woensdag 3 maart 2010

Spartaans en onbegrijpelijk

De Olympische Spelen zijn voorbij en dat vind ik jammer. Ik kijk doorgaans geen sport op tv, alleen de Tour, Roland Garos en Wimbledon. Soms veldrijden. Aan voetbal heb ik een hekel, niet in het minst om de supporters die deze sport aantrekt. Voor de Olympische winterspelen maak ik graag een uitzondering, ze zijn ook maar eens in de vier jaar, dus dat houdt het behapbaar.

Net als de meeste Nederlanders kijk ik graag naar schaatsen. Dit vooral omdat Nederlanders hier (doorgaans) bij winnen en er op de tribune altijd een gemoedelijke sfeer hangt. Ik heb een hekel aan grote mensenmassa’s, maar de aanblik van deze gezellige oranje schare aan supporters en het geluid van altijd dezelfde dweilband zorgen ervoor dat ook ik in vervoering raak, en dan vooral tijdens de langere afstanden. En natuurlijk door Sven en Mark. Als ze winnen en dan zo hun kapje afdoen en het ritsje van hun strakke pakje naar beneden trekken. Handen in de zij, ene been iets voor het ander. Ik dwaal af.

Toch is het schaatsen niet mijn favoriete onderdeel van de Spelen. Dat is namelijk biatlon. Biatlon is voor mij de meest Spartaanse en daarom meest onbegrijpelijke vorm van sport. Okee, skeleton, rodelen en bobsleeën vind ik ook vrij onbegrijpelijk, waarom zou je in hemelsnaam op een plankje, liggend op een ander, je met totale doodsverachting van een bochtige ijsbaan naar beneden storten? Maar Spartaans is het niet. Je rent een stukje, je springt en het ijs en de zwaartekracht doen de rest. Nee, dan de biatlon. Kilometers lang je helemaal naar de kloten klunen (excusez le mot, maar ik kan er echt niks anders van maken) en dan tussendoor zo snel mogelijk en met vaste hand vijf piepkleine rondjes wegschieten. Daar heb ik bewondering voor en ik kan er vol verbazing en respect naar kijken. Met respect ja, dat zwaar overschatte, maar nu o zo toepasselijke woord. Respect moet je verdienen en dat doen deze dames en heren.

Ik weet namelijk heel goed hoe ik het zelf zou doen als biatleet. Al sinds mijn vroege jeugd ben ik fervent wintersporter. Met heel erg veel plezier ga ik als het even kan elk jaar skiën. Skiën is namelijk een heel relaxte sport. Je bent lekker buiten, het is van dat heldere, ijskoude weer, je krijgt heerlijk te eten en de sport zelf is niet erg zwaar. Je gaat in de lift zitten en je laat je weer naar beneden glijden.

Tenzij de piste niet goed aansluit op de lift. Dan moet je af en toe een eind naar boven klunen en daar ben ik niet goed in. Na vijf meter ben ik bezweet, en dan echt kletsnat in alle lagen en met natte bovenlip, ik zie paars en nog twintig meter verder begin ik te trillen. Misschien ook omdat ik onderwijl loop te schelden dat de boel hier zo slecht is aangelegd. “Volgend jaar gewoon naar Frankrijk, daar nemen ze het niet zo nauw met het milieu en pleuren ze gewoon een lift onderaan elke helling!” Zwetend, trillend en scheldend neem ik plaats in de stoeltjeslift, waar ik dan gelukkig weer kan uitrusten. Ik moet er niet aan denken dat ik na meters op ski’s door de sneeuw te hebben gekluund, vervolgens voor het oog van miljoenen mensen vijf keer een piepklein doel moet raken. Met een geweer dat ik ook nog zelf heb moeten meesjouwen!

Daarom heb ik dus respect voor de mensen die dit kilometers lang doen en er dan ook nog vrij fris, want niet paars en bezweet, uitzien. En ook nog raakschieten. Daar kan ik van genieten. Ik vraag me af of Mark en Sven dat na de tien kilometer voor elkaar zouden krijgen.

8 opmerkingen:

  1. biatlon vind ik niet eens zooo onbegrijpelijk... als man op jacht in de sneeuw moest je vroegâh misschien óók wel kilometers lopen en dan nog je prooi kunnen schieten... maar wat ik echt onbegrijpelijk vind (en volgens mij ìs) is curling...

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Onbegrijpelijk zwaar. Dat kan je van curling niet zeggen. Ik heb bewondering voor het doorzettingsvermogen van deze mensen. Het is niet kilometers lópen, maar je ongans klunen op ski's tegen een helling. Het lijkt me duidelijk dat je de zaak onderschat.

    Curling is meer onbegrijpelijk belachelijk. Ik heb het 1 keer gedaan met werk, het is een soort sjoelen in de kou.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Een Olympische (winter)sport waarin men bezems gebruikt om iets klaar te spelen kan toch ook welkelijk niet serieus genomen worden? Ik stel voor om jeux des boules ook tot Olympische (zomer)sport te promoveren, dan hebben beide spelen tenminste een niet OS-medaillewaardig onderdeel.

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Goed idee. Of anders bowls: http://en.wikipedia.org/wiki/Bowls
    Ook heel spectaculair om naar te kijken.

    BeantwoordenVerwijderen
  5. Leuk! Zelfs in Papua Nieuw Guinea doet men aan bowls. Wij kunnen zeker niet achterblijven.

    BeantwoordenVerwijderen
  6. Ik ben DOL op biathlon kijken - het gezweet, het geploeter, de kloterig laaggelegde schietschijfjes, die als foute pizza's uit de sneeuw opdoemen, heerlijk! Het zal de oermensch in mij zijn, ik wil dit eigenlijk ook gaan doen, maar vind ski- en langlauftoestanden aanleggen in mooie berggebieden dan weer iets voor primi's, dat heb ik dan weder... maar ja, ik kom dan ook niet uit een voortreffelijk milieu he...

    BeantwoordenVerwijderen
  7. O, maar daar hoef je niet (meer) voor uit een voortreffelijk milieu te komen. Als je ziet watvoor tuig daar tegenwoordig rondloopt. Kunnen ze die boel niet balloteren? Is er dan helemaal niets meer van ons? 't Is dat ik niet zo van paarden houd, anders zou ik polo gaan spelen.

    BeantwoordenVerwijderen
  8. Hee Manolo, speel een potje polo!

    BeantwoordenVerwijderen