vrijdag 15 oktober 2010

Het smelt in de mond, niet in de hand

Vroeger, toen ik nog studeerde, stond ik elke vrijdagochtend om half zes op om naar de biologische supermarkt te fietsen. Om te werken, een beetje bijverdienen. Met de nadruk op beetje. Ik maakte gewoon één lange dag in de week van zo'n twaalf uur waarin ik vakken vulde, vragen over tofu beantwoordde en brood bakte. Het litteken op mijn arm veroorzaakt door de hete bakplaat herinnert me nog dagelijks aan deze periode van noeste arbeid.

De winkel waar ik werkte had zich gespecialiseerd in glutenvrije producten en staat nog steeds bekend als één van de beste leveranciers in de regio. Daar wist ik, als glutenliefhebber, dan weer weinig van af maar daar zou spoedig verandering in komen. Aan het einde van de werkdag, zo tegen de klok van tien minuten voor een hernia van het zeulen met kisten geitenmelk, riep de baas me. Of ik volgende week een dagje meeging naar een beurs voor glutenvrije producten, om te verkopen en om mensen de fantastische nieuwe kruidkoek te laten proeven. In Hoofddorp. Ik kon het geld goed gebruiken en stemde direct in.

En toen kwam de biologische adder uit het gras omhoog. Want het was natuurlijk wel de bedoeling dat ik die dag zelf ook lekker van het glutenvrije spul zou eten en niet mijn eigen zuurdesemwaldkornbammetjes mee zou nemen. Opnieuw stemde ik in. Het zal wel loslopen, dacht ik toen nog naïef.

Op de beurs ging er een wereld voor me open. Mensen vielen me om de nek, want eindelijk konden ze weer eens genieten van een heerlijk croissantje op zondagochtend! En wat fantastisch dat al deze producten nu verkrijgbaar waren. Fantastisch! Lunchtijd brak aan en het lunchpakketje met glutenvrij maisbrood inclusief plakje boerenkaas lachte mij toe vanuit de rugtas. Vermoeid van het gezellig doen met alle glutenvrije mensen ging ik zitten en nam een hapje. Mijn gezicht vertrok toen het "brood" dat inmiddels in aanraking met mijn speeksel was gekomen uit elkaar viel en zich over mijn mondholte verspreidde als een olievlek in de Golf van Mexico. Geen smaak, geen textuur en niet te eten.

Ondanks dat het me vier poetsbeurten heeft gekost om het goedje van mijn tanden af te krijgen, heb ik braaf de middag voltooid met het promoten van het behangplaksel in broodvorm en het gezellig kletsen met mensen die blij waren dat ze eindelijk twee croissants voor vier euro konden kopen en opeten zonder te kreperen van de maagkrampen. Eens, maar nooit meer. Kort daarna werd ik ontslagen. Ik was 23 geworden en dus te duur om in dienst te houden.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten