maandag 7 december 2009

Denkend aan eten: de lekkerste maaltijden in het buitenland

Dit stukje gaat over mijn favoriete eetmomenten op vakantie.
Het is moeilijk om één vakantie als favoriete of lievelingsvakantie aan te merken. Geen enkele vakantie is namelijk aaneengesloten geweldig en geen enkele vakantie is ook één op één te vergelijken met een andere vakantie (tenzij je elk jaar precies hetzelfde gaat doen). Maar lievelingsmomenten tijdens een vakantie heb ik wel en zijn ook makkelijker te identificeren. Na elke vakantie vraag ik H altijd wat zijn lievelingsmoment van de vakantie was. Dat blijkt een heel erg moeilijke vraag en dus deel ik het dan vaak op in het lievelingsdiner, het lievelingsmuseum, het lievelingsontbijt en het lievelingshotel. Dat maakt het een stuk overzichtelijker. Dit stukje is eigenlijk een soort highlights van de lievelingseetmomenten. Een ‘best of’ van het eten op de vakanties van H en Eef. Voor een volgende column bewaar ik dan de andere onderwerpen, dus de lievelingshotels, de lievelingssteden en de lievelingsmusea en de lievelingsbiertjes.

De beste lunch ooit was zonder twijfel de lunch die wij in Seaworld in Orlando tussen de haaien beleefden. Het eten zelf was niks bijzonders maar het uitzicht was spectaculair. We moesten de lunch uitstellen tot half 4 voordat er plaats was, maar het was de moeite waard. Eén muur van het restaurant bestond uit een enorme, wel vijftien meter lange en vier meter hoge glazen wand met daarachter een enorm aquarium. In dat aquarium zwommen allerlei soorten haaien en andere enge vissen. Wij hadden een tafeltje naast de glazen wand. Het restaurant was donker en koud, het rook er muf, het eten was wel ok, maar dit uitzicht maakte echt alles goed.

Het beste of lievelingsdiner is een moeilijke. Hoog staat het eten van kreeften in Bar Harbor in Maine. H wilde graag een keer echte Maine lobster eten en vroeg aan Bob, de eigenaar van de B&B waar wij verbleven, waar dat goed kon. Hij verwees ons naar een restaurantje in de haven waar we door een vriendelijke ober werden ingewijd in de geheimen van het eten van kreeft, iets wat wij nog nooit gedaan hadden. Achter ons zat een kakkineus Amerikaans stel waarvan de vrouw elke beweging die wij maakten met de kreeftentang of het andere gereedschap bekritiseerde. Blijkbaar konden we er niks van…
Eén van onze andere favoriete eetmomenten beleefden wij in het tentje waar wij in Barcelona welgeteld vier keer aten en waar de heerlijkste gedroogde ham op het menu stond. Na een dag stomend in de stad te hebben doorgebracht (het was augustus) vielen we vaak om vier uur 's middags in onze kamer in slaap. Die kamer bevond zich in het huis van een geschifte kunstenaar Antonio die het wild beschilderen van op canvas geplakte wasknijpers een kunst vond. Het huis van Antonio werd beheerd door een andere kunstenaar. Deze kunstenaar werd door ons aangeduid als ‘waterstofperoxidenicht’ (ik weet zijn naam echt niet meer) en was een groot aanbidder van Antonio. Wij spreken geen Spaans maar uit de ‘gesprekken’ die wij met onze beheerder voerden viel op te maken dat Antonio een genie was. In tegenstelling tot Antonio was onze gastheer het echte genie. Hij toonde ons op een middag een tekening die hij zelf gemaakt had, een pentekening van Escher-achtige allure, en deze man aanbad iemand die wasknijpers op canvas plakte?
Maar goed, het eettentje in Barcelona… Nadat wij ‘s middags in slaap waren gevallen werden we rond tien uur weer wakker en te moe om nog ver te lopen, aten wij dan, op één avond na omdat we vonden dat we ook eens ergens anders moesten eten, in het restaurantje dat schuin onder onze kamer zat. Het zaaltje was TL-verlicht, er was airco, er kwamen alleen Spanjaarden en de tweede avond wist de ober al wat wij wilden drinken (rosé en cola light) en bracht dat dus steeds als onze glazen leeg waren. Misschien was het de combinatie van gerookte ham, rosé, airconditioning en de korte loopafstand, maar wij vonden het een geweldige tent. Soms overwegen we nog eens naar Barcelona te gaan en dan alleen voor l’Antigua Cabaña (wij noemden het ‘de oude hut’) en de schilderijen van Antonio. Ik heb op internet geprobeerd onze kamer en het restaurant te vinden maar tevergeefs, ik hoop dat het nog bestaat.

De beste tussendoortjes aten we ongetwijfeld in Berlijn. Ik weet niet welk moment het wint, maar met de oostfronttemperaturen die wij er (in januari) beleefden zaten we zo vaak in een café voor koffie, thee of een soepje en was dat zo’n opluchting dat ik alle momenten enorm waardeerde. Ik weet nog dat H alle bordjes bij een buitententoonstelling wilde lezen en ik daarna énorm toe was aan iets warms. Ik herinner me kartoffelsuppe in een café onder de Fernsehturm, kartoffelsalat in een café op Unter den Linden en een museum over het Duitse parlement in de Fransöziche Kirche die we alleen maar bezochten omdat het daar warm was. Ik weet eigenlijk niet of we daar wat aten, maar aangezien wij nogal van eten houden kan ik me niet voorstellen van niet. Bij café Knese in de Knesebeckstrasse aten we een gebraden eend. Naast ons kwam een eenzame Japanner zitten die blijkbaar Europa rondreisde in zijn eentje (hoe ongewoon, zou zijn bus hem vergeten zijn op te pikken?). Deze jongen zat zo om een praatje verlegen dat hij steeds probeerde een gesprek met ons aan te knopen. Over Berlijn, over Nederland, over het eten dat op ons bord lag… Een straat verderop aten H en ik de avond erna in Pizzeria Ali Baba. Ik was daar al eens eerder met mijn vader geweest. Bijna onder het metrostation van Savignyplatz bevond zich de ingang van het restaurant. H en ik hebben eerst nog getwijfeld of dit echt de pizzeria was waar ik met mijn vader ook zo goed gegeten had, het zag er aan de buitenkant uit als een afhaalpizzeria die zijn beste tijd gehad had. Het interieur bevestigde echter dat dit inderdaad de tent was waar ik met mijn vader ook had gegeten: Lange eikenhouten banken en tafeltjes gaven een heerlijk Duits gevoel. Gek genoeg hingen aan de muur Franse reclameposters die het geheel een bistro-achtige sfeer gaven. En dat voor een pizzeria. Met de naam Ali Baba. Het eten was echter formidabel! Sowieso is Duistland qua eten en drinken nooit een straf. Nee, dat hebben we in andere landen wel anders meegemaakt. Ik bedenk me ineens dat ook dat wel een leuk onderwerp is voor een column: de smerigste diners, lunches en ontbijtjes ooit.Vast ook heel vermakelijk, misschien wel vermakelijker zelfs....

2 opmerkingen:

  1. ik vond de lunch salade bij Luna Rossa bij Miromar in Estero, Florida ook wel erg erg goed.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. The Kube in Brest is ons favoriete restaurant... We fleurden helemaal op de eerste keer dat we er waren, op een woensdag, rond een uurtje of 8... Na een tijd lang tevergeefs gezocht te hebben naar restaurants in Frankrijk die ons op een christelijke (lees: Nederlandse) tijd voedsel wilde voorschotelen zagen wij in een aftands straatje het bord van The Kube... Geheel zonder verwachtig en alleen maar enig voedsel wensend gingen wij de stijlvol ingerichte loungebar/pizzeria binnen. Wij kregen werkelijk de smaaksensatie van ons leven! Onze chagrijnige gezichten vertrokken bij de over het bord hangende pizza's e.d. De volgende dag zijn wij er weer heengegaan... Het jaar erna zijn wij speciaal omgereden via Brest (en dat is best een heel eind) om weer twee keer naar The Kube te kunnen gaan... Het personeel wist nog precies wie wij waren! Wat een service en wat een eten...

    BeantwoordenVerwijderen