donderdag 6 september 2012

Lieber Sigmar Polke



Het was in 2001 toen ik met mijn volgestouwde backpack en mijn brakke kop uit de nachttrein het perron in Zürich opstapte. Ik studeerde toen nog en om wat geld bij te verdienen maakte ik wc's schoon op de oncologieafdeling van het Diaconessenhuis. Van dat riante inkomen kon ik me geen ligplaats in de trein veroorloven en daarom had ik de hele nacht semi-rechtopgezeten. Als je een blutte student bent, waarom ga je dan in Gottesname naar Zwitserland? Goed punt, een vriendin van mij liep in Zürich stage en ik kon een paar dagen bij haar logeren. Samen met een gezamelijke vriendin waren we goedgemutst de nachttrein ingestapt. Eenmaal in Zürich had ik een ergere jetlag dan na een transatlantische vlucht en tot overmaat van ramp wilden de twee reisvriendinnen iets actiefs gaan doen. Mountainbiken of die gezellige Zurichberg gaan beklimmen, lekker in de frisse buitenlucht!
Op zo'n moment wil je geen spelbreker zijn maar daar stond dan wel tegenover dat ik de baas zou zijn over het culturele uitje tijdens deze vakantie. Aarzelend stemden de vriendinnen in met dit compromis en de dag erna kochten we alledrie een kaartje voor het Kunsthaus. Het Kunsthaus werd verbouwd en we konden niet het hele museum bekijken maar dat bleek allemaal niets uit te maken. Want er was een overzichtstentoostelling. Die gesamten Editionen. Ik weet nog goed hoe het voelde toen ik de zaal binnenliep en je voor het eerst zag. Het klinkt zo cliché maar er ging een wereld voor me open. De wolken gingen opzij en goudkleurige zonnestralen vielen het museum binnen. Ik hoorde een zacht hallelujah. Twee uur later moesten twee ongeduldige vriendinnen me wegsleuren uit het museum, zij begrepen niks van mijn liefde voor jou en moesten mij aan mijn arm wegtrekken terwijl ik begeisterd naar Giornico keek. Het was liefde op het eerste gezicht.
Het bezoek aan die tentoonstelling met al die jaren van jouw kunstzinnige inspiratie heeft mijn kijk op kunst en vooral op de grenzeloosheid van de fotografie veranderd. Niemand anders kan het zoals jij.
In de jaren erna zagen we elkaar nog wel eens, af en toe, maar het was vaak vluchtig. Zoals die keer in Budapest. Of tijdens de winter in San Francisco, in het DeYoungmuseum was je er opeens, ik herkende je meteen! Het waren mooie ontmoetingen maar ze konden nooit tippen aan die eerste keer dat we samen in Zwitserland waren. En nu ben je dood. Ik was best verdrietig toen ik het nieuws hoorde. “Gelukkig heb we de foto's nog” klinkt zo wrang maar het is de werkelijkheid.

Es war mir wirklich ein Vergnügen.
Viele liebe Grüße.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten