In een vlaag van verstandsverbijstering kocht ik vlak voor de kerst de Libelle. Ik heb overwogen deze eerst zin anders te laten luiden om zo niet toe te hoeven geven dat ik een Libelle heb gekocht, maar ik vond dat als ik een Libelle kocht, ik dan ook maar eerlijk moest zijn. Dus ik kocht een Libelle. Omdat ik de Elsevier en HP uit had en ik te moe was om me te concentreren op een boek. Ik zou anderhalve week vrij zijn, en dan wil je gewoon iets leuks te lezen hebben. En dus kocht ik bij mijn laatste kerstboodschappen de Libelle. En dat bleek een grote fout. Ik hoopte op een blad vol gezellige tuttigheid, versierde kersttafels, leuke recepten, een leuk interview met een gezellig iemand en wat grappige columns. Ik kreeg een blad met een aantal lezersbrieven waarbij deze lezers tegen de klippen op wilde doen geloven dat kerst een heerlijk familiefeest is, foto’s van witte kerstbomen behangen met pompons en een zeer verzuurd stuk over de rol van de vrouw gedurende de kerst.
En over dit laatste stuk wil ik hier graag wat zeggen. Het stuk viel onder de categorie ‘psychologie’, althans dat woord stond in de rechterbovenhoek gedrukt, en was geschreven door redacteur Els Rozenbroek. Het stuk besloeg twee kantjes en begon met het verhaal dat ‘zij’ (Els dus) vroeger altijd zeer ontspannen kerst vierde in een pyjama, met films en een makkelijke maaltijd, maar dat ze, sinds een bevriend stel een keer aan een kerstreportage had meegedaan in een glossy tijdschrift, het gevoel had dat ze meer moest doen met kerst. Ze had daardoor, samengevat, last gekregen van kerststress. En blijkens het stuk was zij de enige in haar gezin die daar last van had, want haar man lijkt alles heel ontspannen te beleven. Dit tot grote ergernis van Els.
Het vreemde aan het stuk is dat zodra Els begint over alles wat er voor de kerst moet gebeuren ze in de ‘we’ vorm begint te praten. Ik denk dat ze hiermee wil aangeven dat niet alleen zij, maar ‘wij allemaal’ of in ieder geval ‘wij vrouwen’ of ‘wij Libelle-vrouwen’ last hebben van dezelfde kerststress. Als dit haar bedoeling is neemt ze mooi ook even mij (als vrouw en (incidentele) Libelle-lezeres) mee in haar val, en daar bedank ik voor. Vandaar dit stuk. Ik wil mij distantiëren van het soort vrouwen dat dit soort denigrerende stukken over mannen (en henzelf) kunnen schrijven alsof het hier gaat om algemeenheden die op ons allemaal van toepassing zijn. Ik citeer een aantal passages om een beeld te geven:
“Ooit een man zenuwziek door de V&D zien hollen op zoek naar kerstcadeautjes? Welnee, onze echtgenoten kijken wel uit. Het valt hen niet eens op dat we de boom dit jaar hebben versierd volgens het thema Noorderlicht (koele blauw- en grijstinten in combinatie met zilveren en natuurlijke materialen. Als ze al iets opvalt, is het dat er twaalf heerlijke rode wijnen in het rek staan: “Wat zie je er verhit uit, schatje”, zeggen ze, terwijl ze zich tevreden in hun luie stoel nestelen en de afstandsbediening pakken.”
Ik denk dat het tijd wordt dat Els (of zijn ‘wij’ het?) ontdekt danwel ontdekken dat je op internet vrijwel alles kunt bestellen. En dat haar man vast ook wel weet hoe hij dat moet doen. En dat als ze daar even een zinnig gesprek over voert met hem en de taken verdeelt, zij zich daarna samen met haar man in de luie stoel kan ‘nestelen’.
De volgende passage gaat over de voorbereidingen op en voor eerste kerstdag: “Onze mannen komen pas in actie als het vlees gebraden moet worden voor het kerstdiner. Terwijl ze glunderend in de keuken staan, dekken wij de tafel, wrijven de glazen tot ze fonkelen, steken de kaarsjes aan, ontvangen de gasten en sussen ruziënde kinderen. Om eenmaal aan tafel te horen hoe iedereen papa prijst omdat het vlees zo lekker mals is. Onze echtgenoten nemen de complimenten trots in ontvangst en vergeten te vermelden dat hun vrouw gisteren om zeven uur ’s ochtends is opgestaan om de verrukkelijke marinade te maken.” Uit deze passage spreekt zoveel frustratie, ik hoef er niet eens meer iets over te zeggen. De tekst zegt genoeg.
Na het diner van eerste kerstdag beschrijft Els hoe ‘wij’ alles weer opruimen en schoonmaken (man is nergens te bekennen) en daarna in bed gaan liggen: “Als we uitgeput in bed rollen, spreidt manlief zijn armen: “schat, wat was het een heerlijke avond.” Hij is een beetje dronken en wil vrijen, en terwijl we automatisch meebewegen, denken we aan de volgende dag. Er staat een diner bij de schoonouders op het programma, maar eerst komen goede vrienden brunchen. Terwijl de heer des huizes zich behaaglijk omdraait en het op een snurken zet, stappen we uit bed om te checken op de we de prosecco wel koud hebben gezet.”
Je kunt zeggen wat je wilt over ‘manlief’, maar hij waardeert zijn vrouw wel. Hij prijst haar om de heerlijke avond én heeft nog zin in haar. Het had erger gekund. Hij had ook met zijn had in zijn broek zappend op de bank in slaap kunnen vallen. De vrouw die haar man ‘manlief’ noemt moet ik overigens nog tegenkomen. Gelukkig lopen ze niet in mijn vriendenkring rond. Bij de laatste zin van het citaat zag ik overigens collectief, alsof een geheim teken was gegeven, heel Libelle-lezend Nederland uit bed stappen en naar de koelkast lopen op zoek naar de prosecco.
Na de passage over ‘ons’ liefdesleven gaat het stuk door over de brunch met de vrienden, het eten bij de schoonouders en hoe hard ‘wij’ daar ook weer meehelpen terwijl ‘de mannen’ lekker zitten te babbelen over politiek en voetbal.
Eén van de laatste zinnen luidt, nadat ‘we’ ons hebben voorgenomen het volgend jaar allemaal anders te doen: “En we weten nu al dat van dat goede voornemen ook in 2010 niets terecht zal komen. Dat we dan opnieuw ten prooi zullen vallen aan de nationale kersthysterie, die maar één doel heeft: iedereen een gelukkige, relaxte kerst bezorgen, behalve de vrouw des huizes.” Mijn mening nadat ik dit stuk had gelezen: ‘wij’ moeten hoognodig eens duidelijk gaan communiceren met ‘onze‘ man, ‘manlief’ danwel de ‘heer des huizes’ over zijn behulpzaamheid. Ik vraag me namelijk zeer af of onze verzuurde, zwoegende ‘wij’ weleens gepraat heeft met haar man. Vervolgens zouden ‘we’ (in overleg met manlief) prioriteiten moeten gaan stellen met betrekking tot de invulling van onze kerstdagen.Voorts stel ik voor dat ‘wij’ met de kerst ook eens een lekker een glas wijn (of twee) drinken en eens meepraten over voetbal en politiek. Als je de hele dag in de keuken staat en ‘s ochtends heel vroeg een marinade moet maken heb je sowieso je diner niet helemaal efficiënt ingedeeld. En de V&D moet je ook niet in de dagen voor kerst bezoeken, als je dat wel doet, ben je eigenlijk niet zo handig. En als communiceren met je man en het bijstellen van je eisen niet werkt, dan moeten ‘wij’ maar een scheiding aanvragen. Wel zo rustig. En het scheelt weer zure stukjes in de Libelle.
"Wij" moeten ons eens niet zo laten opnaaien door die kerst-ellende...
BeantwoordenVerwijderenHahaha, dit stuk van Els Zuurbekje MOET gewoon nep zijn, dat bestaat toch helemaal niet meer? Eef, geef nou maar toe dat het eigenlijk een politiek tractaat is, getiteld, 'De Kerststress bij de vrouw', geschreven door Tineke Huizinga-Heringa (aka Tineke Radio GaGa). Joke Smit draait zich om in heur graf
BeantwoordenVerwijderenZe bestaat echt. En ik denk dat het hier is misgegaan: http://lenisaris.nl/interview_libelle.htm
BeantwoordenVerwijderenThe above mentioned matter is easy to not only understand but also explain. Even I can elaborate subject of this article now very easily because I it is easy to understand for me. Really a creative expert skill possessed by author.cursus eigen bedrijf starten
BeantwoordenVerwijderen