Ik heb de afgelopen dagen niets meegemaakt. Als je geen zin hebt om een column over mijn saaie leven te lezen zou ik nu ophouden met lezen. Wil je je lekker ophalen aan mijn saaie leven, lees dan vooral door.
Dat ik niets mee maak komt niet alleen doordat ik behoorlijk zwanger ben en minder mobiel begin te worden, maar komt vooral doordat ik verkouden ben. Enorm verkouden. Verkouden zijn is één van een van mijn kerncompetenties. Minimaal twee keer per jaar ben ik verkouden, met volle overtuiging en overgave. Ik krijg het altijd en allemaal: loopneus, keelpijn, oorpijn, hoesten, niezen en dat het liefst allemaal tegelijk.
Ik heb het nu al vijf dagen en het hele spectrum is inmiddels doorlopen. Ik voel me beroerd. Zeker in combinatie met mijn zwangere lichaam is verkouden zijn geen pretje. Mijn energieniveau is al laag en nu met die verkoudheid erbij is het echt gereduceerd tot nul. Ik lig in bed of op de bank of ben onderweg van het ene naar het ander. Meer doe ik niet. Ik breng ongeveer vijftien uur per dag slapend in bed door. Na die vijftien uur slapen ben ik volkomen opgenomen in of overgenomen door mijn natuurlijke habitat. Als ik in de jungle zou slapen was ik inmiddels overwoekerd door planten, aarde en beestjes. Thuis in mijn eigen bed ben ik begraven onder dekens, kussens, vieze zakdoekjes en twee katten.
Ik word wakker van slapende ledematen, een droge keel, een loopneus en omdat ik moet plassen, en dat allemaal tegelijk. Omdat ik alleen nog maar op één van mijn twee zijen kan liggen, ingeklemd tussen kussens, en met moeite mijzelf overeind krijg, spartel ik als een op het droge terecht gekomen vis. Soms voelt het door het lang op één zij liggen alsof de baby zich via de zijkant van mijn ribben een weg naar buiten de matras probeert in te boren. Omdat draaien door mijn veranderde lichaamsverhoudingen geen sinecure meer is, kost opstaan moeite. Mijn gekapseisde lichaam moet in de juiste positie worden gebracht om het bed te verlaten zonder dat ik iets breek en zonder dat mijn buik mij weer uit evenwicht brengt en terug doet vallen in bed. Omdat ik van de kraamzorg een plastic zijltje op mijn matras moest leggen (ik zal jullie de details besparen) gaat het draaien van mijn lichaam gepaard met een hoop geknisper. Inmiddels staat ons bed op klossen en dus moet ik mij, met buik en lopende snotneus, al knisperend, uit een soort semi-hoogslaper naar beneden laten vallen op weg naar de badkamer. Tegen de tijd dat ik die badkamer bereik ben ik inmiddels weer flink wat tijd verder. En zo komt het dat mijn dag al snel gevuld is met niets. Alles duurt lang, elke handeling kost tijd en elke handeling vraagt enorm veel energie. Ik ben een snotverkouden walvis op het droge.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten