Dit stukje had zowel in de rubriek ‘I heart...’ kunnen vallen als in de rubriek ‘vieze vogels’. Ik zal uitleggen waarom.
Een paar weken geleden moest ik voor mijn werk in Amsterdam zijn. Ik ben niet geheel onbekend in Amsterdam. Ik heb er weleens gewerkt, ik heb er een aantal vakken gevolgd aan de universiteit, ik kwam er weleens in mijn studententijd, ik kom er een paar keer per jaar voor mijn werk, ik heb er vrienden wonen en ik ben er zelfs geboren (al weet ik van dat laatste niets meer). Ik weet dus wel de weg in Amsterdam en ben niet onbekend met hoe Amsterdam eruit ziet op een warme dag in april.
En toch was ik weer een beetje van slag toen ik het station uit liep. Ik zeg ‘weer’, omdat ik dat wel vaker heb als ik in Amsterdam aan kom met de trein. Ik zag het overvolle vieze station, wurmde me door de ondergrondse gangen en weg naar buiten, struikelde over de zwervers en de toeristen op weg naar de tramhalte en dacht bij mezelf: wat is dit toch een drukke, smerige en nare stad. Waarom komen er in hemelsnaam nog toeristen naar een stad waar je alleen in drommen kunt lopen, de vuilnisbakken uitpuilen, de tram druk en vies is, de rijen bij de musea enorm zijn, en overal rare vogels rondhangen die je portemonnee kunnen stelen. Ik vond Amsterdam dus een behoorlijk vieze vogel.
Omdat het mooi weer was, was het behoorlijk druk in de stad en deed de tram er dus nogal een tijd over om mijn bestemming te bereiken. Aanvankelijk kon ik niet zitten in de tram, maar op een gegeven moment werd het rustiger en kon ik al zittend rustig naar buiten kijken. En hoewel ik, zoals gezegd, Amsterdam goed ken, was ik toch weer verrast door de schoonheid van de stad. De mooie grachtenpanden, vrijwel allemaal in zeer goede staat verkerend en elk huis weer anders. De doorkijkjes over een gracht of in een hofje. Een groen pleintje dat ineens opduikt. En middenin de drukte van trams, fietsers, marktkraampjes en winkels ineens een gouden regen die over de breedte van een gevel tot bijna vier etages hoog tegen een huis aan groeit. En toen begreep ik wel waarom Amsterdam zo bijzonder is. Ik wilde zelfs bijna zeggen: I heart.. Amsterdam. Maar dat is misschien niet helemaal waar. Want Amsterdam, ik sta er toch want ambivalent tegenover. Maar ik kan wel begrijpen dat anderen Amsterdam ‘hearten’.
Jaaah, Eef, we zijn het eens over Amsterdam. Ik vind het persoonlijk de meest overrated stad van NL. Niet omdat het geen mooie en leuke stad is. Dat is het namelijk wel. Het is zelfs een schitterende stad met heel veel dynamiek. Maar ik vind de van decadence gorgelende open riolen die de reiziger begroeten als hij/zij het CS verlaat (en dan heb ik het dus NIET over de bouwput voor de NZ-lijn) tot de meest weerzinwekkende urbaniteiten behoren die ik ooit heb gezien in NL. En dan is er nog de in mijn optiek misplaatste 'Binnen de A10'-arrogantie, of, in dezelfde categorie, 'het is dan wel Geuzenveld maar ik woon toch in #020'-blabla. Waarom toch, lieve mensen, in een land waar de langst af te leggen afstand (tussen bijvoorbeeld Axel en Zwet) met heel veel moeite boven de 400 km uitkomt, dit soort 'kijk ons toch eens mondain zijn en jullie niet'-houdingen aannemen?
BeantwoordenVerwijderen