Ik schreef het van de week al eerder: wie veel reist kan veel verhalen. Gisteren had ik mijn vakantiefoto’s meegenomen naar werk en er viel inderdaad veel te verhalen, maar in het geval van Nieuw Zeeland kun je de foto’s beter voor zich laten spreken. Daar komt bij dat ik driekwart van de namen niet kan onthouden (Whakapapa, Waitangi, Punakaiki, Rotorua, op een gegeven moment heette voor mij alles Wakkitikki), dus dan is het verhaal meteen ook minder interessant: “Ja, dit is dus weer een andere waterval, bij een plaats in de buurt met een rare naam, daarna zijn we doorgereden naar een berg met een park waar je kon wandelen en een krater kon zien met een moeilijke naam. De Maori varen in een bepaald soort boot, gemaakt van een heel bijzondere boomsoort waarvan de naam me ontschoten is.” Nu zeiden we gewoon af en toe ‘Mooi hè?’, ‘Ja, heel mooi.’
Om al deze mooie dingen te zien moet je wel een behoorlijk eind vliegen, zonder overstap zo’n 25 uur. Met overstap was het in ons geval dertig uur. Op nu.nl las ik dat Air New Zealand ligplaatsen wil gaan aanbieden in de economy class. Blijkbaar vinden veel mensen vliegen niet zo prettig en wil de maatschappij het op deze manier wat aantrekkelijker maken. Ik begrijp niet waar dit voor nodig is, vliegen is wat mij betreft de mooiste manier van reizen die bestaat. Ik zou het zelfs mijn lievelingstransportmethode willen noemen. Ik zal uitleggen waarom.
Vliegen is in de eerste plaats een zeer efficiënte manier van reizen: Je kan in relatief korte tijd op een verre bestemming komen. Dat doet geen enkel ander vervoermiddel het vliegtuig na. Ik geef toe, het is soms best een lange zit, maar ik vind dat je niet mag klagen als je ziet wat je ervoor terug krijgt. Met de trein naar Wenen duurt net zo lang als met het vliegtuig naar New York, dus wat is nu eigenlijk een lange zit? Vroeger ging ik altijd met de auto op vakantie, ik geloof dat ik pas op mijn twintigste mijn eerste vlucht maakte, en heb vele weken van mijn jeugd in files doorgebracht: onderweg naar de camping in Zuid-Frankrijk, in de bloedhitte urenlang voor een tunnel staan wachten, met je bezwete hoofd uit het raam zodat je de gassen van de vrachtwagen naast je over je frisse longetjes zoog; naar de wintersport, altijd op hetzelfde punt vlak na de Oostenrijkse grens, waar de weg een trechter vormt en er liefst op zwarte zaterdag een wegopbreking is. Nee, dan liever het vliegtuig. Je stapt in en je hoeft verder niets te doen, alleen maar zitten, kijken, slapen, genieten. Vriendelijke blonde dames in opgeruimde blauwe pakjes brengen je met een glimlach eten, drinken en hete, natte doekjes met citroen, en het enige waar je je nog druk over hoeft te maken is welke film je uit het overvloedige assortiment moet kiezen.
Ondertussen heb je niet de stress van het kaartlezen. Niemand die roept “Moet ik al afslaan?”, en dan vervolgens afslaat, terwijl daarnaast iemand anders, met de kaart op schoot roept “Nee, nog lang niet” en “Waarom sla in je nou in hemelsnaam tóch af? Ik zeg toch dat je nog minstens vijf kilometer deze weg moet volgen?”, waarna de bestuurder er achterkomt dat hij een doodlopende weg is ingeslagen en de auto moet keren. De auto waar ook nog een caravan achter hangt. (Waarop iemand mompelend opmerkt “Daar had je bij de ANWB toch een cursus voor gevolgd?”) Dit alles uiteraard zwetend. Nu zal dit met de Tomtom tegenwoordig minder vaak voorkomen (verdwalen, het zweten is helaas niet verholpen met de Tomtom), maar mij heeft het wel genezen van lange autoritten.
Nee, doe mij maar een fijne vliegvakantie. Je komt ermee op plekken waar je anders nooit zou komen en het enige dat je hoeft te doen is achterover leunen en je laten bedienen. Je betaalt er wel flink voor, maar dat geld spaar je dan weer uit aan een dure psycholoog die nazorg en/of relatietherapie moet geven. Volgende stop: Mallorca!
Woot?! Betekent dit dat we fictieve opinies worden voorgeschoteld? Blogpost-inconsistentie-waarschuwing ging af.
BeantwoordenVerwijderenZo... was de bedoeling dat iemand op dergelijke wijze zou reageren, toch?
BeantwoordenVerwijderenJa, heel mooi, maar ik mis nog wat agressie.
BeantwoordenVerwijderen