Afgelopen weekend was ik noodgedwongen meerdere dagen in het
Brabantse land. Uiteraard klinkt ‘noodgedwongen’ erger dan het was. Maar ik had
geen keus, ik móést dit weekend onder de rivieren zijn. Vrijdag had ik een
bruiloft waar ik donderdagavond voor moest repeteren, en zaterdag vierde mijn
zus haar verjaardag. Zondag plakte ik vrijwillig een dagje Efteling aan het
toch al zo lange weekend vast. Ik voelde mij toerist op eigen geboortegrond.
Sinds 6 jaar woon ik in het midden van het land. Ik vertrok
niet alleen om mijn studie die kant op. Het midden van het land leek me nu
eenmaal een mooi gebied om mij te vestigen. Ik vond de sfeer goed, de mensen
aardig en de omgeving prachtig. En het bracht mij dichter bij mijn vriendje,
die ik nu mijn meneer mag noemen. Regelmatig bracht ik nog dagjes in het
Brabantse door, maar hele weekenden bleef ik nog maar sporadisch slapen.
Langzaam maar zeker voelde Utrecht en omgeving als thuis. Met deze
thuisverschuiving werd het zuiden een vakantieoord. Overigens wél een oord waar
ik mij óók erg thuis voelde.
Dit weekend heb ik genoten van de stralende zon en liep ik
door de stromende regen. Het dorpje waar ik geboren ben was toneel van de trouwdag.
Ik reed mijn bijna-91-jarige oma rond in de omgeving. Slingerend over de dijken
maakte ik een fietstocht langs de uiterwaarden. Ik bracht een bezoek aan een
dichtbij gelegen vestingstadje. Járen had ik er een zaterdagbaantje, nu maakte
ik er foto’s, net zoals alle andere toeristen. Zondag bezocht ik de Efteling.
Ook daar heb ik een seizoen lang gewerkt. Nu waande ik mij ongegeneerd in een
sprookjeswereld, stampte in de regenplassen en ging vier keer in Joris en de
Draak.
Afstand nemen heeft effect: het Brabantse land wordt voor
mij alleen maar mooier.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten