Tegenwoordig is iedere zichzelf respecterende vrouw van rond de dertig een hobby-kok. Althans, in mijn omgeving wel. Misschien geldt dit ook voor mannen van die leeftijd, maar dat is in mijn omgeving niet het geval. Of mijn vrienden en vriendinnen moeten dit allemaal geheim hebben gehouden, misschien op verzoek van mijn meneer. Mijn meneer kan namelijk wel koken, maar ik zou hem geen hobby-kok willen noemen, meer een pastakoker slash pizzaopwarmer slash nassimaker. Er zit dus wel vooruitgang in, want zijn vader is uitsluitend eierbakker slash kliekjesopwarmer.
De dames zijn echter stuk voor stuk hobby-koks en ik krijg langzaam het idee dat hieraan ook een zekere status wordt ontleend. Om te beginnen koopt iedereen zich een slag in de rondte aan toonaangevende kookboeken van beroemde chefs, met name Nigella Lawson, die inmiddels de status van eet-godin verkregen heeft (niet bij mij, maar in mijn omgeving wel). Van haar moet je er minstens één hebben, bijvoorbeeld ‘Hoe word ik een goddelijke huisvrouw’. De meer intellectuele hobby-kok koopt hem zelfs in het Engels, zodat je eerst alle maten moet omrekenen en maatschepjes moet kopen (tenzij je uit je hoofd weet hoe 1/3 cup of shallots er uitziet). Vriendin M. heb ik eens verschrikt zien kijken naar Eef en mij, terwijl Eef als een soort onstuitbaar orakel van werkelijk ieder recept in mijn exemplaar een recensie gaf. Met open mond luisterde zij toe. Toen Eef weg was zei M.: ‘Wauw, dat moet ik ook hebben.’ Ze kon niet achterblijven en de volgende dag had ook zij een exemplaar. Ik denk dat ik nu niemand meer ken die niet besmet is.
Een collega vertelde dat ze eigenlijk alleen maar uit pakjes kookt en nooit van een recept uit een kookboek en ik merkte dat daar met enig medelijden en zelfs ook met misprijzen op werd gereageerd. Je hoort toch minstens twee keer per week een recept te gebruiken. Ik ben zelf ook aangetast en kook inderdaad minstens twee keer per week een nieuw recept, tot vreugde van de meneer, die mijn grootste fan is. Het ergste voor de hobby-kok is namelijk het ontbreken van liefhebbers van je brouwsels. Toen ik afgelopen week bij vriendin N. was vertelde zij over haar vriendin J. die volgende week voor het eerst zal deelnemen aan onze lees- en eetclub. Wat mij het meest is bijgebleven was de opmerking ‘J. is echt de allerbeste kok die ik ken, niemand kan zó goed koken als zij!’ En dat dan vijf keer hè. Ik voelde me na drie keer zwaar beledigd en ik denk dat Eef en M. zich ook beledigd mogen voelen, want die hebben ook al heel vaak voor N. gekookt. Het zal me niets verbazen als komende keer het eetgedeelte ontaardt in een grimmige kookwedstrijd, met als doel J. te ontmaskeren als een middelmatige kok.
Zoals bij iedere trend is ook aan de hobby-koks al menig tv-programma gewijd, met voor mij als hoogtepunt ‘Smaken verschillen’. De deelnemers aan dit programma zijn allemaal dezelfde pretentieuze eikels die met een hoop dedain spreken over hun medekandidaten. Bij het doornemen van de menukaart hoor je dingen als ‘O ja, lamsrack, kan heel lekker zijn, maar het ligt er heel erg aan hoe je het klaarmaakt’. Geldt dit niet voor al het eten? Of: ‘Hm tja, quiche, best lekker zo voor doordeweeks als je een keer haast hebt, maar toch niet als je aan een kookwedstrijd meedoet?’ Wat een pretentieus gelul. Lekker koken is leuk, maar kom op, het is eigenlijk gewoon het volgen van wat instructies. Als je kan lezen en twee handen hebt, ben je al een heel eind.
Het programma is vreselijk en daarom ook zo mooi. Heeft iemand zich in de keuken te pletter staan zwoegen op een trio van chocola, dan is er altijd wel een zeikerd die vraagt of je het ijs ook wel zelf gemaakt hebt. Eén keer zag ik een meisje in gevecht met een wijnfles en een kurkentrekker, toen bleek na veel duwen en trekken dat het een schroefdop was. Aandoenlijk. Je zou bijna zelf ook zo gaan staan en dan meteen voortaan als er iemand bij je komt eten lekker een ouderwets bord Chicken Tonight neerzetten. Want dan kook je dus ook gewoon van een recept hoor. Dat is pas lef hebben als hobby-kok: de moeite nemen om dat op smulweb te plaatsen. Let ook even op de serveertips: 'diep bord, macaroni en daar boven de saus, het zou lekker zijn met een frisse ijsberg sallade' [sic] Doe er je voordeel mee.
Naschrift: deze column is uitgesteld toen bleek dat Aaf net ook over hobby-koks had geschreven. De leesclub is inmiddels bijeengeweest en J. kan inderdaad goed koken. Ze heeft zelfs zo'n ijzeren koker om een torentje van je rijst mee te maken. Dan weet je het wel.
Ik vind het vooral fijn dat ik hobby-kok vrienden heb en nodig mezelf dan ook regelmatig uit om bij hen te eten... Ik identificeer mezelf toch het meest met 'de collega'. Een recept uit de Allerhande is voor mij al kookuitdaging genoeg. Het moet wel leuk blijven...!
BeantwoordenVerwijderenAls beetje hobby-kok is het heerlijk om bij echte hobby-koks te mogen/kunnen eten!
BeantwoordenVerwijderenPfff - hobbykoks. Altijd maar die lamsracks op een bedje van tralala en die eeuwige rode mullen die 10 jaar geleden niemand at en nu iedereen. Overigens, te jouwer geruststelling: je kent 1 iemand die helemaal geen boeken van Lawson en Oliver in de kast heeft staan. Niet omdat dat nou slechte boeken zijn (het zijn namelijk goede boeken, wie een gerecht als 'in cola bereide ham' durft op te nemen krijgt van mij sowieso een award) maar toch... probeer eens een ander kookboek, denk ik altijd. Overigens wordt het pas echt erg als mensen je voortdurend met de Larousse Gastronomique, de Artusi of bakkenvol met Zilveren Lepels om de oren slaan (dat doet best pijn, het zijn namelijk nogal dikke boeken met niet zelden een luxe omdoos) of als ze bij het nuttigen van een bord eenvoudige bami goreng in je oor flemen over die heeeeerlijke Beb Vuijk (overigens ook allemaal uitstekende kookboeken, maar toch). Enfin. Kom eens eten, zou ik zeggen...
BeantwoordenVerwijderen