maandag 16 mei 2011

The Great Dictators - Kim Jong-Il

Eén van mijn all time favorite movies is Team America, World Police. De film gaat over een Amerikaans heldenteam dat overal ter wereld op Amerikaanse wijze problemen oplost. Met name problemen op het gebied van internationaal terrorisme. Een soort Mission: Impossible, met veel schieten en helicopters. Maar dan met Thunderbirdspoppen.

Mijn favoriete karakter in de film is Kim Jong-Il, die in deze film een beruchte terrorist is, uiteraard op jacht naar wereldheerschappij. In een van zijn eerste scènes gooit hij Hans Blix ("Ah, Hans Brix!") voor de haaien, een prachtig begin. Zei ik al dat alles wordt gespeeld door Thunderbirdspoppen? Een geniale zet. De makers van de film, Trey Parker en Matt Stone, hebben van tevoren grondig onderzoek gedaan naar Kim Jong-Il en het mooie is dat ze in zijn geval genoeg materiaal uit zijn echte leven konden putten om het karakter mee op te bouwen.

Kim Jong-Il is een groot liefhebber van Hollywoodfilms, opera's en musicals. Ik las dat hij ooit een bekende Zuid-Koreaanse regisseur en diens vrouw heeft laten ontvoeren om met hem samen een film te maken en de Noord-Koreaanse filmindustrie leven in te blazen. In Team America resulteert de voorliefde voor drama en musical in het prachtige, gevoelige lied I'm ronery (I'm lonely), waarin Kim jong-Il vertelt over de eenzaamheid die macht en genialiteit met zich meebrengen.

Zoals het elke zichzelf respecterende dictator betaamt, is Kim Jong-Il niet vies van een fikse partij zelfverheerlijking. En dat is maar goed ook. Hij heeft de prachtigste titels voor zichzelf bedacht, waarmee hij aangeduid wordt in Noord-Koreaanse dagbladen en andere media: De Geliefde Leider, De Briljante Leider en, een van mijn favorieten, Hij die verscheen uit het licht van zon en maan. Op de officiële website van Noord-Korea kun je de prachtigste artikelen vol zelfverheerlijking lezen. Wat dacht je van dit juweeltje? "The Korean people have cherished through their experience the absolute truth that as long as they follow General Secretary Kim Jong Il victory and glory, happiness and prosperity are in store for them. It is their unshakable will and faith to hold him in high esteem forever." Het zou goed zijn als ons Ministerie van Algemene Zaken wat vaker dit soort zinnen over zichzelf zou uitspreken.

Voor de visuele ondersteuning gaat Kim Jong-Il graag op de foto. Op de website Kim Jong-Il looking at things zijn fraaie voorbeelden te zien van de manier waarop de genadige leider het liefst gefotografeerd wordt: kijkend. Je moet doen waar je goed in bent en hij kan heel goed dingen bekijken. Mijn vreugde was groot toen ik op nu.nl bovenstaande foto ontdekte. Blijkbaar is er recentelijk een verzameling foto's vrijgegeven. Ik ben erg dankbaar dat deze foto van Kim Jong-Il die naar bh's kijkt (kijken doet hij ook met zijn handjes!) ook uitgekozen was. Onbegrijpelijk maar prachtig.

En dat geldt eigenlijk voor zo veel dingen die ik over Kim Jong-Il weet. Dat hij drie keer een hole-in-one slaat telkens als hij gaat golfen. Dat hij bovennatuurlijke gaven heeft en het weer kan aanpassen aan zijn gemoedstoestand. Allemaal even prachtig. Speciale aandacht nog even voor zijn uiterlijk, want zeg nou zelf, Ik-ben-geboren-uit-zonnegloren ziet er toch patent uit. Kaki broek, kaki overhemd en altijd een funky (zonne)bril. Dit is een dictator met klasse.

Als zijn zoon Kim Jong-Un binnenkort de fakkel moet overnemen wens ik hem heel veel sterkte. Het zal nog moeilijk worden om uit de schaduw van zo'n groot man te treden. Cruciaal hierbij zijn een aansprekende hobby kiezen, een goede aanspreektitel, maar vooral de juiste kledingkeuze. Tips zijn welkom.

vrijdag 13 mei 2011

I heart… Michael C. Hall

Dit is een gastcolumn van gastcolumnnist Han.

Ik moet iets opbiechten: ik ben verslaafd. Mijn verslaving is aangewakkerd door de gestoorde seriemoordenaar Dexter Morgan. Nee, wees gerust, ik heb niet ineens de neiging om ’s nachts iemand met plastic en ducttape op een tafel te binden en een stichtelijk woordje toe te spreken voordat ik het lijdend voorwerp op de tafel vakkundig een mes in de borst plant. Nee, mijn verslaving is wat onschuldiger, alhoewel het me ook ’s nachts nog bezig houdt.

Mijn verslaving heet Michael C. Hall, de acteur die Dexter speelt. Dexter slacht niet zomaar, hij moordt met een missie: alleen personen die het verdienen worden gedwongen het loodje te leggen. En dát gegeven maakt hem ook meteen bevreemdend sympathiek. Nu hoor ik je denken: “Dat weet ik al láng. Dexter draait namelijk al enkele jaren mee.” Dat klopt, maar ik kijk ongeveer één uur per week tv en de meeste historische tv-momenten en –series gaan dan ook volledig langs mij heen. (Eat that, Eef, met je mislukte tv-experiment. Tips nodig?)

Goed, terug naar Michael C. Hall. Dexter betekende zijn grote doorbraak, maar daarvóór was er Six Feet Under. Dit is een meesterlijke serie over de verknipte familie Fisher, die een uitvaartonderneming aan huis runt. Ik denk dat er per aflevering méér lijken in voorkomen dan in Dexter. (Let op, Lein, lijkentv!) Ik was direct geïntrigeerd door David Fisher, of eigenlijk Michael C. Hall. Maar het bleef bij een fascinatie, want David Fisher is een gefrustreerde, gesloten, zenuwachtige en homoseksuele begrafenisondernemer. Niet echt het type man waar ik gewoonlijk op val.

Maar wat kenmerkt mijn Michael C. Hallverslaving dan? Allereerst moet ik bekennen dat ik in enkele weken de eerste twee seizoenen van Dexter heb gekeken. Daarnaast heb ik al talloze YouTube-filmpjes bestudeerd waarin Hall de voice over is van supergenderbevooroordeelde reclamespotjes voor een stoer, mannelijk automerk. Ik droom over Dexter op een boot die mij komt halen. En ik zit er aan te denken om mijn eigen uitvaartonderneming op te zetten. Maar goed, om eerlijk te zijn speelde ik al ietsje langer met dat idee.

Vooralsnog lijkt er maar één oplossing voor mijn verslaving: er aan toegeven. Dat doe ik dus maar. Er is namelijk geen ander die zó sexy kan kijken terwijl hij een elektrische zaag in iemands nekplooi manoeuvreert. Ik kan er niks aan doen, maar… I heart Michael C. Hall.

donderdag 12 mei 2011

Groene vingers

Sinds anderhalf jaar hebben wij een tuin. En na verloop van tijd moet er in zo’n tuin weleens wat gebeuren. Je kunt het gras een tijdje niet maaien, maar op een gegeven moment kan dat niet meer. Dat is het moment waarop het gras lang en geel begint om te vallen. Of het moment waarop je buurman aanbelt en vraagt of je zijn grasmaaier wil lenen.

En niet alleen het gras moet gemaaid, ook bomen moeten gesnoeid, struiken moeten bemest, dode planten moeten worden weggehaald en lege plekken moeten worden opgevuld. Zo’n tuin is, zelfs als je er niks geks mee doet, toch nog best een werk.

We hebben nooit een tuin gehad, althans niet in ons volwassen leven, en dus hebben we nooit echt groene vingers kunnen ontwikkelen. Mijn geliefde heeft daarnaast geen enkele interesse voor tuin, althans, die interesse gaat niet verder dan er in zitten met een boek of er doorheen lopen op weg naar de schuur, en dus komt de zorg voor de tuin op mij neer. En dat vind ik op zich helemaal niet erg, ware het niet dat ik gewoon niet erg goed ben in tuinieren.

Nu had ik het geluk dat ik vorig jaar tijdens de zomer zwanger was. Dat was een geluk met betrekking tot het onderhoud van de tuin omdat mijn zus daardoor nog wel eens kwam helpen. Zij heeft wel groene vingers en had vaak binnen een paar uur de tuin helemaal aan kant, alle planten op de juiste wijze gesnoeid en bemest en zo konden we er vaak weer even tegen. Dit jaar hebben we dat geluk niet. Ik ben niet zwanger en goed in staat om alles zelf te doen.

Althans in theorie dan, de praktijk wijst anders uit. Ik sta vaak vertwijfeld naar planten te kijken om te ontdekken of ze onkruid zijn of echte planten. Ik heb een kwartier gezocht naar een stel bloemen die ik vorig jaar geplant had op een bepaalde plek, die volgens het kaartje meerjarig waren, maar nu nergens meer te bekennen. Ik had het gras zo lang niet meer gemaaid dat de grasmaaier er niets meer mee kon en dus heb ik uren handmatig het gras geknipt om het daarna aan te harken, er mest overheen te strooien en het gras te besproeien met water. Na al dat werk had ons grasveld weinig meer weg van een grasveld, het leek meer een stukje slecht overwoekert braakliggend terrein.

Vol vertwijfeling sta ik nu af en toe naar een gemeenteplantsoen te kijken. Op de gemeentelijke grasvelden voetballen kinderen, laten mensen hun hond uit en toch groeit daar mooi dik gras, waarom lukt dat dan niet in mijn achtertuin? Hetzelfde geldt voor de struiken in de gemeenteperken. Gaat er bij ons in de tuin regelmatig iets dood, de gemeentepreken zijn allemaal dichtbegroeid, groen, levend, vol met mooie bloemen. Er staat vrijwel nooit iets dood te gaan. Ik ben bijna in staat een struik uit te graven en bij ons in de tuin op zo’n lege plek neer te zetten. Ik weet dat het niet mag, dat dat diefstal is, maar de verleiding is voor iemand zonder groene vingers wel erg groot.

woensdag 11 mei 2011

Anno

Een paar weken geleden ging ik voor het eerst sinds tijden weer eens met de trein. Sinds ik een auto heb, doe ik dat eigenlijk nooit meer. Sterker nog: ik heb een auto gekocht omdat ik op een gegeven moment nooit meer met de trein wilde.

Maar ineens kwam het toch beter uit om met de trein naar mijn bestemming te reizen. Ik moest namelijk alleen naar een nooit eerder bezochte locatie in een vrij drukke stad. Ik heb geen Tomtom en zou dus moeten zoeken naar de juiste plek, dat vind ik op zich niet erg, maar ik moest die hele middag cursus geven en wilde dus vrij relaxed en onbezweet arriveren en kon ook nog wel wat voorbereidingstijd gebruiken. Kortom: alles wees er op dat de trein op dat moment het beste alternatief zou zijn.

En dus stapte ik in de trein. De trein was rustig en ik moest er ongeveer anderhalf uur in zitten, dus ik had alle tijd. Ik hoefde ook niet over te stappen, dus ik zat lekker een beetje door mijn papieren te bladeren en naar buiten te kijken. En toen moest ik ineens denken aan een serie boeken die wij thuis hadden toen ik nog kind was. De boeken gingen over Anno. Anno was een mager mannetje dat de wereld over liep. Dat was waar het boek over ging. De boeken hadden geen tekst maar bestonden alleen uit paginagrote pentekeningen van landschappen. Ergens in dat landschap zochten wij als kind naar Anno. Dat was voor kinderen een goede oefening in goed kijken want op de platen gebeurde en heleboel. Er werden oogsten binnengehaald, er liepen koeien in de wei, er waren muzikanten, er schommelden kinderen en ergens tussen al die activiteiten en natuur liep Anno.

Toen ik in de trein zat en boeren aan het werk zag in de bollenvelden, vuilnisauto’s zag rijden, mensen zag fietsen, mensen in bootjes zag en mensen zag wachten bij een spoorwegovergang moest ik ineens aan Anno denken. Maar ik zag hem nergens lopen.

dinsdag 10 mei 2011

Homo-emancipatie, my ass!

Het was een mooi weekend voor de homo-emancipatie. In geen enkel ander land zijn homo's zo gelijkwaardig aan hetero's als in Nederland. Fijn is dat. Toch? Ja hoor, maar ook hier valt blijkbaar nog een fikse slag te halen. Schuimbekkend nam ik het nieuws tot mij.

Zaterdagochtend staarde ik in alle vroegte naar een aflevering van Life & Cooking. Te gast was Peter van der Vorst, de koninklijkhuisverslaggever van RTL4. Hij vertelde over zijn aanwezigheid bij Koninginnedag in Thorn en Weert. Hij was er samen met Marc van der Linden, die andere royaltykenner van RTL. Om op tijd bij de festiviteiten aanwezig te zijn "...hebben we de nacht ervoor in Thorn geslapen." "O," sprak een van de aanwezigen in de studio, "lepeltje-lepeltje?" Vanuit mijn nek voelde ik de woedewarmte omhoog stijgen. Ja, natuurlijk, want alle homo's doen het de hele tijd met elkaar! Hoe kon ik dat nou vergeten?

Moet je indenken dat Eva Jinek en Jeroen Snel een dergelijk interview hadden gegeven over hun verslaggeving bij de bruiloft van Prins William en Kate Middleton. "Ja, we waren al een dag eerder in Londen en daar hebben we toen in een hotel geslapen." "Lepeltje-lepeltje?" Dat vraag je dus niet. Dat vraag je dus niet aan mensen die openlijk hetero zijn. Ik denk sowieso dat Eva Jinek wel een goede advocaat in de arm had kunnen nemen als dit soort impertinente vragen aan haar werden gesteld, maar dat is een ander verhaal.

Tegen homo's kun je dit soort dingen wel lekker zeggen. Die houden er toch een wat vrijere seksuele moraal op na, anders waren ze überhaupt geen homo geworden. Da's logisch. Homo's zijn stiekem toch wel een beetje losgeslagen mensen. Vandaar dat het ook een issue was dat Jan Kees de Jager homoseksueel is. In De Telegraaf had hij dit weekend zijn coming out. Of, zoals Alex de Vries het in Ochtendspits verwoordde, hij kwam letterlijk uit de kast. (O ja? Stond hij in een kast, deed de deur open en stapte eruit?) Lekker geëmancipeerd. Heb nou toch gewoon een vriend! En verder geen gezeur. Je wordt vanzelf wel een keer gefotografeerd en dan weet iedereen het ook. Ik weet toch ook niet of Uri Rosenthal een vrouw heeft? Het zal wel, want anders had je het wel gehoord.

Ondertussen zijn we hier dus blijkbaar net zo achterlijk als in die vermaledijde Verenigde Staten, waar je alleen maar president kan worden als je een voorbeeldige vrouw hebt met schattige kinderen en elke zondag braaf naar de kerk gaat. Als je homo bent, ben je toch nog steeds een beetje een freak. Ik hoop dat Mark Rutte binnenkort ook zijn coming out heeft. Als hetero. Een persconferentie, schaamblos op de kaken, en dan maar bekennen dat je op vrouwen valt.

maandag 9 mei 2011

Op zoek naar jezelf

Ik wil een andere baan. Een burnout en 3 jaren zoeken later is dat nog niet gelukt. Goed, daar kun je een tijdje zielig over gaan doen maar dat houd je ook niet lang vol. Daarom heb ik besloten om dit jaar mijn vakantiegeld uit te geven aan een loopbaancoach. Want ik heb eigenlijk geen idee wat ik wil, laat staan dat er een idee is waar ik die nieuwe baan zou kunnen vinden.


Via via kwam ik terecht bij een dame die al jaren lang hogeropleide vrouwen met een dertigersdillema helpt hun identiteit op de arbeidsmarkt te vinden. Het kennismakingsgesprek met haar was prettig, wel een beetje zweverig maar niet op een vervelende manier. Ik besloot met haar in zee te gaan. En dat heb ik geweten.

Intensieve gesprekken volgden. Kapot en bezweet verliet ik de eerste sessie. Toen wist ik nog niet dat ik zoveel energie kwijt zou zijn aan het maken van de huiswerkopdrachten. Voor de eerste opdracht, waarin ik succesvolle activiteiten uit mijn leven waarbij ik me in mijn elemement voelde moest beschrijven, had ik meer dan twee keer zoveel tijd nodig dan dat er voor deze opdracht stond. Letterlijk bloed, zweet en tranen. Meneer S kwam naast me staan toen ik snikkend mijn huiswerk probeerde af te ronden en zei: “Misschien moet je het gewoon inleveren in plaats van proberen het helemaal perfect te doen”.


Ik ben nu halverwege het traject en het begint nu allemaal een beetje vorm te krijgen, ookal heb ik nog steeds geen enkel idee hoe de coach uit al die wirwar van informatie en data een duidelijk beeld van een leuke baan voor mij zou kunnen krijgen. En daar ligt tegelijkertijd een beetje de angst. Nu heb ik begeleiding, maar straks zit ik weer alleen achter de computer vacaturesites af te speuren. En wat nou als er straks een advies komt waar ik me helemaal niet in kan vinden? Of dat ik een advies krijg waar ik niks mee kan. Iets van: word redacteur bij een feministisch tijdschrift over vogels. Het is allemaal veel te spannend.

Is dit het dertigersdillema waar iedereen het nou over heeft? Het “wat wil ik nou echt en wat moet ik met mijn leven?”-gevoel. Want misschien moet ik dan alvast maar gaan hopen dat ik snel 40 word.

woensdag 4 mei 2011

Metadiscussie (IV)

"Wind je niet zo op joh."

"Ik wind me helemaal niet op."
"Dat doe je wel."
"Niet."

Mini-vakantie

De dames van Gemodder zijn toe aan vakantie. Een mini-vakantie. Daarom  nemen wij 4, 5 en 6 mei column-vrij en zullen er op deze site dus even geen columns verschijnen. Vanaf maandag 9 mei zijn wij weer (fris-en-fruitig) van de partij!

dinsdag 3 mei 2011

I heart... complottheorieën

Osama Bin Laden is dood. Eindelijk. Eindelijk een eind aan alle speculaties over welke grot in welk land. En eindelijk is het nu dan ook weer tijd voor een nieuwe complottheorie. 9/11 is immers al weer een decennium geleden, dus de complottheorieën hierover zijn opgedroogd. En dat is jammer.

Ik droom al een dag lekker weg bij de paranoïde verhalen over de vermeende dood van de terroristenleider die binnenkort naar boven zullen komen. Want uiteraard is hij nog in leven. Dit is één grote publiciteitsstunt nu de Tea Party en Donald Trump dreigend aan de einder opdoemen. Obama had Osama nodig. Ik hoop dat er binnenkort een korrelige bandopname van Bin Laden wordt gepubliceerd waarop hij zegt dat het vandaag 4 mei is. Of een mooie foto met de New York Times van 10 juni 2011. Je kan er op wachten.

Genieten geblazen hoor, de groepen mensen die ervan overtuigd zijn dat ze systematisch worden voorgelogen door de regering, de overheid, het bedrijfsleven, de media. Na 9/11 bleek dat Bush zelf het WTC had opgeblazen, zodat hij een tweede termijn als president in kon gaan. (Daarom zat hij ook klaar met een kinderboek over een kalkoen, dit ondersteboven houdend. Voor het dramatische effect. Geniaal!) Op iets DiscoveryChannelachtigs zag ik een documentaire over de constructie van het WTC en hoe dat gebouw nooit zo had kunnen instorten en dat er een hele hoop dynamietstaven onderin het gebouw geplaatst moest zijn. Ja, zo is het, en niet anders. Een van de mooiste argumenten vind ik in dit verband ook altijd: "ja maar, je kan ook niet bewijzen dat het níet zo is." Wat dat betreft is een complottheorie een fundamentalistische religie. En dat brengt altijd de mooiste opvattingen met zich mee.

Wat te denken van de gebeurtenissen in Roswell, in de jaren '40? Nog steeds is er een grote groep Amerikanen die denkt dat in Roswell een vliegende schotel met marsmannetjes is neergestort. Schimmige tv-beelden en de vondst van flarden onduidelijke materialen ondersteunen hun theorie. Als er gezegd wordt dat het gaat om materiaal van weerballonnen gaat, dan is er sprake van een cover-up van de Amerikaanse autoriteiten.

Ja ja, als je wilt is er altijd wel een complot, ondersteund door quasi-wetenschappelijk onderzoek. Ook bij jou om de hoek. Want jij dacht zeker dat je in Nederland veilig was? Dan moet je wel je muren behangen met aluminiumfolie en op je hoofd een aluminium hoedje dragen, want zonder dat je het weet word je elke dag blootgesteld aan schadelijke straling. Gsm-masten, je zal er maar bij in de buurt wonen. Omwonenden hebben een verhoogde kans op kanker, klachten over migraine, oorsuizen, dat kan geen toeval zijn ("ja, ik hoor van heel veel mensen dat ze zich ineens helemaal niet lekker voelden en toen gingen ze drie weken op vakantie en toen hadden ze nergens last van").

Een vrouw die procedeerde tegen een gsm-mast bij haar om de hoek vertelde dat zij last van straling had en toen met speciale oorbellen een verbinding van haar hoofd naar het bedspiraal had gemaakt, om zo de straling uit haar lichaam te geleiden. Later bleek dat de gsm-mast waartegen deze vrouw protesteerde nog niet aan stond. Daar kun je om lachen, maar je kan ook denken aan de straling die zo'n ding blijkbaar afgeeft als hij niet een aan staat!

Het is vreselijk. En de overheden maar liegen en bedriegen. Trouwens, de overheid schijnt al jaren in handen te zijn van de Vrijmetselarij. De Vrijmetselarij is namelijk een geheim en dus heel eng genootschap van mannen met geheime schorten en geheime rituelen, die uiteindelijk maar één ding willen: wereldheerschappij. Er zitten heel wat invloedrijke personen bij de Vrijmetselarij en dat al eeuwen lang. Doodeng. Ze hebben ook allemaal geheime symboliek ingebouwd in alledaagse voorwerpen. Het Amerikaanse dollarbiljet is daar een mooi voorbeeld van.

Ben jij ook zo dol op complotten? Ga dan een naar de site van Stichting Skepsis, daar worden kwakzalvers en complottheorieën aan de kaak gesteld. Genieten geblazen. Dan nu weer terug naar Osama. Die overigens slechts één letter verschilt van Obama. Toeval? Ik dacht het niet.

maandag 2 mei 2011

Metadiscussie (III)

"Je hoeft niet zo te schreeuwen hoor, ik sta naast je."

of de variant:

“Ik hoor je wel hoor en de buren ook trouwens.”

Met de boot naar Terschelling

Vorige week verscheen een bericht op nu.nl over de veerdienst naar Terschelling. De eerlijkheid gebied te zeggen dat dat bericht oorspronkelijk afkomstig was uit de Telegraaf. Het bericht ging over de veerdienst naar Terschelling verzorgd door Rederij Doeksen. Volgens het bericht blijkt uit vertrouwelijk e-mailverkeer dat topambtenaren samenspanden met de leiding van de rederij om nieuwkomers te weren. Doeksen bleef hierdoor de enige aanbieder van veerdiensten naar Terschelling en dit leverde Doeksen jaarlijks een winst van ongeveer twaalf miljoen euro op. Aldus het bericht.

De e-mails zijn gelekt door een klokkenluider van het ministerie van Infrastructuur en Milieu. Het gaat om vier computerschijven met 3500 interne e-mails van de directie Rijkswaterstaat. De schijfjes zijn bezorgd bij de drie ondernemers die met de nieuwe veerdienst Eigen Veerdienst Terschelling (EVT) hebben geprobeerd het monopolie van Doeksen te breken.

Als het waar is dat een ministerie en (hoge) ambtenaren hebben meegewerkt aan het in stand houden van het monopolie van Doeksen dan vind ik dat heel schokkend. Ik vind het vreselijk dat blijkbaar burgers hun eigen bestuur niet kunnen vertrouwen. Want de burgers zijn uiteindelijk de dupe van het monopolie van de veerdienst, zij betalen immers de kaartjes voor de boot. Waarom ambtenaren aan dit soort zaken mee zouden werken is mij een raadsel. Zij zouden zich toch moeten realiseren dat hun baan er is om de burgers te dienen en dat met dit gedrag alleen Rederij Doeksen is gediend. Maar misschien ben ik wel heel naïef.

Wat mij betreft worden de uitvoerende ambtenaren en hun leidinggevenden, als na onderzoek blijkt dat andere rederijen inderdaad zijn tegengewerkt, hiervoor zwaar gestraft. De klokkenluider mag wat mij betreft een lintje krijgen. Ik ben geen fan van lintjes, maar ik denk dat het belangrijk is een voorbeeld te stellen. Een goede overheid doet soort dingen namelijk niet, een goede overheid gedraagt zich en als het dat niet doet corrigeert het zichzelf.

Aan de ene kant vind ik het erg dat dit misschien is gebeurd, aan de andere kant is het wellicht hoopgevend dat dit soort dingen uitkomen. Ik weet niet of in bijvoorbeeld België dit gedrag boven tafel was gekomen. Misschien is het dus enkel het bewijs dat het systeem werkt.

zondag 1 mei 2011

Metadiscussie (II)

“Dat begríjp je toch??”
“Nee natuurlijk begrijp ik dat niet, zeg het dan normaal.”
“Noem je mijn argument abnormaal? zo kan ik niet met je praten.”
“Dat zei ik niet, maar zo kan ik INDERDAAD niet met je praten.”