maandag 31 oktober 2011

De kunst van het nietsdoen

Op verzoek van Jan Kok schrijf ik vandaag over de kunst van het nietsdoen. Toen ik aanbood om dit onderwerp op me te nemen, dacht ik dat ik héél goed was in nietsdoen. Maar niets is minder waar…

Stel je het volgende scenario voor. Het is de start van mijn vrije dag, ik kom goed uitgeslapen uit bed en het lijkt net alsof ik zeeën van tijd heb. Een nog onaangeroerd ‘to-do’-lijstje ligt me op te wachten en vol goede moed start ik met… niksen. Ik aai de kat een paar minuten terwijl ze spinnend op m’n schoot zit. Ik kijk naar het nieuws, ’s ochtends vaak met Herman van der Zandt. Ik ga lekker uitgebreid douchen. Ik check teletekst. Ik luister naar de radio. Ik maak een boodschappenlijstje (ach, dat is op zich wel nuttig) en ik check op internet of er nog producten in de aanbieding zijn. En als ik dan toch achter de pc zit, kan ik ook wel even m’n mail checken, en m’n Facebook, en een forum waar ik lid van ben, en en en… Aan het einde van de dag, als ik weer mijn kat op schoot en een boek voor mijn neus heb, kom ik tot de conclusie dat ik eigenlijk alleen maar heb zitten niksen.

Maar niksen is iets anders dan niksdoen. Als ik niks, dan doe ik dus eigenlijk alsnog van alles. Als ik niets doe, dan doe ik ook écht niets. Hoe zou dat moeten? Gewoon voor je uit zitten staren? Nadenken over De Grote Vragen Des Levens? Mediteren? Luisteren naar de geluiden om je heen? Ineens moet ik denken aan een mindfullnesstherapie die ik geprobeerd heb te volgen. Het was niks voor mij. Ik moest op de grond gaan liggen en me bewust worden van alles wat er om me heen gebeurde, maar ik mocht er niets van vinden, ik mocht het niet veroordelen. Daar bleek ik erg slecht in te zijn. Nietsdoen? Ik kan het niet. Laat mij maar lekker niksen. Waar ben jij beter in, niksen of nietsdoen?

vrijdag 28 oktober 2011

Vieze Vogels - Johnny de Mol

Het schijnt dat een heleboel mensen Waar is de Mol? een heel goed programma vinden. Zo las ik dat Sasha Visser (potentieel vies vogeltje uit de TMF-stal) enorme bewondering heeft voor dat programma en de manier waarop Johnny de Mol dat presenteert. Johnny de Mol? Serieus? Dat zag ik niet aankomen.

Op zich hoef je voor zo'n programma namelijk niet erg veel te doen en te kunnen. Er zijn genoeg groezelige BN-ers te vinden die gratis op reis willen naar Zuid-Afrika of welk ander ver land voor dit programma dan ook bezocht wordt. Dus gasten heb je al. Gewoon al die ongewassen types van jouw presentatiegeneratie waar je lekker tof mee kan doen. Vervolgens moet je de diepte in. Bij een zelfgemaakt kampvuur diepzinnige gesprekken voeren over elkaars diepste gevoelens. Angsten, fobieën, wensdromen. Als het maar een diepzinnig gevoel geeft. Iets met dieren of zielige kinderen of een overleden familielid doet het altijd goed. Daar willen je bekende collega's maar al te graag over praten. Dat zijn allemaal even grote aandachtsorgels als jij zelf, dus je hoeft geen kritische vragen voor te bereiden. Scheelt lekker. En dan knik je af en toe ernstig mee. "Jezus, heftig man." De volgende dag doe je iets heftigs als gillend bungeejumpen of in je broek piesend parachutespringen om lekker te bonden. Lachend en huilend omhels je daarna je nieuwe beste vriend voor het leven. Wow, echt vetheftig!

Ja, Johnny de Mol heeft het mooi voor elkaar. Vorige week zag ik hem zitten bij de Televisier Ring. Hij had een mohawk. Dat is een hip woord voor hanekam. Wat het hippe woord voor hip is weet ik trouwens niet. Maar goed, een mohawk dus. Wat een viezerd is het ook, dacht ik. Hij is, naast briljant presentator, ook weer zo'n Vieze Vogel. De groezeligheid druipt ervan af. Ik kon hem bijna rúiken, zo vies. Man, neem een douche, doe je haar normaal, scheer je. En stel eens een kritische vraag. Dan kan ik ook eens vol bewondering naar je kijken.

donderdag 27 oktober 2011

Zeeuwse Boekentips

Wil je meer Zeeland? Je weekendje weg voorbereiden of er gewoon eens wat over lezen? Of misschien de rijke Zeeuwse traditie ontdekken? Kies dan eens uit onderstaande stapel:

Franca Treur - Een dorsvloer vol confetti
Over opgroeien in een klein Walchers boerendorp onder het juk van strenge ouders en de kerk.

Paul Schipper - De slag om de Oosterschelde
Over de geschiedenis en het politieke spel rondom de totstandkoming van de Oosterscheldekering.

Wim Hofman - Het vlot
Over de belevenissen en de harde werkelijkheid van een fantasierijke jongen in het naoorlogse Vlissingen.

Jan Terlouw - Oosterschelde windkracht 10
Over de watersnoodramp van 1953 en de naslaap ervan. Dit boek zorgde misschien wel voor het eerste boekenverslag van een hele generatie.

Henri Looymans - Een baken voor een kind op zoek
Prachtige gedichten van de stadsdichter van Middelburg.

Zeeland: van Nehalennia tot Westerscheldetunnel
Het eerste stripboek over de geschiedenis van Zeeland.

Denken aan Holland ... Zeeland

In mijn puberjaren schreef ik veel brieven met een penvriendin uit Duitsland. Zij woonde vlak bij Münster en had nog nooit in haar leven de zee gezien. In de zomer van '96 haalde ik haar op van station Vlissingen voor een weekje vakantie aan de Zeeuwse kust. Toen we die middag in de stralende zon over de boulevard fietsten, slaakte ze een diepe zucht. Want waarom zou je naar de rivièra rijden als je veel dichter bij huis zo'n prachtig strand kan vinden?

Wijselijk hield ik mijn mond over de duizenden landgenoten van haar die elk seizoen Zeeland overnemen. Niks te klagen trouwens, mede door hen heb ik jarenlang een heel goed betaald bijbaantje gehad. Een bijbaantje waardoor ik misschien nog wel in tientallen Japanse en Duitse fotoalbums sta. In veel te kleine en veel te warme klederdracht. Met een blikje roomboterbabbelaars in mijn hand.

Zeeland is voor mij vooral Walcheren, alle andere delen hebben op de een of andere manier een nare bijsmaak. Ik ging alleen naar de Overkant voor een schoolkamp dat om meerdere redenen traumatisch was. Het beeld van mijn natuurkundeleraar die een blik knakworsten openschroefde en de inhoud zonder blikken of blozen naar binnen schrokte staat nog steeds op mijn netvlies.In Beveland kreeg mijn vader een fietsongeluk. Van Tholen kwamen kinderen die je ziek konden maken. En op Schouwen zag ik een automobilist van rechts over het hoofd.

Nee, op Walcheren moet je zijn. Op de fiets van Vlissingen naar Westkappelle, onderlangs de duinen. Of in Veere, in het oude snoepwinkeltje. Op donderdag op de Vismarkt in Middelburg waar je bij St. John de heerlijkste gemberkoffie kan drinken. En dan daarna naar het filmhuis. Naar Domburg, om te wandelen langs de kust en dan een bolus te eten van bakker Labruyere.

Zeeland is voor mij mijn jeugd. Ik heb er bolussen gegeten, in de bus naar de Hooizolder gezeten, ringgereden en mijn lekke band geplakt op de Oosterscheldekering. Ik had er rijles, schoolkamp en liefdesverdriet. Ik nam afscheid van een vriendin, blokte rijtjes Latijnse vervoegingen, roeide over het kanaal en verbandde op het strand. Nog steeds voelt het vertrouwd als ik de zilte lucht opsnuif. Maar ik weet zeker dat ik er nooit meer zal wonen.

woensdag 26 oktober 2011

Het oude kind

Is het je wel eens opgevallen dat er mannen zijn die nooit oud worden? En dan bedoel ik niet onvolwassen mannen die zich niet kunnen binden, geen baan kunnen vasthouden, hinnikend lachen om poep en pies en op hun veertigste nog drie keer per week naar de disco gaan. Die heb je ook maar die bedoel ik niet.

Het gaat mij hier om mannen die ondanks het verstrijken van de tijd er niet of nauwelijks ouder uit gaan zien. Ik noem hen: het oude kind. Je ziet dat het dezelfde man is, je ziet dat hij ouder is, maar het lijkt niet echt te zijn. Een beetje zoals Brad Pitt in The Curious Case of Benjamin Button. Je ziet dat hij oud is, je ziet dat het Brad Pitt is, maar je ziet ook dat hij niet echt oud is. Bij Brad Pitt komt dit door visagie, maar hoe zit dat bij die andere mannen?

Hoe zit dat bijvoorbeeld bij Jan Lammers? Jan Lammers, ken je hem nog? Hij was in de jaren '90 een bekend Nederlands autocoureur. Hij zag er altijd uit als een soort blij kind. Een blij kind in een auto. Het kind kreeg rimpels, grijze haren hier en daar, maar het bleef een blij kind, met rimpels, in een auto.

En wat dacht je van Hans Kazán? Tijdens mijn jeugd, in de jaren '80 en '90, betoverde hij ons enthousiast met zijn goocheltrucs. Als een groot blij kind. Ook hij is ouder geworden. Wat voller, wat meer rimpels, nog geen grijze haren, maar nog steeds een soort oud kind. Hoe kan dat nou toch?

Ik denk dat deze mannen voor eeuwig kind blijven door hun beroepskeuze. Hun werk is tenslotte de verwezenlijking van menig jongensdroom. Wie heeft er vroeger, crossend op zijn skelter, niet gedroomd van een carrière als autocoureur? In gedachte zat je niet op je afgeragde skelter maar in een formule-1-wagen, liep daar niet de buurman met de hond maar werd er gezwaaid met een geblokte vlag. Hoeveel jongetjes en meisjes met een goocheldoos droomden er niet van hier rijk en succesvol mee te worden, net als, ehm, Hans Kazán? Goed, hij is failliet, maar hij is ook degene die in onze jeugd als beroepsgoochelaar op tv kwam. Een jongensdroom verwezenlijkt. En daar zijn ze nog steeds als een kind zo blij mee.

Daarom, lieve kinderen, raad ik je aan je droom te verwezenlijken. Waren bijvoorbeeld mijn broer motoragent, ik dierenarts, Lein kinderboekenschrijver en Eef advocaat geworden, dan hadden wij wellicht ook voor eeuwig onze jeugdige uitstraling gehouden. Nu zitten wij allemaal langzaam gedesillusioneerd weg te rimpelen. Dromend over onze kindertijd, toen alles nog kon. Is dit nu later?

dinsdag 25 oktober 2011

Bridget Jones

Dit is een gastcolumn van gastcolumnist Leo

Mijn nicht en haar man vieren een feest voor de geboorte van hun kind. Op deze babyborrel raak ik in gesprek met de vriendin van een vriend van de nieuwbakken vader. Duidelijk mag zijn dat dit voor mij de eerste ontmoeting was met deze voor mij volstrekt onbekende dame. Na het uitwisselen van enkele beleefdheden, zoals de vraag wat ik studeer en wat mijn connectie met de nieuwe baby is, neemt het gesprek een onverwachte wending.


Zij: "Hoe oud ben je eigenlijk?"
Ik, lichtelijk verbaasd: "21".
Ze kijkt zoekend rond. "En waar is je vriend?", vraagt ze.
Ik: ‘"Die is hier niet".
Ze kijkt me verwachtingsvol aan. "Oh…?" De stilte die ze laat vallen maakt voor mij duidelijk dat ze nu van mij verwacht dat ik ga uitleggen waar de-vriend-die-niet-aanwezig-is dan wel is.

Ik: "Ik heb geen vriend".

Ze mompelt "Oh..." en kijkt naar de grond. Twee seconden later vraagt ze aan háár vriend of het geen tijd is om naar huis te gaan.

Te verbouwereerd om iets uit te brengen haal ik wat te drinken en loop ik naar de tafel waar mijn zus (24 jaar en al 3,5 jaar getrouwd) en haar man aan staan. Thuisgekomen zet ik All by Myself van Celine Dion keihard op en troost ik mezelf met een fles wijn en een stuk chocola. Ik krijg op gelegenheden als deze toch het gevoel dat het deel van mijn generatie dat al gesetteld is, vindt dat ik dit station ook al had moeten passeren. Hoewel ik het vrijgezellenleven enorm waardeer, moet ik toch regelmatig meewarige blikken incasseren. Nee mensen, vrijgezel zijn op je 21ste is niet erg. Ik vermaak me prima!

maandag 24 oktober 2011

Polemiek! Polemiek!

Ik hou er van als mensen hun mening geven. Ook als die ongezouten, ongenuanceerd of ongefundeerd is. Een beetje mening, daar is nog nooit iemand minder van geworden, is mijn mening. Ik weet dat wij in dit land aan meninkjes ten onder gaan, en toch kan ik er niet genoeg van krijgen.

Maar al te regelmatig kom ik namelijk mensen tegen die hun uiterste best doen het ventileren van elke mening te vermijden. Mensen die altijd en overal maar van alles alle kanten willen belichten. Nuance in al zijn facetten. Elke zin beginnen met “enerzijds” en dan na de komma de keurige weldoordachte “anderzijds”. Mensen die elke mening weten te vergoelijken, in elk persoon wel iets positiefs zien, in elke situatie een zonzijde willen belichten.

Nog erger zijn de mensen die het liefst helemaal nergens op in gaan. Die elk verhaal dood weten te slaan met en citaat, een spreekwoord, de schets van een historische gebeurtenis die parallellen vertoont met de huidige situatie. Door terug te grijpen op algemeenheden en geschiedenis vermijden ze dat ze zich ergens over uit hoeven te spreken.

Dat soort mensen, de vleesgeworden nuancemannen van deze maatschappij, laten nooit het achterste van hun tong zien. Zullen nooit de discussie, een organisatie of de maatschappij eens verder helpen, zullen nooit iemand tegenspreken, zullen altijd de controverse uit de weg gaan, zullen nooit eens lekker ongenuanceerd schelden op een vervelende situatie. En ik denk dat niemand daar beter van wordt, van dat genuanceerde zwijgen en knikken en beamen.

Ik houd van mensen met een mening, ook als het niet mijn mening is. Ik houd er van als mensen hun nek durven uit te steken. Ik houd er van mensen stelling durven nemen. Ik roep wel eens middenin een genuanceerde discussie heel hard “onzin!”, gewoon om iedereen weer wakker te krijgen. Of ik begin een zin met “iedereen weet toch dat..” en gooi er dan iets ongefundeerds in. Meestal weten de nuancemannen onder ons helemaal niet dat mijn stelling niet op feiten is gebaseerd. Ze knikken verschrikt en mompelen dan iets in de trant van “zo kun je er ook naar kijken.” Dan denk ik alleen maar: Ja, inderdaad, maar hoe kijk jij er nou tegenaan?
Het liefst vind ik iemand tegenover me die naar mij roept dat ik onzin uitkraam. Die mijn mening bestrijdt en mij probeert te overtuigen. Het maakt me allemaal niet uit wat iemand vind of zegt of doet of wil, maar vind in hemelsnaam iets en ga niet een beetje voor de bühne je genuanceerde en weldoordachte ik te zitten spelen.

Polemiek en discussie, daar hou ik van!

vrijdag 21 oktober 2011

Naar

Liefde voor taal heeft een keerzijde, daar kan Lein vast over meepraten. Doordat mijn liefde voor taal nogal groot is, is mijn afkeer van taalfouten óók erg groot. En dat vind ik soms wel een beetje irritant. Ik probeer mezelf dan ook te trainen in het negeren van spelfouten op internet, omdat die er gewoon érg veel zijn. Maar aan één hinderlijk soort taalverloedering kán ik gewoon maar niet wennen: het door elkaar gooien van ‘na’ en ‘naar’.

Wij gingen naar een tijdje ook naar bed toe.

Het was al laat geworden en we gingen na huis.

Voor dit te doen moet men goed beseffen wat de dikmakers zijn, en voor altijd je eetpatroon te veranderen in plaats van een tijdelijk dieet waar je naar een tijdje toch in je oude gewoonten hervalt.

dus ik ben tegen 10:15 na me moeder gefietst, en heb ik daar lekker bakkie koffie gedronken & een lekker broodje gegeten

Zomaar wat passages die op het wereldwijde web te vinden zijn. Elke keer als ik zulke fouten in een zin lees, draait mijn maag zich om. Hoe kan het nou dat deze twee woorden door elkaar worden gehaald? ‘Na’ betekent toch iets compleet anders dan ‘naar’? Zou het komen door de uitspraak, dat mensen de ‘r’ aan het einde van het woord steeds vaker laten zweven in het luchtledige?

Help! Ik word ook een taalnazi en ik kan er niks aan doen. Ik word er letterlijk naar van. Wat is jouw grootste taalergernis?

donderdag 20 oktober 2011

Hoe is het met? Gonny van Oudenallen

Hoe zou het met Gonny van Oudenallen zijn? Dat dacht ik toen ik op tv "Doe es effe normaal man!" gadesloeg. Gonny, ken je haar nog? De roodharige flapuit zat in 2006 in de Tweede kamer voor de LPF. Ik mis haar. Naast Gonny mis ik sowieso de LPF, wie had dat kunnen denken. Mooi was die tijd, waarin rechtsconservatieve volksvertegenwoordigers nog niet door brievenbussen pisten, maar ouderwets onzin uitkraamden in de Kamer. Mijn gedachten dwalen af naar mijn helden van toen: Mat Herben, Hilbrand Nawijn (tegenwoordig uitermate populair in Zoetermeer), Winnie de Jong.

Eigenlijk zat Gonny niet in de Kamer voor de LPF maar voor de groep Van Oudenallen. Zij vormde die eenmansfractie omdat ze bij de LPF niet meer welkom was nadat er gesjoemel met gemeentesubsidies tijdens haar werk voor de Amsterdamse gemeenteraad aan het licht was gekomen. Tijdens haar Maiden Speech in de Tweede Kamer kirt zij bakvisserig: "Als ik dan zo kom aanfietsen dan denk ik 'Wat léuk is het hier!'" Haar enthousiasme en kinderlijkheid zorgden voor een hoop amusement. Een van haar andere wapenfeiten was dat ze een sociale huurwoning had en deze onderverhuurde. Dit is echter ontkend door de persoon die in de woning verbleef. Maar goed, sowieso vreemd dat je elders woont als je een sociale huurwoning hebt. Houd je die dan aan als pied-à-terre?

De mooiste herinnering aan Gonny van Oudenallen heb ik aan het Hoogervorst-incident. Tijdens het vragenuurtje had ze een vraag voor minister Hoogervorst. "Helaas is hij niet aanwezig vandaag." Hoogervorst was echter wel aanwezig, beantwoordde zelfs haar vragen en kamervoorzitter Weisglas wees Van Oudenallen daar driemaal op. Zij bleef ervan overtuigd met een vervanger of een andere minister te maken te hebben. Haar verklaring? Dat ze nieuw is in de kamer en moeite heeft alle gezichten te onthouden. Wat een heerlijk mens!

Met weemoed denk ik aan deze onhandige dame terug en vraag me af wat er toch van haar geworden is. Zou ze actief zijn in de gemeentepolitiek? Ik las dat ze nu lid is van het CDA. Zou de lokale CDA-fractie blij zijn met het binnenhalen van iemand met zo veel bestuurlijke ervaring? Of zou ze ander werk doen en alleen nog langskomen op inspraakavonden? Na wat googelen kwam ik op de site van haar PR- en reclamebureau terecht. Zo is het nu dus met Gonny van Oudenallen. Een onbegrijpelijke website die bijna onleesbaar is door de kleur en de onoverzichtelijkheid. Onmiddellijk inhuren dus!

woensdag 19 oktober 2011

De prijsvraag: de uitslag

Afgelopen zondag werden we twee jaar. Om dat te vieren nodigden we jullie uit aansprekende columnonderwerpen aan te dragen. De winnaar zou een column over zijn gekozen onderwerp krijgen.

We besloten na zeer kort beraad dat we meerdere winnaars zouden kiezen. Gewoon omdat er veel leuke onderwerpen werden aangedragen.
Eén van de leukste suggesties kwam van Sandra. We roepen haar dan ook graag uit tot überwinnaar! Zij vroeg ons columns te schrijven over Nederland. Vandaag begon Eef al met een column over Drenthe. Binnenkort zullen er meer columns volgen, o.a. door Lein over Zeeland en over Utrecht, Flevoland en Noord-Holland (en die laatste drie dan samen in één column). De columns zullen verschijnen onder het label ‘denkend aan Holland’, op het gevaar af meteen een aantal provincies te beledigen. Maar daar laten wij ons uiteraard niet door afschrikken.

Caar bood voorts aan een column te schrijven over 40km-karretjes, dit onderwerp werd aangedragen door Suzan. Zij vroeg ook om een column over de kinderopvangtoeslag. Uiteraard kreeg Eef dat onderwerp toebedeeld, maar die wacht nog steeds op inspiratie, of dat vervolgd wordt is dus de vraag. Han heeft aangeboden de suggestie van Jan Kok uit te werken en komt binnenkort met een column over de kunst van het nietsdoen.

Tot slot kwam er een anonieme oproep tot meer polemiek. We zullen proberen het wat vaker oneens te zijn met elkaar, maar kunnen helaas niets beloven. Voor nu weten jullie even wat je te wachten staat. Uiteraard blijven we openstaan voor suggesties. Zoals altijd.

Denkend aan Holland... I do not heart Drenthe

Ik schreef het al eerder onder de comments bij onze prijsvraag, I do not heart Drenthe. En daar gaat deze column dus over, het is de eerste uitwerking van een aantal door jullie aangedragen onderwerpen. In de nieuwe rubriek 'Denkend aan Holland' zullen we steeds een stuk van Nederland beschrijven: een provincie of een stad of dorp waar we iets of juist niets mee hebben.

Een aantal weken geleden waren wij een weekje in Drenthe. Via vakantieveilingen.nl hadden we een huisje in een bungalowpark geboekt (ik denk dat deze zin door gaat voor de meest burgerlijke zin van het jaar). Omdat onze dochter nog niet erg graag erg lang in de auto zit leek het ons een goed idee niet al te ver weg op vakantie te gaan. Omdat ze voor haar eten nog steeds vaak een magnetron nodig heeft, leek het ons handig om een huisje te boeken en niet te gaan kamperen.

En zo zaten we op een herfstige maandagmorgen in Drenthe. In Borger om precies te zijn. Onze volgepakte auto reed door het Drentse Borger met zijn schattige gerestaureerde boerderijtjes, zijn straatjes met kinderkopjes, zijn bloeiende hortensia’s, zijn aangeharkte tuintjes en zijn bejaarden in hun keurig gewassen Japanse auto’s van maximaal anderhalf jaar oud.
We bezochten in Borger het hunebedmuseum. Hadden we van tevoren al niet heel hooggespannen verwachtingen over het museum, na afloop bleken zelfs die verwachtingen te hoog. Een berg stenen in een afgetrapt grasveld, een museum met heel veel kapotte schaaltjes, een paspop met dierenvel, een museumwinkel met Drentse Wim de Bie-dames, mij krijg je er niet warm mee.

Vooraf maakte we nog grappen dat het museumrestaurant vast broodjes hunebed verkocht, maar die grappen bleken de waarheid. Ergens halverwege ons bezoek begon het te regenen. Jullie begrijpen dat Drenthe die dag mijn hart niet gestolen heeft.

Maar ook de rest van de week kwam het niet meer goed tussen Drenthe en mij. Het bungalowpark was winderig en leeg en had een te grote hoeveelheid quasi-hippe eetttentjes die vrijwel de hele week dicht waren. Borger en Rolde waren prima om te lunchen en wat boodschappen te doen, maar daarna keek je elkaar aan en wenste je dat je jezelf ergens kon gaan bezatten. Maar een echt goed café was er niet, en tja, we moesten ook nog terug met de auto. Naar het winderige bungalowpark met het subtropische zwemparadijs.

We reden die week nog wat door het landschap. We bezochten Westerbork. Zou je denken dat je van een bezoek aan een doorgangskamp alleen al een aardige depressie kon oplopen, dan vergis je je. De opzet, inhoud en het formaat van het museum zijn zo summier en impressionistisch dat je ook daar treurig van wordt. Van het kamp zelf staat geen barak meer overeind en aan de hand van ophogingen in het gras moet je zelf maar zo’n beetje raden hoe het er uit heeft gezien. Ik heb vrijwel nooit een museum gezien waarin onze geschiedenis zo slecht werd verteld.

Dat was dus Drenthe. Kaal, winderig, ongezellig. De geschiedenis die ze er hebben wordt slecht verteld of heel saai. Ik verlangde naar Limburg: gezelligheid, warmte, glooiend landschap, bier en vlaaien, goedgeklede mensen. Nee, tussen Drenthe en mij komt het niet meer goed.

dinsdag 18 oktober 2011

Bij elkaar blijven voor de kinderen

Werken in een kantoortuin is enerverend en voordelig. Het is gezellig met collega's, je kan elkaar als het nodig is snel om advies vragen en roddels over andere afdelingen gaan als een lopend vuurtje. Het wordt wel wat vervelend als bijvoorbeeld je buurvrouw het verschil tussen werk- en privégesprekken niet helemaal doorheeft. Of als een collega twee bureaus verderop een heel emotioneel relaas over haar ontvoerde huisdieren begint. Of haar emails hardop gaat voorlezen.

Dat leidt allemaal veel af. Vooral als je transatlantische telefoongesprekken aan het houden bent of wanneer er 700 bladzijden met correcties van een bijbelvertaling Aramees op je liggen te wachten. Gelukkig kan je je tegen overtollig omgevingsgeluid redelijk wapenen. Gelukkig maar want concentratie vasthouden is niet echt mijn forte. Mijn wapen in de strijd tegen rumoerige werkomgeving heet BBC radio 3, en vooralsnog zijn updates van flash player nog niet uit het kantoor verbannen door de ICTmannetjes. Fingers crossed dus maar.

Maar soms zijn oordopjes en liederen van Schubert niet genoeg. Dan komt er een gesprek binnen dat niet alleen je trommelvlies maar ook je hart en je traanbuisjes laat trillen. Vandaag begon een collega over haar huwelijk. Daar gaat het wel vaker over, het gaat namelijk niet zo goed tussen haar en haar man. Dan vertelt ze over dingen die haar man zegt of doet. De kantoortuin reageert dan verbaasd en met open mond. Wat een eikel. Dat je daar nog bij blijft. Dat pik je toch niet? Hij haalt je naar beneden. Dit is geen gelijkwaardige relatie. Zij lacht zijn onvolkomenheden dan weg en mompelt iets als: “ach, maar ik ben ook geen gemakkelijk mens”. “hij heeft wel boodschappen gedaan toen ik ziek was” en “hij is heus ook wel heel lief”.

Dit gesprek was anders. Het ging over het effect van het slechte huwelijk op de kinderen. En of bij elkaar blijven voor de kinderen wel bestaat. De ongelukkig getrouwde collega dacht dat ze er alles aan deed om haar twee kinderen te beschermen tegen de spanning en stress die de huidige situatie met zich meebrengt. Ze merkt er zelf in ieder geval niks van dat haar kinderen beschadigd zouden zijn. Ze zijn immers 8 en 10 jaar oud. Nog zo jong.

Ik voelde het bloed naar mijn wangen stijgen, mij hartslag oplopen en wilde haar door elkaar schudden. Wat denk je wel niet? Dat je dochters achterlijk zijn en niks doorhebben? Natuurlijk is er iets kapot gemaakt. Bij elkaar blijven voor de kinderen bestaat niet, je bent ze nu pijn aan het doen zonder dat je het zelf doorhebt.

Maar ik zei niks. En terwijl ik begreep dat ik ondanks haar enorme naieve instelling, niet twijfel aan haar oprechtheid, realiseer ik me dat er dingen zijn waarvan ik dacht dat ik ze beter verwerkt had.

maandag 17 oktober 2011

Fascinerend boek: Kerstballen breien

Een paar weken geleden was ik met Lein in Delft en tijdens de stadwandeling renden wij af en toe stiekem een winkel in. In de boekwinkel stuiterde ik vol opwinding naar Lein toe, kirrend "Kijk dit dan kijk dit dan kijk dit dan! Dit móét ik hebben!!" Het was Kerstballen breien met Arne & Carlos.

Ik kan niet breien. Ooit ben ik begonnen aan een sjaal maar ik brei zo krampachtig dat ik 30 regels (heet dat zo?) later een piepklein vierkantje had dat zo stug was dat je er drie ingedroogde lagen verf mee kon afschuren. Ik heb er de techniek, het geduld en de tijd niet voor.

Toch wil ik kerstballen breien. Met Carlos en Arne. Moet je ze nou zien zitten. Geweldig toch? In de categorie ik-wou-dat-ik-het-bedacht-had. Lein en ik hadden die dag haast dus na mijn hysterische vreugdedans met boek heb ik het juweeltje niet in kunnen kijken. Dat geeft niet. Met zo'n omslag kan de inhoud toch alleen maar prachtig zijn? Ik heb nu ineens, half oktober, een ongelooflijke behoefte aan gebreide kerstballen. Ja, ik wil gebreide kerstballen en ik schaam mij er niet voor. Net als Arne en Carlos, die schamen zich zo te zien ook nergens voor.

Schaamteloos hou ik nu van gebreide kerstballen. Als je er een ziet, neem 'm dan voor me mee, dan hangt in december mijn boom er ook zo heerlijk wollig bij. Hopelijk liggen Arne en Carlos daar dan in glanzend papier onder.

vrijdag 14 oktober 2011

I heart... Eva Jinek

Als ik zeg dat ik Eva Jinek sympathiek of goed of leuk vind, krijg ik steevast als respons: "Ja maar, zij heeft met Bram Moszkovicz". Blijkbaar is dat relevant. Mensen die haar voorheen een leuke vrouw vonden, zijn nu afgehaakt omdat ze een aversie tegen haar partner hebben. En dat vind ik jammer.

Toegegeven, haar partnerkeuze zou niet de mijne zijn. Maar dat geldt voor meer mensen en dat is maar goed ook. Bram Moszkovicz is ook een beetje een malle meneer. Hij heeft om te beginnen een enigszins opmerkelijke dictie en daar kan ik niet zo goed tegen. Dat geeft hem de air van een wat tuttig, pedant mannetje. Denk maar even aan de woorden 'abject' en 'infaam' en he begrijpt wat ik bedoel. Overigens vind ik het wel heel leuk dat hij deze in onbruik geraakte woorden geherintroduceerd heeft, zelfs al worden ze nog steeds alleen maar gebruikt om hem na te doen.

Het feit dat Moszkovicz, zoals Jort Kelder het noemde, advocaat van de onderwereld is, vind ik niet interessant. In het programma Kijken in de ziel werden verschillende strafpleiters hierover geïnterviewd (een aanrader dat programma), ook Bram zelf, en ik vond dat hij daar een goed verhaal had. Naar aanleiding van dat programma heb ik mijn mening over hem bijgesteld: ik vond hem een stuk normaler en redelijker dan in eerdere tv-optredens. Ik denk dat hij privé een stuk aangenamer is dan wanneer hij zijn rol als advocaat speelt.

Mijn mening over Eva Jinek is onveranderd: ik vind haar een sympathieke en intelligente vrouw die kritische interviews kan afnemen en, ik gaf het eerder ook al als argument, dit in foutloos ABN doet. Ik kan goed naar haar luisteren. Het kijken is ook niet vervelend. Ze kleedt zich uitstekend (al meermaals wilde ik graag het verkoopadres van een van haar kledingstukken weten, onderwijl geïnteresseerd het nieuws tot mij nemend) en heeft verbazingwekkend mooi haar. En dat hebben meer mensen ontdekt. Op zoek naar een foto voor bij deze column kwam ik op een fanblog over Eva Jinek. Dit blog staat vol met screenshots van Eva en transcripties van interviews. Ok, deze meneer heeft meer vrienden nodig, dacht ik meteen. En een straatverbod. I heart Eva Jinek, maar het kan nog altijd erger.

De loftrompet voor Beatrijs

Na al het televisiegeweld van afgelopen mediaweek wil ik graag een ouderwetsche loftrompet steken voor mijn favoriete rubriek in de gedrukte pers. Sinds enkele jaren zoek ik, zodra ik op zaterdag in de buurt van een fysiek dan wel digitaal exemplaar van Trouw ben, het Weekendkatern op. Ik sla alle recepten en puzzels over en begeef mij naar… de Moderne Manieren van Beatrijs Ritsema. Wat een fantastische rubriek.

“Beste Beatrijs” weet de soms kleinzielige vragen over etiquette, handen wassen, huwelijksperikelen, scheidingsdrama’s en klein persoonlijk ongenoegen op een innemende en nét-niet-met-het-vingertje-wijzende manier te beantwoorden. Feilloos legt zij in enkele prachtige zinnen de vinger op de zere plek en brengt daarna met humor en spitsvondigheid een ontegenzeggelijk advies uit. Niet alleen lost Beatrijs met haar kennis en kunde het probleem van de wanhopige briefschrijver op, dit doet zij ook met zulke taalsierlijkheid dat ik er elke week weer van onder de indruk raak. Zo krijgt Beatrijs het voor elkaar om het woord ‘nooddruft’ in een zin te gebruiken zonder dat dat raar staat. Eigenlijk zit ik al tijden heimelijk met smart te wachten op het moment dat ik in een onoverkoombare gênante situatie terechtkom waar ik alleen met Beatrijs’ hulp uit zou kunnen komen. Wat een genot moet het zijn om haar een serieuze brief te mogen sturen en afhankelijk te moeten zijn van haar hulp.

Overigens heb ik in het verleden te pas en te onpas gestrooid met adviezen van Beatrijs waar ik mij van harte achter schaar. Zo heeft zij eens een advies gegeven aan een meisje dat als enige van haar vriendenkring geen smartphone heeft en zodoende tijdens een etentje met deze vriendengroep zichzelf moest vermaken. Als bezitster van een oerdegelijke oude Nokia is dat voor mij een pijnlijk herkenbare situatie. Hoe heerlijk is het in zo’n situatie om met Beatrijs’ autoriteit te mogen pochen en zinnen als “Zodra u het gevoel krijgt dat u te midden van uw vrienden gereduceerd wordt tot de status van kamerplant of schemerlamp, moet u ervandoor gaan” te citeren!

Welk sociaal probleem zou u willen delen met de deskundige bloggers en lezers van Gemodder? Reageer hieronder! Wellicht heeft een ander dé oplossing en hoeft u geen brief aan Beatrijs te sturen!

donderdag 13 oktober 2011

I heart ... Jeroen Wollaars


Mladic landt in Nederland. Interview met een overlevende van het drama op Utoya. Een reportage over Julian Assange. Verslag van het drama in Alphen aan de Rijn.
Een impressie van de markt in Utrecht.

Stuk voor stuk belangrijke en zeer nieuwswaardige nieuwsitems met internationale allure. Een slimme jongeman, geboren in Woerden, was erbij. Zijn naam is Jeroen Wollaars en hij is onze journalistieke hoop in bange dagen. Zeker in vergelijking met die smerige vogels als Jeroen Pauw en Sven Kockelmann. En hij twittert met Herman van der Zandt.


Jeroen luistert altijd goed, is bovengemiddeld eloquent en ziet er altijd keurig uit. Niet stijf en stoffig, maar net hip genoeg. En zijn haar zit altijd goed. Vooral als het een beetje langer is. Ik wil dan eigenlijk het liefste door de televisie heen met mijn hand er doorheen woelen. Maar dat kan natuurlijk niet.

Ik heb daadwerkelijk belangstelling voor de nieuwsitems die Jeroen verslaat, maar uiteindelijk is hij natuurlijk gewoon mijn dekmantel. Zo van, ik ben heus altijd goed op de hoogte van wat er om ons heen gebeurt. Ik lees de krant en volg nieuws online, ergo sum intellectueel en ontwikkeld. Maar eigenlijk valt dat misschien wel mee. Wat de enige manier waarop ik binnenlands politiek nieuws, met bijvoorbeeld minister Donner in beeld die babbelt over Diginotar, kan overleven is wanneer Jeroen met zijn zalvende stem het interview afneemt. Want wie krijgt er nou knikkende knietjes als Donner wordt ondervraagd? Ik dus. Allemaal de schuld van Jeroen en Jeroen alleen.

I heart Jeroen Wollaars, de warme journalistieke deken van mijn bakvissenbestaan.


Teletekstmafkees

Teletekst heeft voor mij iets magisch. Sinds ik kan lezen, lees ik teletekst. Ik scan elke dag enkele pagina’s, mijn favorieten zijn 101, 372, 401 en wijlen 316 en 318. Als ik een smartphone zou hebben, zou de Teletekstapp mijn favoriete app zijn. Maar mijn telefoon is nogal 1.0, dus dat genot heb ik helaas niet. Wél heb ik de Teletekstbrowser gedownload en dit programmaatje staat standaard open als ik achter mijn pc zit. Het begint te knipperen zodra er iets nieuws op pagina 101 staat. Zo wordt mijn continue drang om teletekst te checken in goede banen geleid en hoef ik niet steeds rusteloos heen en weer te schuiven als ik al enkele minuten niet weet of er iets belangrijks in de wereld is gebeurd.

Een speurtocht op internet leerde mij dat ik niet de enige teletekstmafkees ben. Er bestaan gelukkig nog meer mensen die deze fascinatie met mij delen. Zo zijn er bijvoorbeeld mensen die alle ‘legendarische’ CAPS LOCKS op teletekstpagina 101 bewaren. Daar hoor ik sinds een tijdje ook bij. Want ja. Ik heb dus een mapje op mijn computer staan waar ik alle HOOFDLETTERS-WANT-ERG-BELANGRIJK-nieuwsberichten in bewaar. Ik kan er niks aan doen, het is een verslaving. Zodra er CAPS LOCKS op 101 staan, maakt mijn hart een sprongetje. Dan weet ik: er iets Iets Heel Erg Belangrijks gebeurd. Drie hoogtepuntjes uit mijn mapje deel ik graag met jullie.

Disclaimer: het woord ‘hoogtepuntjes’ slaat wat mij betreft op de CAPS LOCKS, en niet op het gruwelijke nieuwsfeit dat daarin naar voren komt.

Ik ben een sucker for onze monarchie. Het is iets erfelijks, mijn moeder was die Koninginnedag 2009 namelijk in Apeldoorn aanwezig om naar de Koningin te zwaaien. Ik zat uiteraard voor de tv en zag Karst met zijn Swift tegen de Naald knallen. Uiteraard heb ik direct teletekst aangezet en mijn moeder geprobeerd te bellen. Zij had geen idee wat er aan de hand was, terwijl ik de CAPS LOCKS al zag verschijnen. Tel de Mexicaanse griep erbij op… En de chaos was compleet.

Zie hier het printscreentje dat ik maakte op 9 september 2010. Terry Jones, leider van een kleine sektarische kerk in Amerika en initiatiefnemer van Burn a Koran Day, krabbelde terug. Hij zou de Koran tóch niet gaan verbranden. Ja mensen, wereldnieuws. EN DAT MOET DAN IN CAPS LOCKS OP 101? Je reinste capslocksverloedering, naar mijn bescheiden mening.

Gebeurt er eindelijk weer eens Iets Heel Erg Belangrijks in de wereld, zit ik in the middle of nowhere in Frankrijk. Bummer. Dit was het geval op 2 mei 2011. Vriendin J. sms’te mij “Caps Locks op 101!” en sloeg een printscreentje van deze legendarische 101-pagina op terwijl ik me opmaakte voor een dagje Disneyland. Gelukkig kon ik nog even een paar minuten CNN meepikken in ons vakantiehuisje voordat ik me in de zorgeloze wereld van Mickey Mouse onderdompelde.

Nu deze column uit mijn vingers rolt, heb ik het idee dat er toch een klein steekje bij mij loszit. Gelukkig vond ik in mijn zoektocht naar medestanders iemand die een programmaatje heeft geschreven dat iedere 10 seconden automatisch een printscreen maakt van teletekstpagina 101. Het kan dus altijd erger.