“Misschien moet je eens gaan hardlopen,” zei ze met een doodserieus gezicht. Ik zat tegenover haar, het was zo’n typische hulpverlener-tegenover-hulpbehoevende situatie. Het kostte me veel moeite om haar niet keihard uit te lachen. “Hardlopen, ik? Zie het al voor je?! Ik fiets nog liever honderd kilometer hard dan dat ik één kilometer ga hardlopen,” schamperde ik.
Hardlopers, dat zijn contactgestoorde mafkezen die met belachelijk rode hoofden in de weg rennen als ik een poging waag om langs hen heen te fietsen in de stad. Hardlopers, dat zijn irritante strebers in hun veel te strakke pakjes en met hun zo mogelijk nóg strakkere bovenbenen. De jogging-groepjes zijn het ergst. Lopen ze daar, Moeder de Gans voorop, allemaal hetzelfde trainingsjack aan, lekker kletsend hun tapascalorieën van de avond ervoor eraf te rennen.
Zo’n twee jaar geleden stelde mijn diëtiste onomwonden voor dat ik mezelf óók bij die club van achterlijken zou voegen en verklaarde ik haar bijkans voor gek. Maar nu begrijp ik wat ze bedoelt. Nu snap ik welk genot hardlopers bedoelen als zij het over ‘the runner’s high’ hebben. Want uiteindelijk heb ik het hardlopen ook een kans gegeven. Ik downloadde Start To Run van heldin Evy Gruyaert, kocht een mooi trainingsjack van zelf uitgeroepen sportmodekoningin Leontien van Moorsel en stapte monter de straat op voor de eerste trainingssessie.
Wat een hel was dat. Na één minuut zweette ik al als een uitgedroogde otter. Terwijl Evy me met haar sexy Vlaamse accent opbeurde en me op het hart drukte dat ik “bijzonder goed bezig” was, lag mijn tong al op straat en had ik spijt van mijn langemouwenshirt. Waar was ik in hemelsnaam aan begonnen?!
Des te vaker ik mezelf naar buiten sleepte voor een avontuur met Evy, des te beter lukte het hardlopen. Op een gegeven moment betrapte ik me er zelfs op dat ik het léúk vond. Ik wist niet wat me overkwam. Ik kon mezelf in het hardlopen verliezen. Een flink stuk rennen was de ultieme manier om mijn hoofd leeg te maken. Er was niet meer aan te ontkomen: ik raakte verslaafd aan het hardlopen.
Helaas rende ik iets té hard van stapel en moest de fysiotherapeut na enkele maanden shin splint constateren. Tot op de dag van vandaag mis ik het hardlopen. Ik ben jaloers op de geluksvogels die ik nu langs de kant zie rennen. Ik mis de runner’s high.
Na vele maanden blessuurontkenning kwam de slotconclusie als een mokerslag: ik mag niet meer hardlopen. Nooit meer. Verdwaasd zoek ik op internet een sportschool in mijn woonplaats op. Misschien bestaat er ook wel zoiets als een ‘fitnesser’s high’: laat ik dat maar eens gaan ontdekken.
O dat is balen zeg. Het lijkt mij ook vreselijk als ik niet meer zou mogen, ondanks dat het iedere keer een enorme worsteling is om me de deur uit te krijgen. Zelf doe ik naast hardlopen ook aan wielrennen, ik kan het je aanraden. Lekker fiks doortrappen en je ziet ook nog eens veel van de omgeving. Op zondag wel oppassen voor wandelaars. Met honden. Of kinderen.
BeantwoordenVerwijderenJa Han, die bestaat. Ik mag van mijn fysio niet meer Spinnen/RPMen/wielrennen (al doe ik het soms nog wel eens, maar daar word ik meteen voor gestraft). Ik moest ook op zoek naar andere dingen. En hoewel ik nog steeds niets liever zou doen dan me helemaal kapot rijden op een fiets, en ik ook met jaloezie naar wielrenners kijk (eikels zijn het, allemaal, want zij mogen wél!), heb ik toch ook andere sporten gevonden die ik tof vind. Squash, bijvoorbeeld, en Body Combat, en Poweryoga, en in mijn geval ook rennen. Er is hoop!
BeantwoordenVerwijderen(mijn hemel zeg, mag ik jullie er nog even op wijzen dat ik de CAPTCHA maar liefst 4 keer moest verversen voor ik met een loep kon achterhalen wat er stond?...)
BeantwoordenVerwijderen