woensdag 31 maart 2010
Pretentieuze hobby-kok
De dames zijn echter stuk voor stuk hobby-koks en ik krijg langzaam het idee dat hieraan ook een zekere status wordt ontleend. Om te beginnen koopt iedereen zich een slag in de rondte aan toonaangevende kookboeken van beroemde chefs, met name Nigella Lawson, die inmiddels de status van eet-godin verkregen heeft (niet bij mij, maar in mijn omgeving wel). Van haar moet je er minstens één hebben, bijvoorbeeld ‘Hoe word ik een goddelijke huisvrouw’. De meer intellectuele hobby-kok koopt hem zelfs in het Engels, zodat je eerst alle maten moet omrekenen en maatschepjes moet kopen (tenzij je uit je hoofd weet hoe 1/3 cup of shallots er uitziet). Vriendin M. heb ik eens verschrikt zien kijken naar Eef en mij, terwijl Eef als een soort onstuitbaar orakel van werkelijk ieder recept in mijn exemplaar een recensie gaf. Met open mond luisterde zij toe. Toen Eef weg was zei M.: ‘Wauw, dat moet ik ook hebben.’ Ze kon niet achterblijven en de volgende dag had ook zij een exemplaar. Ik denk dat ik nu niemand meer ken die niet besmet is.
Een collega vertelde dat ze eigenlijk alleen maar uit pakjes kookt en nooit van een recept uit een kookboek en ik merkte dat daar met enig medelijden en zelfs ook met misprijzen op werd gereageerd. Je hoort toch minstens twee keer per week een recept te gebruiken. Ik ben zelf ook aangetast en kook inderdaad minstens twee keer per week een nieuw recept, tot vreugde van de meneer, die mijn grootste fan is. Het ergste voor de hobby-kok is namelijk het ontbreken van liefhebbers van je brouwsels. Toen ik afgelopen week bij vriendin N. was vertelde zij over haar vriendin J. die volgende week voor het eerst zal deelnemen aan onze lees- en eetclub. Wat mij het meest is bijgebleven was de opmerking ‘J. is echt de allerbeste kok die ik ken, niemand kan zó goed koken als zij!’ En dat dan vijf keer hè. Ik voelde me na drie keer zwaar beledigd en ik denk dat Eef en M. zich ook beledigd mogen voelen, want die hebben ook al heel vaak voor N. gekookt. Het zal me niets verbazen als komende keer het eetgedeelte ontaardt in een grimmige kookwedstrijd, met als doel J. te ontmaskeren als een middelmatige kok.
Zoals bij iedere trend is ook aan de hobby-koks al menig tv-programma gewijd, met voor mij als hoogtepunt ‘Smaken verschillen’. De deelnemers aan dit programma zijn allemaal dezelfde pretentieuze eikels die met een hoop dedain spreken over hun medekandidaten. Bij het doornemen van de menukaart hoor je dingen als ‘O ja, lamsrack, kan heel lekker zijn, maar het ligt er heel erg aan hoe je het klaarmaakt’. Geldt dit niet voor al het eten? Of: ‘Hm tja, quiche, best lekker zo voor doordeweeks als je een keer haast hebt, maar toch niet als je aan een kookwedstrijd meedoet?’ Wat een pretentieus gelul. Lekker koken is leuk, maar kom op, het is eigenlijk gewoon het volgen van wat instructies. Als je kan lezen en twee handen hebt, ben je al een heel eind.
Het programma is vreselijk en daarom ook zo mooi. Heeft iemand zich in de keuken te pletter staan zwoegen op een trio van chocola, dan is er altijd wel een zeikerd die vraagt of je het ijs ook wel zelf gemaakt hebt. Eén keer zag ik een meisje in gevecht met een wijnfles en een kurkentrekker, toen bleek na veel duwen en trekken dat het een schroefdop was. Aandoenlijk. Je zou bijna zelf ook zo gaan staan en dan meteen voortaan als er iemand bij je komt eten lekker een ouderwets bord Chicken Tonight neerzetten. Want dan kook je dus ook gewoon van een recept hoor. Dat is pas lef hebben als hobby-kok: de moeite nemen om dat op smulweb te plaatsen. Let ook even op de serveertips: 'diep bord, macaroni en daar boven de saus, het zou lekker zijn met een frisse ijsberg sallade' [sic] Doe er je voordeel mee.
Naschrift: deze column is uitgesteld toen bleek dat Aaf net ook over hobby-koks had geschreven. De leesclub is inmiddels bijeengeweest en J. kan inderdaad goed koken. Ze heeft zelfs zo'n ijzeren koker om een torentje van je rijst mee te maken. Dan weet je het wel.
dinsdag 30 maart 2010
Ik wil op een cruise
Ik heb me wel eens verdiept in cruises. Mij eindconclusie was dat het geweldig maar onbetaalbaar is. Of in iedere geval is het wel heel veel geld voor een vakantie. Als ik een miljoen zou winnen zou ik wel op cruise willen. Ik twijfel of ik dan een cruise door de fjorden van Noorwegen zou willen doen, een cruise door de caraïben of een cruise langs de eilanden van Hawaii.
Wij zijn één keer in Noorwegen geweest en ik denk dat het tot nu toe het mooiste land is dat ik ooit bezocht heb. Ok, ik heb niet enorm veel van de wereld gezien, maar Noorwegen was echt adembenemend. Eén keer keken wij hoog vanaf een fjord naar de blauwe diepte onder ons en zagen daar een heel klein cruiseschipje varen. De mensen op die boot moeten vast fantastisch uitzicht hebben gehad. Het enige nadeel aan een cruise door de fjorden, dat heet trouwens een Hurtigrutenreis, is de kans op slecht weer. Zo'n cruise doet altijd Bergen aan en dat is nu net het stadje in Noorwegen waar het meer dan 300 dagen per jaar regent. En ik weet uit ervaring dat het ook buiten Bergen flink kan regenen. Maar ach, als ik een miljoen win dan doen we eerst de Hurtigruten en daarna vliegen we door naar de Caraïben of Hawaï.
In het Caribische gebied weet je zeker dat het mooi weer is. Dat is denk ik het grote voordeel van en cruise door dat gebied. Ik weet niet of het aandoen van tien verschillende eilanden nou zo de moeite waard is, uiteindelijk wordt zo'n reis een grote blur van cocktails, zand, zon en blauwe zee. Ook geen straf, maar toch anders dan Noorwegen.
De derde optie is een cruise langs de eilanden van Hawaï. Die eilanden hebben ook veel natuur te bieden en dus lijkt zo'n cruise me een goede mix van zon, zee en strand én leuke dingen om te bekijken. De boot moet dan natuurlijk wel even stoppen bij het eiland van de heilige Damiaan, anders is de reis niet compleet.
Nou is het aantrekkelijk van een cruise niet alleen het feit dat je vanaf een boot al liggend in de zon allerlei leuks ziet. Nee, een cruiseschip biedt ook heerlijk vermaak. Het is een soort varend mini-Vegas. Wij zijn één keer een nacht op een ferry van Noorwegen naar Denemarken geweest en op die ferry hadden ze zelfs verschillende eettentjes, winkeltjes, gokhallen en bowlingbanen. Een cruiseschip heeft dit allemaal ook, maar nog veel en veel meer keuze dan die suffe ferry van ons met die krijsende Nederlandse gezinnen die verkreukeld uit hun stationwagens kropen.
Nee, als ik ooit een miljoen win, dan graag een cruise. Gewoon om eens te kijken hoe dat is. En om lekker bruin te worden natuurlijk.
maandag 29 maart 2010
Open en bloot
Niet iedereen is zo op zijn of haar privacy gesteld. Al eerder wees ik op de knop boven deze blog, waarmee je door kan surfen naar een andere blogger. Ik klikte, bij wijze van research voor deze column, nog maar eens op de knop en ja hoor, daar was de blog van Klaas, Alianne, Sven, Matte en Marit uit Gouda. Klaas en Alianne vinden het geen probleem dat wij weten hoe hun kinderen er uitzien, waar ze wonen, wat er in hun huis staat en dat ze er blijkbaar van dromen onderdeel uit te maken van het Zweedse koningshuis...
Nog weer een blog verder kom ik uit bij een Amerikaans stel dat schrijft over hun zwangerschap. Dit allemaal ook weer met naam en toenaam, adres, foto's, alles. Zo lees ik net dat het een meisje wordt en dat ze al maanden de naam voor dit meisje weten, Zoe, en dat ze op de babyshower cadeau's kregen met die naam erop.
Maar eigenlijk valt dit allemaal nog best mee. Zeker als je het vergelijkt met waar ik pas op stuitte. Een studiegenoot van mij houdt al een hele tijd een blog bij waarop hij zijn dagelijks leven beschrijft, inclusief alle interessante en minder interessante details. Van de week viel mijn oog op een verhaal van hem over zijn vrouw. Ik dacht 'goh, interessant, even kijken', klikte en van schrik klikte ik de pagina weer dicht. Hup, think happy thoughts, zo snel mogelijk vergeten en weer door.
Een paar dagen daarna stond ik in de bus met een andere studiegenote, ik had haar een hele tijd niet gezien en we namen natuurlijk even al onze gemeenschappelijke kennissen door. Het was even stil en toen vroeg ze of ik bovengenoemde studiegenoot nog kende. Jaja, die kende ik nog wel, ik las zijn blog af en toe. 'Ja!', riep M., 'Die blog heb ik net ook gezien! Ik was bij vriend D. en die wees me erop! Heb je die foto's gezien!' Ja, die foto's had ik gezien. Vanwege die foto's had ik de pagina ook weer weggeklikt. Het waren namelijk blootfoto's van zijn vrouw. Kunstzinnige blootfoto's, dat wel. Maar toch, blootfoto's van je partner op internet, met naam en toenaam, ik weet het niet hoor. Zoals Eef het treffend zei: het zal wel heel erg bourgeois zijn om dit ranzig te vinden en niet kunstzinnig. Ben ik nou zo achterdochtig of zijn deze mensen heel naïef? Je wilt toch niet dat mensen die elkaar vijf jaar niet hebben gezien in de bus staan te gieren van het lachen om de blootfoto's van je vrouw? Van je niet al te slanke vrouw? Grimmig kijkend, onderuitgezakt op een stoel? Ik dacht het niet.
vrijdag 26 maart 2010
Raar
Rare kabouterplaatjes
I would like to thank…
Volgens een artikel in ‘De Telegraaf’ van vrijdag 19 maart jl. rust er een vloek op de Oscars. De winnaressen van de Oscar voor beste actrice vanaf 1997 zouden snel na afloop van de uitreiking een relatiebreuk meemaken. Het hele artikel kunt u hier vinden, inclusief alle ongelukkige actrices, van Helen Hunt tot Kate Winslet, die hun partner kwijtraakten.
Op het eerste oog denk je dan: ‘tja, het is Hollywood, daar zijn relatiebreuken schering en inslag en die sterren maken er zo vaak een potje van.’ Tijdschriften en hele televisiezenders zijn gewijd aan het leven en het gedrag van de sterren. Verbaasd ben je dan eigenlijk niet, dat de actrices die een Oscar voor beste vrouwelijke hoofdrol winnen, ook hun portie liefdesverdriet kennen.
Maar hoe zit het dan met de beste acteurs? Over dezelfde periode 1997 tot nu genomen, komt er ineens een heel ander beeld uit. Dan lijkt Hollywood helemaal niet zo’n poel van verderf. Oké, met de winnaar van 1997 begint wellicht niet al te best, maar Jack Nicholson valt mijn inziens in de “buitencategorie”. Roberto Begnini (1998), Denzel Washington (2001), Philip Seymour Hoffman (2005), Forest Whitaker (2006), Daniel Day Lewis (2007) zijn al jaren (soms tientallen jaren) gelukkig getrouwd, Sean Penn (2003 en 2008) is sinds 1996 samen met vrouw Robin Wright Penn, ondanks strubbelingen. Russell Crowe (2000) is sinds 2002 getrouwd met de vrouw waarmee hij al samen was ten tijde van zijn Oscarwinst. Kevin Spacey (1999 en beste bijrol 1995) is heel discreet over zijn privéleven en schijnt jarenlang een relatie met een vrouw te hebben gehad, ondanks aanhoudende geruchten over homoseksualiteit. Adrien Brody (2002) en Jamie Foxx (2004) waren zover bekend vrijgezel. De meest recente winnaar, Jeff Bridges, is al sinds 1977 getrouwd. De heren hebben over de hele linie (uitgezonderd “Bad boy Jack”) een heel degelijke reputatie. Hmm, dat is dan wel opvallend.
Terug naar de dames. Waarom dan 1997 genomen als arbitrair jaartal? Zolang er geen aanwijsbare oorzaak is, zoals bijvoorbeeld een zigeunerin die de vloek in dat jaar zou hebben uitgesproken of de kwade invloed van de geest van een gestorven winnares, lijkt het jaartal 1997 vooral gekozen, omdat de winnaressen die in de jaren daarvoor wonnen, buiten “de vloek” vielen, want zowel Frances McDormand (1996) als Jessica Lange (1995) zijn al jarenlang gelukkig getrouwd met respectievelijk regisseur Joel Coen en acteur Sam Shepard. De winnares tussen hen in, Susan Sarandon is weliswaar gescheiden van acteur Tim Robbins, maar ze waren al getrouwd sinds 1988 en bleven ook na Sarandon’s winst in 1994 nog heel lang bij elkaar. Actrice Holly Hunter (1993) trouwde pas later met cameraman en tweevoudig Oscarwinnaar Janusz Kaminski, waar ze inmiddels weliswaar gescheiden is, maar ook al weer jaren samen met haar huidige partner.
En hoe zit het dan met de winnaressen voor beste vrouwelijke bijrol? Hebben die net zulke rampzalige relaties? Wederom vanaf 1997 genomen, is datzelfde patroon niet merkbaar: hoewel Kim Basinger (1997) een zeer publieke vechtscheiding had met Alec Baldwin, was Judi Dench (1998) dertig jaar getrouwd voordat haar echtgenoot overleed in 2001 en Angelina Jolie (1999) valt – evenals Nicholson – in de buitencategorie, om dezelfde reden. Marica Gay Hayden (2000) is getrouwd sinds 1996, Catherina Zeta-Jones (2002) met Michael Douglas sinds 2000, Cate Blanchett (2004) sinds 1997, Rachel Weisz (2005) sinds 2002 met regisseur Darren Aronofsky, Tilda Swinton (2007) sinds 2004 en Pénelope Cruz (2008) is samen met Oscarwinnaar Javier Bardem sinds 2007. Jennifer Connelly (2001) won met ‘A Beautiful Mind’ en ontmoette op de set acteur Paul Bettany, waar ze sinds 2002 mee getrouwd is. Blijft over: Renee Zellweger (2003) die ten tijde van haar winst vrijgezel was en alleen in 2005 een paar maanden getrouwd was met countryzanger Kenny Chesney en Jennifer Hudson (2006), die haar relatie verbrak sinds 2008 getrouwd is.
Wat maakt de actrices die sinds 1997 een Oscar wonnen voor beste vrouwelijke hoofdrol dan zo apart? Waren hun partners jaloers op hun succes? Het wordt over Hillary Swank en Chad Lowe gefluisterd. Misschien had het er ook mee te maken dat ze hem na haar eerste winst in 2000 niet bedankte? Zou daar misschien de sleutel liggen? In die dankwoorden? De speeches die werden gegeven door deze actrices zijn vaak memorabel, maar niet om de juiste redenen.
Zo is er de hysterische, incoherente variant: Paltrow, die haast hyperventileerde, de genante variant: Roberts, die arrogant was en de dirigent van het orkest beledigde en extreem jankende variant: Berry, die helemaal los ging en - Paltrow wederom, die ernaar solliciteerde dat haar Oscar alsnog werd ingetrokken.
Misschien is het gewoon toeval.
donderdag 25 maart 2010
En nu ga ik weer positief doen
“Juist met al die ellende moeten we niet vergeten het leven te vieren. Want er gebeuren dagelijks ook heel veel mooie dingen."
Nou, als Doutzen Kroes het zegt dan zal het wel waar zijn. Ik zal proberen vandaag wat meer te glimlachen dan. En me positief uit te laten over anderen. Maar dan moet ik eerst even het volgende kwijt.
Want Doutzen, jij hebt makkelijk praten. Jij bent je baan niet kwijtgeraakt of zit niet met een woekerhypotheek en je bent je geld niet verloren bij DSB of Icesave. Ook een minder erg scenario is denkbaar hoor. Mensen die al jaren geen cent méér zijn gaan verdienen ondanks de inflatie. Mensen die geen steek verder komen in hun baan. Mensen die de halve winter in deeltijd WW hebben gezeten en thuis de bloemetjesgordijnen het liefst van het plafond willen rukken. Mensen die in een lelijke huurflat wonen waar de vuilniszakken van het balkon worden gegooid. Ik erger me rot aan dit soort makkelijk geuite maar loze kreten. Zeker van mensen die geen idee hebben waar ze het over hebben.
Oh, ik weet dat mensen mij nu gaan verbeteren. Want Doutzen weet wel degelijk wat ellende is. Doutzen is namelijk ambassadeur voor Dance4life. Deze organisatie wil met name jonge mensen bewegen om te dansen tegen Aids. En zo doet Doutzen goed in de wereld. Ik wist niet dat aids kon worden genezen met dansen. Ik ben geen arts, maar het lijkt mij niet zo’n effectieve methode eerlijk gezegd. Ik snap ook niet wat dansen met aids heeft te maken. Misschien is het zelfs zo dat al te opzwepend gedans leidt tot onbeschermde sex. Overigens vind ik de uitspraak dat mensen positief moeten worden wel dubieus uit de mond van iemand die aan aids-preventie zegt te doen. Ok, dat is echt een heel flauw woordgrapje.
Ik wil alleen maar zeggen: ‘Doutzen, Telegraaf, alsjeblieft, verzin iets beters om in de publiciteit te komen c.q. je krant vol te krijgen.’ En nu ga ik weer positief doen.
woensdag 24 maart 2010
Zoekopdracht van de week
vieze honden schuurfeest
Modern-klassiek
Zondag was ik in het conservatorium in Den Haag bij een uitvoering van het orkest van vriendin M., die hier hoorn speelt. Je denkt misschien 'hoorn? wat is dat?', wel de hoorn is een mooi koperen blaasinstrument, in een rondje gedraaid, met een prachtig, warm geluid. Ik was al eerder naar concerten van haar geweest en inmiddels is mijn oor zo geoefend dat ik de hoorn er feilloos uit weet te plukken, terwijl ik deze vroeger steevast door elkaar haalde met de trombone.
De trombone speelde tijdens het concert een prominente rol, met name voor de pauze, toen er een stuk werd opgevoerd van Jan Sandstrom, getiteld 'Don Quixote of La Mancha'. Ik had er nog nooit van gehoord, maar goed ik ben dan ook niet ingewijd in de wondere wereld van de modern-klassieke muziek. En ik betwijfel nu ook of je het zo wel mag noemen, maar goed, ik ben oningewijd, dus het geeft vast niet. Ik heb vroeger eens met mijn vader naar het programma 'Vrije geluiden' gekeken en toen ontdekte hij plotseling 'zijn' instrument. Mijn vader dacht altijd dat hij te onhandig was om een instrument te bespelen en heeft zich daarom maar toegelegd op het beluisteren van muziek. Tot deze zondagochtend en deze klassiek-moderne uitvoering van modern-klassiek (door mijn vader altijd 'Chinese muziek' genoemd). Want wat kwam daar in beeld als volwaardig instrument? Een aquarium!
Vol vuur spetterde de muzikant met zijn hand in de bak met water, ondertussen geconcentreerd meetellend en de bladmuziek in de gaten houdend. Ik denk dat er een crescendoteken stond, want hij spetterde steeds harder. Mijn vader sprong verheugd op: kijk nou, míjn instrument, het aquarium! Even later begon ook nog iemand op alternatieve wijze de piano te bespelen, namelijk door de klep heel hard open en dicht te doen, en we zagen in gedachte al een leuk familie-orkest ontstaan.
Zo was het zondag niet, maar ook nu was er sprake van een alternatieve bespeling van het instrument. Niet alleen was er een prominente rol voor de trombone,veel prominenter nog was de rol van de trombonist. Van hem werd veel meer gevraagd dan het louter bespelen van zijn instrument: Hij heeft als een bezetene over het podium gehopt in de kikkerhouding, zijn instrument gedemonteerd en als zwaard gebruikt, hij heeft geschreeuwd en gezongen (Engels met een zwaar Spaans accent, want wat bedoelde hij nu toch met 'I must leave, maai haaart is blied'?), hij heeft als een musicerende Rambo zijn broekriem om zijn hoofd gebonden (die vervolgens tijdens het spelen over zijn ogen zakte, geen idee of dat erbij hoorde), met zijn colbert en zijn partituur gesmeten, en uiteindelijk zichzelf in de maag gestoken met de schuif van zijn trombone. Dit alles werd omlijst met wat ik a-tonale muziek noem, ik kan het in ieder geval niet zo goed volgen als er geen duidelijke melodie in zit.
Het stuk riep zeer verschillende reacties op bij het publiek: de meesten keken serieus en meelevend toe, die waren dit hartstikke gewend en vonden het de normaalste zaak van de wereld. Een enkeling viel in slaap en ik heb ook iemand teletekst zien lezen op zijn mobiel. Een handjevol anderen schoot in de lach en dat was de groep waartoe ook ik behoorde. Ik moet zeggen dat ik genoten heb, maar of dat om de juiste redenen is weet ik niet. Maar ach, daar gaat het toch niet om? Gewoon lekker luisteren, kijken en genieten, waarvan dan ook.
Het tweede deel was een stuk toegankelijker en heb ik genoten van Tsjaikovski's vierde symfonie en natuurlijk van vriendin M., die geflankeerd werd door aan de ene kant een man van 75 die de hel van '63 had geschaatst en aan de andere kant een woeste versie van Jan Vayne, in het dagelijks leven boomchirurg, beiden ook op de hoorn. Binnenkort ga ik weer naar een concert van M., wederom Tsjaikovski en ondanks de amusementswaarde van modern-klassiek, is het toch wel een opluchting dat ik niet bang hoef te zijn de andere concertgangers af te leiden met mijn gegniffel.
dinsdag 23 maart 2010
Buitenleven
De tuinmeubelbranche blijkt sinds ik bij mijn ouders in de tuin op een tuinmeubel zat, een ware evolutie te hebben doorgemaakt. Als student en later als appartementseigenaar ben ik mij de afgelopen jaren niet bewust geweest van de razende ontwikkelingen die deze markt heeft ondergaan. Kocht je vroeger gewoon witte plastic tuinstoelen, als het een beetje geavanceerd was met een verstelbare rugleuning. Tegenwoordig is er meer keuze in buitenmeubelen dan in binnenmeubelen. Zo wordt er een grote variëteit aan maten, soorten en materialen aan tuinmeubelen aangeboden. Er zijn eettafelsets (met stoelen of banken), loungesets (complete zithoeken of hoekbanken al dan niet met losse elementen), zitjes, losse stoelen en tafeltjes, banken en bankjes, schommelstoelen en hangmatten. En dit alles uitgevoerd in teak, hardhout, sloophout, kunststof, plastic, ‘wicker’, rotan, beton en ga-zo-nog-maar-even-door. En dat dan weer uitgevoerd in tienduizend modellen en honderduizend kleuren. En in prijsklassen die variëren van rond de 60 euro voor één stoel tot rond de 3500 euro voor een set. Ja, 3500 euro, zijn ze helemaal geschift? Ik ga toch geen 3500 euro in mijn tuin neerzetten? Onze bank binnen is goedkoper en daar zitten we meer op. Hoeveel mensen in Nederland kunnen een loungeset van 3500 euro betalen? Gaan die mensen niet op vakantie? Zelfs een set van 1000 euro vind ik al behoorlijk duur. Misschien dat die mensen bij zichzelf denken dat het ‘een aankoop voor het leven is’, maar dat betwijfel ik ten zeerste. Welke tuinset gaat er dertig, veertig jaar mee? En wat verkopen ze over veertig jaar voor geavanceerds waarbij jouw dure tuinset een log en gedateerd ding blijkt? Ik vrees dat ik over veertig jaar niet eens meer zelfstandig uit mij loungeset kan komen, dus er zo lang mee doen is überhaupt uitgesloten. En loungen is over veertig jaar vast ook uit. Dan moet iedereen een bar in de tuin. Of een buitenkeuken. Wij waren afgelopen weekend in een meubelzaak en daar stond een zgn. buitenkeuken. Kost toch mooi 4000 eurootjes. Kun je 't wel lekker voor buiten laten staan want het is weersbestendig. Dat mag ook wel. Stel dat dat in de winter je schuur in moet. Dan moet je fiets weer naar buiten, samen met de verhuisdozen. Nee, dat is geen doen.
Het ‘buitenleven’ blijkt een ware cultuur geworden in de afgelopen vijftien jaar. Ik was me er niet van bewust maar wordt keihard met mijn neus op de feiten gedrukt. Ik moet me gaan verdiepen in allerlei hippe nieuwe verschijnselen en een standpunt gaan bepalen. Ik ben blij dat mijn proefschrift af is, want anders had ik hier geen studie aan kunnen wijden.
maandag 22 maart 2010
Help! Mijn vrouw is een trut
Nu zijn er blijkbaar stellen die het een stuk minder goed getroffen hebben. Die hebben om uiteenlopende redenen een schurfthekel aan elkaar gekregen. Ze dachten aanvankelijk nog dat een paar kinderen de relatie wel konden redden. Wie dat ooit bedacht heeft is niet helemaal in orde, en het lijkt me ook niet leuk voor de kinderen die ongevraagd blootgesteld worden aan een instabiele relatie. Over dit soort stellen wordt bij de commerciële omroepen met graagte programma's gemaakt, want er is niets heerlijkers dan je verkneukelen om andermans mislukte leven.
In deze programma's wordt gefocussed op de specifieke problemen van desbetreffende stellen en meestal is een van de partners de aanstichter van de ellende. Voor heel Nederland worden de relatieproblemen en de slechte eigenschappen van (een van) de partners breed uitgemeten. Neem nu 'Een dubbeltje op z'n kant'. De gehele financiële huishouding wordt op tv doorgelicht en zo weet in no time iedereen van de koopziekte van haar en de verzamelwoede van hem. Huilend op hun lederen bankstel wordt het koppel in beeld gebracht terwijl zij elkaar omhelzend beloven hun leven te beteren. Hij zal zijn motor verkopen en zij zet haar tassen op marktplaats.
Tot zo ver de milde variant van het genre 'wij hebben een slechte relatie'. Het ergste vind ik de versie waarin alleen de man in het zonnetje wordt gezet: 'Help! Mijn man is klusser' en 'Help! Mijn man heeft een hobby'. Ik noem deze programma's altijd 'Help! Mijn vrouw is een trut'. Goed, deze mannen hebben of een bouwval gemaakt van het huis of geven al hun geld uit aan een belachelijke hobby, maar alleen al de titel geeft wat mij betreft aan hoe eenzijdig deze programma's zijn. De mannen doen het allemaal verkeerd en de vrouwen halen daar dan een tv-programma bij. Wie heeft er dan eigenlijk hulp nodig? Als je je man op een gegeven moment zo zat bent dat John Williams je moet komen helpen, misschien moet je dan sowieso ieder een andere kant op gaan. Als ik die mannen was zou ik het wel weten. Ik denk namelijk dat je relatie niet helemaal in orde is als je het überhaupt zo ver laat komen. De meneer zou mij moeten drogeren en aan mijn stoel vastbinden wanneer hij het hele huis om mij heen zou willen afbreken en ook wanneer hij al ons geld zou willen uitgeven aan zijn Sepultura-verzameling.
Misschien moeten deze dames zich in het vervolg wat meer richten op hun eigen gedrag dan op dat van hun man, want ze hebben de boel behoorlijk uit de hand laten lopen. En misschien kan daar dan meteen een programma over gemaakt worden: Help! Ik ben een sukkel.
vrijdag 19 maart 2010
De sexy hoer van Loosduinen
Laatst ging ik met de tram naar Kijkduin. Iedereen die dat wel eens gedaan heeft, en ik kan het iedereen van harte aanbevelen, want er is een hartstikke gezellige boulevard in Kijkduin, met een werkelijk prima pannenkoekenhuis, en een mondain winkelcentrum, waar ik ooit nog wel eens, twaalf jaar geleden, met een collectebus voor het aidsfonds heb moeten staan, maar toen kwam ik om zes uur 's avonds aan en bleken alle winkels al dicht te zijn, waardoor er geen levende ziel meer was en ik onverichter zake huiswaarts moest keren, komt door Loosduinen. Wat valt er over Loosduinen te zeggen? Weinig tot niets. Ik ben er al best vaak doorheen gekomen en kan me er werkelijk helemaal niets van herinneren. Er staan, geloof ik, huizen. Volgens mij is het niet zo'n sjieke buurt, maar hoe ik daarbij kom weet ik eigenlijk niet. Het enige wat ik weet is dat ik ooit in die tram zat, het regende buiten pijpenstelen en ik luisterde naar het verzameld werk van Depeche Mode, wat ik dan weer werkelijk niemand kan aanbevelen - hoe ik ooit heb kunnen denken dat het een goed idee was om 60 euro neer te tellen voor zulke afgrijselijk zenuwpezig gestuiter weet ik niet - toen ik plotseling gefluister achter me hoorde. Sommige mensen kunnen zo hard fluisteren dat het door merg een been gaat (overigens is fluisteren heel slecht voor je stembanden, las ik laatst ergens, dus denk erom, mensen: niet teveel fluisteren!). Zonder mijn muziek af te zetten draaide ik heel casual mijn hoofd een beetje, zodat ik kon zien wie daar op die regenachtige middag in de tram zat te fluisteren. De tram achter me was helemaal leeg, op een vies oud mannetje na. Zijn grijze haar stond recht overeind, zodat hij er een beetje uitzag als Albert Einstein. Toen hij later de tram uitstapte hoorde ik gerinkel van flessen uit de boodschappentas die hij bij zich had. Hij zat twee banken achter me en keek me recht aan, terwijl hij doorging met fluisteren. Het koude zweet brak me uit. Zat die oude viespeuk soms naar mij te fluisteren? Ik zette de muziek wat zachter, zodat ik kon horen wat hij zei. 'Sexy hoer! Jij bent een sexy hoer!' hoorde ik. Angstig keek ik naar mezelf in de weerspiegeling van het raam, en zag tot mijn opluchting de vertrouwde twee meter lange ongeschoren boer. Ik keek nog eens om me heen, of er niemand anders in de tram zat die meer in aanmerking zou komen voor de titel 'sexy hoer', maar de tram was leeg, op de bestuurder na, en die was niet zichtbaar. Toen ik later uitstapte zag ik overigens dat het een dikke Surinamer met maar een arm was.
De waarheid drong tot me door. Ik ben de sexy hoer van Loosduinen.
Freebies
Chandler: Well, we have a deal where we each get to pick five different celebrities that we can sleep with, and the other one can't get mad.
Ross: Ah, the heart of every healthy relationship: Honesty, respect, and sex with celebrities.
Monica: So, Chandler... who's on your list?
Chandler: Uh, Kim Basinger, Cindy Crawford, Halle Berry, Yasmine Bleeth, and, ah, Jessica Rabbit.Rachel: Now, you do realize that she's a cartoon... and way out of your league?
Chandler: I know, I know, I just always wondered if I could get her eyes to pop out of her head.
Wat ik me nu afvraag, zijn er nog volwassen mensen, ik bedoel dus in de leeftijd van de personen van Friends, die dit soort lijstjes bijhouden? Voor de goede orde: Ross heeft in de serie zelfs een gelamineerd lijstje in zijn portemonnee.
Wij roepen thuis wel eens voor grap "oh als hij/zij aanbelt dan ga ik wel mee hoor!" Maar goed, ik ga er dan vanuit dat dat echt een grap is, en hoe groot is nu de kans dat Anne Hathaway bij ons aanbelt? En dan nog. Zelfs als zij aanbelt neem ik aan dat hij toch niet echt meegaat? Of vergis ik me? En wat doen jullie? Zijn er mensen met een freebie-list, of hebben alleen nerds als Ross en Chandler zo'n lijstje? En wat doen die mensen als ze een freebie tegenkomen? Behalve proberen met hun telefoon een foto te maken?
donderdag 18 maart 2010
Fluiten naar je zwarte bonen
Wij eten (bij ‘ons thuis’) regelmatig een zelfbedachte maaltijdsalade. Die salade bevat de volgende ingrediënten: een zak rucola, een zak gemengde sla, gerookte kipfilet, komkommer, tomaten, pijnboompitten en feta. Geen baanbrekend rare ingrediënten lijkt mij zo. Het is meer dan tien keer voorgekomen dat H of ik meerdere supermarkten moesten bezoeken voordat wij alle ingrediënten bij elkaar hadden. Het is een soort kwartetten. Sowieso is rucola altijd een heikel punt. Zeker na vijf uur ’s middags is de halve groenteafdeling al leeg, dus de rucola is dan vaak ook weg. Het is natuurlijk een enorm exotisch product, bijna niemand koopt het, nee, zelfs bijna niemand weet wat het is, dus tja, ik snap wel dat dat niet in grote mate op voorraad is. Maar niet alleen de rucola ontbreekt vaak in de schappen ook de komkommers, de kipfilet en de pijnboompitten zijn vaak al tegen vijf uur uitverkocht. Komkommers, kom op mensen, dat is toch geen bijzonder ingrediënt? Dat moet elke supermarkt in grote hoeveelheden in huis hebben. Net als rucola overigens. En gerookte kipfilet.
En dan heb ik het nog niet eens over de zaterdagsboodschappen gehad. Als je op zaterdag na drie uur in een Albert Heijn komt is het er net Rusland. Alsof het allemaal gratis is, zijn hele schappen leeg. En dan niet alleen over de groenteafdeling maar ook over dingen als wc papier, spaghetti, mozzarellabollen, afbakstokbrood, yoghurt, melk, theezakjes (?!) en cola light. Het is niet zo dat het tegen sluitingstijd loopt (die winkels hier gaan sowieso pas tegen acht uur dicht en zijn ook nog vaak op zondag open) en het is ook niet zo dat het nu gaat om dat ene blikje kastanjepuree dat net op dat ene moment ontbreekt, het gaat hier om doodnormale producten die structureel niet aanwezig zijn.
Bij Albert Heijn moet je ook nooit iets koken uit de Allerhande of van zo’n receptenkaarten. Niet alleen is het vaak niet lekker en zijn de hoeveelheden afgestemd om kaboutermaagjes (dan lijkt het recept lekker goedkoop p.p.), de benodigde ingrediënten zijn standaard uitverkocht als het gaat om een recept uit een recente Allerhande, en zijn structureel niet aanwezig als het gaat om een ouder recept. Zo heb ik menig puberend pukkelhoofd verdwaasd naar mij zien staren als ik vroeg om cranberryjam, petak currypaste, artisjokkenharten of gerookte eendenborst. Ik heb eens gehoord dat producenten moeten betalen om een recept met hun producten aan te mogen leveren. Sindsdien wil ik die kaartjes niet meer. Ik wil sowieso niet meer naar Albert Heijn.
Daar komt bij, en dit is mijn laatste puntje, dus haak niet af, dat Albert Heijn verschrikkelijk eenzijdig inkoopt. Zo staat er twee meter aardbeienjam van dertig verschillende merken, maar is er geen kersenjam meer te krijgen. Kun je wel kiezen uit tien soorten aardbeienyoghurt maar wordt de Almhof perenyoghurt doodleuk als laatste perenyoghurt uit het assortiment gehaald. Heb je drie meter keus aan bruine bonen en kidneybonen maar kun je fluiten naar je zwarte bonen. Nee, we zullen eens wat variatie aanbrengen. Dat doet de Albert Heijn alleen als het op een receptenkaartje staat en dan alleen nog maar tijdelijk en alleen voor de mensen die vóór drie uur komen winkelen.. En zo kan ik nog wel even doorgaan. Dit land is vervallen tot een serviceniveau waar de honden geen brood van lusten. Zo. Dat wilde ik nou even kwijt.
woensdag 17 maart 2010
Zoektreffer van de week
Sexy hoeren in Loosduinen
Ik vraag mij alleen af hoe onze site in de resultatenlijst heeft kunnen opduiken...
Winterwonderland
Nou ben ik heel december weggeweest naar een warm land, en kan ik er volgens sommigen toch niet goed over meepraten hoe verschrikkelijk het hier was. Als ik de verhalen moet geloven hebben zich hier Siberische taferelen voorgedaan. En toch was ik jaloers. Ik heb het wel heel erg naar mijn zin gehad tijdens de vakantie, maar ik baalde ook wel dat ik net een maand wegging terwijl in Nederland eindelijk eens een echte winter was. Want dat was het: écht winter. Wij gingen op vakantie met het idee dat het hier altijd zo’n halfslachtige winter is, met af en toe wat natte sneeuw, maar vooral motregen en een graad of zeven op de thermometer. Net niks dus. Gaan we een maand weg, gaat het vriezen en sneeuwen.
Bij thuiskomst zagen we de foto’s van bevroren bomen en schaatsers op natuurijs. Meteen wilde ik ook weer op wintersport. Heerlijk, zo’n heldere strakblauwe lucht en dan maar flink vriezen. Aan het eind van de dag slaap je dan ook een stuk beter. Die kou, daar kan je je gewoon op kleden hoor. Maar nee, het was vreselijk, het was glad, modderig, het zout was op. Ik hoorde dat het zo bar en boos was dat sommige mensen niet eens naar werk konden. Sinds wanneer is dat zo afschuwelijk? Normaal hoor je alleen maar geklaag over elke dag dezelfde sleur en gezeik op kantoor, maar o nee, als Nederland een dagje niet kan werken, slaat onmiddellijk de werklust toe. Ik kan me in ieder geval vervelendere dingen voorstellen. Ga je toch lekker een eind door de sneeuw wandelen (de wereld ziet er toch prachtig uit in de sneeuw?), of je doet de open haard aan, of je gaat een bordspel doen. Vergeet tijdens al deze Oudhollandse gezelligheid ook het heerlijke eten dat hiermee gepaard gaat niet: erwtensoep, zuurkool, boerenkool, rookworst, chocolademelk. Zalig.
Niets ten nadele van de lente, hoor. De lente is ook heel leuk. Dan zijn er weer overal mooie bloemen en jonge dieren. Ik verheug me er nu al op om naar boerderij ’t Geertje te fietsen en schattige geitjes te aaien. Of gewoon als er dan weer eendenkuikentjes langs het fietspad zwemmen. Wat ik maar wil zeggen is dat de winter ook een heel mooi en gezellig seizoen is, net als de lente, de zomer en zelfs de herfst. Geniet ervan zo lang het duurt, straks ga je het nog missen.
dinsdag 16 maart 2010
Steeds loopt hij het stukje van het terras naar de gft-bak en weer terug
Dus je ruimt je hele huis op, doet je mooiste kleren aan, en oefent met je buik inhouden. Dan wordt er aangebeld. Je doet de deur open en daar staat Jaap van Deurzen. Jaap van Deurzen is de Peer Ulijn van RTL. Jaap van Deurzen doet alleen de ‘lichtere’ onderwerpen, het huis-tuin- en keukennnieuws. En in die categorie blijk jij dus te zitten.
Jaap van Deurzen begint zijn stukjes altijd met mooie introductiezinnen als: “Het is koud in Den Haag, maar Tineke de Jong zorgt er altijd voor dat jongeren bij haar een warm thuis vinden.” Ik denk dat Jaap van Deurzen bij een item over incest-slachtoffers, als hij zo’n item ooit krijgt want eigenlijk is het een veel te zwaar onderwerp voor hem, het volgende zou kunnen opmerken: “Ze hield veel van haar familie, maar zo veel nou ook weer niet.”
Gister had Jaap van Deurzen een item over de brandweer in één of ander dorp in de provincie. Het filmpje stond bol van de verbolgenheid. Deze brandweerunit had een heel veilig en goed duiksysteem in gebruik genomen maar dat systeem was niet officieel goedgekeurd en mocht dus niet gebruikt worden. Nu doken de brandweermannen helemaal niet meer, was de slotconclusie. Ik vroeg me af of Jaap nu bedoelde dat ze principieel iedereen lieten verdrinken of dat ze niet meer oefenden. Nou ja, wat ik wil zeggen,het was weer zo’n typisch Jaap van Deurzen item waarbij je denkt, goh, bedankt voor de informatie, wat moet ik er mee?
Maar goed, Jaap van Deurzen staat dus voor je deur en je houdt de moed erin. Een hele cameraploeg neemt bezit van je huis. Je zet tientallen koppen koffie. Jaap van Deurzen loopt ondertussen te ijsberen door je achtertuin. Steeds loopt hij het stukje van het terras naar de gft-bak en weer terug ondertussen mooie openingszinnen verzinnend. Openingszinnen waarbij ik gefilmd wordt in de keuken en Jaap als voice-over zegt: ‘Eef houdt van koken, maar wat haar nu overkwam, daar kon ze geen chocola van maken’.
Ik weet het nu zeker.Als Jaap van Deurzen aanbelt zou ik niet open doen.
maandag 15 maart 2010
Ikea naamgenerator
Op één of andere manier kwam ik dit online tegen. De ikea naamgenerator. Vul je voornaam of achternaam of allebei in en kijk hoe die naam wordt gebruikt voor een ikea-meubel.
Ambities
Waar sta je op Vrouwendag nu eigenlijk bij stil? Waarschijnlijk bij alles wat er wat emancipatie betreft in de laatste decennia allemaal bereikt is, en ik denk dan helaas ook even aan Ciska Dresselhuys en aan hoe zij het leven van veel vrouwen bemoeilijkt heeft. Haar wordt ten onrechte vaak een grote rol toegedicht als het gaat om wat vrouwen pak weg dertig jaar geleden allemaal mochten en konden, en hoe we er nu voor staan. Een grote verbetering, roept iedereen dan. Zeker, maar zijn we niet doorgeschoten van 'alles kan' naar 'alles moet'?
Dit deed mij denken aan een aflevering van Pauw en Witteman een aantal maanden geleden. Ciska Dresselhuys was te gast en ook een aantal hoogopgeleide vrouwen van een jaar of veertig. Hen werd gevraagd wat zij tot nu toe bereikt hadden en wat hun ambities zijn. Twee dames hadden een fulltime baan en één combineerde dat met het ouderschap. Een derde had een iets ander leven gekozen. Zij vertelde dat zij Nederlands had gestudeerd en hierdoor sowieso al geen kans had op een goede baan (lachsalvo volgde door de huiskamer, al mijn hoop was vervlogen). Na een paar jaar lesgeven werd ze zwanger en in eerste instantie bleef ze naast de zorg voor haar kinderen ook werken. Maar ze vond het niet genoeg en besloot voortaan vrijwillerswerk te doen en zich verder volledig aan haar kinderen te wijden. Ze was erg gelukkig met deze keuze.
Ciska Dresselhuys niet, ze keek bijkans nog zuurder dan normaal, de weerzin droop haar van het gelaat. Volgens haar werd alles waar zij zo voor gestreden had hiermee door het gootsteenputje gespoeld. Bah, vreselijk, zo'n ambitieloze broedkip. Maar wat is daar eigenlijk zo vreselijk aan? Dat moet deze vrouw toch lekker zelf weten? Dresselhuys gaat ervan uit dat zij geen ambitie heeft, maar is dat zo? Ze heeft simpelweg een andere ambitie, namelijk een goed leven samen met haar gezin. Het feit dat zij daarvoor kan kiezen, is dat niet de ultieme emancipatie? Niemand hoeft een door de maatschappij opgelegd patroon te volgen, iedereen is vrij om te kiezen hoe zijn of haar leven wordt ingevuld. Dat betekent ook dat niet iedereen de ambitie heeft om directeur van een multinational te worden. Heel goed, want zo dikgezaaid zijn die nu ook weer niet.
Dat vieren we dus op Internationale Vrouwendag: dat elke vrouw haar leven moet kunnen invullen op de manier die het beste bij haar past. Hoera!
vrijdag 12 maart 2010
Battlefield Earth
Eerder berichtte ik dat Battlefield Earth een van mijn favoriete films is. Nu hoorde ik dit weekend dat deze film is uitgeroepen tot de slechtste film van de afgelopen tien jaar. Volkomen ten onrechte natuurlijk.
De roman waarop deze film is gebaseerd is geschreven door niemand minder dan L. Ron Hubbard. L. Ron Hubbard is beter bekend als de grondlegger van de Scientology, hetgeen voor mij het bewijs is dat hij ijzersterke verhalen kan verzinnen. Scientology is gebaseerd op een zelf-hulp-programma, Dianetics, dat leert dat je traumatische ervaringen uit je verleden moet herbeleven om zo geestelijk bevrijd te worden. Het verhaal van zijn 'religie' is dat 75 miljoen jaar geleden de dictator Xenu zijn mensen in een DC-8 naar de aarde heeft gebracht waar hij hen vervolgens allemaal heeft vermoord met een waterstofbom (beetje omslachtig, maar goed). De zielen van deze vermoorde wezens zweven nog steeds om ons heen en bezorgen ons allerlei spirituele ellende. Bij Scientology kan je allemaal leuke, dure workshops doen om van deze ellende bevrijd te worden.
Het zal je niet verbazen dat Hubbard van oorsprong science fiction schrijver was en als je deze film ziet, dan weet je dat hij daar ook nog eens heel goed in was. Een van de hoofdrollen wordt vertolkt door John Travolta, aanhanger van Hubbard, net als natuurlijk Tom Cruise. Dit is werkelijk een van zijn beste rollen, al is het maar omdat hij een heel kinky pak met dreadlocks draagt en zo'n ding in zijn neus net als schoonzwemsters. Ik kan het nog uren hebben over de diepzinnige conversaties, de fantastische plot en de prachtige special effects. Maar eigenlijk is het beste dat ik over deze film kan zeggen: kijken. Nu. Hup, naar de videotheek en kijken. Wat nou slechte film. Dit is hoogwaardig amusement. Hulde.
Film
Al wordt de Nationale Bioscoopbon al het leukste cadeau in het donker genoemd, ik geef de voorkeur aan een drie- of viertal kleinere cadeautjes zodra de lichten uitgaan: de trailer. Soms is dat zelfs het hoogtepunt van je filmavond, als je een bijzondere, spannende of leuke trailer te zien krijgt en de film waarvoor je kwam, onwijs tegenvalt. Een film waar je nota bene naar toe was gegaan, omdat je er zo’n gave trailer van gezien had.
Eén van mijn grootste ergernissen is dan ook om te laat de zaal binnen te komen en dat de trailerreeks al begonnen is. Iets wat ik alleen mezelf kan verwijten, omdat ik een zwakke blaas heb en niet altijd even goed ben in het timen van een snel toiletbezoek. Overigens: dat irritante mannetje van Jean Mineur Mediavision mag van mij wel eens op ludieke wijze iets ergs overkomen. Bijvoorbeeld dat hij blij in beeld verschijnt en dan ineens uit het niets Jaws opduikt en hem verslindt. Of dat het mannetje vrolijk zijn handje opsteekt en dan ineens de chestburster tevoorschijn komt uit zijn borstholte. Of hij aan de klauwen van Freddy wordt geregen. Maar dit terzijde.
Naar de film gaan, het blijft voor mij een feest. De trailers vormen vaak een prima opmaat tot dat feest, als een vorm van voorpret voordat de eigenlijke film gaat beginnen. Viereneenhalf jaar lang werkte ik in een bioscoop tijdens mijn studententijd. Niet alleen mocht ik gratis elke film zo vaak zien als ik wilde (buiten werktijd), maar ik kreeg ook nog betaald voor niet al te zware werkzaamheden. Welk bijbaantje gaat boven door een lege foyer slenteren en de dreun van de bas horen die uit de zaal komt waar Spider-Man draait? Een keuze tussen terrassen lopen en je af laten bekken door ongeduldige toeristen en af en toe en zaal binnenglippen om de sfeer in de zaal te proeven, is ‘no choice at all’ (Harvey Keitel, Reservoir Dogs). Dat laatste kan ook uit de hand lopen: bij de aller-, allereerste voorvertoning voor de pers van ‘The Fellowship of the Ring’, toen nog niemand in Nederland de film had gezien, stond ik naast de trap bij de ingang zo gebiologeerd naar het scherm te kijken, dat het even duurde voordat ik het gekraak dat ergens bij mijn middel vandaan kwam, identificeerde als een oproep van mijn portofoon van de manager om mezelf zo snel mogelijk uit de zaal te verwijderen. Ik dwaal af.
Het leukste blijft natuurlijk om een trailer in de bios te zien, maar er zijn heel gespecialiseerde sites (bijvoorbeeld www.movie-list.com) waar de nieuwste trailers – en veel klassiekers! – te downloaden zijn. Meestal zijn dat de zogeheten “greenband” trailers. Aan het begin staat dan de aankondiging van de Amerikaanse filmkeuring MPAA dat de volgende preview is goedgekeurd voor alle leeftijden. Dat hier preview wordt gebruikt, komt omdat een “trailer” oorspronkelijk àchter de hoofdfilm was geplakt (vandaar de naam). Op internet staan tegenwoordig steeds vaker “redband” trailers, waarin alle scheldwoorden, geweld en bloed wel gewoon te zien en te horen zijn.
Het maken van een trailer blijft een kunst op zich: een kunst die niet alle filmstudio’s even goed onder de knie lijken te hebben: soms worden alle hoogtepunten en/of belangrijke plotwendingen al weggeven, wat het kijken van de film zelf tot een teleurstellende of zelfs frustrerende ervaring kan maken. Wie zou The Usual Suspects nog willen zien, of The Crying Game of The Empire Strikes Back als je zou weten wie Keyser Söze, Dill en Darth Vader in werkelijkheid zijn? Trailers hebben het overigens van nature in zich om in clichés te vervallen: “in a world…” is de vaak geparodieerde opening van de diepdonkere sigaar-en-whiskey voice-over dat die tegenwoordig zeer zeldzaam is. Stephen Fry wijst ze als voice-over bij de trailer van The Hitch-Hikers Guide to the Galaxy allemaal feilloos aan. Soms is de trailer beter dan de hele film bij elkaar (The Other Boleyn Girl). Vaak worden shots uit verschillende scènes aan elkaar geplakt voor een komisch effect, dat in de film niet voorkomt. Goed voorbeeld hiervan is de recente Sherlock Holmes trailer, waarin er een gevatte woordenwisseling plaatsvindt tussen Rachel McAdams en Robert Downey jr. die in de film in de verste verte niet te bekennen is, maar gelukkig in plaats daarvan genoeg andere gevatte woordenwisselingen kent, zodat het gemis niet al te zeer opvalt.
En de beste trailer? Ik heb er heel wat op mijn computer staan, maar de beste die ik ooit heb gezien, was in de bioscoop in 1997. In dat jaar gingen de “Special Editions” van de oorspronkelijke Star Wars trilogie in première. De bioscooptrailer opende met een televisie op ware grootte, waarop minuscuul vliegende X-Wings tijdens de aanval op de Death Star te zien zijn. De voice-over vraagt de kijker of zij de film alleen zo gezien hebben, waarna ineens het hele scherm gevuld wordt met hetzelfde shots, terwijl John Williams triomfantelijke score vol uit de speakers knalt. Simpel, doeltreffend, briljant.
donderdag 11 maart 2010
Het stoplicht staat op rood, de weg loopt dood
Helaas voor ons schoof Freek na het liedje (waarover later meer) vliegensvlug aan tafel. Dus toch. Nou goed dan, we kijken wel wat hij te vertellen heeft. Het ging dus over zijn nieuwe cd. Of eigenlijk zijn enige cd met liedjes, als ik het goed begrepen heb.
Freek zelf sprak van een ‘plaat’, maar ik betwijfel of het echt om een plaat gaat. Hoewel de doelgroep, de zestig plus hippies met hun witte fiets, vast nog wel in het bezit zijn van een platenspeler. Maar aan het hoesje in de hand van Matthijs van Nieuwkerk te zien ging het toch echt om een cd. Of Freek heeft een kabouterplaatje gemaakt.
Maar Freek had dus een cd vol ‘gezongen’. Hij noemde zichzelf een zanger. Hij was ook blij dat hij nu een zanger was want dan hoorde hij nu ergens bij, ‘niet dat hij ergens bij wilde horen hoor’, riep hij er snel achteraan. Ok. Wat moeten we daar nu mee?
Maar een zanger dus. Dat betekent dat Freek de Jonge daadwerkelijk zingt. Ik kan zelf niet zingen, maar ik kan wel horen of iemand zingt. En Freek de Jonge zingt niet. Freek de Jonge zegt op een enigszins ritmische manier een gedichtje op in verschillende toonhoogten. Je hoeft het liedje in DWDD niet gehoord te hebben om dit te kunnen beamen, denk aan de enige hit van Freek, ‘leven na de dood’ en je weet genoeg. Wij moedigden de gitaristen aan nog wat harder te spelen zodat we zo min mogelijk van zijn stem hoefden te horen. En die gitaristen deden dat maar wat graag. Gelukkig.
Het nummer dat Freek in DWDD opzei had daarbovenop nog eens een tekst die uit zijn mond voor poëtisch zou moeten doorgaan maar uit de mond van André Hazes waarschijnlijk tot in den treuren belachelijk zou zijn gemaakt. Ik lieg niet maar de volgende passage kon ik boven de gitaren uithoren ‘het stoplicht staat op rood, de weg loopt dood.’
Sterke tekst. Of zoals Freek zelf zegt op zijn website: ‘Van A naar Z is een prachtig en vooral verrassend album geworden. Twaalf nummers, stuk voor stuk intense liedjes, zowel tekstueel als muzikaal. Liedjes die ergens over gaan en herkenbaar zijn voor iedereen.’ Nou ja, idd. Alleen de mensen die nooit buiten komen zullen weinig in dit nummer zien. De rest heeft altijd weleens dat het stoplicht op rood springt en de weg doodloopt.
Nou ja, jullie zien het. Dit stukje is, net als het optreden van Freek zelf bij DWDD, één groot verkooppraatje voor de nieuwe plaat van Freek. Kopen die plaat. Alleen verkrijgbaar binnen de Amsterdamse grachtengordel en alleen af te spelen op een kaboutergrammofoon.
woensdag 10 maart 2010
De terreur van de inkopers
Vorige week vrijdag was ik weer eens gaan winkelen. Net als Eef doe ik dit liever online, maar ik had een dagje extra vrij en dacht dat dit leuk zou zijn. In de Esprit-winkel hing een rek vol met witte zomertopjes met bloemetjes. Leuk, dacht ik, dat ga ik misschien wel kopen, maar nu nog niet, het vriest nog. Dat was een domme gedachte, zo bleek twee dagen later. Ik was met de meneer in de stad en liep voorbij de winkel. Even vragen of hij het wat vindt. Hee, het hing toch hier? Na vijf rondjes door de winkel vertelde de verkoopster dat ze allemaal waren uitverkocht. Twee dagen eerder hingen er nog een stuk of 25, nu was alles weg?? Hier was gehamsterd. Het was weer zo ver. Om een onverklaarbare reden ben ik nog naar een ander filiaal gerend, maar ook hier was alles op. Ik moest ineens denken aan de ramp met de kernreactor in Tsjernobyl. Mijn moeder heeft toen een jaarvoorraad aan poedermelk ingeslagen en op zolder gelegd. En ze was niet de enige.
Dit is niet de eerste keer dat ik zo opgejut word door ander winkelpubliek. Vorig jaar zagen Eef en ik in een folder van de Bijenkorf een mooie jurk van Filippa K, niet echt een goedkoop merk. Toen we de volgende dag gingen kijken stonden we voor een leeg rek. Het leek Rusland wel. Sindsdien probeer ik niet meer in folders te kijken, omdat ik bang ben dat ik in blinde paniek in de auto stap om in te slaan. Want dat is blijkbaar wel wat de rest van Nederland doet. We laten ons blijkbaar al in januari opnaaien door een stel slechte inkopers en slaan dan al hysterisch zomerkleding in. Slechte inkopers, want als ze slim zouden zijn kochten ze meer in.
Het schrijnendste voorbeeld van opnaaierij vindt plaats in de bruidswinkel. Daar word je direct in een poel van paniek ondergedompeld en het is ook hier de klant die schuldig is aan deze ellende. In mei kwam ik voor het eerst in het Bruidspaleis (ja, zo heet het echt, dit is geen verzinsel van Haagse Harry) en werd mij gevraagd wanneer de trouwdatum was. Wat, september? Dan had ik eigenlijk al maanden geleden langs moeten komen. Alleen wist ik toen nog niet dat ik ging trouwen. Blijkbaar moet je dat anderhalf jaar van tevoren weten zodat je een jaar van tevoren je jurk kan uitkiezen, anders is er geen tijd meer bij de importeur en het atelier. Dit vond ik belachelijk en op mijn vraag hoe dat in hemelsnaam kwam antwoordde de verkoopster dat de andere bruiden mij nu al in de weg zaten. Bruiden die wel een jaar van tevoren hun jurk kochten gingen nu voor en ik kwam achteraan in de rij. Russische toestanden! Weer die andere klanten die paniekerig beginnen in te slaan. De verkoopsters staan er handenwrijvend bij en duwen je met een vriendelijke glimlach richting de overspannenheid. Uiteindelijk is het goed gekomen, maar er werd mij wel iedere vijf minuten op het hart gedrukt dat ik rijkelijk laat was. Ik mocht blij zijn dat het op zo'n korte termijn allemaal geregeld kon worden. Je zou er bijna van in een spijkerbroek trouwen, ware het niet dat het juiste model ook al weken uitverkocht was.
Vandaar nu deze oproep: doe er niet meer aan mee. Koop zomerkleren in de zomer, of hooguit halverwege de lente. Ren niet meteen naar de winkel en bespaar je de nutteloze aankopen. Want zeg nou zelf: kan jij op dit moment met bevroren oren en koude handen een beslissing nemen over een bikini of open schoenen? Ik niet.
dinsdag 9 maart 2010
Patat met mayonaise
Drinken hou ik ook heel veel van. Bier en wijn in alle soorten maar ook 7up en roosvicee. Alhoewel ik van mijn liefde voor alcoholische dranken wel enigszins ben teruggekomen toen ik een aantal weken geleden op een doordeweekse dag tot de ontdekking kwam dat ik een stuk minder goed tegen drank kan dan ik dacht. Of misschien beter: dan ik een aantal jaar geleden kon. Of: dan ik dacht dat ik een aantal jaar geleden kon.
Ik kan minder hebben op de avond zelf en herstel minder snel de dag erna. Nou moet ik zeggen dat de vergelijking met het herstel in mijn studententijd niet helemaal op gaat. Ik was jonger en dus waarschijnlijk ook fitter, ik dronk toen ook meer en was dus beter getraind en herstelde dus ook sneller, maar ik hoefde toen ook nooit om half zeven mijn bed uit. Daar waar onlangs mijn herstel werd gestopt toen om half zeven de wekker ging, stopte mijn herstel in mijn studententijd pas tegen een uur of één ’s middags als ik mijn ogen opende.
Maar eten is toch veel meer een favoriete bezigheid van me dan drinken. Als ik vanaf nu nooit meer zou mogen drinken zou ik dat niet heel erg vinden. Ok, ik zou rode wijn wel missen en donkerblond bier, maar ook zonder zou ik heel gelukkig zijn. Maar als ik vanaf nu geen lekker eten meer zou krijgen. Elke dag smakeloos en fantasieloos eten, zoals in 1984. Het boek 1984 bedoel ik dan. Nee, dan zou ik er weinig meer aan vinden.
Ik hou van alle soorten eten, alle keukens en alle gradaties in ‘ontwikkeling’. Dat wil zeggen dat ik zowel van duur Japans eten houd als van een goede bak patat met mayonaise. Ik hou van kroketten maar ook van ingewikkelde gerechten. Van wild, van salades in alle soorten en maten, van grote lappen vlees en van vegetarische pasta’s. Ik kan uren naar kookprogramma’s kijken en in kookboeken bladeren. En dat terwijl ik zelf de laatste jaren veel te weinig nieuwe gerechten heb proberen te koken, met name omdat ik het heel druk had. Dit jaar moet dat maar eens anders, dit jaar moet het jaar worden van de nieuwe gerechten. Ik heb een kast vol kookboeken en ga, zoals Pim het zou zeggen, weer koken!
maandag 8 maart 2010
Haat
Maar de haat dus. De constructie is ‘Dat háát ik zo!’ of ‘Vreselijk, ik haat hem (of haar)’. Dat laatste kan bijvoorbeeld gaan over Patty Brard. Ik vertel dan over alle facetten van Patty, over hoe slecht ze SBS Nieuws presenteert en dan zo chagrijnig nep-lacht in een geforceerd onderonsje met die jongen met die scheiding, over hoe ik haar in al haar ranzigheid een keer een klisma-kuur heb zien doen en over hoe onbegrijpelijk het is dat Ron Brandsteder wat met haar heeft gehad. Zelfs hij kan beter krijgen, ondanks het zweet en de astma-lach. En dan besluit ik de tirade met ‘Vreselijk, ik háát haar!’
Een ander doelwit van mijn aversie is Ernst-Daniël Smid. Ik had nu ook Gordon, of Gerard Joling of André Rieu kunnen zeggen, maar die maken bij lange na niet dezelfde gevoelens van walging in mij los als Ernst-Daniël Smid. Wie trouwens wel aardig in de richting komt is Ben Cramer, maar toen ik hoorde dat hij een liedje over Sven Kramer heeft geschreven veranderde mijn walging in medelijden en dat is niet de emotie waar het nu om gaat. Waar mijn haat voor EDS vandaan komt weet ik niet precies, maar ik vermoed dat deze ontstaan is toen mijn ouders thuis naar zijn programma Una Voce Particolare gingen kijken. Op vrijdagavond thuis op de bank naar EDS kijken, treuriger is het leven niet vaak. Ik had al snel door dat dit een ongelooflijke paternalistische blaasbalg is. Hij denkt daar zelf heel anders over en dat maakt het nog vele malen erger. Kijk maar eens op zijn website en lees zijn cv, ik kon ternauwernood mijn eten binnenhouden.
Dan zijn er ook nog trends, gebeurtenissen, gedrag, dingen die ik haat. Om maar een willekeurig voorbeeld te noemen: mensen met meningen, hoe iedere jan lul overal maar een mening over heeft. Als je voor de ingang van de Blokker in Bergambacht een microfoon onder de neus van een of andere domme zak duwt en vraagt wat hij van welk onderwerp dan ook vindt, dan heeft hij altijd een mening. Altijd!! Dit is tegenwoordig ook het niveau van menig journaal-item. Wat Truus uit de Dwarsstraat van de hulpverlening in Mali vindt. Truus weet helemaal niet waar Mali ligt, Truus weet niks van hulpverlening en het interesseert mij ook geen reet wat Truus te zeggen heeft en toch worden me dit soort diepteinterviews opgedrongen. Vreselijk, wat haat ik dat!!
Wat te denken van Suzanne Bosman, die tijdens het nieuws niet eens de moeite wil nemen om te articuleren. De misplaatste arrogantie druipt ervan af, walgelijk. Jan de Hoop, met z'n pens tegen het bureau gedrukt met kleding in babykamerkleuren en zijn haar vanaf zijn achterhoofd over z'n kale kop gekamd, onderwijl het haperende RTL nieuws aan elkaar pratend met oubollige woordgrappen. Mensen die voordringen bij de kassa, oude mensen die om zes uur boodschappen doen terwijl ze daar toch de hele dag de tijd voor hebben. Jongens van de NRC die je aanspreken op straat of van die vrijwilligers van Greenpeace die echt maar 1 minuut nodig hebben en die jongen van Save the Children die zich afvroeg of ik het dan niet erg vind dat er elke dag kinderen sterven.
Het klinkt nu alsof ik met een grote donderwolk boven mijn hoofd door het leven ga, maar niets is minder waar. Het is af en toe ontzettend lekker om ongebreideld iets of iemand te haten. Ik las eens dat mensen makkelijker bevriend raken of een relatie met elkaar krijgen wanneer ze dezelfde dingen haten dan wanneer ze van dezelfde dingen houden. Je ontmoet dus eerder nieuwe vrienden of een partner op het forum van GeenStijl dan op de sportvereniging. Zomaar een gratis tip voor de eenzame mensen. En nu ik erover nadenk ben ik, in tegenstelling tot wat je misschien naar aanleiding van het bovenstaande zou denken, geenzins eenzaam. Haat verbroedert. Ik denk daarom dat Geert Wilders heel groot kan worden... Dat dan wel weer.
vrijdag 5 maart 2010
Willen
Dit is een gastcolumn van gastcolumnist A
'Als je maar écht wil, is alles mogelijk', of uitingen van die strekking, behoren tot de meest misbruikte gezegden van onze taal. Ik stel voor het misbruik onder te verdelen in twee categorieën, waarvan de eerste het Boeddhistische misbruik is. Dat gebeurt door mensen die een mislukt kutleven hebben en er proberen een mooie draai aan te geven. Lekker de hele dag de telefoon opnemen in een of ander kantoor en dan in het weekend gaan bungeejumpen. Of door een heel leven keihard te werken een zielige garage opbouwen met twee man personeel. Jaja, alles is mogelijk, heel knap hoor. Jammer genoeg hebben mensen uit deze categorie meestal iets bereikt waar niemand jaloers op is, en dat is toch wel een voorwaarde om zoiets te mogen zeggen. Eigenlijk is dat wel een mooi soort misbruik, want het gaat over tevreden zijn met wat je hebt enzo. Boeddhistisch. Hartstikke goed. Maar het blijft een beetje zielig.
De tweede soort zou ik het Onmogelijke misbruik willen noemen. Dat gebeurt als mensen écht iets bereikt hebben, maar dan meteen willen doen voorkomen of het allemaal komt door hun wonderbaarlijk grote wilskracht. President van Amerika worden bijvoorbeeld. Jahoor, Barack, jij bent het nu, maar eigenlijk had het iedereen kunnen zijn. Ook die kwijlende autistische Chinees die de hele dag met zijn hoofd tegen de muur aan het bonken is. Sporters willen zich hier ook nog wel eens aan schuldig maken. Net of ze alles zouden kunnen als ze maar genoeg zouden willen... Misschien had Usain Bolt een hele goede bobsleeër kunnen zijn, maar daar houdt het toch wel een beetje mee op. Ruud van Nistelrooy heeft het volgens mij ook wel eens gezegd, maar ik kon niet echt bedenken wat hij dan nog meer voor bijzonders zou kunnen als hij echt zou willen.
Als ik bovenstaand stukje teruglees lijkt het één grote gefrustreerde bende. Er zijn echter uitzonderingen - inspirerende, bijzondere uitzonderingen, die een mens kracht geven op moeilijke momenten. Eigenlijk, nu ik er eens goed over nadenk, is er één uitzondering (wat nog steeds niet minder inspirerend en bijzonder is). Zijn naam is Dirkjan Ranzijn - een naam die iedereen die zich wel eens droevig voelt over zijn of haar leven zou moeten onthouden. Dirkjan Ranzijn is een muzieksensatie die 'born to play forever, born to play for you' is, zo lezen we op zijn website (www.dirkjanranzijn.nl). Hij speelt op een kneitergaaf Bohm-orgel, met heuse knopjes en schuifjes. Hij maakt uitgebreide toernees door heel Europa, en brengt jaarlijks CD's uit met imponerende titels als 'Music and Passion', 'My Musical Dreams', 'The Best of My Early Years' en 'Born to Be on Stage'. Hij is een grote naam in de showbusiness en komt niet zelden op TV. Kortom, Dirkjan is living the dream...
Kijk, daar hebben we hem. De man die het allemaal voor elkaar gebokst heeft. Het is overduidelijk dat Dirkjan geen ene drol talent heeft, er uit ziet als een 16-jarig misdienaartje en, zo kunnen jullie zometeen ook horen, ongelofelijke kutmuziek maakt. Wie zegt dat dat nodig is om een muziekcarriere te hebben? Dirkjan laat het tegendeel mooi maar even zien. Een internationale ster. Hier zien we hem, op de Deense televisie. We zien hem zitten in een heel droevige studio op een heel lelijk orgel extreem kazige muziek maken. Maar het mooiste is: hij gaat zelf helemaal uit zijn plaat! Dat is rock 'n roll, mensen. Het maakt Dirkjan allemaal geen ene flikker uit, hij zit daar maar mooi, met zijn mik op de Deense televisie. Nog meer veelzeggende beelden hier. Dirkjan op een, zo lijkt het, afgelopen bruiloftsfeestje, in een donker hoekje, met een beamertje waarop hij te zien is. Tenenkrommende muziek. Klinkt droevig, maar Dirkjan laat zich niet uit het veld slaan. Hij zit daar op zijn orgel te rammen en krijgt er nog voor betaald ook! Misschien vindt dit concert wel plaats in Polen, waardoor het meteen onder de 'Internationale Toernee' valt. Lekker bezig, Dirkjan. Als je maar écht wil, is alles mogelijk. Een mooie boodschap voor de vrijdagmorgen.
donderdag 4 maart 2010
De lente! De lente!
De lucht is bijvoorbeeld fris en zonder sneeuw- of regenwolken. En het is licht als ik ’s ochtends wakker wordt. Zo licht dat ik al meerdere keren van mijn bedgenoot heb moeten horen, ’s ochtends heel erg vroeg terwijl ik voorzichtig probeerde te bedenken welke dag het was, dat we nu toch echt verduisterende rolgordijntjes moesten gaan kopen.
En ik merk het aan de planten en de bloemen. Ik zag bijvoorbeeld krokussen vanochtend en sneeuwklokjes! Om het maar eens poëtisch te zeggen: de natuur ontwaakt uit haar winterslaap. Of wordt door mijn buurvrouw opgehaald uit het tuincentrum. Zij was namelijk gister de hele dag in de weer met het planten van gezellige bloemetjes en plantjes. En dat terwijl bij ons nog steeds de herfstbladeren in de voortuin liggen (schaam schaam)
En waar ik het ook aan merk: de vogels zingen zich een ongeluk. Echt niet normaal zo hard als die vogels zingen. Misschien komt het omdat wij nu in Suburbia wonen waar de vogelpopulatie een stuk groter (en ongeremder) is dan in De Grote Stad, maar ik word er ’s ochtend gewoon wakker van. En dat zorgt nog wel eens voor verwarring bij mij en mijn bedgenoot. Ik zal dat uitleggen. Wij zijn de trotse bezitters van een wekker met vogelgeluiden, en het enthousiasme van de echte vogels heeft er nu al meerdere keren voor gezorgd dat ik mijn geliefde wakker porde met de brommende mededeling dat ie de wekker moest uitzetten. Na drie keer brommen en porren van mijn kant en een hoop gezucht en gezoek naar het knopje op de wekker van de kant van mijn geliefde, bleek dat dit de wekker niet was. Wij worden nu dus blijkbaar niet alleen omringt door elektronische vogels maar ook door echte. En die laten zich niet uitzetten. Helaas. Want zodra de katten merken dat wij wakker zijn nemen ze een aanloop en springen ze op ons. Dan heb je geen wekker met vogelgeluiden meer nodig.
Kortom, wat ik wilde zeggen: het wordt lente! En ik ben er blij mee! Heel blij mee! Laat Gerard Cox maar komen met z’n zomer. Ik heb er zin an!
woensdag 3 maart 2010
Ontstemd
Ik: Goedemorgen
Stilte.
Ik gooi mij stempas op tafel. Niemand kijkt op.
Zij: Er moet wel een theezakje in de thermoskan. Welk theezakje moet erin?
Hij: Ik heb hier sterremunt
Zij: Dat lust ik niet, is er niets anders?
Hij: Volgens mij liggen daar nog andere theezakjes
Ik gooi mijn rijbewijs op tafel. Nog steeds kijkt niemand op. De grijze kabouter leest een nummer op. Een van de dames geeft me, nog steeds zonder opkijken, mijn stemformulier. Even overweeg ik te vragen van welke partij zij zijn, in de hoop dat het niet de mijne is, anders moet ik misschien toch op het laatste moment veranderen. Gelukkig niet gedaan.
Ik: Tot ziens!
Hij: Ja hoor, hier is gewone thee!
Spartaans en onbegrijpelijk
Net als de meeste Nederlanders kijk ik graag naar schaatsen. Dit vooral omdat Nederlanders hier (doorgaans) bij winnen en er op de tribune altijd een gemoedelijke sfeer hangt. Ik heb een hekel aan grote mensenmassa’s, maar de aanblik van deze gezellige oranje schare aan supporters en het geluid van altijd dezelfde dweilband zorgen ervoor dat ook ik in vervoering raak, en dan vooral tijdens de langere afstanden. En natuurlijk door Sven en Mark. Als ze winnen en dan zo hun kapje afdoen en het ritsje van hun strakke pakje naar beneden trekken. Handen in de zij, ene been iets voor het ander. Ik dwaal af.
Toch is het schaatsen niet mijn favoriete onderdeel van de Spelen. Dat is namelijk biatlon. Biatlon is voor mij de meest Spartaanse en daarom meest onbegrijpelijke vorm van sport. Okee, skeleton, rodelen en bobsleeën vind ik ook vrij onbegrijpelijk, waarom zou je in hemelsnaam op een plankje, liggend op een ander, je met totale doodsverachting van een bochtige ijsbaan naar beneden storten? Maar Spartaans is het niet. Je rent een stukje, je springt en het ijs en de zwaartekracht doen de rest. Nee, dan de biatlon. Kilometers lang je helemaal naar de kloten klunen (excusez le mot, maar ik kan er echt niks anders van maken) en dan tussendoor zo snel mogelijk en met vaste hand vijf piepkleine rondjes wegschieten. Daar heb ik bewondering voor en ik kan er vol verbazing en respect naar kijken. Met respect ja, dat zwaar overschatte, maar nu o zo toepasselijke woord. Respect moet je verdienen en dat doen deze dames en heren.
Ik weet namelijk heel goed hoe ik het zelf zou doen als biatleet. Al sinds mijn vroege jeugd ben ik fervent wintersporter. Met heel erg veel plezier ga ik als het even kan elk jaar skiën. Skiën is namelijk een heel relaxte sport. Je bent lekker buiten, het is van dat heldere, ijskoude weer, je krijgt heerlijk te eten en de sport zelf is niet erg zwaar. Je gaat in de lift zitten en je laat je weer naar beneden glijden.
Tenzij de piste niet goed aansluit op de lift. Dan moet je af en toe een eind naar boven klunen en daar ben ik niet goed in. Na vijf meter ben ik bezweet, en dan echt kletsnat in alle lagen en met natte bovenlip, ik zie paars en nog twintig meter verder begin ik te trillen. Misschien ook omdat ik onderwijl loop te schelden dat de boel hier zo slecht is aangelegd. “Volgend jaar gewoon naar Frankrijk, daar nemen ze het niet zo nauw met het milieu en pleuren ze gewoon een lift onderaan elke helling!” Zwetend, trillend en scheldend neem ik plaats in de stoeltjeslift, waar ik dan gelukkig weer kan uitrusten. Ik moet er niet aan denken dat ik na meters op ski’s door de sneeuw te hebben gekluund, vervolgens voor het oog van miljoenen mensen vijf keer een piepklein doel moet raken. Met een geweer dat ik ook nog zelf heb moeten meesjouwen!
Daarom heb ik dus respect voor de mensen die dit kilometers lang doen en er dan ook nog vrij fris, want niet paars en bezweet, uitzien. En ook nog raakschieten. Daar kan ik van genieten. Ik vraag me af of Mark en Sven dat na de tien kilometer voor elkaar zouden krijgen.
dinsdag 2 maart 2010
Kies ik voor de bezwete rug of voor de natte benen?
Sinds enkele maanden ben ik verhuisd naar een groter huis aan de rand van De Grote Stad. Sinds onze verhuizing heb ik het gevoel dat mijn leven een stuk soepeler verloopt. Meer ruimte geeft ook meer rust en meer overzicht.
Maar in één opzicht is mijn leven niet makkelijker geworden. Het grotere huis staat verder weg van mijn werk. En in plaats van de vroegere tien minuten, fiets ik nu in dertig minuten naar mijn werk. En dat is niet alleen langer en vermoeiender, het is ook onhandig en vraagt meer van mijn organisatie- en improvisatietalent. Een talent dat ik niet echt heb, althans niet om half acht ’s ochtends als ik het huis verlaat.
Zo regent het nogal vaak in Nederland. En als je dan een half uur moet fietsen moet je, om nog enigszins toonbaar op je werk te komen, een regenpak aan. En om half acht beslissen óf je dat pak aan moet is niet makkelijk. Regent het wel echt zo hard of houdt het zo op? Met andere woorden: kies ik voor de bezwete rug of voor de natte benen? En regent het nu nog niet, maar straks wel en betekent dit dat als ik nu geen pak aandoe, ik halverwege mijn fietstocht ergens onder een brug mijn regenpak moet gaan staan aansjorren?
En als het niet regent, waait het vaak hard. En als het hard waait, is het dragen van een rok op de fiets geen optie. Of een jurk. Het maakt niets uit. Elk kledingstuk dat je een half uur lang al fietsend over je knie moet trekken is onhandig. Ik heb eens uit pure woede een wikkeljurk weggegooid na een helse fietstocht over beijzelde fietspaden, waarbij ik met één hand aan mijn stuur mijn evenwicht probeerde te bewaren en met de andere hand twee los van elkaar bewegende stukken stof over mijn knie probeerde te trekken. En als er dan een stoplicht komt is het moeilijk keuzes maken. Riskeer ik een val of laat ik mijn onderbroek zien? En dan is je dag nog maar net begonnen.
maandag 1 maart 2010
A Single Man
De film volgt een dag uit het leven van de homoseksuele professor George Falconer, die recent zijn partner Jim is verloren bij een auto-ongeluk. Hij heeft veel moeite om het dagelijks leven weer op te pakken zonder zijn partner, een van de weinige mensen bij wie hij zichzelf kon zijn. Gedurende deze dag zien we hoe George zijn zelfmoord plant, onderwijl terugdenkend aan zijn relatie met Jim.
De film is inderdaad een juweeltje, niet in het minst vanwege de vormgeving (noem je dat zo bij een film?) van regisseur Tom Ford. Hij is afkomstig uit de mode-industrie en er is duidelijk veel aandacht besteed aan de enscenering. Opvallend is ook het spel van Colin Firth. Voor het eerst zag ik een film met hem waarin hij niet zichzelf was, maar echt iemand anders. Hij acteerde! Geen moment zat ik naar Firth te kijken en dat is wel zo prettig. Niets ten nadele van Firth, maar je bent nu eenmaal acteur. Ik las zojuist dat hij is genomineerd voor een Oscar voor deze rol, en terecht. Ik hoop dat hij wint op 7 maart.
Huis, tuin, keuken
Afpersen. Ik heb hem laten afpersen.
Alleen afpersen? Je moet hem ook voeren, hoor.
Voeren? Daar zeiden ze niks over.
Jawel, voeren en afpersen, dat is wat je moet doen.
Zomaar een willekeurig gesprek tijdens de jaarlijkse vergadering van de VVE - de Vereniging van Eigenaren - van ons appartementencomplex. Onze onderbuurman had een openhaard gemaakt van de schouw die oorspronkelijk bedoeld was voor een gashaard en nu ontstond er een verhitte discussie over de afwerking van het rookkanaal. Voeren is blijkbaar het aanbrengen van een coating aan de binnenkant van het kanaal, afpersen is checken of er geen scheuren of gaten in zitten. Een jonge Hagenees die een paar maanden terug een paar portieken verder was komen wonen had ook gedoe met de schoorsteen. "Er kwam drie centimetâh pùin ùit die pèp!"
De VVE-bijeenkomst is doorgaans zeer vermakelijk - er woont bij ons in de straat een bonte verzameling aan mensen. Het gros zie ik bijna nooit, dus eens per jaar kijk ik mijn ogen uit. De eerste keer maakte ik kennis met een bejaarde vrouw van een paar huizen verderop. Zij is het vrouwtje aan wie ik me erger omdat zij haar Suzuki Alto zo parkeert dat er niemand meer langs kan. Op zich al een prestatie. Voor haar woonkamerraam staat een levensgrote peuterpop die naar buiten kijkt. Altijd als ik langs het raam loop moet ik even naar binnen kijken, misschien om mijzelf eraan te herinneren hoe eng het daar is. En hoe je kan worden als je oud en eenzaam bent. Die eerste vergadering diende ze een motie van wantrouwen in tegen de verenigingsbestuurder. Ze voegde er gewichtig aan toe dat ze een advocaat had ingeschakeld. Dat maakte natuurlijk indruk.
Een andere topper is de vrouw van een portiek naast ons. Ik heb haar slechts een keer gezien en ze heeft het uiterlijk van een getormenteerde kunstenares. Maar dan meer getormenteerd dan kunstzinnig. Zij komt bijna nooit buiten, alleen op het balkon om de duiven te voeren, die in groten getale op en rond haar balkon de boel onderkakken. Haar buren zijn daar uiteraard niet zo blij mee en hebben haar al meermaals gevraagd te stoppen met brood strooien. Tevergeefs. Nu staat er op de railing van het balkon van haar buren een enorme plastic uil die de duiven op afstand moet houden. Los van de vraag of dit effectief is, is dit sowieso reuze decoratief! Wij denken er nu over zelf ook een grote plastic vogel op het balkon te zetten. We weten alleen nog niet welke.
Naast vreemde en soms ook vervelende mensen zijn er ook leuke en zelfs deskundige buren. Eén van hen ontpopte zich als een ware deskundige. Hij bleek alles te weten van de voorschriften voor het plaatsen van een haard en gebruikte ingewikkelde woorden als 'portiek-armaturen' en 'schemerschakelaars'. Een schemerschakelaar zorgt ervoor dat de buitenverlichting op tijd aan en uit gaat. Het ding kost 1500 euro. Hij was ook degene die over afpersen en voeren begon en ik dacht even dat hij in zijn schuurtje iemand had opgesloten. Na wat meer deskundigheid van zijn kant denk ik dat hij aannemer is en geen Fritzl.
Nu zijn de meneer en ik op zoek naar een ander huis, een 'grote-mensen-huis', met een eigen deur en een tuin en één brievenbus en dat soort luxe. Daar kijk ik echt naar uit, maar de bijeenkomsten van de VVE, die zal ik missen.