woensdag 11 juli 2012

Koffieautomaatpraat: Tour de France

Dit is een gastcolumn van onze gastcolumnist M

Heb je moeite om mee te komen bij de koffieautomaat? Wil je wel graag meedoen aan het gesprek van de dag, maar heb je geen idee wat je nu weer moet zeggen? In het kader van de Koffieautomaatpraat geef ik tips voor hoe je dat dagelijkse sociale momentje met glans doorstaat. Vandaag: de Tour de France.

Tip 1

Wil je echt meepraten over de Tour de France? Verdiep je dan in ieder geval in de etappes die op dat moment gereden worden. Weet het verschil tussen berg- en sprintetappes, tussen sprinters en klimmers (en weet dan vervolgens ook dat die twee termen in dit geval niets te maken hebben met hardlopen of bergbeklimmen), en tussen de verschillende truien. Weet wie op dat moment de gele trui draagt en wie de beste kansen hebben om daarin te eindigen. Nederlanders behoren waarschijnlijk niet tot die groep, dus het is ook verstandig om te weten welke Nederlandse renners er meedoen. Over dit alles kun je dan vervolgens een intelligente opmerking maken. Weet welk zeker dat die ergens op slaat.

Tip 2

Misschien nog wel beter: verdiep je in de rode lantaarn, de laatste in het klassement. Die persoon verdedig je dan vervolgens alsof ie echt de tour van zijn leven rijdt. Niet alleen kom je dan gelijk over als iemand die wel heel veel van de Tour moet weten, je verdedigt ook gelijk de underdog, de doorzetter, de vechter. Dat is interessant. Hé, voor je het weet ben jij op je werk straks de autoriteit als het gaat om de rode lantaarn. Als het een Nederlander is, zorg dan dat jij degene bent die de hype aanzwengelt. Jij wilt natuurlijk de eerste zijn die ‘de nieuwe Kenny van Hummel’ zag aankomen. Overigens kun je er bij de rode lantaarn vrijwel zeker van zijn dat ie geen doping gebruikt heeft. Eventueel kun je dan ook nog zoiets zeggen als: ‘ik support de renners die het allemaal op eigen kracht doen.’

Tip 3Daarover gesproken: met de opmerking ‘die heeft zeker doping gebruikt’ na elke uitzonderlijk goede prestatie, maak je jezelf niet populair bij de wielerfanaten. Het klopt waarschijnlijk, maar laat die wielerliefhebbers in hun waan.


Tip 4
Als wielrennen je echt helemaal niets interesseert, dan kun je tijdens het meekijken altijd nog letten op de omgeving. Begin hier dan over tegen een gelijkgestemde en met een beetje geluk heb je dan een aardig gesprek over vakanties in Frankrijk. Bewaar gesprekken over aantrekkelijke wielrenners of benen dan wel broekjes voor de mensen die daar ook echt in geïnteresseerd zijn (zie ook het hoofdstuk voetbal). Als je verplicht mee moet kijken naar de Avondetappe, dan ga je een zware avond tegemoet. Je moet dan dus een uur lang luisteren naar het quasi-poëtische geleuter van Mart Smeets over een sport die je helemaal niet interesseert. Een troost: je kunt de volgende dag altijd nog een grap maken over het overhemd van Mart Smeets. Succes gegarandeerd.

Tip 5
‘Wanneer wordt de epiloog eigenlijk gereden?’, is een domme vraag. Net als ‘Waar rijden ze morgen dan?’, als de renners al zijn aangekomen in Parijs, of ‘Heb je die etappe van gisteren gezien?’, als gisteren een rustdag was.

Dan nog dit: Schleck is de achternaam van twee wielrennende broers en heeft verder niets te maken met de
ogre uit die animatiefilms. Dat is Jack van Gelder.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten