woensdag 27 januari 2010

Het kán gewoon niet

Ik kijk uit naar de Olympische Spelen. Normaal gesproken ben ik geen groot sportvolger, maar de Olympische Spelen zijn heerlijk.

Tijdens de afgelopen zomerspelen had ik twee weken vakantie. Ik zat tussen een oude en een nieuwe baan in en had behoefte aan heel veel rust. Gewend aan vroeg opstaan zat ik elke ochtend rond zeven uur met een mok koffie in mijn badjas voor de tv. Tegen de tijd dat het zwemmen afgelopen was en de herhalingen van de nacht ervoor begonnen was ik klaar om te gaan douchen. Dan keek ik daarna tot naar de herhalingen, samenvattingen en achtergrondreportages. Ondertussen ruimde ik het huis wat op, plakte oude foto’s in, witte een muurtje, deed een dutje. Tegen vijf uur begonnen weer allerlei nieuwe sporten en met het bord op schoot keken we dan één of ander obscuur onderdeel van de atletiekwedstrijden. Er is weinig dat ontspannender op mij werkt dan zo mijn dag vullen.

Toch blijven de Olympische Winterspelen mijn favoriete winterspelen. Ookal heb ik geen van de daar beoefende sporten ooit zelf beoefend, ik voel me meer verwant met de wintersporters dan met de zomersporters. En dat terwijl ik niet van kou houd. Maar om onverklaarbare reden kan ik uren gefacineerd kijken naar rodelen, bobsleen en zelfs curling. En dan natuurlijk het georakel van Mart Smeets en zijn lelijke Noorse truien. Dan weet je dat er niets verandert is sinds vroeger.

Toen de Olympische Winterspelen van Lillehammer plaats vonden had mijn vader een ontstoken elleboog en kon daardoor niet werken. Hele dagen zat hij thuis tv te kijken. Voor een man die niet van sport houdt best bijzonder. Als ik dan thuis kwam uit school rond een uurtje of drie kreeg ik een enthousiast mondeling verslag van wat er die dag allemaal was voorgevallen in het biathlon, het langlaufen en het schansspringen.

Wat ik me van die winterspelen het beste herinner is Bart Veldkamp die vol ongeloof de tien kilometer van Johan Olav Koss gadesloeg. Halverwege de rit begon Veldkamp geloof ik met zijn schaatsen te smijten. Daarna hoorde de kijkers hem in de kleedkamer (de camera van de NOS stond voor de dichte deur) heel hard roepen dat 13.30.55 niet kon: ‘Het kán gewoon niet. Het kán gewóón niet.’ Geweldig was dat. Die race maakte zo veel indruk dat ik de tijd nu nog weet.
Ik denk dat als ooit zou blijken dat Johan Olav Koss toen, tijdens die race, doping zou hebben gebruikt, ik nooit meer in sportmensen zou geloven. Maar ik zie Koss er niet voor aan. Die race én de reactie van Veldkamp, blijft geweldig. De spelen van Lillehammer blijven mijn lievelingsspelen. Maar ik kijk uit naar Vancouver!

De Olympische spelen vinden plaats van 12 tot en met 28 februari in Vancouver. Via deze link is het schema te vinden.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten