Posts tonen met het label Drank en Voedsel. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Drank en Voedsel. Alle posts tonen

dinsdag 4 september 2012

Onderbuikstemwijzer

Stemmen, het is en blijft een duivels dilemma. Net als elke dag bedenken wat je moet eten. Die keuze zegt net zo veel over een mens als zijn politieke voorkeur. Mocht je er nog niet uit zijn, dan hierbij een flowchart om via je eetgewoontes te bepalen wat je moet stemmen. Eet je graag verantwoord? Of maakt dat niet uit en eet je vooral veel en duur? Doe maar gewoon dan doe je al gek genoeg? Aan mijn bord geen polonaise? Dat geldt vast ook voor je politieke keuze. Denk aan wat je 's avonds eten gaat als je op 12 september zwetend in het stemhokje staat, het werkt. Smakelijk!

maandag 3 september 2012

Guilty Pleasures - mierzoete mondverwennerij


Het is roze met wit. Het komt uit een plastic bakje met een aap erop. Het ruikt onheilspellend. Het is mierzoet. En het ligt, begeleid door een laagje boter, op mijn brood. Wat het is? Kokosbrood. Een artificieel soort broodbeleg verpakt in een doosje dat koketteert met het hoge aantal voedingsvezels en natuurzuivere ingrediënten.

Ik kan er niks aan doen, maar op z’n tijd smacht ik naar zo’n kunstmatig roze-wit plakje mondverwennerij. Gelukkig is kokosbrood héél gezond, als we de producent mogen geloven. Zo bevat het druivensuiker, een bron van energie. Ook is het lactose-, gluten-, melk-, noten- en gelatinevrij. Dus iedereen kan er van genieten, zelfs allergische, intolerante veganisten. En om het helemaal maatschappelijk verantwoord te maken, steun je ook nog Stichting Aap met de aankoop van het felgekleurde broodbeleg!

In tegenstelling tot zijn haast synthetische uiterlijk, wordt kokosbrood ‘ambachtelijk vervaardigd’. Geen idee hoe ik dat moet interpreteren. Wellicht dat boertjes met een strootje in de mondhoek tijdens zonsopgang hun tarwe zorgvuldig en handmatig oogsten, dat met een trekkertje naar de grote kokosbroodfabriek brengen alwaar het tot tarwezetmeel wordt verwerkt waar mijn kokosbrood van wordt gemaakt?

Met dit idyllische beeld in mijn gedachten breng ik een hapje boterham met het kunstmatige kokosproduct naar mijn mond. Terwijl ik de smaak op mij in laat werken, bedenk ik me dat ik hier niks natuurzuivers, maatschappelijk verantwoords of ambachtelijks in proef. Kokosbrood is ordinair zoet, een kokosmakroon is er niks bij. Maar lékker dat het is… Oef. Geef me af en toe een plakje kokosbrood, dan ben ik weer uren zoet.

donderdag 30 augustus 2012

I heart ... TGBBO

Elke dinsdagavond om negen uur staat de televisie in huize S afgestemd op de BBC. Immers, het is tijd voor de allerbeste kooktelevisie van het westelijk halfrond: The Great British Bake Off.

Tijdens een wekenlange bakstrijd wordt in deze afvalrace toegewerkt naar de kroning van 's lands beste amateurbakker. En niets wordt de deelnemers bespaard. Eigen verzinsels en het namaken van echte showstoppers of family favourites. Macarons, vlechtbrood, danish rolls en bruidstaarten; ze moeten alles haarfijn in de vingers hebben mochten ze nog kans willen maken op de hoofdprijs.

Het fijne van deze kookwedstrijd is, naast het feit dat de culinaire deskundigen geen dikke paffige Nederlandse chefs zijn, dat het zo lekker Brits is. De kritiek van meesterbakkers Paul en Mary is altijd zo heerlijk. Wanneer Colin zijn inelkaargestorte en niet gerezen Victoria sponge ter beoordeling aan de jury aanbiedt prevelt Mary, queen of all things sugar and butter: "Oh well dear, you made a great effort and we do not only judge appearance". Om vervolgens Paul te laten zeggen: "Oh dear, I would not even feed this to my pigs". Tranen wellen op in Colins ogen. Arme ziel.

Het bloed, zweet en tranen van de bakkers wordt van professioneel commentaar voorzien door Sue Perkins, foodinista in hart en nieren, en Mel Giedroyc, de aardige maar klunzige dame die in de meest recente aflevering het voor elkaar kreeg om het baksel van een van de deelnemers te vermorzelen. Deze dames zijn een beetje de Mini en Maxi van de Britse kooktelevisie, en daardoor krijgt het uitermate gezellige en degelijke programma toch een beetje een randje.

Het allerfijnste van dit programma is natuurlijk de mogelijkheden die het biedt om naar de tv te kunnen schreeuwen. NIET IN DE KARAMEL ROEREN! DAT IS TE LAAG IN DE OVEN! WIE DE FUCK MAAKT ER NOU EEN TAART MET TOMAAT EN PERZIK?! Dus naast prachtig entertainment fungeert het programma ook nog eens als therapeutisch anger management.

Vanavond maak ik de strawberry cheesecake, en waan ik mij even in de prachtige country kitchen van de set, samen met Mel en Sue. En droom ik dat Mary na het nemen van een hapje taart lost for words is en vervolgens stamelt: "Well, this is just exquisite".

donderdag 23 augustus 2012

Guilty Pleasures - nog meer eten en drinken

Caar schreef pas al over haar guilty pizza pleasure, maar er heerste onder de Gemodder-dames een ernstig onderbuikgevoel dat de bron van culinaire guilty pleasures nog niet helemaal uitgeput is. En dat het waarschijnlijk allemaal niet zo culinair was. Of gezond. Hieronder een lijst uit de donkerste krochten van ons darmstelsel, waaronder een aantal heerlijke aanraders.

Rijst met spinazie, satésaus en banaan
Geboren uit noodzaak tijdens het kookcorvee op de studentenvereniging. De supermarkt was nagenoeg leeg en er wachtten meer dan zestig hongerige roeiers. Dan moet een mens een beetje creatief durven te zijn. Het was een redelijk succes, maar mocht je dit willen gaan proberen zou ik de banaan weglaten.

Vissticks met aardappelpuree en heel veel appelmoes
Lang het favoriete gerecht van mijn zus en een succesrecept in mijn studentenhuis. Heel stiekem maak ik het nog wel eens voor mezelf. Als meneer S op zakenreis is. Dan voelt het extra stiekem en extra smerig. Gebruik wel snobbige merkvissticks.

Kroket
Snij de kroket door de midden en haal al het spul eruit. Leg op de rand van je bord. Vul de kroket dan opnieuw met appelmoes, snel handelen is hier van belang ander koelt de kroketkorst teveel af. Het vulsel kan je nog opeten maar hoeft niet.

Crackers van de Euroshopper
Je weet wel, met zo'n stippellijn in het midden waar je ze door de midden kan breken. De allergoedkoopste heb je nodig voor deze smerige snack. De ene helft smeer je in met chocopasta en op de andere helft leg je een plak Gelderse worst. Een betere combinatie dan peanutbutter & jelly!

Pannekoek frikandel speciaal
Eerlijkgezegd heb ik er zelf geen ervaring mee maar een van mijn familieleden at dit recentelijk met veel smaak op tijdens een bezoekje aan een pannekoekenspecialiteitenrestaurant. Ze maakt het overigens goed.

Maischips met pindakaas
Ook heel lekker met salsa en guacamole maar dit is ook een fantastische uitvinding. Wel een aanslag op je nieren dus goed blijven drinken!

Waar kunnen we jou midden in de nacht voor wakker maken? Iets vreselijk smerigs waarvan je hoopt dat niemand ooit ziet dat je het in de mond stopt? Wat zijn jouw donkere latente voedselwensen waar je soms naar smacht? Let us know!

dinsdag 21 augustus 2012

Hypermarché, de score

Eerder deze maand verheerlijkte ik de buitenlandse supermarkt en nu ik terug van vakantie ben, is het tijd om de eindscore op te maken. Ik heb weer veel verleidingen moeten weerstaan en bijna net zo vaak ben ik gezwicht. Overigens is rotweer niet de enige smoes om naar de supermarché te gaan, bloedhitte is ook een goede reden en als je het binnen te koud vindt kun je daar voor 5 euro een nieuwe trui kopen. Deze zomer was ik in Frankrijk en Italië en deed daar onder andere de Carrefour en de Big Store aan. Bij thuiskomst stalde ik de volgende schatten uit op tafel:

Een mooie fles Extra Vergine olijfolie van Sardinië, afkomstig van de Europese lijst met beschermde streekproducten (DOP). Deze kun je eerst in een wijnwinkel proeven en vervolgens goedkoper in de supermarkt halen. Hetzelfde geldt voor bepaalde wijnen. We hebben in de supermarkt een paar flessen Barolo, Nebbiolo, Dolcetta en Barbera gekocht en de meeste daarvan zijn echt heel lekker. In Nederland betaal je voor deze wijnen het dubbele en in de supermarkt zijn ze vaak niet verkrijgbaar. In Frankrijk kochten we een wijn in een enorm pak met een tankje eraan. Klinkt goor, is lekker. In Italië kocht ik ook nog wat Lein een 'enge worst' noemt: een salami-achtige worst met veel witte stukjes erin. Het was de salami Cacciatore, ook weer afkomstig van de lijst met beschermde streekproducten, een lijst die ik heel graag helemaal zou afwerken. Deze vakantie aten we mortadella en Provolone, we hebben nog een lange weg te gaan. Verder nog Amaretti Virginia (amandel koekjes met suikertjes), truffelsaus, een trui voor m'n neefje, verschillende soorten pasta, een streekkookboek (in het Italiaans), een slaapshirt, een zak hazelnootjes, noga, grissini, een koeltas en een paar gympen (nep-All Stars voor 4 euro).

Aan het eind van de vakantie heb ik toch altijd last van spijt. Niet zo zeer van al die aankopen, daar ben ik meestal heel gelukkig mee (hoewel ik me wel afvraag wanneer ik die gympies ooit ga dragen. Misschien moet ik maar gaan wadlopen?), maar wel van de aankopen die ik uiteindelijk toch maar niet gedaan heb. Omdat ik het toch ineens zonde van het geld vond (mijn inner-calvinist speelde op) of omdat ik bang was dat het teveel ruimte ging innemen (we hebben nota bene een kelder die ik naar hartelust kan volproppen met onnodig keukengerei!). Deze vakantie liet ik tot mijn grote spijt in de Italiaanse supermarkt achter: de tomatenpureedraaier, een soort vergiet met een slinger, waarmee je zelf tomatenpuree en passata kunt maken. Het ding was te koop voor 5 en 10 euro. Reden om het niet te kopen: hij kan niet in de vaatwasser en ik vroeg me af of ik 'm wel vaak genoeg ging gebruiken. In het laatste geval komt natuurlijk het vaatwasserargument te vervallen. Bij weinig gebruik kan je een apparaat altijd nog aan iemand cadeau doen. Stom stom stom dus!

Mocht je binnenkort naar Italië gaan, dan hoor ik het graag, misschien kunnen we wat regelen. Naar de hypermarché moet je toch.

dinsdag 14 augustus 2012

Guilty Pleasures - lekker vies

Soms verlang ik terug naar m'n studententijd, toen ik Chicken Tonight at met vrienden. Toen mijn meneer soms ontbeet met toastjes met pindakaas omdat er niks anders in huis was. Toen ik als lunch een zakje noedels opwarmde en afgoot boven de wasbak in de wc omdat ik te lui was om de trap af te lopen. Ik was toen ook een stuk dikker, om begrijpelijke redenenen. Het leven was zo simpel toen. Smerig en simpel en o zo lekker.

Gelukkig geef ik nog steeds heel af en toe aan mijn liefde voor vies eten toe. Maak je geen zorgen, meestal eet ik zeer verantwoord, maar soms moet je toch ook gewoon kunnen toegeven aan je lichaam dat schreeuwt om iets smerigs? Om nepkaas en conserveringsmiddelen en kleurstoffen? Haast is een van de omstandigheden die het eten van slecht voer wat mij betreft legitimeert. Even snel wat eten en dan door naar die afspraak. Hè fijn, dan kan ik vanavond lekker vies eten.

Eén van mijn heimelijke geneugten is een beproefd recept dat nog uit mijn studententijd stamt, toen ik niet zo vaak haast had maar wel chronisch geldgebrek en, blijkbaar, een hang naar ongezond eten. Het recept is simpel: kook 2 ons elleboogjesmacaroni gaar. Spuit hier ketchup over. Bestrooi met flink wat geraspte kaas. Klaar! Door de luxe versie gaan ook nog hamblokjes. Een andere variant is met maggi in plaats van ketchup, maar dat heeft mij nooit zo kunnen bekoren.

De topper van nu is de 'Ristorante' pizza van Dr. Oetker. Dat hij net zo smaakt als bij de Italiaan is niet waar, tenzij je bedoelt dat Ristorante-pizza's overal hetzelfde smaken, dat is denk ik wel waar. De Ristorante moet je niet vergelijken met een traditionele pizza, het is een op zichzelf staande lekkernij. Dat is het geheim van Dr. Oetker, het is geen pizza, het is een uit de hand gelopen tosti met goedkope ingrediënten en heel veel e-nummers. Dr. Oetker, de wonderdokter met de analoge kaas. Favoriet is bij mij de Pollo, maar stiekem kijk ik ook altijd jaloers naar het bord van de meneer waarop dan de Salame ligt te dampen. Op de een of andere manier heb ik mezelf wijsgemaakt dat een pizza met kip, spinazie en maïs een stuk gezonder is dan eentje met plakken salami, dus neem ik die nooit. Het grote nadeel van de lekkernijen van de door mij zo geliefde Oostenrijkse arts is het aantal calorieën per pizza. Hou je vast: 950 calorieën! Negenhonderd en vijftig! Dat is vreselijk veel, ook als je het maar weinig eet. M'n lijfarts is gelukkig zelf al met een passende oplossing gekomen, de minipizza. Twee per verpakking, 350 calorieën per stuk. Heerlijk. Met een salade erbij eigenlijk best een verantwoorde maaltijd. Danke schön, Herr Doktor.

Eigenlijk zou ik zwanger moeten worden, ik hoor goede verhalen over het toegeven aan het verlangen naar smerig eten tijdens deze periode. Lekker met je dikke buik door de McDonalds Drive-Thru en dan het hele menu bestellen en supersizen en dan ook nog een milkshake erbij. Goddelijk! Zwangerschap, het is een soort studententijd.

dinsdag 7 augustus 2012

Hypergelukkig in de hypermarché

Het maakt soms helemaal niet uit of het weer op vakantie slecht is. Wat belangrijk is, is dat je in het buitenland op vakantie bent. Dan hoef je je op een regenachtige dag niet te vervelen. In het buitenland is de redding namelijk altijd nabij: de supermarkt. Ga echter niet naar de gewone supermarkt in het centrum van de stad. Die supermarkten lijken altijd heel erg op de Nederlandse supermarkt, en dat wil je niet. Je bent immers op vakantie, de tijd om je in alle rust te buiten te gaan aan allerlei onnederlandse ervaringen. Daarvoor hoef je echt niet een maand lang in Thailand met een rugzak rond te trekken en buikloop op te lopen van in een open riool gewassen fruitsalade. Daarvoor kan je gewoon naar de supermarkt. Naar de hypermarché, om precies te zijn.

De hypermarché is in dit geval een verzamelnaam voor: de buitenlandse supermarkt. Ik heb deze door mij zo geliefde supermarkten mogen bezoeken in Frankrijk, Engeland, Italië, Spanje, Noorwegen en in Amerika. Daar hebben ze althans de meeste indruk op mij gemaakt. Maar wat maakt deze supermarkten dan zo geweldig? Wat missen wij hier? Jarenlange analyse en onderzoek heeft mij doen komen tot drie kernwoorden, de heilige drie-eenheid van de buitenlandse supermarkt: openingstijden, omvang en sortering.

Zeg nou zelf, wat is er nou heerlijker dan om 4 uur 's nachts in een Engelse supermarkt melk, fruit, pennen en onderbroeken in je mandje te gooien? Dat is precies waar ik naar verlang: naar de winkel gaan voor je avondeten en vervolgens na drie uur door de immense paden dwalen, je achterbak volladen met goedkope pannen, slippers, opbergdoosjes, een kilo lamsrack, bakjes, een badmintonset, ovenschalen en een krat vol onduidelijk keukengerei. Dit alles voor een onbegrijpelijk laag bedrag. O, en vergeet de tuinset niet. En de boeken en dvd's. Speelgoed.

Daarnaast hebben deze hypermarchés, met name in de mediterrane landen, een ruime sortering gedroogd en ingeblikt voedsel met een artisanale uitstraling. Gedroogde paddestoelen en tomaatjes, confit de canard, mayonaise de Dijon. Potjes handgemaakte jam met een stukje rood-witgeruite stof over het dekseltje. Handgeschepte honing met raat. Mondgeblazen zeep uit Marseille. Blootsvoets getrapte wijn. Dadeljam, geplet onder de oksels van jonge maagden. Dit alles verpakt in artisanale blikjes met bloemenmeisjes en vlinders, en flessen met bebaarde boertjes die je ambachtelijk toelachen vanaf de etiketten.

Urenlang kan ik hier dolgelukkig ronddwalen, terwijl de meneer af en toe afwezig knikkend opkijkt van zijn Teletekst. Onbegrijpelijk dat we dit alles hier niet hebben, ik spreek toch heel veel mensen die een enorme behoefte aan disneylandachtige supermarkten hebben. En dan zonder dat je daarvoor een pasje nodig hebt omte bewijzen dat je bij de kamer van koophandel staat ingeschreven. En zonder dat je meteen een kelder nodig hebt omdat je vervolgens alles alleen maar in verpakkingen van zestig liter kan kopen.

Gelukkig is het weer bijna zo ver. On y va!

woensdag 4 juli 2012

Vakantiereprise: Moe

Ja ik ben moe. Eigenlijk ben ik al mijn hele werkende leven moe. Toen ik begon met werken was ik soms zo moe dat ik als ik ergens een congres of lezing had de behoefte voelde om in de garderobe, onder de jassen, op het hoogpolige tapijt te gaan liggen slapen.

Tegenwoordig als ik moe ben kan ik alleen nog maar aan wuivende palmenstranden denken. Ik moet dan steeds aan Miami denken en het hotel dat we daar hadden. Dat hotel lag aan het strand. Niet het hippe strand van Miami Beach, dat lag een kilometer of vijf meer naar het zuiden, maar wel aan de Atlantische Oceaan. Vanuit de lobby liep je zo, langs het zwembad en de palmbomen, het strand op. Wij verbleven daar vorig jaar kerst. We waren allebei al doodop toen we in het vliegtuig stapten en na een reis van ruim 16 uur kwamen we met onze huurauto aan bij het Thunderbird Hotel en vielen op onze hotelkamer meteen in slaap. Na ongeveer zes uur slaap werden we, met ik geloof een omgekeerde jetlag of heet dat niet zo?, om zes uur ’s ochtends lokale tijd wakker. We trokken allebei een korte broek aan (het was december hè, onthoud dat) en begonnen aan een frisse ochtend hardloop/wandelsessie over het strand. Na het douchen staken we de weg langs ons hotel over en aten bij Danny’s aan de overkant een uitgebreid ontbijt. Daarna wandelden we wat over het strand, lagen op het strand en sliepen veel.

Eén dag vielen we zelfs om vier uur ’s middags in slaap en werden de volgende ochtend om zes uur weer wakker. We hadden de avond ervoor geen avondeten gehad en bij Danny’s bestelden we zoveel ontbijt dat we het samen niet op kregen. Ik herinner me pannenkoeken met chocola en uitgebakken spekreepjes, toast met jam, eieren met spek en thee en verse jus. Als ik heel erg moe ben verlang ik enorm naar dat hotel in Miami Beach. Met Kerst. Er is niets beters. Hoewel, aan de Golf van Mexico aan de andere kant van Florida ligt ook een stukje paradijs waar ik als vermoeide reiziger zou willen neerstrijken. De Bonita Beaches en het strand van Sanibel. Daar is de zee helderblauw en bijna warm. De stranden zijn er zo rustig dat zelfs wij er (geen strandliefhebbers in Nederland) een hele dag met een boekje kunnen doorbrengen. Er scheren pelikanen over het water en er lopen witte vogels op hoge poten statig over het strand. Soms stopt er eentje om naar je te kijken en loopt dan daarna heel rustig weer door. Daar denk ik dan daarna aan, aan dat strand. Als ik heel moe ben. En in Nederland probeer mijn ogen open te houden. Mijn ideale vakantie bestaat denk ik uit drie weken Florida in december. Geen intellectuele vakantie met slagvelden, kerken en archeologische opgravingen maar drie weken warmte middenin de winter. Ruimte, schone stranden, genoeg tentjes om te eten, af en toe een winkelcentrum en verder overdag liggen op het strand met een goed boek en ’s avonds liggen op king size bed en de playoffs kijken met een pizza of een bak chicken wings.

In Europa lukt een beetje uitrusten ook wel aardig. Je moet alleen naar een omgeving waar niet te veel te doen is. Ik denk aan één weekend dat H en ik in Brussel doorbrachten. Ik herinner me van dat hele weekend alleen nog maar de hotelkamer, het bed dat daar stond, het bad dat ze daar hadden, de bus japanners die ons omstebeurt fotgrafeerden toen wij voor het atomium op een bankje patat zaten te eten en de eettentjes waar wij ons ’s avonds naartoe sleepten als we uit bed en/of bad kwamen. Het legermuseum was dicht (Brussel beschermde ons tegen onszelf) en in het museum van schone kunsten hingen alleen annunciaties (dus na twee zalen hadden we feitelijk alles gezien en konden weer terug naar bad/bed).

Ik heb weleens dat als ik overdag thuis ben en mijn eigen bed zie, ik niets lievers wil dan er lekker in gaan liggen, maakt niet uit dat het klaarlichte dag is. Het is net de pavlov-reactie die je soms hebt als je de badkamer inloopt. Je hoeft eigenlijk niet te plassen maar je ziet je eigen wc en ineens moet je toch. Dat heb ik met mijn bed ook vaak. Daarom haal ik op zaterdagochtend vaak de overtrekken er maar vast af, dat zorgt ervoor dat ik die dag nog enigszins actief blijf. Binnenkort gaan we weer een weekendje naar een hotel. We gaan alleen maar voor het hotel. In de omgeving moet zo min mogelijk te doen zijn zodat we lekker bij kunnen slapen.

donderdag 14 juni 2012

Zwarte kolen en een groen hart

Dit is een gastcolumn van gastcolumnist Harmsel


Hoe heet dat ook alweer? Dat je iets doms hebt gedaan en je weet dat je enorm voor gek staat? Zo voelde ik me onlangs.

Het was perfect barbecue-weer. En dus bedachten mijn vrouw en ik dat het wel zo romantisch was om samen te kokerellen in de tuin. Met een glas rode wijn, goede gesprekken en dat soort dingen. Mijn vrouw ging meteen aan de slag met de salades, terwijl ik mij ontfermde over de barbecue. Want hé, mannen en vuur; dat is een prima combinatie.

De barbecue aankrijgen is altijd wel een uitdaging, maar dat zou ik wel even fixen. We hebben daar namelijk een hulpmiddeltje voor: de brikettenstarter. Met mijn groene hart pakte ik slechts enkele zwarte briketten en houtskolen. De groene engeltjes op mijn schouders vertelden mij namelijk dat we voor twee personen gingen barbecueën, en dat een stuk of 10, 15 pikzwarte kolen dus wel voldoende zouden zijn. We hadden immers maar een paar stukjes vlees en groenten. Ja, ook groenten. Mijn vrouw is vegetariër en die eet dus geen vlees. Voor mij is de barbecue dan ook het middel om mijn vleesconsumptie te compenseren.

De briketten gingen in de starter. En natuurlijk twee aanmaakblokjes. Weldra waren de vlammen zichtbaar. Een kwestie van even geduld. Maar helaas. An-der-half uur later, 10 aanmaakblokjes verder en een paar steekvlammen van de spiritus was er geen resultaat. Of toch…? Eén brikette gloeide aan één kant. Nog maar even doorgaan dus… nadat ik mijn vrouw met enige moeite overtuigd had dat we écht niet de pan hoefden te gebruiken.

Twee houtskolen begonnen weldra te gloeien. In mijn enthousiasme gooide ik de kolen in de barbecue. De rest zou vast vanzelf gaan gloeien. Dat kon niet anders. Snel het vlees erop. Een stokbroodje met kruidenboter naar binnenwerken en dan… het vlees!

Het was half 9 toen ik constateerde dat één van de hamburgers nog steeds niet eens half doorbakken was. Ik droop letterlijk en figuurlijk af. Mijn vrouw was blij dat ze plan B kon starten. In de pan bakte alles natuurlijk razendsnel. Maar goed ook, want een fikse onweersbui zorgde voor een versneld einde van ons eerste barbecue-avontuur, nét nadat we de laatste hamburger naar binnen hadden geschoven.

Na een flitsend beraad met mijn vrouw bleek dat de brikettestarter alleen goed werkt als je hem flink vult.

Ik stond dus enorm voor paal. Zo heet dat!


donderdag 7 juni 2012

Vrienden met voedsel?


Afgelopen dinsdag schreef Caar over haar vriendelijke danwel vijandige relatie met voedsel. Het was een heel groot feest der herkenning. De afvalrace die Caar recentelijk maakte, deed ik een paar jaar terug. Knop om en gaan sporten en vooral geen zak chips per dag meer eten. Echt voor je lijf gaan zorgen, het moet tenslotte nog een tijdje mee.De obsessie met al die heerlijke dingen die je lijf ook nog eens energie geven is nooit opgehouden. En soms vraag ik me wel eens af of het einde al in zicht is of dat ik voor altijd vastzit in mijn zelfgemaakte dieetstrafkamp.

De irrationele angst dat die 25 kg er van de een op andere dag weer aanzitten zeurt de hele dag een beetje door mijn achterhoofd. En dat terwijl er in huize S heel gezond en gevarieerd wordt gegeten. Nooit meer, nooit meer wil dat door suiker en vet vergiftigde lichaam dat al die kilo's moest meezeulen. Tel dit op bij het setje strenge regels dat ik voor mezelf heb gemaakt en ik vraag me soms af waar de grens met een eetstoornis is. Een paar voorbeelden:

  • Twee keer per week sporten is een minimum
  • Nooit gewone cola drinken
  • Geen toetjes
  • Geen traktaties op werk, behalve een klein hapje van dingen die zelfgemaakt zijn
  • Nooit zoveel eten dat je je echt overvol voelt want dan heb je het fout gedaan
  • Na de vakantie meteen op de weegschaal
  • Liefste alleen maar volkoren dingen eten
  • Geen volle melk
  • Geen volle yoghurt
  • Wel volvette kaas want daar wil niemand toch op bezuinigen
  • Geen taart op verjaardagen, behalve een klein hapje van dingen die zelfgemaakt zijn
  • Geen worsten
  • Zo min mogelijk met pakjes koken
  • Niet een tweede keer opscheppen
  • Langzaam eten
  • Slagroom is vies, ook al is het toch lekker dan is slagroom nog steeds vies
  • Uit eten is soms een beetje eng want dan weet je niet wat je krijgt
  • Eten bij vriendinnen is soms een beetje eng want dan weet je niet wat je krijgt
  • Nooit meer zwaarder dan 70 kilo, 65 is ok om vol te houden en 63 zou nog beter zijn. Of 61. Of 60.

Hoe is dit te rijmen met een boekenkast vol kookboeken, pogingen om zelf mayo en Schwarzwalder te maken en met de liefde voor uit eten gaan en van bijna alles wel wat willen proeven? Ik heb geen idee maar het voelt alsof er elke dag weer een soort cognitieve kortsluiting plaatsvindt in mijn hoofd. Ik wil graag denken dat het nu goed is. Gezond en goed gewicht. Maar ik voel maar zelden dat het goed is. Een wonderlijke dieetpil bestaat niet, maar als er een medicijn zou zijn dat obsessief bezig zijn met eten zou kunnen uitschakelen dan zou ik geen moment twijfelen.

dinsdag 5 juni 2012

Eten, vriend of vijand?

Eten, het is m'n grootste vriend maar ook m'n grootste vrees. M'n grootste hobby maar ook m'n grootste vijand. Sinds mijn afvalrace van afgelopen jaar denk ik bijna onophoudelijk aan eten. Eerder ook wel, maar dan gaf ik daar aan toe, waardoor ik tijdens mijn studententijd behoorlijk ben uitgedijd. Nu denk ik eraan, probeer het te vergeten, denk er weer aan, en dat dan bijna de hele dag. Best lastig als koken en lezen over eten twee van je grootste hobby's zijn. Er aan toegeven is geen optie, ik weiger m'n kleren (die ik allemaal heb moeten vervangen) groter te kopen.

Toch moet mijn honger naar voedsel en alles daar omheen gestild worden. Mocht je dit herkenbaar vinden, volgen nu een afrader en een tip voor de komende tijd. Afgelopen week bezocht ik namelijk twee tentoonstellingen over eten. De eerste was in museum Boerhaave in Leiden, Het Gewichtige Lichaam. Thema van de tentoonstelling is de verhouding tussen dik en dun, van obesitas tot anorexia. Op de website is al het een en ander te zien aan afbeeldingen en Lein en ik bereidden ons voor op een schokkende tentoonstelling, waarna we vast geen hap meer door de keel zouden kunnen krijgen. Helaas viel de tentoonstelling wat tegen. Twee zalen met wat affiches, prenten, beeldjes en een videomuur van L.A. Raven. Een beetje ouderwets en niet veel meer dan al op de website te zien was. Daarna hadden we gewoon honger en hebben we heerlijk Thais gegeten. Beetje jammer dus.

Onder het motto 'Brusselicious' is Brussel dit jaar gastronomische hoofdstad van Europa. Terecht, je kan er werkelijk fantastisch eten. Dat heb ik afgelopen weekend ook gedaan: terrine van gegrilde groenten, waterzooi, vol-au-vent, speculaasijs met gecaramelliseerde appeltjes. Mocht je deze zomer een weekend over hebben, ga dan naar Brussel. Dan kun je meteen ook naar de twee tentoonstellingen die vanwege het gastronomische jaar zijn ingericht. Eén in de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten en één in het Jubelparkmuseum, getiteld 'Smakelijk! Gastronomische ontdekkingen door de eeuwen heen’. Deze laatste bezocht ik en was blij verrast. Een uitputtende rondleiding langs vitrines vol kopjes, kannetjes, pannen, affiches, lepels en terrines. Het is misschien niet bijzonder vernieuwend opgezet, maar wel heel informatief. Bij elkaar staan er zo'n 300 stukken en aan de hand van deze stukken leer je over de ontwikkeling van onze eetcultuur. Wist je bijvoorbeeld dat in de zestiende eeuw in Italië al roomijs werd gemaakt, gekoeld met sneeuw en ijs uit de bergen? Fascinerend, niet waar?

In beide musea was de museumshop een feest. Ik ben dan ook dol op museumshops. Lein kocht in Leiden een boek over de psychologie van het eten, in Brussel kocht ik een boek over beschermde Europese streekproducten. En zo lees ik me een weg door mijn niet te stillen honger. Mocht het niet baten, dan gewoon lekker eten en een extra rondje hardlopen. Als het er op aankomt is eten toch meer mijn vriend dan mijn vijand.

woensdag 30 mei 2012

Om je vingers bij af te likken

Om te vieren dat de frikkin' verbouwing voorbij is at ik samen met meneer S in een zonovergoten Dordrecht. Bij de Kop van 't Land. Inmiddels dagen later ben ik nog steeds in extase. Wat een fantastisch voedsel. De chef verzorgde een verrassingsmenu van vijf vegetarische gangen. Asperges, polenta, tuinbonen en heerlijk scherpe schapenkaas uit Zwitserland. En amandelparfait. En een hartige scone met truffel. En watermeloen met feta.

Simpel, maar zoals Roux Jr. wel eens zegt "executed to perfection". Het beste vegetarische voedsel dat ik in Nederland at. Geen gebakken kaasplak en geen excuusnoten. Supervers en alles even smakelijk. Neem de rode wijn uit Corsica erbij, echt om je vingers bij af te likken. Een echte aanrader, gaat dat proeven!

dinsdag 29 mei 2012

Snippers truffel op lege borden

"Cup A heb ik. Heb ik ook altijd gehad. Vroeger al, dan ging m'n moeder mee bh's kopen en dan vroeg ze of ik zo'n gevulde kon krijgen. Dat deed ze dan. En dan zei zo'n verkoopster dat dat helemaal niet nodig was."
"Ongelooflijk!"
"Ja! Maar wij vinden dat wel nodig, zei ze dan. Geweldig hoor. En dan kreeg ik zo'n bh met van die brede bandjes over de schouders. Niet van die smalle, dat zit niet lekker. Dan krijg je van die striemen."

Zo'n gesprek maakt mij nieuwsgierig, en dus kijk ik even om. Een tafeltje met drie personen, twee vrouwen en een man. De bh-dame is een jaar of 70 en heeft dezelfde kledingstijl als Hyacinth Bucket ("It's Bouquet!"). Het gesprek over de bh's duurt al een half uur, de meneer en ik hebben inmiddels al vijf andere onderwerpen besproken, ondertussen telkens afgeleid door het woord bh.

Je zou zeggen dat dit eetlustbedervend werkt, een oudere die net iets te hard en veel te lang over haar cupmaat praat. Gelukkig hadden we op dat moment al een aperitief en een fles Pouilly-Fumé achter de kiezen en dat blijkt een probaat middel tegen irritatie en walging. En dan heb ik het nog niet eens over het eten gehad. Wij zaten op dat moment namelijk in een duur restaurant. Geen ster, maar wel iets wat men 'exclusief' noemt. Van tevoren had ik visioenen van snippers truffel op lege borden en opgedirkte nouveau-richers met te grote horloges, te witte broeken en te gebruinde koppen. Iets waar ik me niet thuis tussen zou voelen. Blijkbaar blijven die types tijdens te dinerdagen thuis, want ze waren nergens te bekennen. In plaats daarvan dus bosjes bejaarden in bloemetjesjurken en zelfs een oude man in (gewaagd!) een Soeharto-blouse.

Mijn visioen van het eten was ingegeven door de recensies die ik op Iens had gelezen. Overwegend positief, maar de negatieve kritieken zijn zo veel interessanter: "Voor heel veel geld wordt je bord viesgemaakt." "Ik had nog honger en dat voor dat geld." Ok, je krijgt bijna niks en het is veel te duur? Niks van waar! Het eten was fantastisch en precies genoeg. Niet van die onbehouwen porties met een bak frites en mayonaise ernaast. Als je daar behoefte aan hebt moet je inderdaad ergens anders naartoe. In plaats daarvan ingenieuse gerechten, inventief op smaak gebracht, wat een feest. Het restaurant was ruim opgezet, waardoor je lekker vrij zat, en ondanks de open keuken was er geen etenslucht te bekennen. Geen geur van gebakken biefstuk in haar en kleding, verfrissend!

Onder invloed van de wijn spraken we af dit vaker te doen. Wat een verademing! Binnenkort gaan we toeren langs de beste restaurants van Nederland. Eerste stop: Oud Sluis, ergens in het najaar. Ik houd je op de hoogte, van het eten, maar ook van bloemetjesjurk of kermishorloge. En van de cupmaat natuurlijk.

woensdag 23 mei 2012

Zomer in je kop

Jaja, Ijsheiligen is voorbij en de eerste zomerse dagen (incl. nachten waarbij je voor het slapen toch maar even alle stekkers uit de stopcontacten haalt) zijn een feit. Tijd voor een ijsje. En dan niet zo'n slome raket of een knullig perending, maar gewoon het echte werk. Een ijs waaraan je meteen je hele vakantiegeld kan spenderen. De Golden Opulence Sundae is voor slechts 800 euri voor jou. De beste chocolade, vanille uit Madagaskar en een suikerwerkje waar meer dan 8 uur aan is gewerkt. Het kristallen bakje waarin het toetje wordt geserveerd alleen is al 250 euro waard. Maar die mag je dan wel mee naar huis nemen. Wat een feest!

vrijdag 23 maart 2012

Voedsel kijken

Vandaag is de laatste dag van het Food Film Festival, en daarom daarom kan je de hele dag voedsel kijken bij Holland Doc. Geen gezapige Rudolf die met zijn plakvingers een stuk vlees paneert en ook niet echt gastroporno, maar wel heel veel moois.

De hoogtepunten van vandaag zijn:
Link
13.45 Aan tafel!, waar we onder andere Sylvia Wittemans gedachten over de eetgewoonten in Nederland horen.

18.00 Taste the waste, over de voedselverspilling bij supermarkten en de angst van consumenten om een appeltje met een bruin vlekje te eten. Geen opgeheven vingers, wel heel inzichtelijk.

Veel plezier en eet smakelijk.

maandag 20 februari 2012

Zondagochtend met Abel

Af en toe kijk ik naar Taarten van Abel. Dat is misschien wel een van de leukste manieren om de zondagochtend door te brengen. Voor iedereen die het programma niet kent: Abel is een bakker. Elke uitzending maakt hij samen met een kind een mooie taart. Natuurlijk maken ze niet zomaar een taart, meestal is dat omdat het kind samen met de taartontvanger iets bijzonders/ergs/verdrietigs/spannends heeft meegemaakt. Wat ik zo heerlijk vind aan het programma is dat Abel altijd onbevangen vragen stelt en de kinderen goudeerlijk zijn. En ondertussen werken ze geconcentreerd aan de taart. Dit levert humoristische, maar ook aandoenlijke taferelen op.

Gisterochtend was Abel te gast bij Dunya. Haar vader viel twee jaar geleden van een balkon en raakte ernstig gewond. Hij heeft een tijd in coma gelegen, maar was nu weer bijna beter. Dit moest volgens Dunya gevierd worden met een Chinese draaktaart. “Want die jagen de slechte geesten weg.” Terwijl Abel en Dunya de taart decoreerden, vroeg de bakker of Dunya nog wel eens aan haar vader merkte dat hij ziek was geweest. “Ja,” zei Dunya, “dan zegt hij bijvoorbeeld ‘slokje kaas’, ofzo.” Terwijl ze de laatste snoepjes op het drakengezicht legden, informeerde Abel naar Dunya’s hobby’s. “Ik houd heel erg van dieren. Ik heb vroeger zelfs een geit gehad.” Helaas was haar geit al dood. “Hij had iets van geitenkanker ofzo.” Abel reageert invoelend: “Ach, geitenkanker. Wat naar zeg.”

Of boerenzoon Tom, die centraal stond in de uitzending van gisteravond. Hij wilde een koeientaart maken voor zijn vader, die met koe Erna 57 een eiwitten- en vetrecord had behaald. Terwijl Abel de voorbereidingen trof voor de taart, legde Tom bloedserieus en met een onvervalst Achterhoeks accent uit hoe kunstmatige inseminatie werkt. “Ze halen het zaad bij de stier weg die op een dummy springt. Hij denkt dat die dummy tochtig is. En dan doet mijn vader dat zaad met een héééle grote spuit in de vagina van de koe!”

Aan het einde van de uitzending de gelukkige ontvanger verrast met de taart. Op dat moment in de uitzending ben ik altijd bang dat het kindje struikelt en het prachtige bouwwerk genadeloos over de grond uitsmeert, maar dat heb ik gelukkig nog nooit gezien. Taartontvangers reageren verschillend. Zo was de vader van Dunya totaal overrompeld en ging bijna huilen. Toms vader zei: “Goh. Wat móói, jongen! Geef me een kus.” En terwijl de boer zijn zoon een zeldzame kus op zijn wang geeft, pink ik een traantje weg.

vrijdag 6 januari 2012

Stukken met vormen

Als je met de feestdagen niet op vakantie bent, dan spreek je af met familie. Dat is toch een soort kerstmos. Dus zat ik op tweede kerstdag bij de schoonfamilie op de bank en aan tafel. Het was een gezellig dag, met bijkletsen, lekker eten en een prachtig versierd huis inclusief kerstfiguren op batterijen. En zure relatiegeschenkenwijn.

Na de eerste ronde koffie met bonbons, brak het boom-moment aan: iedereen begon de kerstcadeautjes onder de boom te leggen. Ik keek verschrikt naar meneer S, want blijkbaar was het de afspraak dat we cadeaus voor elkaar zouden regelen. Misschien was het een hint toen mijn schoonouders vroegen of we nog wensen hadden voor kerst? Naast een bosje bloemen voor de gastvrouw en een flesje wijn was ik eigenlijk met lege handen binnengestapt. Ondankbaarheid en schuldgevoelens kwamen direct en onherroepelijk bovendrijven. Misschien toch iets meer niveau kerstnoob dan ik had gedacht.

Mijn nichtjes werden helemaal wild en kregen prachtige cadeaus waar ze meteen mee begonnen te spelen. Knutselspullen. Een boek. Een DVD. Mijn jongste nichtje liet haar beste gevoel voor humor zien toen haar moeder vertelde dat ze niet meteen haar nieuwste DVD mocht gaan kijken: “Maar ik denk dat het heel leerzaam is!”.

En toen was ik aan de beurt. Toch best een beetje spannend. Net als de nacht voor je verjaardag. Het pakje had een rare vorm en ik had geen enkel idee wat erin zou kunnen zitten. Nadat het pakpapier was verwijderd, had ik twee prachtige bakvormen in mijn handen. Een grote en een kleinere. Voor een tulband. Supertruttig en erg Martha Stewert-achtig misschien, maar ontzettend prachtig.

En het werd nog prachtiger, want mijn schoonmoeder vertelde dat deze vormen nog van haar eigen moeder waren geweest. Wow. En dat zij ze eigenlijk bijna zelf niet meer gebruikte. De stukken metaal in taartvorm waren dus beter af bij iemand die af en toe nog bakt. Ik was verbaasd, blij en kon niet uit mijn woorden komen. Wat een prachtig cadeau! Beter dan alles wat in de weken voor kerstmis in de winkels verkrijgbaar was geweest.

Dat kan er dus ook gebeuren als je met kerst niet op vakantie gaat. Dan wordt er overwachts een erfstuk in je schoot geworpen waardoor je even helemaal stil word. Komend weekend maak ik een verlate kerststol. En toost ik op erfstukken en prachtige vormen.

vrijdag 16 december 2011

Glibberende hompen vlees

Toen ik de prachtige vacature voor "Kaassouffle schep(st)er V/M" las, doemde bij mij een schrikbeeld op. Het schrikbeeld van een rillend, onzeker meisje, werkend in een ijzige koelcel. Het meisje, gekleed in hygienisch schort en latex handschoentjes, deed het vreselijkste werk dat je je kunt indenken. Zij moest sateetjes prikken. Grote hompen vlees werden voor haar neus neer gestort, glibberend door de vettige marinade. Het meisje moest de stukken nauwkeurig op een satéstokje prikken, natuurlijk zo snel mogelijk. Het stokje moest uiteindelijk niet te licht, maar ook niet te zwaar worden. Regelmatig prikte het meisje door haar handschoentjes heen, waardoor haar verkrampte vingers onder de ranzige saus kwamen te zitten. Terwijl haar collega's in onverstaanbaar plat Brabants over dorspgenoten roddelden, dacht het meisje dat het niet erger kon worden dan op dat moment...

Dit meisje was ik, zo'n 7 jaar geleden. Het is het gruwelijkste baantje dat ik ooit heb gehad. De periode waarin ik dit bijbaantje had, was niet gemakkelijk. Ik was net met een studie gestopt en wist écht niet wat ik moest gaan doen met mijn leven. Hierdoor was ik best onzeker en moest ik ook nog eens dit huiveringwekkende werk doen. Mijn meneer (ja, het is nog steeds dezelfde, 7 jaar later!) en een vriendin loodsten me door deze tijd heen door me op het hart te drukken dat ik écht nog wel betere baantjes zou krijgen, dat ik juist door deze ervaring weer wilde gaan studeren, omdat ik dan wél de kans kreeg om hogeropgeleid werk te doen... Wat was ik blij dat ik na enkele afschuwelijke weken de deur van de koelcel voor de laatste keer achter me dichtdeed.

maandag 14 november 2011

Kerstpakket

Een nieuwe collega vroeg aan mij of we bij ons op werk ook een kerstpakket krijgen. Een terechte vraag, want zoiets is nu eenmaal heel belangrijk. Ja, we krijgen een kerstpakket, gelukkig maar. Je kan ook kiezen voor een gift aan het goede doel, maar ik verkies een kerstpakket boven een gift.

Sommige mensen klagen over het kerstpakket. Dat het ieder jaar weer een bittere teleurstelling is. Onbegrijpelijk. Het is ieder jaar toch een feest om een kerstpakket op te halen, mee naar huis te nemen, open te maken? Zelf laat ik mijn pakket ongeopend als ik nog op werk ben en ik heb mijn meneer laten bezweren dat hij dat ook zal doen. Wanneer de kerstpakketten zijn uitgereikt loop ik bijna niet meer door ons kantoor, uit angst een glimp op te vangen van de inhoud van het pakket. Andere collega's zetten zomaar overal onderdelen van het pakket neer, waar ik ze kan zien. Of trekken het aan! Dan ren ik door het pand naar het kopiëerapparaat en haal ineengedoken een kop thee.

Het leukste aan het kerstpakket is namelijk het thuis openmaken. De pakketten staan op de grond, de katten ruiken eraan en de meneer kijkt lachend toe. Twee glanzende dozen in kerstpapier, soms zelfs een houten kistje (de meneer haalt alvast de wijngids van Hugh Johnson uit de kast). En dan... de schaar! Rats rats, woest scheur ik de dozen open, zaagsel vliegt om m'n oren, de katten springen in de doos, in het zaagsel en rennen ermee door de kamer. Hoera een blik uiensoep! Hoera een houten spel! Hoera opbakbrood! Hoera een kortingsbon voor Landall Greenpark! Hoera een pot jam! Toastjes! Thee met een rare smaak! Langhoudbare paté! Glühwein! Iets voor in de badkamer dat ik niet meteen kan thuisbrengen, hoera! Binnen één minuut is alles uitgepakt en bekeken, het zaagsel ligt door de hele woonkamer en de katten zien er witbesneeuwd uit. Vermoeid maar tevreden zak ik onderuit op de bank, starend naar mijn schatten.

Is het al kerst? Ik heb er zin in!

maandag 7 november 2011

Boekentip: Huwelijk, vlees en andere obsessies

Met veel plezier keek ik een paar weken terug voor de tweede keer naar Julie and Julia. Een heerlijke film met prachtrollen voor Meryl Streep en Stanley Tucci. Het feit dat ik Julie, de verteller, een beetje een zeurpiet vond die haar eigen onvermogen nogal eens afreageert op haar geduldige echtgenoot, was een voorbode voor haar tweede boek, dat ik nu net uit heb. Op het achterplat stond ook nog een aanbeveling van Elizabeth Gilbert, iemand die ik ook niet bijster sympatiek vind, afgaande op haar boek Eten, bidden, beminnen.

Dit boek is gedeeltelijk van hetzelfde laken een pak. Gedeeltelijk, want het boek gaat vooral ook over Julie die slagersleerling wordt. Daarom kocht ik het boek: op de cover zag ik Julie Powell wellustig met een hakmes een varkentje in tweeën hakken. Een kolfje naar mijn hand, aangezien ik in mijn jonge jaren bij een poelier heb gewerkt én ik heb voor mijn vorige verjaardag een gehaktmolen slash worstmachine gekregen. Misschien dat ik er nog wat van kon opsteken.

Nou, dat kon ik. Meer dan me lief was. Het hele boek is één gedetailleerde beschrijving van het fileren van een varken. Het fileren gefileerd, dus eigenlijk. Ze beent uit, beent uit en beent uit, stinkt naar vlees, put zichzelf uit en beent door. Ondertussen klaagt ze over haar huwelijk dat lijkt te stranden en over de dubieuze relatie met haar minnaar. Dat geklaag is precies wat me ook irriteerde aan het boek van Gilbert. Als het echt allemaal zo vreselijk is: vraag een scheiding aan en val elkaar niet meer lastig. Er zijn nog genoeg andere leuke mensen op de wereld met wie je vast een stuk gelukkiger wordt.

Eindoordeel: het boek is vermakelijk en bij vlagen grappig, maar te lichtledig om 300 pagina's lang te boeien. Na 100 wist ik het wel. Maar mocht je van relatiegezeur houden en niet vies zijn van flink wat kilo's bloedend vlees, dan is dit zeker een aanrader.

Overigens vond ik halverwege een goed recept voor worst met venkelzaad en nog veel meer andere kruiden, dus ook ik kan me binnenkort naar hartelust overgeven aan de vleselijke lusten (wat trouwens een betere titel was geweest).