Wij hebben twee katten. En in ons oude huis mochten die wel op het balkon, maar niet van het balkon af. Dat was veel te gevaarlijk. Allereerst was dat gevaarlijk volgens onze dikke buurvrouw van een paar huizen verderop. Op een zonnige middag riep zij eens, over de drie schuttingen en twee tuinen die ons van haar scheidde, dat wij nooit de katten buiten moesten laten omdat er kattenaids heerste in de buurt. Als J of S in aanraking met de lokale zwerfkatten zouden komen, zouden ze ten dode opgeschreven zijn. Wij knikten amechtig maar een echte zwerfkat hadden we eigenlijk nog nooit in onze buurt gezien. De katten van de dikke buurvrouw zelf verbleven in door haar man getimmerde hokken in de tuin. Ze had een aantal katten van een duur soort en die moesten dus echt goed beschermd worden tegen de aan kattenaids lijdende zwerfkatten.
Ten tweede was het gevaarlijk voor onze katten om van het balkon af te gaan, omdat ze niet meer terug konden. Althans J kon niet meer terug, S heeft nooit geprobeerd ons balkon te verlaten. Maar J is zo dik en onhandig dat H haar meerdere malen van het dak van de schuur van de onderburen heeft moeten halen omdat ze zelf niet meer terug kon springen op ons balkon.
Toch bleef het verlaten van het balkon voor J een aantrekkelijk optie. Onze buurt was erg kattenrijk en op het dak van de schuur van een andere buurvrouw (de buurvrouw linksonder) lagen de buurtkatten vaak gezamenlijk in de zon. Het was altijd een vast groepje katten dat op dat dakje bijeenkomsten hield. Dit groepje kende een bepaalde hiërarchie. Een oude, zeurende langharige kat was de anchorman van de groep. Ze werd gedoogd omdat ze de oudste was, maar daar was het wel mee gezegd. Meestal zat ze op de GFT bakken eenzaam voor zich uit te miauwen of klom ze op onze balkonkast om vanaf daar haar klaagzang te laten horen. Er was een hele mooie lichtbeige kat bij die duidelijk het lieverdje en de beauty van de groep was. Zij werd altijd door een dikke cyperse kat (in het bezit van maar één goed oog) beschermd. Als onze balkondeur open stond hield Eenoog de wacht bij de balkondeur terwijl Beauty de etensbakjes van J en S leeg at. Als de katten met z’n allen op het dakje van de schuur van buurvrouw lagen noemden wij dat altijd het Katten Democratisch Appèl (KDA). Het leek namelijk of ze aan het vergaderen waren. Over belangrijke zaken, over buurtpolitiek.
Onze kat J, keek altijd verlangend naar dat groepje op het dak. Ze leek heel graag deel te willen uitmaken van dit overleg. In ons huis had ze alleen aanspraak met S. Kat S is een avontuurloos geval. Als katten een consumentenbond zouden hebben zou S elke maand hun blad spellen. S denkt altijd eindeloos na over alle gevaren die dreigen en gaat ze altijd zo veel mogelijk uit de weg. En als het gevaar niet te ontwijken is, wil ze het controleren. Gaat J achter het gordijn liggen als ik ga stofzuigen, S volgt aandachtig elke beweging die de stofzuiger maakt. Omdat S niet bereid was met J op avontuur te gaan, ging J op een dag zelf op pad. Nu moet ik er bij zeggen dat J zo beschermd is opgevoed (dit in tegenstelling tot S die we uit een disfunctionerend gezin hebben gered), dat zij niet weet wat gevaar is. Ze is bang voor de stofzuiger maar heeft geen idee van de Buitenwereld. Op een ochtend liet één van ons J achter op het balkon. ’s Middags konden we haar niet meer vinden. J was blijkbaar van het balkon gesprongen om deel te gaan nemen aan het overleg van het KDA. Misschien had ze zelfs gedroomd de macht binnen het KDA over te nemen. Ze is immers charismatisch, groot en heeft een prachtige vacht.
Het avontuur was echter anders verlopen dan ze had gehoopt. Ergens halverwege was ze waarschijnlijk bang geworden en ze had het dak van de schuur van de buurvrouw nooit bereikt. En omdat wij beiden aan het werk waren had ze de hele dag niet terug gekund. Toen H aan het einde van de middag thuis kwam en met de bak met brokjes schudde hoorden wij uit de tuin onder ons een klaaglijk gepiep komen. J had zich verscholen achter het zwembadje van de hond van de onderburen en tussen het schuurtje en de heg in hun tuin. Toen J ontdekte dat wij thuis waren was ze zo blij dat ze van geluk een boom in klom. Daar schrok ze zo van dat ze ineens losliet en naar beneden tuimelde. H heeft haar bij de onderburen opgehaald en nog nooit was J zo blij ons te zien. Toen ze weer rustig op de bank kon gaan liggen keek S haar misprijzend aan. Nooit meer ging J op zoek naar de macht bij het KDA.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten