donderdag 27 oktober 2011

Denken aan Holland ... Zeeland

In mijn puberjaren schreef ik veel brieven met een penvriendin uit Duitsland. Zij woonde vlak bij Münster en had nog nooit in haar leven de zee gezien. In de zomer van '96 haalde ik haar op van station Vlissingen voor een weekje vakantie aan de Zeeuwse kust. Toen we die middag in de stralende zon over de boulevard fietsten, slaakte ze een diepe zucht. Want waarom zou je naar de rivièra rijden als je veel dichter bij huis zo'n prachtig strand kan vinden?

Wijselijk hield ik mijn mond over de duizenden landgenoten van haar die elk seizoen Zeeland overnemen. Niks te klagen trouwens, mede door hen heb ik jarenlang een heel goed betaald bijbaantje gehad. Een bijbaantje waardoor ik misschien nog wel in tientallen Japanse en Duitse fotoalbums sta. In veel te kleine en veel te warme klederdracht. Met een blikje roomboterbabbelaars in mijn hand.

Zeeland is voor mij vooral Walcheren, alle andere delen hebben op de een of andere manier een nare bijsmaak. Ik ging alleen naar de Overkant voor een schoolkamp dat om meerdere redenen traumatisch was. Het beeld van mijn natuurkundeleraar die een blik knakworsten openschroefde en de inhoud zonder blikken of blozen naar binnen schrokte staat nog steeds op mijn netvlies.In Beveland kreeg mijn vader een fietsongeluk. Van Tholen kwamen kinderen die je ziek konden maken. En op Schouwen zag ik een automobilist van rechts over het hoofd.

Nee, op Walcheren moet je zijn. Op de fiets van Vlissingen naar Westkappelle, onderlangs de duinen. Of in Veere, in het oude snoepwinkeltje. Op donderdag op de Vismarkt in Middelburg waar je bij St. John de heerlijkste gemberkoffie kan drinken. En dan daarna naar het filmhuis. Naar Domburg, om te wandelen langs de kust en dan een bolus te eten van bakker Labruyere.

Zeeland is voor mij mijn jeugd. Ik heb er bolussen gegeten, in de bus naar de Hooizolder gezeten, ringgereden en mijn lekke band geplakt op de Oosterscheldekering. Ik had er rijles, schoolkamp en liefdesverdriet. Ik nam afscheid van een vriendin, blokte rijtjes Latijnse vervoegingen, roeide over het kanaal en verbandde op het strand. Nog steeds voelt het vertrouwd als ik de zilte lucht opsnuif. Maar ik weet zeker dat ik er nooit meer zal wonen.

4 opmerkingen: