ook te gebruiken bij: een weekendje weg met de schoonfamilie op het moment dat je even een momentje voor jezelf nodig hebt (lees: afreageren).

Situatie 3:
om vervelende verplichte feestdagenvreetpartijen, last minute shoptrips naar de traiteur en ongemakkelijke familiegelegenheden te vermijden, boek je tijdens de feestdagen toch maar een weekje weg. Helaas een klein budget dus het wordt Hongarije eind december. Daar is het dan -8 en je bent eigenlijk veroordeeld tot rijden in de huurauto omdat buiten tijdens het toeristisch fotograferen je vingers eraf vriezen.
Muzikale oplossing: The Best of Communism, de opzwepende klanken van de Internationale slepen je er doorheen. Vergeet bij de toeristische winkeltjes geen bontmuts aan te schaffen. Leuk voor het thuisfront ook en meteen praktisch bij deze temperaturen.
Ook te gebruiken bij: demonstraties op het Binnenhof, themafeestjes in een studentenhuis of om oudere generaties op de kast te krijgen.

Situatie 4:
het leek een goed idee om bij dat stalletje op straat zo'n lekkere samosa te kopen. Maar als je een paar uur later met je afritsbroek op de enkels staat te squatten boven een Thais gat in de grond, heb je er ontzettend veel spijt van. Diarree en koorts. En door de voedselvergiftiging wordt je PADIexamen je ook al door de neus geboord. Ziek en belabberd en dat zal de komende dagen nog wel even duren.
Muzikale oplossing: Alphabeat, de band die eigenlijk net zo fout is als je geboekte all inclusive duikvakantie naar een resort in Thailand. Toch kunnen de synthesizereffecten van de band je uit de dip halen. Denk aan zangeres Stine en doe alsof ze vrolijk door je kamer danst en springt. De hallucinaties van de koorts zullen erbij in het niets vallen en de liedjes doen wonderen voor je humeur.
Ook te gebruiken bij: zomerstraatfeestBBQ gesponsord door de gemeente in het kader van prachtwijken en het bevorderen van het gemeenschapsgevoel, achtergrondmuziek als je met al je vrienden de voorbeschouwing van Eurovision doorneemt.

donderdag 12 juli 2012

Vakantiereprise: Laat mij maar op Vlieland zijn

Ik heb de wereld al ontdekt
Ik ging naar Leeuwarden en Sneek
Ik hoef er echt geen dag te wezen
Laat staan een hele week
Die enorme grote steden
Ik voelde me zo klein
Doe mij een groot plezier:
Laat mij maar op Vlieland zijn


Prachtig in al zijn eenvoud, de tekst van de Vlielandse zanger Sjoerd. Hij heeft de wereld ontdekt door Leeuwarden en Sneek. Grote steden, je voelt je er klein. Snel weer terug naar Vlieland! Mooi toch? Je zal zo'n jongen meenemen naar Las Vegas, die komt overspannen terug. Ik begrijp het natuurlijk wel, hoor. Ik had dat zelf ook een beetje bij Vegas. Iets minder bij Leeuwarden en Sneek. Maar nu ben ik een weekend op Vlieland geweest, en dan is de rest van de wereld, of dat nou Bartlehiem of New York is, toch wel overweldigend. Normaal gesproken had ik cynisch gelachen om de naïeve boodschap: Sneek en Leeuwarden en dan denk je de wereld te hebben gezien, ha! Vergeleken bij Vlieland klopt het.

Vlieland is van een magische schoonheid, in ieder geval toen ik er was. Het was mooi weer, de wind woei, de stemming was uitgelaten. Vlieland is klein. Stukje kust, stukje bos, weer stukje kust. Aan de kust liggen kleine weilanden met hierin paarden. Mooie blonde paarden met wapperende manen en harige laarsjes aan. Op een trailer die voorbijreed stond dat het IJslandse paarden waren. IJslandse paarden! Prachtig. Een blond paard in een groene wei met op de achtergrond de zee en wat bootjes. En dan maar tegen de wind in trappen op je fietsje. De zon scheen vrolijk en het was warm. Al fietsend trok ik overmoedig mijn jas uit en viel onderuit, in de modder. Lachend. Ik zit nog steeds onder de blauwe plekken maar denkend aan Vlieland lach ik.

's Avonds gingen we in het dorp luisteren naar Sjoerd, Vlielands Hessel. Het was heerlijk, totdat een man uit het publiek zich aan Sjoerd opdrong en zijn klarinet tevoorschijn haalde (nee, dit is geen metafoor voor een seksuele handeling). Hij dacht blijkbaar dat het open-mic-avond was, en begon als een bezetene klezmerdeuntjes door Sjoerd heen te tetteren. Een rare poging tot een jamsessie. Hij bleef er een uur naast hangen en niemand stuurde hem weg. De dames die cd's verkochten vonden dat we sympathie moesten hebben voor muzikaal talent. Dat hebben we ook, daarom wilden we Sjoerd horen.

Desondanks bleven we lachen, we waren immers op Vlieland! Ik wil snel weer uitwaaien en bier drinken in de zon en naar Sjoerd luisteren en op m'n bek gaan. Op Vlieland.

maandag 9 juli 2012

Toerist op eigen geboortegrond


Afgelopen weekend was ik noodgedwongen meerdere dagen in het Brabantse land. Uiteraard klinkt ‘noodgedwongen’ erger dan het was. Maar ik had geen keus, ik móést dit weekend onder de rivieren zijn. Vrijdag had ik een bruiloft waar ik donderdagavond voor moest repeteren, en zaterdag vierde mijn zus haar verjaardag. Zondag plakte ik vrijwillig een dagje Efteling aan het toch al zo lange weekend vast. Ik voelde mij toerist op eigen geboortegrond.

Sinds 6 jaar woon ik in het midden van het land. Ik vertrok niet alleen om mijn studie die kant op. Het midden van het land leek me nu eenmaal een mooi gebied om mij te vestigen. Ik vond de sfeer goed, de mensen aardig en de omgeving prachtig. En het bracht mij dichter bij mijn vriendje, die ik nu mijn meneer mag noemen. Regelmatig bracht ik nog dagjes in het Brabantse door, maar hele weekenden bleef ik nog maar sporadisch slapen. Langzaam maar zeker voelde Utrecht en omgeving als thuis. Met deze thuisverschuiving werd het zuiden een vakantieoord. Overigens wél een oord waar ik mij óók erg thuis voelde.

Dit weekend heb ik genoten van de stralende zon en liep ik door de stromende regen. Het dorpje waar ik geboren ben was toneel van de trouwdag. Ik reed mijn bijna-91-jarige oma rond in de omgeving. Slingerend over de dijken maakte ik een fietstocht langs de uiterwaarden. Ik bracht een bezoek aan een dichtbij gelegen vestingstadje. Járen had ik er een zaterdagbaantje, nu maakte ik er foto’s, net zoals alle andere toeristen. Zondag bezocht ik de Efteling. Ook daar heb ik een seizoen lang gewerkt. Nu waande ik mij ongegeneerd in een sprookjeswereld, stampte in de regenplassen en ging vier keer in Joris en de Draak.

Afstand nemen heeft effect: het Brabantse land wordt voor mij alleen maar mooier.

donderdag 5 juli 2012

De wegen naar Rome


De Rome-reis was inmiddels meer dan vijf jaar geleden en daarom besloten studievriendin B en ik dat het hoognodig tijd was om weer eens een muntje in de Trevifontein te  gooien. Beiden midden in onze studietijd was het duidelijk dat dit de vakantie met het allerlaagste budget allertijden zou worden. Er wordt wat speurwerk van je verwacht maar dan lukt het prima om een goedkope vlucht en een goedkoop hostel te vinden. Prima! Roma, stiamo arrivando!

De vader en moeder van B brachten ons naar weiland ergens in de buurt van Brussel. Blijkbaar was daar ergens een verkeerstoren en een stuk geasfalteerd land. Eenmaal aangekomen bij de incheckbalie rolden de tranen over moeders wangen. Bedroefd drukte ze haar dochter een prepaid mobieltje in de handen. Dan konden we elke avond even bellen om te vertellen of het wel goed ging. We waren al in de twintig. En we gingen een week. Dat mobieltje zou overigens nog wel van pas komen. 

Eenmaal aangekomen bij een betonnen bunker ergens in de buurt van Rome werden we hartelijk welkom geheten door een flink aantal carabinieri. Snel gingen we op zoek naar de shuttlebus. Oververhit en veel te bepakt en bezakt kwamen we in het centrum van de stad aan. Daar moesten we nog met een of andere boemel vanaf Termini naar een klein station waar vlakbij ons hostel zou moeten liggen.

Eenmaal uitgestapt bij het station begon het al te schemeren. Zonder enige spoorwegbewaking whatsoever staken we de rails over. We waren alleen en dit deel van Rome was uitgestorven. Aan de andere kant van het spoor bevonden we ons op een soort industrieterrein. De schaarsgeklede Italiaanse dames liepen druk heen en weer over de stoep en de auto's reden af en aan. Eenmaal aangekomen in het hostel was het togafeest al in volle gang. Moe van de reis en geen puf meer om de trein terug naar het centrum te pakken, aten we pizza in het hostel en hesen we ons in een wit laken. Slapen was geen optie, meefeesten was het enige dat we konden doen.

Even na middernacht zochten we ons bed op, maar na enkele uren werden we gewekt door een Amerikaans kamergenootje die onder zijn deken een heftig persoonlijk telefoongesprek zat te houden. We leerden veel over hem. Hij kon nooit meer terug naar Miami want dan zou hij door mensen uit zijn gang door zijn hoofd geknald worden. We sliepen onrustig die nacht.

De volgende ochtend propten we een punt Italiaanse vlaai naar binnen en namen de eerste de beste trein naar het centrum. We snelden door de straten en opeens om de hoek werden we net als jaren terug verrast door de schoonheid van de Trevifontein. Snel een muntje gooien, foto maken en ijsje kopen. De vakantie was begonnen.

woensdag 4 juli 2012

Vakantiereprise: Moe

Ja ik ben moe. Eigenlijk ben ik al mijn hele werkende leven moe. Toen ik begon met werken was ik soms zo moe dat ik als ik ergens een congres of lezing had de behoefte voelde om in de garderobe, onder de jassen, op het hoogpolige tapijt te gaan liggen slapen.

Tegenwoordig als ik moe ben kan ik alleen nog maar aan wuivende palmenstranden denken. Ik moet dan steeds aan Miami denken en het hotel dat we daar hadden. Dat hotel lag aan het strand. Niet het hippe strand van Miami Beach, dat lag een kilometer of vijf meer naar het zuiden, maar wel aan de Atlantische Oceaan. Vanuit de lobby liep je zo, langs het zwembad en de palmbomen, het strand op. Wij verbleven daar vorig jaar kerst. We waren allebei al doodop toen we in het vliegtuig stapten en na een reis van ruim 16 uur kwamen we met onze huurauto aan bij het Thunderbird Hotel en vielen op onze hotelkamer meteen in slaap. Na ongeveer zes uur slaap werden we, met ik geloof een omgekeerde jetlag of heet dat niet zo?, om zes uur ’s ochtends lokale tijd wakker. We trokken allebei een korte broek aan (het was december hè, onthoud dat) en begonnen aan een frisse ochtend hardloop/wandelsessie over het strand. Na het douchen staken we de weg langs ons hotel over en aten bij Danny’s aan de overkant een uitgebreid ontbijt. Daarna wandelden we wat over het strand, lagen op het strand en sliepen veel.

Eén dag vielen we zelfs om vier uur ’s middags in slaap en werden de volgende ochtend om zes uur weer wakker. We hadden de avond ervoor geen avondeten gehad en bij Danny’s bestelden we zoveel ontbijt dat we het samen niet op kregen. Ik herinner me pannenkoeken met chocola en uitgebakken spekreepjes, toast met jam, eieren met spek en thee en verse jus. Als ik heel erg moe ben verlang ik enorm naar dat hotel in Miami Beach. Met Kerst. Er is niets beters. Hoewel, aan de Golf van Mexico aan de andere kant van Florida ligt ook een stukje paradijs waar ik als vermoeide reiziger zou willen neerstrijken. De Bonita Beaches en het strand van Sanibel. Daar is de zee helderblauw en bijna warm. De stranden zijn er zo rustig dat zelfs wij er (geen strandliefhebbers in Nederland) een hele dag met een boekje kunnen doorbrengen. Er scheren pelikanen over het water en er lopen witte vogels op hoge poten statig over het strand. Soms stopt er eentje om naar je te kijken en loopt dan daarna heel rustig weer door. Daar denk ik dan daarna aan, aan dat strand. Als ik heel moe ben. En in Nederland probeer mijn ogen open te houden. Mijn ideale vakantie bestaat denk ik uit drie weken Florida in december. Geen intellectuele vakantie met slagvelden, kerken en archeologische opgravingen maar drie weken warmte middenin de winter. Ruimte, schone stranden, genoeg tentjes om te eten, af en toe een winkelcentrum en verder overdag liggen op het strand met een goed boek en ’s avonds liggen op king size bed en de playoffs kijken met een pizza of een bak chicken wings.

In Europa lukt een beetje uitrusten ook wel aardig. Je moet alleen naar een omgeving waar niet te veel te doen is. Ik denk aan één weekend dat H en ik in Brussel doorbrachten. Ik herinner me van dat hele weekend alleen nog maar de hotelkamer, het bed dat daar stond, het bad dat ze daar hadden, de bus japanners die ons omstebeurt fotgrafeerden toen wij voor het atomium op een bankje patat zaten te eten en de eettentjes waar wij ons ’s avonds naartoe sleepten als we uit bed en/of bad kwamen. Het legermuseum was dicht (Brussel beschermde ons tegen onszelf) en in het museum van schone kunsten hingen alleen annunciaties (dus na twee zalen hadden we feitelijk alles gezien en konden weer terug naar bad/bed).

Ik heb weleens dat als ik overdag thuis ben en mijn eigen bed zie, ik niets lievers wil dan er lekker in gaan liggen, maakt niet uit dat het klaarlichte dag is. Het is net de pavlov-reactie die je soms hebt als je de badkamer inloopt. Je hoeft eigenlijk niet te plassen maar je ziet je eigen wc en ineens moet je toch. Dat heb ik met mijn bed ook vaak. Daarom haal ik op zaterdagochtend vaak de overtrekken er maar vast af, dat zorgt ervoor dat ik die dag nog enigszins actief blijf. Binnenkort gaan we weer een weekendje naar een hotel. We gaan alleen maar voor het hotel. In de omgeving moet zo min mogelijk te doen zijn zodat we lekker bij kunnen slapen.

dinsdag 5 juni 2012

Eten, vriend of vijand?

Eten, het is m'n grootste vriend maar ook m'n grootste vrees. M'n grootste hobby maar ook m'n grootste vijand. Sinds mijn afvalrace van afgelopen jaar denk ik bijna onophoudelijk aan eten. Eerder ook wel, maar dan gaf ik daar aan toe, waardoor ik tijdens mijn studententijd behoorlijk ben uitgedijd. Nu denk ik eraan, probeer het te vergeten, denk er weer aan, en dat dan bijna de hele dag. Best lastig als koken en lezen over eten twee van je grootste hobby's zijn. Er aan toegeven is geen optie, ik weiger m'n kleren (die ik allemaal heb moeten vervangen) groter te kopen.

Toch moet mijn honger naar voedsel en alles daar omheen gestild worden. Mocht je dit herkenbaar vinden, volgen nu een afrader en een tip voor de komende tijd. Afgelopen week bezocht ik namelijk twee tentoonstellingen over eten. De eerste was in museum Boerhaave in Leiden, Het Gewichtige Lichaam. Thema van de tentoonstelling is de verhouding tussen dik en dun, van obesitas tot anorexia. Op de website is al het een en ander te zien aan afbeeldingen en Lein en ik bereidden ons voor op een schokkende tentoonstelling, waarna we vast geen hap meer door de keel zouden kunnen krijgen. Helaas viel de tentoonstelling wat tegen. Twee zalen met wat affiches, prenten, beeldjes en een videomuur van L.A. Raven. Een beetje ouderwets en niet veel meer dan al op de website te zien was. Daarna hadden we gewoon honger en hebben we heerlijk Thais gegeten. Beetje jammer dus.

Onder het motto 'Brusselicious' is Brussel dit jaar gastronomische hoofdstad van Europa. Terecht, je kan er werkelijk fantastisch eten. Dat heb ik afgelopen weekend ook gedaan: terrine van gegrilde groenten, waterzooi, vol-au-vent, speculaasijs met gecaramelliseerde appeltjes. Mocht je deze zomer een weekend over hebben, ga dan naar Brussel. Dan kun je meteen ook naar de twee tentoonstellingen die vanwege het gastronomische jaar zijn ingericht. Eén in de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten en één in het Jubelparkmuseum, getiteld 'Smakelijk! Gastronomische ontdekkingen door de eeuwen heen’. Deze laatste bezocht ik en was blij verrast. Een uitputtende rondleiding langs vitrines vol kopjes, kannetjes, pannen, affiches, lepels en terrines. Het is misschien niet bijzonder vernieuwend opgezet, maar wel heel informatief. Bij elkaar staan er zo'n 300 stukken en aan de hand van deze stukken leer je over de ontwikkeling van onze eetcultuur. Wist je bijvoorbeeld dat in de zestiende eeuw in Italië al roomijs werd gemaakt, gekoeld met sneeuw en ijs uit de bergen? Fascinerend, niet waar?

In beide musea was de museumshop een feest. Ik ben dan ook dol op museumshops. Lein kocht in Leiden een boek over de psychologie van het eten, in Brussel kocht ik een boek over beschermde Europese streekproducten. En zo lees ik me een weg door mijn niet te stillen honger. Mocht het niet baten, dan gewoon lekker eten en een extra rondje hardlopen. Als het er op aankomt is eten toch meer mijn vriend dan mijn vijand.

dinsdag 8 mei 2012

Vakantieveilingen.nl

Dit is een gastcolumn van gastcolumnist Doortje

Twintig, negentien, achttien… Zal ik al klikken? Ik typ alvast mijn bod in: 36 euro.

Veertien, dertien, twaalf…

Nog even... Nog even…

Negen, acht...

Ik houd het niet meer! Ik klik op 'Bied mee'!

Waaaat?! Inloggen?! Was ik uitgelogd dan?! Razendsnel tik ik het wachtwoord in, maar het is al te laat. ‘GESLOTEN’ verschijnt er in grote witte letters op een zwarte ondergrond. Ik laat m´n adem ontsnappen, en kijk nog even naar het laatste bod. 40 euro, dat scheelt…

Het begon met de wens er een paar daagjes tussenuit te gaan met man en kind, en inmiddels ben ik verslaafd. Tenminste, dat denk ik, want ik heb vakantieveilingen.nl pas 36 uur geleden ontdekt. Maar sindsdien gaat om de paar uur mijn wekker. Mijn eerste poging zat nog vol beginnersfoutjes. Al twee uur voor het einde van de veiling plaatste ik mijn tweede bod – niet wetende dat het in de laatste seconden pas menens zou worden. Het lukte me nog net om ‘25’ in te typen tussen alle opeenstapelende biedingen door, maar iemand was me voor en ‘won’ de vakantie voor 25 euro… Het is toch een hele kunst om op het laatste moment als eerste - met een zo laag mogelijk bod - de hoogste bieder te zijn… Een paar uur later had ik al 26 ingetypt terwijl de teller op tien seconden stond, maar weer was iemand me voor. Van de schrik drukte ik op ‘Enter’ in plaats van op ‘Backspace’…

Inmiddels heb ik uitgevonden dat 'mijn' vakantie normaal 100 euro kost. Eigenlijk stom dat je die dan voor een euro meer of minder door je neus laat boren. Zouden wij Nederlanders dan echt zo gierig zijn als bijvoorbeeld de Engelsen beweren? Als dat waar is, dan zouden de Engelsen tijdens zo'n veiling waarschijnlijk ook veel hoger uitkomen... Dat zou ik weleens willen uitzoeken.

Maar eerst wil ik mijn vakantie, dus zie ik voor de zesde keer de laatste seconden van de veiling wegtikken. Hoewel deze veiling gisteravond nog op 45 euro eindigde, staat nu – met nog tien seconden op de teller – het laatste bod op 11. Ik typ 31 in en wacht...

Vijf, vier...

Ik klik op 'Bied mee'.

Drie, twee...

Ik klik op ‘Oké’.

Eén... GESLOTEN!

IK HEB HEM!!! JOEHOE! We gaan op vakantie!

Na een vreugdedansje met manlief en een knuffel voor kindlief die van schrik in huilen is uitgebarsten, zijg ik weer neer achter mijn laptop. Terwijl de euforie nog door mijn aderen stroomt, betrap ik mezelf erop dat ik alweer aan het zoeken ben naar een volgende veiling. Kunnen we er niet een paar daagjes achteraan plakken? Of een avondje weg? Of een dagje uit? Of...? Nu weet ik het zeker: ik ben verslaafd.

donderdag 26 april 2012

Niet te stillen Disneyhonger

Sommige mensen worden gillend gek bij alleen het idee al, maar ik zoek Disneyland Parijs meerdere keren per jaar op. Vrijwillig, ja. Naast het sparen van Teletekstpagina’s en het bemoederen van mijn kat heb ik dus nog andere vreemde hobby’s. In juli 2010 begon mijn Disneyverslaving. Toen ging ik met mijn broer vijf dagen lang naar Walts grote geldmachine. We bekeken shows met dansende beren en verlichte vlinders, gilden onze longen uit onze lijven in attracties en stalkten zo veel mogelijk Disneyfiguren om met ze op de foto te gaan. Ik had het idee dat het kind in mij was vrijgelaten. Waarom zou ik anders achter Mickey Mouse aan willen rennen?! Aan het einde van dag vijf van onze trip was ik het park nog steeds niet zat. Gelukkig had ik een abonnement gekocht.

Dus ik vertrok een paar maanden later weer naar het magische pretpark, dit keer met een paar vriendinnen. We beleefden veel plezier met elkaar en onze grote Disneyvrienden. Thuisgekomen vond ik dat mijn meneer al deze vrolijkheid ook maar eens moest meemaken. Nu is mijn meneer geen verstokte pretpark- of Disneyfan. (Dat is prima. Verder passen we gelukkig goed bij elkaar.) Wonder boven wonder wist ik hem om te praten: hij kocht – onder druk van zijn Disneyminnende vrouw – een abonnement. We combineerden enkele vakanties met bezoekjes aan het park. Tot zover ons Disneyavontuur. Dachten we.

Maar toen kwam de marketingmaffiamachine van het pretpark in beweging. Disneyland Parijs bestaat namelijk 20 jaar dit seizoen. Het complete paradijs heeft een nieuw likje verf gekregen en een paar creatieve breinen hebben een state-of-the-art vuurwerk-, laser- en lichtshow ontworpen. Bij het horen van dit nieuws ging mijn Disneyverslaafde hart tóch weer sneller kloppen. Ik maakte plannen om wéér te gaan. Al die nieuwe festiviteiten kón ik toch niet missen?! Mijn meneer streek zuchtend zijn hand over zijn hart en eiste dat hij dan niet alle dagen mee hoefde. Ik jubelde en ging akkoord. 

Het afgelopen weekend haalde ik mijn hart op in Disneyland Parijs en liep mijn meneer cultureel verantwoord in het Louvre rond. Terwijl ik een privérondleiding kreeg waarbij ik alle ins & outs over het pretpark leerde, stond mijn meneer naar Venus en Mona Lisa te staren. En toen ik voor de laatste keer een blik wierp op het glinsterende roze kasteel, wist ik dat het mooi was geweest. Mijn Disneygekte heeft lang genoeg geduurd. Denk ik.

donderdag 5 april 2012

Nem carne nem peixe

Portugal is een merkwaardig land. Een prachtig land, en een land vol tegenstellingen. Maar het is ook een beetje vleesch nog vis. Het is lastig om je vinger er goed op te kunnen leggen. En het is onvoorstelbaar dat een van de armste delen van de Europa net als Nederland in de EU ligt. Overal ter wereld staan mensen op, kopen een broodje en gaan later die dag weer verder. Eten en slapen is universeel. Maar in Portugal lijkt alles juist heel ver weg.
In de hoofdstad worden dranghekken klaargezet omdat de bevolking zich opmaakt voor een grote algehele staking. De Portugese communistische parij deelt flyers uit en probeert extra zielen te winnen. De politie te paard verkent de route van de demonstranten en heeft moeite de samengeklonterde toeristengroepjes te passeren. Wij duiken een restaurantje in en bestellen een biertje, moe van de stadswandeling en de indrukken van de dag. Op weg naar het hotel wordt op elke straathoek drugs aangeboden, de dagen erna nemen we toch maar tram 28 naar huis. We slapen er niet minder om.
Bij het met waarschijnlijk flink wat Europees geld perfect onderhouden klooster in het toeristische stadje worden aan de lopende band bussen vol reizigers uitgeladen. Onder het deskundige toezicht van de gids wordt er druk geluisterd en druk op de knop van fototoestellen gedrukt. Vijf minuten later zijn ze weer weg, het is bijna een belediging voor de bouwers van het klooster. De Romeinse ruïnes verderop zijn alleen bereikbaar via een ongeplaveide modderweg. Het is vervallen, zelfs voor een ruïne. Hier komt niemand. Geen toeristen, dus geen opknapbeurt en zeker geen pasteleria in de buurt. Met onze Focus halen we buiten de bebouwde kom een paardenkar in.
Op het platteland heb je voor twee tientjes een koningsmaal terwijl je in de grote stad minstens het dubbele kwijt bent. En dat in het enige restaurant in het dorp. Nog even langs de Lidl is er niet bij. Je bent afhankelijk van de grillen van de plaatselijke mini mercado die waarschijnlijk drie uur lang lunchpauze neemt. Je bent naïef als je denkt dat de bordjes van de wandelroute goed geplaatst zijn. Of dat de routebeschrijving van je wandeling nog klopt. Voor je het weet ben je vijf kilometer verder. Na drie uur door de heuvels ploegen storten we kapot en oververhit in. We bestellen een tosta in het enige cafeetje dat open is, en worden bediend door een Nederlandse dame met een zachte G. Op de terugweg komen we alleen de schaapsherder tegen met zijn kudde.
Portugal: hate it or love it. Ik ben er nog niet uit.

maandag 27 februari 2012

Kleine ergernissen... in het verkeer

Heb je ze ook, van die kleine ergernissen die je steeds weer op je zenuwen werken? Ik merk dat ik daar steeds gevoeliger voor word én dat die mini-irritaties steeds groter worden. Ik wil daar vanaf. Tijd dus om wat kleine kwellingen te spuien voordat ik een zuur oud wijf word! De setting voor deze column: het verkeer.

Zachtjes optrekken, maar wel op de linkerrijstrook staan
Ik zal het meteen maar opbiechten: ik houd van lekker doorrijden. Ik trek graag snel op en zit graag vlotjes in z'n 5. Stel je het volgende scenario voor: ik sta rechts bij een verkeerslicht. Links van mij staat een dikke bolide. Het stoplicht wordt groen. Ik trek flink op en haal de bolide rechts in. Met m'n Matizje. Tja, da's niet handig. Maar het gebeurt wel 's. En netjes links inhalen kan ik niet, want daar rijdt de dikke bolide met een slakkengangetje! Grr. Als je een Mercedes hebt, rijd die wagen dan ook hoe 'ie het verdient: lekker vlotjes!

Niet kijken
Ondanks dat ik graag snel rijd, kijk ik wel goed om me heen. Vooral op de snelweg lijkt me het essentieel om goed in je spiegels en over je schouder te kijken voordat je van baan wisselt. Helaas maak ik het iets te vaak mee dat een bellende, Facebookende of gewoon niet oplettende bestuurder zijn/haar auto ineens voor de mijne gooit. Gevolg: ik schrik en moet direct op de rem, wat weer stress bij andere bestuurders tot gevolg heeft. Niet handig!

Italianen
Vorige week was ik op vakantie in Rome. Het mag een wonder heten dat ik nog leef. Ik heb nog nooit een volk zo levensmoe zien rijden als de Italianen. Ongelooflijk dat daar niet meer verkeersdoden vallen dan de ongeveer 13 per dag nu. Ik denk dat motto van de autorijdende Italiaan 'we kijken wel of het lukt' is. Scooteraars zoeven door het verkeer op zoek naar de gevaarlijkste plekjes in je dode hoek. Als ze dat plekje gevonden hebben, proppen ze hun tweewielertje ertussen en halen je in voordat je het in de gaten hebt. Nog een ander interessant verkeersfeit over Italië: rijbanen bestaan er niet. Die worden gewoon al rijdende gevormd. 't Is dat je het even weet voor je volgende vakantie! Neem in Italië het OV, daar red je je eigen leven mee.

Wat zijn jouw grootste kleine verkeersergernissen?

dinsdag 7 februari 2012

Gehaakte wc-rolhouder

Al sinds mijn vroege jeugd vraag ik me iets af. Over iets dat ik al een hele tijd niet meer gezien heb. Eigenlijk is het niet één vraag, het is een complex vraagstuk. Vroeger zag ik namelijk heel vaak een vreemd voorwerp in auto's. Nu nog steeds wel, bijvoorbeeld achteruitkijkspiegels met grote, wild-bungelende voorwerpen. Of een hoedenplank vol knuffeldieren. Maar dat verbleekt allemaal bij één vakantie-obsessie uit mijn jeugd: de gehaakte wc-rolhouder.

Er is veel dat ik niet begrijp aan de gehaakte wc-rolhouder. Het eerste dat ik me hierover afvroeg als meisje van vijf, achterin de Opel Ascona (waarvan ik nu nog het nummerbord weet terwijl ik mijn huidige nummerbord niet eens kan onthouden), op weg naar de camping in Frankrijk, hopend dat mijn broer niet weer zou gaan overgeven: waarom zou je een wc-rol in de auto hebben? Misschien zaten er in die auto's ook allemaal mensen die last hadden van wagenziekte? Dan kon je met de wc-rol de auto weer opruimen. Dat is handig. Of misschien durfden deze mensen geen gebruik te maken van het wc-papier in de ranzige snelweg-wc's in Frankrijk en hadden daarom zelf een rolletje meegenomen. Misschien gingen ze überhaupt niet meer op de wc en hadden ze papier bij zich voor in de bosjes? Maar dan ook in Nederland, want ik zag ook als ik niet op vakantie was veel auto's met wc-rollen. Fascinerend.

Alleen, waarom zou je dan die wc-rol op de hoedenplank willen zetten? Eerst vroeg ik me af waarom je een hoesje om de wc-rol zou doen, maar dat was natuurlijk omdat een kale wc-rol op de hoedenplank geen gezicht was, dat was me wel duidelijk. De belangrijkste vraag was en is dus voor mij: waarom moest de rol op de hoedenplank en niet in de achterbak? Dan hoefde je namelijk ook geen hoesje te breien. Overigens heb ik later ook gebreide tissuedooshoezen gezien, dus blijkbaar moeten tissues en wc-rollen op de hoedenplank staan. Of niet?

Bij nader inzien denk ik toch dat de hoedenplank een gevolg van de gebreide hoes is en niet andersom. Het moet een uit de hand gelopen hobby zijn van de vrouw des huizes (de metro-man bestond nog niet, dus het ging echt om breiende vrouwen). In mijn jeugd was breien namelijk erg populair en ik vermoed dat de overijverige breisters alles wilden versieren met hun breisels. Desnoods de wc-rollen. Net als nu, eigenlijk. De gehaakte wc-rolhouder is de versierde lantaarnpaal van toen. Wildbreiers avant la lettre! Daarom heb ik ook goede hoop dat de houder zal terugkeren in het straatbeeld, dat zou toch prachtig zijn? Als wij weer allemaal heel nostalgisch rondrijden met een versierde wc-rol in de auto?

Mocht je zelf ook graag een gehaakte wc-rolhouder op de hoedenplank hebben, dan vind je hier een patroon. Kan je er dan ook meteen een voor mij maken? Graag in de vorm van een hoedje, dankjewel.