dinsdag 20 september 2011

Mooi woord: penantje

Toen ik nog studeerde, sprak oma, had ik nog niet zo veelvuldig met mannetjes te maken. Begrijp me niet verkeerd, ik had genoeg met mannen te maken, alleen niet met mannetjes. Onder mannetjes versta ik: mannen die ingehuurd worden om in en om het huis te klussen. Dus: aannemers, timmerlieden, glaszetters, tegelaars, keukenboeren, vloerenleggers, stucadoors, loodgieters en allerlei andere mannen met ingewikkelde boormachines en kleding met indrukwekkende vlekken van verschillende herkomst en ouderdom. Ik woonde toen in een studentenhuis en daar werd bijna nooit geklust. Soms kwam er een handige vader een plank ophangen of iemand (een mannetje) van de studentenhuisvesting kwam een raam repareren of een slangetje aan een cv-ketel bijdraaien.

Kwam er dan echt langdurig een mannetje in huis om enkele dagen te klussen, dan koesterde ik die momenten. Mannetjes zeggen vaak de mooiste dingen. Op de mooiste manieren. En ze kunnen zo heerlijk nonchalant gewichtig doen. Daar hou ik wel van. Toen er in het huis van de meneer grondig verbouwd ging worden, was ik daar, zoals je begrijpt, niet weg te slaan. En zo ving ik ook een van mijn favoriete woorden op: penantje.

In de gang stond een verweerde man van een jaar of vijftig te roken, in een t-shirt, spijkerbroek en klusschoenen met zo'n ronde punt met stalen neuzen. Hij zat onder de verf- en andere vlekken en een dikke laag wit stof en keek mij tamelijk ongeïnteresseerd aan. Dat was slechts een pose, want hij begon onmiddellijk in onvervalst Leids tegen mij te praten en te vertellen over de verbouwing van de douche. Ik wilde wel weten hoe het zou worden. Hij legde uit dat het heel chic zou worden, gele tegels met wat zwart er tussendoor en een mooie schuifdeur. Gebarend liep hij de douche in, wees naar de muur en sprak: "Ja, en dan komt hier heel mooi een penantje." "Een penantje?" "Ja, een penantje, om je shampoo enzo op te zetten." Ik knikte begrijpend. Maar van binnen kolkte het. Penantje! Wat een heerlijk woord! Een penantje, ik wilde ook een penantje!

Maar wat was eigenlijk een penantje? Gelukkig had ik, als echte taal-nerd, het hele WNT op cd-rom ter beschikking en dus ben ik onmiddellijk naar huis gefietst en heb gezocht naar het penantje en de precieze definitie hiervan, maar helaas, ik vond niets. Dit maakte het mysterie natuurlijk alleen maar groter en hiermee groeide ook mijn liefde voor het penantje. Googelen leverde ook niets op, het penantje bestond blijkbaar uitsluitend in de spreektaal van de door mij zo geliefde mannetjes.

Telkens wanneer ik bij de meneer thuis de klusman weer zag, vroeg ik hem subtiel naar het penantje. Tot de dag dat het penantje ook daadwerkelijk was geplaatst. Halverwegen stak de achtermuur iets meer de douchecel in en liep dan recht naar beneden, zodat je hier, inderdaad, je flesjes op kon zetten. Het penantje is een handig stukje vakmanschap, zoiets moest ik ook hebben.

Nu, tien jaar later, heb ik wel mijn eigen douche, maar geen penantje. Dat geeft niet, want er moet altijd iets te dromen blijven. En zo droom ik af en toe van een eigen penantje. Overigens vond ik nu het penantje wel terug op internet, in iets andere vorm, maar wel op klussites. Zo zie je maar wat er kan veranderen in tien jaar. Behalve dan mijn liefde voor dit mooie woord, die is onveranderlijk.

2 opmerkingen:

  1. Een mooi woord! Een beetje googlen leverde me trouwens ook een 'oud grenen penantje' op. Volgens mij is het gewoon een kastje, maar ja, ik ben dan ook geen mannetje.

    BeantwoordenVerwijderen