Sinds ik bevallen ben, ben ik toch anders naar de wereld gaan kijken. Nee, schrik niet, ik heb niet ineens een diepere dimensie aan het leven ontdekt die niet-moeders niet hebben. Nee, ik ben alleen maar een ervaring rijker en heb daardoor een ander beeld gekregen van andere vrouwen die moeten of moesten bevallen, meer is het niet.
Om een voorbeeld te geven: vorige week was op tv dat het ziekenhuis in Leiden enkele uren zonder verwarming had gezeten. Vervelend, zal je denken, zo koud in het ziekenhuis, maar ik dacht meteen: ‘je zult liggen bevallen.’ Als je ligt te bevallen heb je meestal niet enorm veel kleren aan, dat kan zonder verwarming vrij koud zijn. Ik weet dat de kamer waar ik in beviel de verwarming flink hoog had staan, en gelukkig ook. Ook de kamer waar ik daarna met de baby een nacht moest verblijven was flink warm. Dit doen ze omdat kleine baby’s zich niet goed warm kunnen houden. En ik kon het eerlijk gezegd na die dag vol inspanningen ook goed gebruiken, wat warmte.
Een ander moment waarop ik met andere ogen naar de wereld (en de geschiedenis keek) was toen op History Channel een documentaire langs kwam over de geschiedenis van de Verenigde Staten. De aflevering die ik zag, had betrekking op de grote trek naar het westen. De voice-over vertelde dat één op de vijf vrouwen die daaraan deelnam zwanger was. Eén op de vijf is best veel. En dan te bedenken dat je dus ergens op die grote vlaktes in Wyoming ofzo, middenin het niets, zou moeten bevallen. Geen kraamhulp of andere medische hulp in de buurt, alleen andere vrouwen die je een beetje kunnen helpen. Weinig water, geen fatsoenlijk bed, geen wasmachines om je bebloede kleren te wassen en waarschijnlijk óf heel warm óf heel koud. Ik zou er niet aan moeten denken mijn bevalling op de vlaktes van Wyoming te hebben moeten ondergaan. Waarschijnlijk had ik het ook niet overleefd omdat mijn baby er niet zonder hulp uit kwam, of ik was daarna aan infecties gestorven.
En zo kom ik de laatste tijd wel vaker dingen tegen. Zo staat er op de pakken babyvoeding dat je handen en de fles goed schoon moeten zijn als je het eten klaarmaakt. En dan te bedenken dat in de middeleeuwen mensen zich nauwelijks wasten en daar ook baby’s werden geboren en gevoed én baby’s dat (meestal of is het soms?) overleefden. Wie toen overleefde behoorde tot de allersterkte. Dat was geen survival of the fittest maar survival of the aller-aller fittest. Ik kan het me bijna niet voorstellen, waarschijnlijk was ik zowel op de vlaktes van Wyoming als in de middeleeuwen niet heel oud geworden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten