Dit is een gastcolumn van gastcolumnist H
Al wordt de Nationale Bioscoopbon al het leukste cadeau in het donker genoemd, ik geef de voorkeur aan een drie- of viertal kleinere cadeautjes zodra de lichten uitgaan: de trailer. Soms is dat zelfs het hoogtepunt van je filmavond, als je een bijzondere, spannende of leuke trailer te zien krijgt en de film waarvoor je kwam, onwijs tegenvalt. Een film waar je nota bene naar toe was gegaan, omdat je er zo’n gave trailer van gezien had.
Eén van mijn grootste ergernissen is dan ook om te laat de zaal binnen te komen en dat de trailerreeks al begonnen is. Iets wat ik alleen mezelf kan verwijten, omdat ik een zwakke blaas heb en niet altijd even goed ben in het timen van een snel toiletbezoek. Overigens: dat irritante mannetje van Jean Mineur Mediavision mag van mij wel eens op ludieke wijze iets ergs overkomen. Bijvoorbeeld dat hij blij in beeld verschijnt en dan ineens uit het niets Jaws opduikt en hem verslindt. Of dat het mannetje vrolijk zijn handje opsteekt en dan ineens de chestburster tevoorschijn komt uit zijn borstholte. Of hij aan de klauwen van Freddy wordt geregen. Maar dit terzijde.
Naar de film gaan, het blijft voor mij een feest. De trailers vormen vaak een prima opmaat tot dat feest, als een vorm van voorpret voordat de eigenlijke film gaat beginnen. Viereneenhalf jaar lang werkte ik in een bioscoop tijdens mijn studententijd. Niet alleen mocht ik gratis elke film zo vaak zien als ik wilde (buiten werktijd), maar ik kreeg ook nog betaald voor niet al te zware werkzaamheden. Welk bijbaantje gaat boven door een lege foyer slenteren en de dreun van de bas horen die uit de zaal komt waar Spider-Man draait? Een keuze tussen terrassen lopen en je af laten bekken door ongeduldige toeristen en af en toe en zaal binnenglippen om de sfeer in de zaal te proeven, is ‘no choice at all’ (Harvey Keitel, Reservoir Dogs). Dat laatste kan ook uit de hand lopen: bij de aller-, allereerste voorvertoning voor de pers van ‘The Fellowship of the Ring’, toen nog niemand in Nederland de film had gezien, stond ik naast de trap bij de ingang zo gebiologeerd naar het scherm te kijken, dat het even duurde voordat ik het gekraak dat ergens bij mijn middel vandaan kwam, identificeerde als een oproep van mijn portofoon van de manager om mezelf zo snel mogelijk uit de zaal te verwijderen. Ik dwaal af.
Het leukste blijft natuurlijk om een trailer in de bios te zien, maar er zijn heel gespecialiseerde sites (bijvoorbeeld www.movie-list.com) waar de nieuwste trailers – en veel klassiekers! – te downloaden zijn. Meestal zijn dat de zogeheten “greenband” trailers. Aan het begin staat dan de aankondiging van de Amerikaanse filmkeuring MPAA dat de volgende preview is goedgekeurd voor alle leeftijden. Dat hier preview wordt gebruikt, komt omdat een “trailer” oorspronkelijk àchter de hoofdfilm was geplakt (vandaar de naam). Op internet staan tegenwoordig steeds vaker “redband” trailers, waarin alle scheldwoorden, geweld en bloed wel gewoon te zien en te horen zijn.
Het maken van een trailer blijft een kunst op zich: een kunst die niet alle filmstudio’s even goed onder de knie lijken te hebben: soms worden alle hoogtepunten en/of belangrijke plotwendingen al weggeven, wat het kijken van de film zelf tot een teleurstellende of zelfs frustrerende ervaring kan maken. Wie zou The Usual Suspects nog willen zien, of The Crying Game of The Empire Strikes Back als je zou weten wie Keyser Söze, Dill en Darth Vader in werkelijkheid zijn? Trailers hebben het overigens van nature in zich om in clichés te vervallen: “in a world…” is de vaak geparodieerde opening van de diepdonkere sigaar-en-whiskey voice-over dat die tegenwoordig zeer zeldzaam is. Stephen Fry wijst ze als voice-over bij de trailer van The Hitch-Hikers Guide to the Galaxy allemaal feilloos aan. Soms is de trailer beter dan de hele film bij elkaar (The Other Boleyn Girl). Vaak worden shots uit verschillende scènes aan elkaar geplakt voor een komisch effect, dat in de film niet voorkomt. Goed voorbeeld hiervan is de recente Sherlock Holmes trailer, waarin er een gevatte woordenwisseling plaatsvindt tussen Rachel McAdams en Robert Downey jr. die in de film in de verste verte niet te bekennen is, maar gelukkig in plaats daarvan genoeg andere gevatte woordenwisselingen kent, zodat het gemis niet al te zeer opvalt.
En de beste trailer? Ik heb er heel wat op mijn computer staan, maar de beste die ik ooit heb gezien, was in de bioscoop in 1997. In dat jaar gingen de “Special Editions” van de oorspronkelijke Star Wars trilogie in première. De bioscooptrailer opende met een televisie op ware grootte, waarop minuscuul vliegende X-Wings tijdens de aanval op de Death Star te zien zijn. De voice-over vraagt de kijker of zij de film alleen zo gezien hebben, waarna ineens het hele scherm gevuld wordt met hetzelfde shots, terwijl John Williams triomfantelijke score vol uit de speakers knalt. Simpel, doeltreffend, briljant.
In The Holiday (een van mijn lievelingsfilms) speelt Cameron Diaz een trailerproducer en speelt soms in haar hoofd haar leven zich af als een trailer.. erg grappig.
BeantwoordenVerwijderenEn soms is de film zo slecht dat zelfs van de trailer niks te maken valt. Ooit de trailer van De Storm gezien? Geen touw aan vast te knopen. Ik wéét dat het over de watersnoodramp gaat en er is ook een heleboel water te zien in de trailer, maar verder niets. geen verhaal, geen dialoog. Misschien toch maar eens kijken of de film even nietszeggend is.
BeantwoordenVerwijderenOverigens moet je bij zo'n film zeker nog even naar de wc gaan vantevoren...