vrijdag 4 december 2009

Soms zijn er mannen met pochets

Mijn lievelingsrubriek in de Elsevier is de rubriek waarin het pasgetrouwde stel staat. Als de Elsevier binnenkomt lees ik altijd eerst dat stukje. (Daarna lees ik dan altijd het stukje met als titel ‘Mijn goede geld’). Het stukje met het huwelijksbericht is altijd erg vermakelijk om twee redenen.

Allereerst omdat er een foto bij staat. Het is altijd een trouwfoto (uiteraard). Het stel staat dus in trouwkleren ergens op of voor. Meestal staan ze voor een landgoed of kasteel dat niet van hen is. Zoals de familie van Caar altijd opmerkt als mensen zich voor een gebouw laten fotograferen: ‘Het witte huis/de eiffeltoren/het colosseum met op de voorgrond de eigenaar’. Ik heb nooit begrepen waarom mensen zich op vakanties voor gebouwen laten fotograferen. Ik heb wel een vermoeden, ik denk dat ze zo willen bewijzen dat ze er ook echt geweest zijn. Wij doen dat nooit (om er even een verschrikkelijke ‘wij-zin’ uit te gooien). Wij fotograferen onszelf eigenlijk alleen met eten, maar dat is een ander verhaal.
Maar bij huwelijksfoto’s snap ik het fotograferen voor een landgoed of auto ook nooit. Ok, waarschijnlijk heb je in die auto gereden in je huwelijksdag en wil je hem daarom op de foto, en misschien ben je wel op het landgoed getrouwd en moet het er daarom op. Maar ik durf te wedden dat veel mensen zich voor volkomen nietszeggende gebouwen laten fotografen. Gewoon omdat ze vinden dat er een gebouw op de achtergrond moet. Een gebouw (en ook een auto) dat een beetje allure of cachet geeft aan de trouwdag. Nou dat vind ik dus onzin. Als wij ooit trouwen, trouwen we in de Nissan en zonder gebouwen op de foto die geen functie of betekenis hebben.
Soms staan stellen ergens op. Op een bankje of een boomstam. En doen ze leuker en spontaner op hun trouwfoto dan ze de rest van hun verdere leven in het echt zullen doen. Vaak met een paraplu of het trouwboeket of allebei. Dat zullen ‘wij’ dus ook nooit doen voor een foto, ‘wij’ houden niet van geplande spontaniteit. Ik weet dat ik nu verwijten ga krijgen van veel bevriende stellen waarbij ik (in de hoedanigheid van ceremoniemeester) heb moeten assisteren bij de bruidsreportage en deze mensen toen heb aangespoord spontaan te doen op en bij bomen/boomstammen/hekjes en met boeketten/paraplu’s/elkaar. Ik wil daar alleen maar over opmerken dat ik ook alleen maar heb gedaan wat er van mij verwacht werd. Om te voorkomen dat ik jaren later het verwijt zou krijgen dat door mijn toedoen de trouwfoto’s zo stijf en saai waren (kom ik er zo mee weg, lieve vrienden?)
Ook de trouwkleren op de foto’s zijn interessant. Trouwkleren zeggen veel over een stel. Soms staan er stellen van vijfentwintig op de foto die er met hun parelketting en kapsels uitzien alsof de vijftig al gepasseerd zijn. Soms staan er mensen van veertig op die er verrassend fris en fruitig uitzien. Soms zijn er mannen met pochets.


De tweede reden dat het stukje in de Elsevier vermakelijk is, is de tekst. Het leukste om te lezen is natuurlijk hoe de twee gehuwden elkaar hebben ontmoet. Soms is dat heel romantisch en soms is dat heel knullig. Vaak staat er ook hoe de één de ander heeft gevraagd. Ook erg leuk, soms leuk in de zin van inspirerend en soms leuk in de zin van ‘goh’. Ik vind het raar dat om één of andere reden Elsevier (en misschien ook zijn lezers) waarde hecht aan het beroep van de ouders van bruid en bruidegom. En dan met name de vader. Er staat bijna nooit in dat de moeder huisvrouw (‘thuisblijfmoeder’) was of secretaresse. Het beroep van de moeder wordt alleen genoemd als ze lerares of advocate is geweest. De vader wordt altijd genoemd, van beide kanten. En nooit is de vader ambtenaar (zoals toch wel heel veel mensen in Nederland) maar altijd ergens directeur of ambassadeur of iets anders dat heel belangrijk klinkt. Ik vraag me sterk af waarom het beroep van de ouders überhaupt genoemd moet worden. Alsof het beroep van mijn vader van invloed is geweest op mijn partnerkeuze. Of mij dusdanig heeft gevormd dat het van belang is voor het levensverhaal van mij en mijn geliefde. Ik snap er niks van, dat is toch helemaal niet 2009? Maar goed, de trouwrubriek in Elsevier, als je hem nog niet kent zou ik ‘m echt eens gaan lezen. Ik kan Elsevier aanraden een boek te maken van de in die rubriek verschenen stukjes. Misschien stuur ik ze daar deze week wel een e-mail over.

4 opmerkingen:

  1. Eef, een paar tips: geen trouwboeket (alleen maar onhandig, zo'n struikje in de hand), wel een coole en lekker dure handtas (want: zakdoekjes, haarspray en lipstick), laat je chaufferen door je vrindjes met een coole auto en huur de fotograaf alleen voor je ceremonie. Geen polonaise aan ons aller lijf, en ook nog een fijne dag...

    BeantwoordenVerwijderen
  2. ja die boeketten, daar heb je gelijk in. behalve als je de koningin bent loop je nooit met een boeket,waarom dan wel op die dag? Alsof je iets nodig hebt om de boel een beetje op te fleuren? Die handtas laat ik dan wel dragen door iemand anders, ik ben in t dagelijks leven nl ook geen fan van de handtas...

    BeantwoordenVerwijderen
  3. @Eef... geen fan van handtassen... waarom heb je er dan 25?!?

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Ik hou wel van de tassen op zich. Ik hou er alleen niet van om met een tas te lópen. Of een tas op schoot te hebben. Maar als ik dan een tas mee móet nemen, dan ook graag een mooie...

    BeantwoordenVerwijderen