Dit is een gastcolumn van gastcolumnist A.
Ik liep laatst door de Ikea, niet omdat ik een kast van het type 'Billy' nodig had, of omdat ik trek had in Zweedse gehaktballetjes, maar omdat ik me een beetje eenzaam voelde. Bij Ikea zijn altijd lekker veel mensen. Ze zitten op bankstellen, rennen rond met lampenkappen, meten keukenkastjes op. Ik mag er hele dagen zitten, gewoon om maar gezellig onder de mensen te zijn. Soms knoop ik een gesprek aan over een bestekla, maar liever nog luister ik wat de mensen tegen elkaar zeggen.
Ze zeggen de mooiste dingen tegen elkaar. Een paar maanden terug vroeg een jongen een meisje ten huwelijk op een wit tapijt met een moeilijke naam. Ze zei ja, en alle mensen gingen klappen. Een oudere vrouw, die er ook een beetje eenzaam uitzag, moest huilen. 'Ik werd ook een keer ten huwelijk gevraagd, en toen zei ik nee,' snotterde ze. 'Ik dacht: er komt nog wel wat beters voorbij, maar dat gebeurde nooit.' Zozo, dacht ik. Weten we dat ook weer.
Een andere keer had iemand stiekem een hond mee naar binnen genomen. Dat is strikt verboden, want het zou me een rare boel worden in de Ikea als iedereen zijn hond maar mee ging nemen. Maar dit was een heel klein hondje, vandaar dat de eigenaresse waarschijnlijk dacht dat het wel kon. De hond zat in haar jas, en stak zijn kleine ondeugende guitige kopje tussen twee knoopsgaten naar buiten. Ineens begon die hond hartverscheurend te kotsen. Hij maakte er heel menselijke geluiden bij, je kon die hond als het ware horen kokhalzen. Omstanders begonnen verschrikt te roepen en een paar mensen renden van pure angst weg. De vrouw reageerde kalm; blijkbaar had ze dit vaker meegemaakt. Ze legde een hand over het kotsende hondje en riep rustig de WC in. Even later kwam ze weer naar buiten met een natte jas, die ze blijkbaar had afgespoeld. Ze rook nog een beetje zurig, maar de hond was nergens te bekennen. Ik vraag me nog steeds af of het hondje onder haar jas zat verstopt of dat hij door de WC was gespoeld, of in de maandverbandbak was gegooid. Dat zou net goed geweest zijn voor zo'n vies rothondje.
Op deze bewuste dag wandelde ik over de kinderafdeling. Er liep een heel gelukkig uitziend stel met een kinderwagen. In perfecte harmonie zochten ze kinderspulletjes uit, zoals een klein groen stoeltje en een schattig slabbetje. Het kind in de wagen zag er, merkte ik toen ik wat dichterbij kwam, wel een beetje vreemd uit. Het had een grote snor en rookte een pijp. De zware basstem, die ik eerder aan de vader toeschreef, bleek van hem te zijn. Op luide toon gaf hij daarmee commentaar op de spullen die zijn ouders hem voorhielden. Het was een wonderlijke situatie, want het mannetje kon, ondanks zijn snor, onmogelijk ouder dan drie zijn. De meeste spulletjes konden zijn goedkeuring wegdragen, maar toen zijn arme vader zijn zoon een klein dekentje met kaboutermotief voorhield, ontstak hij in blinde woede. 'Wat heb ik nou gezegd? GEEN rare kabouterplaatjes op mijn dekbed! Daar word ik helemaal tureluurs van. Zoek maar iets met Heidegger ofzo. Of Kant. Een Kant-motiefje op mijn dekbed, hohohohoho!' De peuter begon zo dreunend te lachen dat zijn wagentje vervaarlijk heen en weer schudde. De vader begon vruchteloos de dekbeddenafdeling op een neer te lopen en schoot uiteindelijk een Ikea-mevrouw aan. 'Nietzsche is ook goed, hoor je me? Een dekbedovertrek van Friedrich Nietzsche!' riep zijn zoon hem na.
Leuk hoor, de Ikea!
ik zal het maar toegeven: ik snap het niet helemaal. Maar misschien ben ik heel dom.
BeantwoordenVerwijderenik snap er ook geen hol van, maar toch is het allemaal echt gebeurd. het is bijna niet te geloven, nu ik het nog eens teruglees. maar toch is het zo.
BeantwoordenVerwijderenOké, nee, dan is het goed... :-)
BeantwoordenVerwijderenA.: gij zijt gebenedijd. Je hebt het privilege gehad om een Gummbah-strip live mee te mogen maken, en je hebt er niet eens van die chötböllar voor hoeven te verorberen!
BeantwoordenVerwijderenkötbullar
BeantwoordenVerwijderenIs dit de cusrsus Zweedse scheldwoorden?
BeantwoordenVerwijderen