woensdag 30 november 2011

Intertoys begrijpt het niet


Welk kamerlid kan ik bellen zodat hier vragen over worden gesteld in de kamer? Welke advocaat kan onderzoeken of dit in strijd is met de grondwet of met de universele verklaring van de rechten van de mens? Maar nu eerst een pakje zakdoekjes volsnotteren. Want dit is echt om te janken.

De herlezen favorieten

Ik ben gezegend met een grote volle boekenkast, met een chaotische en redelijk ongesorteerde inhoud. Met eerste edities, feestedities en uitheemse boekenleggers. Bloemen houden van mensen zeggen ze wel eens, maar vooral boeken houden van mij. Er gaat geen vakantie, verjaardag of huwelijk voorbij zonder boeken.

Een aantal van hen hebben een meerwaarde. Omdat ik ze kreeg van een dierbare. Omdat ik tijdens het lezen tot tranen toe geroerd was. Of omdat ik ze op een exotische bestemming kocht. En het zijn die boeken die tot de lucky few behoren: zij werden herlezen. Hieronder een kleine selectie.

NB: Ik heb de boeken in het Engels gelezen, maar plaats hier de Nederlandse titel.

Het oneindige verhaal – Michael Ende
Eerlijk is eerlijk, het begon met de film. Ik was eigenlijk te jong en de film eigenlijk te spannend. Tranen met tuiten toen het witte paard in het moeras verdronk en slapeloze nachten van het monster uit het Niets. De echte liefde voor het verhaal kwam pas toen ik het boek las en erachter kwam dat het helemaal niet per se alleen een spannend kinderboek is. De verleidingen die Bastian wel of niet doorstaat in de Stad der Oude Keizers zijn prachtig subtiel beschreven. Kan Bastian eerlijk blijven of wordt hij gegrepen door het verlangen naar macht?

Puber / De vanger in het graan – J.D. Salinger
Als er in mijn puberteit posters van Holden Caulfield hadden bestaan, dan had ik ze zeker weten boven mijn bed gehangen. Niet zozeer vanwege dwangmatig dwepen met een gestoorde puber, maar omdat dit voor mij gevoel het eerste grotemensen-boeken was dat ik in het Engels las. En het mocht ook nog op mijn lijst! Het boek en de gedachten van Holden waren voor mij een beetje als het stopzinnetje van het hoofdpersonage zelf: “It damn near killed me”. Maar dan op een prachtige manier.

De geverfde vogel – Jerzy Kosinski
Het tragische leven van een jongen op het Oost-Europese platteland. Een verhaal over de grenzen van menselijke waardigheid en de gruwelijkheden waar iedereen tot toe in staat is. Over wrede Duitsers en net zulke wrede Poolse boeren. Het taalgebruik in het boek is niet zo moeilijk, de gruwelijkheden worden bijna achteloos geschreven. Daardoor wordt het alleen maar erger. Tot een kotsende lezer aan toe. Het boek was jarenlang verboden in Polen en de auteur werd ervan beschuldigd om door de holocaust met een korreltje zout te nemen, zo van de oorlogsmisdaden te kunnen profiteren.

Wat zijn jouw herlezen favorieten?

dinsdag 29 november 2011

Kleine ergenissen ....De zwalker

Dit is een column van Eef en Caar

Heb je ook wel eens dat je ergens loopt en ineens botst je op iemand? De persoon voor je staat opeens stil, Iemand maakt een onverwachte bocht of iemand duwt je opzij? Dan heb jij ook weleens last van een zwalker. Zwalkers zijn er in vele soorten en maten. Ze hebben echter één ding gemeen: ze zijn allemaal irritant. Zwalkers bewegen zich niet alleen in diagonalen door winkelcentra, het komt ook voor dat ze plotseling stilstaan en opstoppingen veroorzaken. Er zijn verschillende typen zwalkers te onderscheiden.

De diagonale zwalker die het ene been kruislings voor de andere zet, alsof hij een bocht door schaatst. Ze zouden mensen moeten verplichten in een rechte lijn te lopen. Daar waar je hoofd heen staat loop je ook heen. In een rechte lijn, geen curves of kringellijntjes.

De abrubte zwalker, ineens maakt hij een beweging naar links of naar rechts een winkel in of richting een prullenbak.

De loop-stop-zwalker. Hij gaat aan het einde van een roltrap ineens in zijn tas lopen graaien. Of als hij de draaideur uit komt of middenin een deuropening. Ineens staat de loop-stop-zwalker voor je neus stil, gapend naar een etalage met een lelijk kledingstuk.

De groepszwalker beweegt zich alleen, de naam zegt het al, in groepen. Ze lopen met z’n vieren naast elkaar en gaan niet opzij. Ze vormen groepjes op belangrijke knoop- of kruispunten. Ze dwarrelen ineens in ongecontroleerde formatie uiteen. Ze staan middenin een winkelpad met twee kinderwagens en vier man hun vakantie naar Drenthe te bespreken. Op luide toon.

De vallende zwalker: mensen die zich werkelijk half vallend door een winkelcentrum bewegen. Ze lijken door hun enkels te gaan, zwaaien soms wilde met hun armen en grijpen zich vast aan hun buurman of toevallige passanten.

Zwalkers, het is een kleine grote ergenis. Ze zouden ze moeten verbieden.

maandag 28 november 2011

Kleine ergernissen... in de bioscoop

De bioscoop is een een broeinest van ergernissen: een grote groep zeer verschillende mensen bij elkaar in één ruimte waar je zo'n twee uur stil moet zijn. Dat is vragen om moeilijkheden en het is een wonder dat ik er desondanks zo vaak te vinden ben. De voornaamste ergernissen zijn wat mij betreft:

Te laat binnenkomen
Zit je er net lekker in, gaat de deur open, gestommel en gemompel in het donker, mensen gaan op je tenen staan of half op schoot zitten en halen je uit je cocon. In het ergste geval blijkt er iemand op hun plek te zitten en gaan ze in discussie en/of moeten er nog een keer langs om naar een andere rij te gaan. Van Pathé kreeg ik pas een e-mail dat na het begin van de film mensen niet meer worden binnengelaten, maar daar heb ik tot op heden, helaas, nog niets van gemerkt.

Vlak voor me gaan zitten in een lege zaal
Ik ben niet zo groot, veel mensen zijn langer dan ik. Als er een beer van twee meter voor me komt zitten zie ik de hele voorstelling een zwarte bult onder in beeld. Dat is irritant. Zeker wanneer dit niet nodig is. Passief agressief als ik ben ga ik dan meestal luidkeels zuchtend en tegen de stoel schoppend een paar stoelen opzij. Helpt niks, lucht wel op. Wat ook leuk is, maar net iets minder irritant: als iemand direct naast je gaat zitten in een lege zaal. Onbegrijpelijk. Kent niet iedereen de ongeschreven regels van het bioscoopbezoek?

Luidkeels fluisteren
Soms kan je hele gesprekken meeluisteren doordat mensen de edele kunst van het fluisteren niet beheersen. Oorverdovend kan het zijn. Mensen erop wijzen dat ze stil moeten zijn wordt vaak niet gewaardeerd. Een aanhoudend mompelende medemens antwoordde ons op ons verzoek: jij gaat mij niet vertellen wat ik moet doen. Lekker assertief. Luidkeels fluisteren heeft vaak twee oorzaken:

Voorspellen wat er gebeurt
Hierin heb je dan weer twee varianten: het klopt wel of het klopt niet. In het eerste geval: bedankt voor het verklappen van de clou. In het tweede geval: nee, weer fout, kop dicht! bejaarden hebben hier bij toneelstukken ook een handje van: "O, nou wordt 'ie boos", "Daar zal je het krijgen" of "Nu gaat ze eraan!"

Elkaar uitleggen wat er gebeurt
Bij de derde Harry Potter-film zat een man met kind achter mij. De man had denk ik nog nooit van Harry Potter gehoord, want het kind heeft bij ieder personage uitgelegd wie het was en wat zijn of haar voorgeschiedenis was. Misschien eerst de andere films kijken of van tevoren de boel doorspreken?

Vanwege deze ergernissen heb ik een rangorde aangebracht in de bioscopen in Den Haag. Pathé Scheveningen is het ergst: druk en veel aso-pubers. Hier ga ik nooit naartoe, hoe graag ik een film ook wil zien. De middenmoter is Pathé Spuimarkt: veel luidruchtige pubers maar al een stuk minder erg dan in Scheveningen. Het liefst ga ik naar Pathé Buitenhof, met een wat rustiger en ouder publiek, met een verlaagd irritatierisico. Nu hoor ik je denken: "Ouder publiek? Ga dan naar het Filmhuis." Vergis je echter niet, de terreur van de artistieke bejaarde is minstens zo groot als die van de Scheveningse aso-puber. Zeg nou zelf, wat is erger: een hand popcorn in je nek of de hele film luidfluisterend uitleg over het belang van de lichtval in Ingmar Bergman-films?

vrijdag 25 november 2011

Inbreuk op mijn privacy

Een tijdje geleden vroeg ik informatie aan over een opleiding. Het was een opleiding die niet voor mij bedoeld was, maar voor mijn geliefde.


Om de informatie over de opleiding te verkrijgen moest ik mijn naam en e-mailadres invullen. Daarna kreeg ik toegang tot een pdf-bestand met het programma van de opleiding en de kosten. Ik twijfelde wel over het invullen van mijn gegevens, maar ja, ik wilde toch erg graag weten wat die opleiding nu inhield, dus toch maar gedaan.

Ongeveer een week nadat ik de informatie had opgevraagd en gekregen, kreeg ik een e-mail. Een e-mail van de instantie die die opleiding verzorgde. Ik zal hem hier letterlijk weergeven (in blauw), waarbij ik, om mijn eigen privacy te waarborgen, wat inhoudelijke opmerkingen heb weggehaald. In zwart heb ik mijn commentaar gegeven op de e-mail.

Beste Eef, Kom, kom, je kent mij helemaal niet, wat een aanhef..

Ik zie dat je twee van onze factsheets hebt gedownload, factsheet A en factsheet B; wat leuk! Dat is nog maar afwachten hè, of ik dat leuk vond en of dat zo leuk is.

Nieuwsgierig als ik ben naar de persoon achter de aanvraag, heb ik je even gegoogeld. WAT?!?!
Op je Linkedin profiel zie ik dat je al het een en ander hebt geschreven als X bij bedrijf X, wat gaaf! Gaaf, gaaf? Waar kom jij vandaan?
Na je rechtenstudies nu dus aan de volgende opleiding? Mijn hemel mijn hemel, hoe durf je mij te googelen en me er dan ook nog mee te confronteren?

Ik zou wel wat meer over je willen weten. Wat je wensen en ambities zijn bijvoorbeeld. Wil je door middel van deze opleiding jezelf in een andere functie werken bij bedrijf X of ben je al vast wat verder in de toekomst aan het kijken? Door middel van een telefoontje kunnen we samen goed bepalen of deze opleiding het beste bij jouw huidige situatie past. Eventuele vragen over de opleiding kun je dan uiteraard ook aan me stellen! Zie het als een advies op maat! :-)

Zou je me door middel van een reply willen laten weten of je een telefoontje op prijs stelt? Graag even aankruisen:
* Nee dank, ik wil verder geen contact Volgens mij wil ik dat niet nee
* Ja, probeer me voor een advies te bellen op ...Zodat ik je kan uitschelden
* Ja, probeer me na werktijd te bellen op ...zodat ik je ook na werktijd kan uitschelden
* Nee, bel mij niet. Ik bel met jullie wanneer het mij goed uitkomt Midden in de nacht

Ik had een ongemakkelijk gevoel na deze e-mail. Ik overwoog nooit meer informatie aan te vragen of nooit meer informatie aan te vragen onder mijn eigen naam. Ik overwoog mijn profiel op Linkedin te verwijderen. Daarna overwoog ik een woedende e-mail te sturen en na enig overleg met een collega overwoog ik een amicale e-mail te sturen om korting te vragen voor de (extreem dure) opleiding die de man in kwestie aanbood. Vervolgens heb ik mij drie dagen zitten verbazen over het feit dat iemand de tijd heeft en de moeite neemt om een aanvrager van informatie te googelen en te mailen, hoe slecht moet het dan gaan met je bedrijf? Daarna heb ik de man zelf gegoogeld. En nu weet ik nog steeds niet wat ik hier van moet vinden en wat ik er mee moet doen. Wat vinden jullie?

donderdag 24 november 2011

Het leven na Harry

Beste Harry,

toen jij naar de eerste klas ging, woonde ik in een christelijk dorp in Noord-Brabant, waar jij, ondanks je toverkrachten, niet tot wist door te dringen. Toen jouw avonturen de hele wereldbevolking in spanning hielden, wist ik alleen dat je een sullig brilletje ophad. Toen mijn schoonfamilie het ineens over Dreuzels had, keek ik niet begrijpend om me heen. Toen ik steeds meer mensen, zelfs mijn zus, over jou hoorde praten, werd ik een klein beetje nieuwsgierig. Toen mijn bijlesleerling enthousiast vertelde over jouw boeken, wilde ik meer weten. En toen ik deze zomer op vakantie ging, nam ik je mee.

In de afgelopen vier maanden heb ik over zeven van jouw levensjaren gelezen. Ik was getuige van je eerste schooldag, je eerste kus, je eerste gevecht… Ik leefde met je mee als je weer eens werd geconfronteerd met de catastrofale capriolen van de Heer van het Duister. Jij weerhield mij van mijn nachtrust omdat ik per se wilde weten hoe je jezelf uit weer een benarde positie wist te bevrijden. Ik verslond boek na boek, schooljaar na schooljaar, totdat ik gisteravond de allerlaatste bladzijde omsloeg. Ineens was het klaar. Je leek wel Verdwijnseld. Het avontuur is voorbij.

Toegegeven, de run op witte sneeuwuilen en fans die in zwarte cape en met een geschminkt litteken op hun voorhoofd voor de boekhandel zaten te wachten, begrijp ik nog steeds niet.. Maar nu snap ik wél waarom jouw avonturen de wereld in haar greep hielden en waarom alle lezers zo ontzettend meeleefden. Jij hebt mij meegenomen in een belangrijk deel van jouw leven, en nu ga ik zonder jou verder. Het leven na Harry Potter is voor mij deze week aangebroken. Bedankt!

Groetjes,

Han

woensdag 23 november 2011

Schubiedoebida

Kleine Franz had het niet makkelijk in zijn jeugd. Uit een groot gezin, zijn diensttijd maar net weten te ontlopen, werkloos, grotendeels zonder vaste woonplaats en syfilis. Tel daar een stiekeme doodswens bij op en dan heb je natuurlijk inspiratie voor prachtige muziek.

Schuberts muzikale talent is zijn redding geweest, maar het was wel een grote sloddervos. Zijn manuscripten raakten kwijt of bezoedeld. Mede daarom is er nogal wat te doen over de nummering van zijn werken. Is de nooit afgemaakte sympfonie (die Unvollendete, in B klein.) nou nummer 7 of nummer 8? De meesten houden het maar op 8. Er wordt trouwens wel gezegd dat Schubert zelf wel vond de symfonie met twee delen af zou zijn, en dat hij gewoon brak met de tradities van langere werken.

Dat dit werk nou in B klein is zegt me niet zoveel, ik kan het verschil eigenlijk toch niet horen. Maar het allegro uit deze symfonie is werkelijk wonderschoon. En eigenlijk heel spannend, vooral door de onheilspellende klanken van de cello's en de violen. Donker en meeslepend. En dat is juist om blij van te worden.


dinsdag 22 november 2011

Droogkoken met The Twilight Saga

Zuchtende droogneukers. Zo noem ik de Twilight Saga. Iets anders kan ik er niet van maken. Af en toe is er wel wat actie en het is bij vlagen spannend, maar de acteurs moeten het toch vooral hebben van hun talent voor zuchtend smachten en elkaar aankijken alsof ze zonder woorden willen zeggen dat ze heel nodig naar de wc moeten. En dat doen ze uitstekend. Jake zucht en smacht naar Bella, Bella zucht en smacht naar Edward, Edward zucht en smacht naar Bella en naar zijn tanden in een kloppende halsslagader.

Soms krijgen ze ruzie, met elkaar, met ouders die kneuzig doch lief zijn, met andere vampiers, en dan worden er indringende gesprekken gevoerd of soms zelfs gevochten. Maar daartussen zitten toch vooral langen episodes van zuchten en smachten en vice versa. Heel begrijpelijk dus dat de Twilight Saga zo'n hit is onder pubers, die doen niet anders en die hebben dan ook nog last van puistjes en dat hebben deze prachtige gladde bleke mensen niet. Iets om je aan te verlustigen en om jezelf ook een beetje in te herkennen. Ondertussen blootgesteld aan het evangelie van de onthouding tot aan de huwelijksnacht (wijze les 1), van Stephanie Meyers, de schrijfster van de saga.

Mocht je de laatste film nog niet gezien hebben en dit nog wel willen, stop dan nu met lezen. In deze film zijn Bella en Edward namelijk geen droogneukers meer: om dit stigma voorgoed van zich af te wassen bestijgen zij elkaar daadwerkelijk en zonder kleren in de kolkende zee bij het strand, tijdens de huwelijksnacht, uiteraard. Niks droogs aan dus. Wel nog veel zuchten en smachten, maar ook echte actie. Actie die ook onmiddellijk uitmondt in zwangerschap (wijze les 2), met in de slipstream reclame voor de Amerikaanse pro-life-beweging (wijze les 3). Lekker bezig!

De Twilight Saga is zeker een aanrader voor iedereen die van broeierige tienerfilms houdt en de lol inziet van al die onderdrukte seksualiteit. En van de meisjes in de zaal die bij de uitgang roepen dat dit 'echt een onwijs goeie film' was. Zucht, zwijmel, steun, heerlijk.

maandag 21 november 2011

Poging tot interactie

Afgelopen zaterdag zat ik in de trein naar Den Haag. Het treinstel zat helemaal volgropt met bezoekers van de Margriet Winterfair, met volgeladen armen allerhande kerstdecoraties, maar daar gaat het nu niet over. Ik had al een plekje bemachtigd toen tegenover mij in het vierzitje een meneer van eind veertig plaatsnam. Hij zette zijn tas naast zich neer en keek uit het raam. Niks bijzonders eigenlijk.

Het zal je niet verbazen dat ik niet houd van gesprekken in de trein. Niet van gespreken van andere mensen en ook niet van gesprekken tussen mezelf en anderen. In de trein houd ik van mijn eigen muziek en eigen krant. Lekker modern en dus lekker individualistisch. Op mijn eigen eilandje in de intercity.

Maar met deze meneer was het anders. Hij had halflang grijs haar, een rare snor (bijna Ted de Braak-achtig), een t-shirt van zijn favoriete band en een roze ribbroek. Uit zijn vierkante tas staken een aantal platen en ik realiseerde me dat het dit weekend ook Verzamelbeurs was. Hij had vast de muziekafdeling van deze beurs bezocht. Mijn nieuwsgierigheid won en voordat ik het wist was er een gesprek. Ik schrok me wild.

“Ben je goed geslaagd op de Platenbeurs?”,vroeg ik de man die verschrikt opkeek en aarzelde, maar vervolgens in geuren en kleuren vertelde hoe het hem die dag, graaiend tussen het vinyl, was vergaan. We spraken over harpconcerten, Echo & the Bunnymen en bootlegs van Urbanus. Over de liefde voor muziek, muziek van een generatie en over het eerste concert van Radiohead in Nederland. Over zelf muziek maken en over de dochter van Ozzy Osbourne.

Maar toen hield het op, alsog iemand een pauzeknop had ingedrukt, en de situatie voelde niet meer vriendelijk en comfortabel aan. Ik kreeg spijt dat ik mijn nieuwsgierigheid de overhand had laten nemen. Want Gouda was nog lang niet in zicht en het gesprek ging een beetje een ongemakkelijke kant op. Toen de man vroeg of het klopte dat hij uitgaande van mijn muzieksmaak mocht opmaken dat ik al boven de 35 was, was de maat vol. Kom nou zeg! Dit was geen goed idee geweest. Waarom zit er in een trein geen schietstoel?

Nog even leek er een opleving te zijn toen het over handel op Marktplaats ging maar de vlam was al uit. Gelukkig rolde de trein Gouda binnen en de man stapte uit. Alles ging weer terug naar normaal. Alleen in de trein, met muziek en krant en nog ruim 20 minuten naar Den Haag. In alle rust alleen in een propvolle coupé. Toch maar beter zo.

vrijdag 18 november 2011

Kleine ergernissen... bij een concert

Heb je ze ook, van die kleine ergernissen die je steeds weer op je zenuwen werken? Ik merk dat ik daar steeds gevoeliger voor word én dat die mini-irritaties steeds groter worden. Ik wil daar vanaf. Tijd dus om wat kleine kwellingen te spuien voordat ik een zuur oud wijf word! De setting: een concert.

Flitsfoto's
Nee, hip persoon met je smartphone waarmee je al je Facebookvrienden op de hoogte van jouw aanwezigheid hier wilt brengen. Je kunt geen mooie foto's maken in een concertzaal als je je amateuristische cameraatje gebruikt en met de automatische instellingen werkt. En je irriteert me mateloos met je geflits. Door jou kan ik de optredende artiest niet eens meer zien en je werkt me op m'n zenuwen. En daarbij worden je foto's ook nog eens spuuglelijk en zwaar overbelicht, waardoor het lijkt of je foto's zijn gemaakt op een verregende bouwplaats.

Kletsen
Nee, hooggeblondeerde huisvrouw die eindelijk weer eens de deur uitkomt zonder kids. Een concertzaal is geen café. Weet je wel hoe onbeschoft het is voor de artiest dat je hier de hele avond staat te ouwehoeren? En het ergste vind ik nog wel, dat je hárder gaat praten zodra de muziek ook harder wordt. Alsof de muzikanten jou storen in je bijkletssessie! Ga weg, wil je? Laatst was ik bij een concert waar de zanger zélf om stilte moest vragen. Ik voelde plaatsvervangende schaamte.

Alleen voor Het Hitje komen
Nee, hooggeblondeerde huisvrouw én hip persoon. Het ís niet cool als je hier alleen maar komt voor het laatste liedje van de set. Zou de artiest niet beledigd zijn als iedereen enkel Het Hitje meeblèrt (en de rest van de tijd staat te kletsen)? En daarbij denk ik ook dat Het Hitje de muzikant ondertussen al gruwelijk de keel uit hangt...

Zo, dat lucht op. Heb jij kleine ergernissen die stiekem al best groot worden? En in welke setting doemen deze irritaties het vaakst op? Deel het in de comments en wie weet wijden wij er binnenkort een column aan.

donderdag 17 november 2011

Kattenkind

Gisteren zag ik een stukje van ‘Je zal het maar zijn’ van BNN op tv. Ik keek naar een meisje van 21 jaar, Milou, dat compleet geobsedeerd was door haar chihuahua Parel. Ze kleedde het beestje aan, gaf handenvol geld uit aan accessoires en vierde zelfs Parels eerste verjaardag, compleet met hondenvriendjes, liedjes, cadeautjes en een feestjurk. Toen presentatrice Sophie Hilbrand vroeg of dit niet een beetje ver ging, zei Milou van niet. “Het is immers mijn hondenkind”, aldus het meisje.

Terwijl het programma vorderde en Milou de laatste puntjes op de i zette voor Parels verjaardagsfeestje, groeide mijn verbazing. Hoe is het mogelijk dat je zó ver gaat in je liefde voor je beest?! Maar ik keek ook naar mijn kat Coco, die spinnend naast mij op de bank zat, en wist een vlaag van herkenning niet te onderdrukken. Nee, ik noem Coco niet ‘mijn kattenkind’, en ik zou nooit een feestje voor haar geven, maar ook ik ga ver in mijn liefde voor haar. Zo heb ik een waterfonteintje in de keuken staan, zodat er altijd schoon drinkwater voor de poes beschikbaar is. Ik koop duur voer – wellicht in bulkverpakkingen en daarom goedkoper, maar toch. Ik mis mijn kat als ik een paar dagen weg ben. En ik betrap mezelf er meerdere keren per dag op dat ik vertederd naar Coco kijk en "Aaah, kijk nou!" kir als ze iets compleet willekeurigs en normaals doet zoals eten, zichzelf wassen of gewoon slapen in de zon.

Het ergste van mijn kattenliefde – en dit geef ik eerlijk toe – is nog wel dat ik samen met Coco op dieet ben. Tja, ik kwam op een gegeven moment tot de conclusie dat we allebei een paar pondjes teveel met onszelf meetorsten. Ik voel me dan ook ronduit beledigd als gasten poeslief zien en zeggen: “Ach, wat is ze toch gezellig dik!”. Dan denk ik: gezellig dik? Je bedoelt gewoon dat ze moddervet is, hoe dúrf je! Meestal zeg ik iets terug als: “Nee joh, ze is écht al wat afgevallen hoor!” – wat overigens ook écht waar is. Maar stiekem vind ik Coco dan heel zielig en geef ik haar die avond als troost een extra snoepje. Een jurkje zal ik haar nooit aantrekken, en verwacht ook geen uitnodiging voor haar verjaardag, maar ja… Ik ben gek op het beestje en vertroetel haar dan ook met alle liefde. Snif. Ik pink een traantje weg. Misschien is Coco toch wel een beetje mijn kattenkind.

woensdag 16 november 2011

I heart... bloopers

Ja, ik trek de pleister er maar meteen af: ik hou van bloopers. En dan niet bloopers van films of tv-programma's, die je wel eens aan het eind, tijdens de aftiteling ziet. Die vind ik ook heel leuk, maar lang niet zo leuk als de particuliere blooper. Ik denk dat er weinig mensen zo blij zijn met Hans Kraaij jr. als ik.

Wat overigens heel irritant is, naast Hans Kraaij jr. als presentator, is de naam van Neerlands enig overgebleven blooperprogramma: Lachen om Homevideo's. Wie dat bedacht heeft... Ik vraag me dan af welke opties er afgevallen zijn. Homevideo's. Grappige filmpjes. Kijken naar grappige filmpjes. Kijken en lachen. Lachen man. Lachen om homevideo's, bijna alle andere namen die je kunt bedenken zijn beter. De beste bloopers, zoiets.

Maar goed, de bloopers dus. Schaterend van het lachen en met tranen over mijn wangen kan ik van de bank op de grond rollen wanneer ik een goede blooper zie. Zeker als er net een stuk of drie goede bloopers achter elkaar worden uitgezonden, dan moet ik bijna gereanimeerd worden. Er zijn ook mindere bloopers, die zijn wel aardig om er in te komen (want ik moet er aan het begin van een blooperprogramma altijd even in komen), maar bepaalde categorieën bloopers genieten duidelijk mijn voorkeur.

De ene categorie is de dierenblooper, en dan met name katten. Dieren doen namelijk meestal iets fout uit enthousiasme. De meeste dierenbloopers hebben iets met springende katten die naast de tafel belanden of rennende honden die een argeloze peuter omverrennen. En daarmee zijn we meteen bij een tweede categorie topbloopers aanbeland: de kinderblooper. Is het niet hilarisch om een baby de slappe lach te zien hebben, een peuter uit een bak hondenvoer te zien eten of een kleuter zijn vader te zien natspuiten met de tuinslang of zich met een slee te pletter zien storten in een besneeuwd bos. Heerlijk, zo spontaan. Veel beter dan domme volwassenen die bovenin een boom zitten wanneer ze deze omzagen.

Mijn favoriete bloopers (ja, die heb ik) hebben echter geen van beide ingrediënten. Dat zijn ex aequo:
De man die aan het klussen is aan een schuifraam met een vriend. De vriend houdt het raam open, de man steekt zijn hoofd uit het raam, die vriend laat los. En dat zelfs tweemaal.
De ander gaat om een bruiloft. In een zaaltje in een hotel staat iedereen op het bruidspaar te wachten. Het bruidspaar wordt aangekondigd, "Dames en heren, het bruidspaar!" Iedereen kijkt naar de deur, vol verwachting. En dan... rijdt er een kar vol vuile vaat voorbij. Zo zie je maar, nog leuker dan bloopers kijken is ze navertellen. En hou altijd een camera paraat tijdens klussen, skiën, trouwen en buitenspelen, daar doe je mij een groot plezier mee.

Heb je ook een favoriete blooper? Vertel 'm me in de comments.

dinsdag 15 november 2011

De antropologische trein

Reizen met de trein is een antropologische ervaring. Keken en bekeken worden, alleen dan met veel meer argwaan dan dat je ooit op de boulevard van St. Tropez zal vinden. Een soort Big Brother meets Ruth Benedict. De coupé als mini-maatschappij met zijn eigen ongeschreven regels en mores, zoals “eet geen boterham met salami en ga nooit naast iemand zitten als er elders nog meer plek is”. En de commutercommune heeft natuurlijk zijn eigen sterspelers. Hieronder een impressie van de terugkerende hoofdrolspelers op mijn vaste traject.

De man met de broodzak
Het lijkt erop dat deze meneer ’s ochtend meer tijd besteedt aan het in model brengen van zijn blonde manen, à la de bard uit Asterix en Obelix, dan aan het verzorgen van zijn lunch. Hij heeft nooit een tas bij zich maar draagt altijd los in de hand zijn bruine boterham met kaas met een krentenbol. In een plactic zakje weliswaar maar verder draagt de midlifemeneer niks bij zich. Of zou het allemaal verstopt zitten in de zakken van zijn legergroene gewatteerde jas?

De mevrouw die misschien toch een meneer is
Deze mevrouw is heel lang en groot en breed en draagt geen jas maar een uitbundig wapperende quilt in kerstkleuren. Minstens schoenmaat 44 en een zeer uitgesproken kaaklijn. En met oorbellen en slechte eyeliner. Hebben we hier te maken met een genderbender? Ik hoop het van harte.

De jongedame met het seksleven
Deze dame werkt bij een reisbureau en heeft een zeer actief uitgaansleven. Niet alleen weet de hele trein inmiddels wat haar stamkroeg is, ik weet ook de uitslagen van de soa-testen en de namen van haar ex-vriendjes. Het spreekt voor zich dat deze dame vooral op maandag gemeden moet worden wanneer ze met collega’s reist en gedetailleerd het afgelopen weekend in geuren en kleuren bespreekt.

De mevrouw met de repen
Ik hoop van harte dat deze mevrouw vanavond een broodje hamburger eet, maar ik denk niet dat het gaat gebeuren. Mager, grauw en bleek en levend op minuscule hapjes van een of andere dure dieetreep. Het doet haar niet veel goeds. Hopelijk valt ze niet nog meer af en blijf ik haar in de trein zien.

De headhunter en zijn collega
Kerncompetenties en allerhande managementbladibla is alles wat de klok slaat bij deze twee heren. Sollicitatiegesprekken en persoonlijke gegevens worden zo uitvoerig besproken dat ik in een van hun kandidaten voor een aanstelling aan de Universiteit Leiden een docent van mij herkende. Je gegevens zouden maar op deze manier op straat komen te liggen.

Reis jij met de trein op een vast traject? Vertel over de sterspelers en de mores in jouw treinstuk in de comments.

maandag 14 november 2011

Kerstpakket

Een nieuwe collega vroeg aan mij of we bij ons op werk ook een kerstpakket krijgen. Een terechte vraag, want zoiets is nu eenmaal heel belangrijk. Ja, we krijgen een kerstpakket, gelukkig maar. Je kan ook kiezen voor een gift aan het goede doel, maar ik verkies een kerstpakket boven een gift.

Sommige mensen klagen over het kerstpakket. Dat het ieder jaar weer een bittere teleurstelling is. Onbegrijpelijk. Het is ieder jaar toch een feest om een kerstpakket op te halen, mee naar huis te nemen, open te maken? Zelf laat ik mijn pakket ongeopend als ik nog op werk ben en ik heb mijn meneer laten bezweren dat hij dat ook zal doen. Wanneer de kerstpakketten zijn uitgereikt loop ik bijna niet meer door ons kantoor, uit angst een glimp op te vangen van de inhoud van het pakket. Andere collega's zetten zomaar overal onderdelen van het pakket neer, waar ik ze kan zien. Of trekken het aan! Dan ren ik door het pand naar het kopiëerapparaat en haal ineengedoken een kop thee.

Het leukste aan het kerstpakket is namelijk het thuis openmaken. De pakketten staan op de grond, de katten ruiken eraan en de meneer kijkt lachend toe. Twee glanzende dozen in kerstpapier, soms zelfs een houten kistje (de meneer haalt alvast de wijngids van Hugh Johnson uit de kast). En dan... de schaar! Rats rats, woest scheur ik de dozen open, zaagsel vliegt om m'n oren, de katten springen in de doos, in het zaagsel en rennen ermee door de kamer. Hoera een blik uiensoep! Hoera een houten spel! Hoera opbakbrood! Hoera een kortingsbon voor Landall Greenpark! Hoera een pot jam! Toastjes! Thee met een rare smaak! Langhoudbare paté! Glühwein! Iets voor in de badkamer dat ik niet meteen kan thuisbrengen, hoera! Binnen één minuut is alles uitgepakt en bekeken, het zaagsel ligt door de hele woonkamer en de katten zien er witbesneeuwd uit. Vermoeid maar tevreden zak ik onderuit op de bank, starend naar mijn schatten.

Is het al kerst? Ik heb er zin in!

vrijdag 11 november 2011

I heart ... bodypump


Toen ik jaren geleden mijn sportschoolangst overwon en me dan eindelijk inschreef (oh, eh waarom moet ik voor de intake op een weegschaal gaan staan?) had ik het goede voornemen om elke groepsles die mijn nieuwe gymclub aanbood uit te proberen. Om te kijken wat het beste bij mij zou passen en om uit te vinden waar ik het meeste spierpijn van zou krijgen. Tae-bo viel snel af, bij bodybalance viel ik in slaap, spinning ging ermee door maar een echte kick kreeg ik van bodypump.

Voor wie het niet weet: bodypump is een groepsles krachttraining waarbij je door middel van een halter met verstelbare gewichten spieroefeningen doet op muziek die je thuis echt nooit zou draaien. Elke spiergroep heeft een eigen nummer, en binnen een uur komen zo de belangrijkste lichaamsdelen aan bod. Je gaat er heel hard van zweten, leert eindelijk wat verzuring is en je wordt er heel sterk van. Je wordt er ook een eigengeiler van, maar dat wist ik bij de eerste les nog niet.

Mijn eerste les kreeg ik van Borke, een instructeur met een korte broek en een zweetbandje op zijn hoofd. Hij was erg gemotiveerd en schreeuwde door de zaal allerlei stimulerende zinnen. Bloed is goed! Pijn is fijn! Als je niet overgeeft heb je je best niet gedaan! Overigens vergat hij me, sportnewbie, te vertellen dat het handig is om de gewichten van de halter aan te passen aan de spiergroep die je traint. Zo voorkom je dat je met de belasting voor bijvoorbeeld je bovenbenen ook je triceps traint. De week erna kon ik niet normaal op de wc gaan zitten, fietsen of boodschappentassen dragen. De muziek was ook vreselijk.

Dus ik ging de week erop weer en merkte dat ik sterker werd en er zowaar een biceps tevoorschijn leek te komen. Ik was overstag en liet me met liefde elke week afblaffen op slechte discodeuntjes. Maar de kick van sterker worden en van je belasting kunnen opvoeren is verslavend. Je gaat vanzelf eigenlijk toch ook een korte broek aandoen omdat je dan naar je bovenbenen kan kijken tijdens het trainen. Je was immers al ruim voor aanvang van de les aanwezig om een plaatsje bij de spiegel in de zaal te bemachtigen.

Je gaat op in de muziek, kreunt merkbaar na het trainen van de borst en gromt naar jezelf in de spiegel. Het hoort er allemaal bij. Na een vervelende blessure ben ik eindelijk weer begonnen. Van begin af aan. Want wie bodypump niet braaf bijhoudt krijgt de man met de hamer heel snel op bezoek.

Komend weekend staat er weer een les op het programma. Lekker trainen in een zaal vol mannen die eigenlijk te zwaar trainen dan goed voor ze is. Ik sta dan in de hoek bij de spiegel naar mezelf te grommen terwijl ik bij het optillen van de halter mijn biceps net geen klein kusje geef.

donderdag 10 november 2011

De uitvaart van Sinterklaas

Sinterklaas, wie kent 'm niet? Ik. Ik heb het gevoel Sinterklaas niet meer te kennen. Zaterdag is de intocht en ik las dat Sinterklaas dit jaar gespeeld wordt door Stefan de Walle. Hij speelde in de serie Flodder. Niet echt iets dat je direct met Sinterklaas associeert, maar goed, dat is Medisch Centrum West ook niet en daar speelde Bram van der Vlugt dan weer in.

Eerlijk gezegd heb ik moeite met het vertrek van Bram van der Vlugt. Hij was de enige Sint die ik niet eng vond. Hij was een grappige oude heer die af en toe zelfs venijnig uit de hoek kon komen. Hulpsinterklazen en Pieten jagen mij nog steeds angst aan, maar niet Sint Bram. Dat tijdperk is nu ten einde en daarmee ook de echte Sinterklaasviering.

Want wat deed hij het goed! Wie kan die begespte schoenen vullen? Niemand toch? Van kinds af aan keek ik iedere intocht naar hem en verbaasde mij over zijn inzet, al die jaren. Soms hoorde ik zijn stem onder een reclame voor koffie of creditcards en dan zag ik Sinterklaas voor me. Sinterklaas die bijklust in een geluidsstudio, om alle pakjes te kunnen betalen, dacht ik dan. Nu is hij wellicht te oud (76) om weer een dag in de kou op een paard te zitten, hoewel hij eigenlijk pas net de Sinterklaasgerechtigde leeftijd heeft bereikt.

Ik wens Bram van der Vlugt nog vele gezonde jaren toe, maar ik vind dat het mooier was geweest als hij in het harnas van ons heen gegaan was, om zo definitief een einde te maken aan het traditionele Sinterklaasfeest. Vanaf die dag zou het Sinterklaasfeest een meer gedenkwaardig karakter hebben. Een dag waarop wij terugdenken aan de Sint door elkaar cadeautjes te geven en door mannen een rood gewaad en een mijter aan te trekken. En dan staken we iedere 6e december de pakjesboot in de fik terwijl die één van Neerlands binnenwateren afdreef, de eeuwigheid tegemoet.

woensdag 9 november 2011

Scrabble vs. Wordfeud


Ik ben gek op Scrabble. Let wel, het fysieke bordspel Scrabble. Scrabble 1.0, zeg maar. Helaas wordt mijn wereld – ongewild – de laatste maanden gedomineerd door Scrabble 2.0, het smartphonespel Wordfeud. Dit vind ik verschrikkelijk en wel om de volgende redenen...

Ik weet niet hoe ik het moet uitspreken
Mijn eerste ergernis betreffende Wordfeud is de uitspraak ervan. Want, zeg nou zelf, is er iemand die zeker weet hoe je ‘Wordfeud’ uitspreekt? Weurdfjoed? Weurdfeut? Het klinkt sowieso nergens naar: “Zullen we even Weurdfjeuden?”. Nee, dan “Zullen we een potje Scrabble spelen?”, dat klinkt gewoon knus, dat klinkt als een haardvuur, als een dampende kop chocomel met een speculaasje erbij!

Het gevoel van met je hand in het zakje gaan en blokjes grabbelen is verdwenen
Ja, geef het maar toe. Je mist vast het gevoel om in een zakje te grabbelen. Het zachte gerinkel van de lichte blokjes, het idee dat je tóch invloed hebt op de letters die je tevoorschijn tovert, dat verrassingseffect is bij Wordfeud verdwenen… Daar springen er ineens een paar letters op je scherm. Ik vind er niks aan.

Je hebt geen invloed op het goedkeuren van de woorden die je aanlegt
De woordenlijst van Wordfeud schijnt niet erg uitgebreid te zijn. Bij Scrabble leg ik Het Groene Boekje en een Nederlands woordenboek naast het spelbord en zoek ik de woorden op waarover discussie ontstaat. Een fijne bijkomstigheid van Scrabble is dat ik mijn tegenspeler kan proberen te overtuigen van de juistheid van mijn aangelegde woord. Dit is allemaal niet het geval bij Wordfeud, want je moet maar net geluk hebben dat het door jou aangelegde woord in de – summiere – woordenlijst te vinden is.

Het spel wordt op een smartphone gespeeld
Dat is toch wel mijn grootste ergernis. Je ziet nooit de gefrustreerde reactie van je tegenspeler op jouw überwoord waarmee je honderden punten binnenhaalt. Ook vind ik het een groot nadeel dat je dit spelletje schijnbaar tijdens je werk of je sociale activiteiten door mag blijven spelen. Laatst zat ik in de kroeg met een stel smartphonebezitters. (Mijn robuuste Nokia werkt nog steeds, ook nadat hij deze zomer door een vorkheftruck is overreden.) Gezellig, een avondje in de kroeg! Maar nee, iedereen zat te Wordfeuden! Ik werd omringd door zwijgende mensen die piekerden over een nieuw aan te leggen woord en naar dat kleine schermpje staarden… En ik? Ik nam nog een slok thee en bedacht me dat ik, mocht ik ooit een smartphone aanschaffen, nóóit Wordfeud zal downloaden. Scrabble vs. Wordfeud: wat mij betreft is de eindstand 1-0.

dinsdag 8 november 2011

Oud?

Weet je wanneer je je oud voelt? Als je een stagiaire hebt. Ik wel in elk geval. Bij mij op werk lopen er een paar rond, allemaal een jaar of 21. Waar ik me oud door voel is dat ik bepaalde dingen moet gaan uitleggen.

Vorige week nog, toen begon ik over het concert in Ahoy dat New Kids on the Block samen met de Backstreet Boys gaan geven. Mijn stagiaire dacht dat NKOTB agressieve Brabantse jongeren met matjes zijn. Toen moest ik dat toch even rechtzetten en stuurde haar een foto van mijn puberhelden. En meteen ook maar een van marky Mark and the Funky Bunch. Ze keek er vol ontzetting naar.

Vriendin M. begreep niet dat iemand dat niet kende, tot ik het haar voor rekende: Zij is 21. Wij waren toen 12. Dat is 21 jaar geleden. Vervolgens bleef M. heel lang stil aan de andere kant van het wereldwijde web. Ik denk dat ze, net als ik zachtjes huilde.

Wat ook niet hielp was het meisje aan de lunchtafel. Ik vroeg of ze nog studeerde en wat dan. Maar ze was net klaar met school (bejaarden kunnen ook nooit leeftijden inschatten) en wist nog niet wat ze ging doen en nu werkte ze één dag in de week bij ons. "Wat heerlijk!" kakelde ik, "je kan dus nog alle kanten op!" Volgens een collega gaf ik nu wel de indruk vast te zitten in mijn baan en stiekem zelf iets anders te willen.

Dat bedoelde ik niet, maar zou dat toch zo zijn? Zou ik stiekem jaloer zijn op de jonge stagiaires die nog alle kanten op kunnen en geen weet hebben van de zingende mietjes van NKOTB...?

maandag 7 november 2011

Boekentip: Huwelijk, vlees en andere obsessies

Met veel plezier keek ik een paar weken terug voor de tweede keer naar Julie and Julia. Een heerlijke film met prachtrollen voor Meryl Streep en Stanley Tucci. Het feit dat ik Julie, de verteller, een beetje een zeurpiet vond die haar eigen onvermogen nogal eens afreageert op haar geduldige echtgenoot, was een voorbode voor haar tweede boek, dat ik nu net uit heb. Op het achterplat stond ook nog een aanbeveling van Elizabeth Gilbert, iemand die ik ook niet bijster sympatiek vind, afgaande op haar boek Eten, bidden, beminnen.

Dit boek is gedeeltelijk van hetzelfde laken een pak. Gedeeltelijk, want het boek gaat vooral ook over Julie die slagersleerling wordt. Daarom kocht ik het boek: op de cover zag ik Julie Powell wellustig met een hakmes een varkentje in tweeën hakken. Een kolfje naar mijn hand, aangezien ik in mijn jonge jaren bij een poelier heb gewerkt én ik heb voor mijn vorige verjaardag een gehaktmolen slash worstmachine gekregen. Misschien dat ik er nog wat van kon opsteken.

Nou, dat kon ik. Meer dan me lief was. Het hele boek is één gedetailleerde beschrijving van het fileren van een varken. Het fileren gefileerd, dus eigenlijk. Ze beent uit, beent uit en beent uit, stinkt naar vlees, put zichzelf uit en beent door. Ondertussen klaagt ze over haar huwelijk dat lijkt te stranden en over de dubieuze relatie met haar minnaar. Dat geklaag is precies wat me ook irriteerde aan het boek van Gilbert. Als het echt allemaal zo vreselijk is: vraag een scheiding aan en val elkaar niet meer lastig. Er zijn nog genoeg andere leuke mensen op de wereld met wie je vast een stuk gelukkiger wordt.

Eindoordeel: het boek is vermakelijk en bij vlagen grappig, maar te lichtledig om 300 pagina's lang te boeien. Na 100 wist ik het wel. Maar mocht je van relatiegezeur houden en niet vies zijn van flink wat kilo's bloedend vlees, dan is dit zeker een aanrader.

Overigens vond ik halverwege een goed recept voor worst met venkelzaad en nog veel meer andere kruiden, dus ook ik kan me binnenkort naar hartelust overgeven aan de vleselijke lusten (wat trouwens een betere titel was geweest).

Eet smakelijk

Een collega wees mij erop dat ik geen ‘eet smakelijk’ moet zeggen. Volgens hem was dat ‘not done’.
Ik, me van geen kwaad bewust, vroeg door. Hij vertelde dat in de betere kringen 'men' dit niet zei.

Na wat googelen wist ik meer. Beatrijs Ritsema wist het me uit te leggen:
“Elkaar ‘smakelijk eten’ toewensen gold in hogere kringen als een faux pas, omdat deze aansporing als het ware ruimte openhield voor de mogelijkheid dat het eten ook níet smakelijk zou kunnen zijn.”
Ojee, nooit geweten dus. Maar wat wil je ook, opgegroeid in het treurige Zoetermeer, geen gymnasium gedaan, geen adellijke vrienden.

Iets verder in het stukje zag ik dat het echt nooit meer goed zou komen met mij, ik zal voor altijd door de mand vallen in goed gezelschap want Beatrijs schrijft ook:
“Omdat veel mensen in hun jeugd erin gedramd hebben gekregen dat je nooit ‘smakelijk eten’ mag zeggen, is de uitdrukking als een verkliklichtje gaan werken. Woorden als ‘gozer’ (in plaats van ‘vent’) of ‘gebakje’ (in plaats van ‘taartje’) of ‘zeer doen’ (in plaats van ‘pijn doen’) hebben dezelfde attentiewaarde. De goede verstaander, wat dat ook moge zijn, meent dan met iemand van lagere komaf te maken te hebben.”

De angst sloeg mij om het hart na deze zin. Ik sta al bekend als flapuit, als iemand die geen blad voor de mond neemt, maar nu bleek ik gewoon en ordinaire flapuit. Iedereen weet allang dat ik niet weet hoe het heurt. Ergens in de verte wist ik nog, van een ex-vriendje uit een ver verleden, dat je het altijd over de ijskast moest hebben en nooit over de koelkast, maar verder dan dat was ik nooit gekomen.

In paniek ben ik door gaan vragen, bij mijn nette collega’s, bij mijn nette vrienden, bij Caar en inmiddels heb ik een lijstje, een lijstje met do’s en don’ts.
Do/don't
worteltjes/peentjes
stoep/trottoir
wc/toilet
bruiloft/trouwerij
taartje/gebakje
patat/friet
broek/pantalon
vent/gozer
ijskast/koelkast
pijn doen/zeer doen

Het erge is, ik raak nu al helemaal in de war, ik weet zeker dat ik dit structureel verkeerd ga doen. Net als dat ik bij de verkeerde gelegenheden de verkeerde dingen zeg, mijn jas zelf ga ophangen als daar iemand voor staat en zelf deuren op doe als iemand anders dat wil doen. Ik ben gedoemd voor altijd een meisje uit Z te blijven dat niet weet hoe het heurt.