Zakgoten, dilatatievoegen, loodslabben, halfsteense muren, boeiboorden, hydrofoberen. Ik heb beroepsmatig nog wel eens te maken met de mannetjes (en hun taalgebruik) waar Caar zo dol op is, en dus hoor ik wel eens een woord dat ik niet ken.
Sterker nog, ik hoor heel regelmatig woorden waarvan ik de betekenis niet ken, of zinsconstructies waar ik geen bal van begrijp. Ik denk dat Caar op sommige van mijn werkdagen een field day zou hebben. Al moet ik wel zeggen dat ik ook nog nooit een mooier woord dan Caars penantje ben tegengekomen.
De eerste keer dat ik geconfronteerd werd met een goot die ‘op afschot’ moest liggen, kwamen de raarste beelden in mijn hoofd op. Ik moest toen ook denken aan een conference waarin een man beweerde jarenlang gedacht te hebben als hij weer op het nieuws hoorde dat iemand ‘at gunpoint’ werd gehouden, dat Gunpoint een plaats was. Een erg drukke plaats.
Ik ken iemand die toen zij voor de eerste keer de zin las dat iets zoveel meter ‘boven het maaiveld’ moest liggen, dacht dat dat een tikfout was en dat er Malieveld moest staan.
Over boeiboorden heb ik me jarenlang niet druk gemaakt, totdat ik een keer geconfronteerd werd met verrotte boeiboorden. En eerst dacht dat die dingen op een boot zaten.
Inmiddels draai ik mijn hand niet meer om voor moeilijke bouwgerelateerde termen. Ik kan een aardige lullepot houden over grondwaterstanden en vochtdoorslag. Als iemand begint over het geluk dat de lekkende muur of het lekkende raam er één op het noorden is, dan knik ik begrijpend, want inmiddels weet ik wat dat betekent. En ik heb er even over gedaan, maar de capillaire werking begrijp ik ook.
En als ik iets niet weet, dan knik ik vaak maar begrijpend. Het voordeel met de mannetjes is namelijk dat zij er geen idee van hebben dat zij in geheimtaal praten.
Anders zou je er een mannetje bij moeten halen dat geheimtaal kan ontcijferen...
BeantwoordenVerwijderen