Sinds onze verhuizing naar de diepe binnenlanden van Surburbia leg ik dagelijks vele kilometers op de fiets af. Die fietstocht geeft mij een moment van reflectie. Ik heb tijd om na te denken, maar ook om om me heen te kijken. En dat laatste is wat ik nu, met de Kerst in aantocht, graag doe. Dagelijks neemt namelijk de kerstversiering op mijn route toe. Zag ik op de BBC-website een filmpje over de invloed van de recessie op de hoeveelheid door de (gemeentelijke) overheid aangebrachte kerstverlichting (let vooral even op het accent van de gemeenteambtenaar), in Nederland lijkt de recessie onder particulieren geen invloed te hebben op de hoeveelheid en uitbundigheid van de versieringen.
En die verlichting en versiering lijkt (zoals zoveel zaken) aan mode onderhevig. Op deze plaats een top tien van meest geziene kerstversieringen.
Op nummer vijf: de kerstster. En dan bedoel ik niet de plant, maar de klassieke, voor het raam hangende kerstster gemaakt van gekleurd papier en met een lampje erin. Op mijn tocht kom ik er maar vier tegen. Drie hangen er voor de ramen van de katholieke kerk, eentje hangt er voor het raam van een huis waarvan de bewoners een voorliefde voor houten schroten hebben. Ik denk dat dat laatste goed aangeeft wat de positie van de klassieke kerstster is: alleen mensen die jaren niets aan hun interieur doen gebruiken deze versiering nog. En dat vind ik eigenlijk best jammer want de kerstster is een mooi object. Het is een bescheiden , doch smaakvolle manier van verlichten. Een goede sfeermaker, die kerstster. Jammer dat je er niet meer van ziet.
Op nummer vier: het ‘kersttrappetje. Zo’n twintig jaar geleden werd je kapot gegooid met dit object. De man die de kersttrap in de markt zette moet miljonair zijn geworden. Ik weet dat wij als kind altijd probeerden de trappetjes te tellen op de route naar opa en oma (van het westen van het land naar Amersfoort), en altijd de tel kwijtraakten. Waarschijnlijk beleefde de kersttrap zijn gloriedagen doordat het na decennia van relatief weinig ontwikkeling in de branche van de kerstversieringen, ineens iets heel nieuws bracht. Tegenwoordig is de kersttrap enigszins achterhaald en ingehaald door de (overbodig) veel geavanceerdere nieuwe gadgets. Jammer, want de kersttrap is mooi en zijn lelijkheid (en eenvoud) en wat mij betreft toe aan een revival!
Op nummer drie: de klimmende kerstman. Drie dagen geleden ontdekte ik weer de eerste klimmende kerstman in het straatbeeld. Deze kerstman hing aan een touw. Het was best een aardige kerstman, want hij leek daadwerkelijk ledematen te hebben en niet alleen te bestaan uit een rood pakje met een hoofd erop. Hiermee kom ik meteen bij mijn punt met betrekking tot de klimmende kerstman: de klimmende kerstman is er in vele soorten, maten en kwaliteiten. De ene kerstman heeft zijn touw, de andere een laddertje, een volgende kerstman weet zichzelf drie weken lang hangend aan de balkonrailing te handhaven en een enkeling heeft zichzelf tijdens een flinke storm opgehangen aan zijn eigen touw. Sommige klimmers kunnen bewegen of geven licht, sommige hebben een zak met cadeautjes bij zich. De klimmende kerstman beleefde zo’n tien jaar geleden zijn hoogtepunt, maar is inmiddels ingehaald door de nummer 2 op de lijst. Ik denk vanwege het feit dat de meeste kerstmannen niet goed te zien zijn in het donker en dat dit voor de nummers twee (en ook één) core business is.
Nummer twee: de uit lichtsnoeren bestaande arrenslee met rendieren. Dit object is verkrijgbaar in een platte variant (leuk voor op het raam of tegen de gevel) of in een 3D variant voor in de tuin. In Florida zagen we vorig jaar een versie met dolfijnen in plaats van rendieren. Naar mijn smaak is de hele arrenslee met rendieren iets te veel van het goede. Één lichtgevend 3D hertje in de tuin kan ik nog wel waarderen, maar zo’n hele set is mij iets te veel licht. Bovendien vind ik deze versieringen erg lelijk bij daglicht, het is dan ineens wel heel veel plastic in je tuin. Maar de rest van Nederland schijnt daar geen problemen mee te hebben en dus duikt de arrenslee overal op.
En de winnaar: (niet helemaal tot mijn genoegen) het lichtsnoer. Mits goed gebruikt kan het lichtsnoer een waardevolle bijdrage leveren aan de feestelijk versierde kersttuin dan wel het kerstbalkon. Ik had een buurman die altijd eind september een hele zaterdag besteedde aan het nauwkeurig aanbrengen van zijn lichtsnoeren. Met ty-rips en spijkertjes werd alles keurig op zijn plaats gehouden aan het hek, rond het raam en de voordeur. Over het algemeen wordt het lichtsnoer echter ingezet door de mensen die wel graag kerstversiering aanbrengen, maar er liever niet te veel werk aan hebben. Deze mensen slingeren het snoer een beetje losjes om een hek of gooien het zelfs op goed geluk in een boom. Het resultaat is vaak een a-symetrische slordige bende. Ik kan me daar als voorbijganger erg aan storen. Dan denk ik bij mezelf: “Hang dat nou even netjes op. Doe het symmetrisch en doe het recht.” Maar goed, wie ben ik. En waar maak ik me druk over? In het licht van de wereldproblematiek. Sowieso is deze column er niet één van wereldklasse maar past hij meer in de categorie huis-tuin- en keukenkwesties. Maar ach, je kunt niet elke dag het Midden Oosten conflict oplossen. Dat is meer iets voor komend weekend, terwijl ik zelf mijn kerstversieringen uit de doos ga halen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten