Ik loop hier alleen in een te stille stad
Ik heb eigenlijk nooit last van heimwee gehad
Maar de mensen, ze slapen, de wereld gaat dicht
En dan denk ik aan Brabant, want daar brandt nog licht
Mijn geboortedorpje ligt in de noordelijke regionen van de provincie Noord-Brabant. Ik groeide op op een boerderij. De meeste familieleden had ik binnen handbereik en de dichtstbijzijnde stad was op een uur fietsen. We vierden geen carnaval, waren niet katholiek en hadden geen zachte G. Wel gingen we elk jaar bij een katholiek dorp in de buurt naar de carnavalsoptocht kijken. Overigens vier ik nu nog steeds geen carnaval, ben ik nog steeds niet katholiek en heb ik nog steeds geen zachte G.
Op mijn twaalfde verhuisden we vanuit mijn geboortedorp naar een dorpje vijf kilometer verderop. Het plaatsje staat bekend om haar hoge kerkdichtheid. Binnen dit dorp ben ik nog een keer verhuisd, zij het niet van harte. Soms dachten mensen door mijn accent dat ik uit het Noorden van Nederland kwam. Door mijn achternaam was men er meestal van overtuigd dat ik uit Zeeland kwam. Maar niemand verwachtte ooit dat ik een Brabantse was. Zo rond mijn twintigste levensjaar kwam ook bij mij het besef dat ik me ook niet echt een Brabantse voelde. Ik verhuisde. Dat is nu ruim vijf jaar geleden.
Ik kwam in het midden van het land terecht en ik voelde me er direct thuis. Noord-Brabant heeft een – naar mijn idee onterecht – gezellig imago. In het midden van het land voelde ik wél oprechte gezelligheid in het openbare leven. Ik leerde mezelf het “Houdoe!” dan ook snel af. Utrecht voelt nu écht als mijn stadsjie. Een actief studentenleven heeft daar flink aan bijgedragen. Mocht ik onverhoopt in de kroeg staan waar ‘Brabant’ van Guus Meeuwis wordt gedraaid, dan zing ik luidkeels mee. Op zulke momenten voel ik me Brabantser dan ooit… maar veel Brabantser dan dat zal ik niet meer worden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten