maandag 12 september 2011

Confrontatie

Zoals hier onlangs al opgemerkt waren wij kort geleden in Brussel. Het was voor het eerst sinds de geboorte van de baby, tien maanden geleden, dat wij samen een weekendje weg gingen. Mijn zus paste op en wij waren van vrijdagmiddag tot zondagochtend vrij om te gaan en staan waar we wilden zonder acht te hoeven slaan op fruithapjes, flesjes, slaapjes en andere ritme-dingetjes.

En wat doe je als je een weekend de vrije hand hebt. Dan ga je uit eten. En uit drinken. En dus zaten wij na heel veel file op vrijdagavond in een restaurant in Brussel. Gek genoeg waren we uitgekomen op een Duits restaurant. Een echt Duits restaurant want het eten was Duits, het drinken was Duits en ze spraken er Duits en er waren alleen maar Duitsers. Maar wij houden van Duitsland, dus wij vonden het prima. Sterker nog, wij waren blij niet overgeleverd te zijn aan een menu vol Franse liflafjes.

De zaak was gevuld met oude dikke Duitse mensen die zich te goed deden aan bergen eten. Dat was prima. Wij komen vaker op plekken waar wij de gemiddelde leeftijd omlaag halen (de volgende dag stonden we bijvoorbeeld op een slagveld) en we houden van bergen eten.

In de loop van de avond kwam er echter aan de tafel naast ons een groep studenten zitten. Frisse jonge mensen. Dun. Uitgerust. Het bier werd aangevoerd in grote glazen en iedereen was vrolijk en onbezorgd.

Ik was inmiddels aan mijn tweede halve liter begonnen en al aardig geschrokken van het feit dat ik die met moeite weg kreeg. De jeugdigheid aan de tafel naast ons maakte die schok nog erger. “Zo waren wij ook,” zeiden wij tegen elkaar. En na wat rekenwerk bleek dat wij tien jaar geleden zo waren.

Ok, ik was niet zo dun als het meisje in de strakke spijkerbroek dat haar billen langs onze tafel schoof, maar wel minstens net fris. Nog geen uur ervoor had ik mijn vermoeide hoofd in de spiegel staan bijwerken met foundation en poeder en nu zag ik naast mij het levende bewijs dat er geen redden meer aan was. Ik had misschien iets betere kleren aan, was misschien iets dunner dan toen, maar zo fris en fruitig, zo jeugdig, zo levendig, zo niet-cynisch, het was er bij mij allemaal af.

Daar in dat restaurant werd ik keihard geconfronteerd met mijn eigen verval. Ik word oud. Er is geen weg meer terug. Straks ben ik veertig.

1 opmerking:

  1. ja, diezelfde conclusie trok ik ook toen onze nieuwe buren, eerstejaars studenten, naast ons kwamen wonen. na hun feestjes tot diep in de nacht zie ik er brakker uit dan zij... en dan ben ik gewoon thuis, zonder al die alcohol...

    BeantwoordenVerwijderen