Dit is een gastcolumn van gastcolumnist H
Toch weer Napoleon. De man blijft, ook 189 jaar na zijn dood fascineren. Eerder dit jaar schreef ik in een column al over de haarlok van Napoleon. Het kan nog gekker.
Zondag 5 december werden andere voorwerpen uit zijn leven geveild. Pronkstuk: een zijden onderbroek. De onttroonde keizer droeg hem tijdens zijn ballingschap op St. Helena. Het heeft iets onfatsoenlijks om een zo’n intiem kledingstuk aan het publiek te tonen en te verkopen. Een jurk van Marilyn Monroe of de trouwjurk van prinses Diana? Prima. Een halsdoek die door Andy Warhol is gedragen? Geen probleem.
Met onderkleding wordt het echter algauw lichtelijk onkies. Wie wil dat nu kopen? Kan het zijn dat zoiets ook alleen bij Napoleon kan? Dat alleen een gedragen onderbroek van Napoleon belangstelling oproept? Dat er niemand is die de standaard legeronderbroek (in camouflagekleuren?) wil zien – laat staan kopen - die Charles de Gaulle (om maar een andere beroemde Fransman te noemen) droeg onder zijn uniform tijdens de bevrijding van Parijs? Is er één ander historisch personage wiens onderbroek belangstelling oproept van het grote publiek? Oké, misschien dat er voor de lendendoek van Gandhi interesse is. Maar verder toch niet, lieve mensen? (ik reken hier even buiten tienermeisjes die mogelijk wel de boxershort van Justin Bieber willen hebben – maar dat is m.i. geen historisch personage).
Napoleon’s onderbroek is van ivoorkleurige zijde. Op de voorkant zit een gouden N met een kroontje erop. Ik vond het lichtelijk vertederend toen ik het las. Je ziet Napoleon ’s ochtends uit zijn bed stappen in Longwood House op het smalle, onooglijke eilandje St. Helena. Tandenklapperend van de kou, terwijl buiten de wind huilt. Het is nog donker. Maar hij is nu wakker en kan niet meer blijven liggen. Zijn bediende steekt een paar kaarsen aan. Hij heeft al haastig en behulpzaam water verwarmd en in een kan gegoten, waarmee Napoleon zijn gezicht en handen kan besprenkelen. Rillend trekt Napoleon zijn nachthemd uit. Het kaarslicht geeft zijn dikke, rozige lijf een fraaie gouden gloed. Zijn schaduw glijdt over de muur als hij zich uitrekt. Napoleon heeft zo veel weg van een cherubijntje. Zijn haren staan piekerig overeind. Dan krijgt hij kippenvel op zijn naakte billen. Terwijl hij een geeuw onderdrukt, wuift hij naar zijn bediende dat hij een schone onderbroek wil. ’s Nachts draagt hij die niet, maar overdag natuurlijk wel. Steunend trekt Napoleon de onderbroek aan en sjort nog wat aan de randen totdat het lekker zit. De kippenvel trekt weg.
Aan het einde van de dag stapt hij weer uit de onderbroek. Laat hij hem daar gewoon op de grond liggen en pakt de kamerheer het op om aan de wasmeid mee te geven? Of is hij gewend om zijn kleren allemaal netjes op te vouwen of in elk geval op één plek te verzamelen? We weten het niet.
Eén ding is zeker: Napoleon dacht er nog geen seconde aan dat bijna 200 jaar later deze onderbroek geveild zou worden en er een hoog bedrag in een Europese eenheidsmunt (niet de franc!) voor betaald zou moeten worden. Wanneer droeg Napoleon de onderbroek voor het laatst? Een week voor zijn dood, twee dagen? Een dag? Hoeveel had hij er eigenlijk? Wel zo belangrijk. Als hij er een stuk of 40 had, maakt dat de onderbroek op zich weer minder bijzonder. Maar wat nu als dit het enige exemplaar is dat nog over is?
Geschat werd dat deze onderbroek 15 tot 20 duizend euro op zou brengen. Het werd uiteindelijk 31.250 euro. Wie was de koper? Een museum? Het meest waarschijnlijk is een Napoleon-gek. Die heeft dat ding dan straks thuis liggen. Zou hij (het moet wel een hij zijn) de verleiding kunnen weerstaan om hem aan te trekken? Om even dat kroontje onder je navel te hebben. Om je zitvlees tegen dezelfde stof te voelen drukken als het zitvlees van Napoleon. Die lichamelijke nabijheid, daar moet het om gaan. Zoals met alles wat met de kleine keizer te maken heeft.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten