Zoals Lein eerder al schreef, hebben we samen een kookworkshop Wild gevolgd. Vlak voor deze zou plaatsvinden ontvingen we een e-mail van de organisatie over de invulling van de dag. We zouden een deel buiten doorbrengen, in het gezelschap van een jager; en we zouden voorgelicht worden over verschillende geweren. Ik wreef bloeddorstig in mijn handen terwijl bij Lein de moed in de kaplaarzen zakte. Zouden we die dag ons eerste schot lossen? Zou het bij de vrouw van Lange Frans ook zo begonnen zijn? Who would draw first blood? Zou Lein een Rambo-zweetband omdoen? Ik kon niet wachten.
First blood vloeide al meteen op de snelweg, waar Lein een dode fazant spotte, die ze helaas niet op de imperial gebonden heeft om later te slachten. Wat we ook niet hebben gezien was een geweer, tot mijn teleurstelling. Wel een hardhorende jager die vertelde dat hij altijd met hagel schoot, dat jagers op leeftijd niet altijd een vaste hand hebben (en daardoor soms per ongeluk op elkaar schieten), en dat je niet van dichtbij met hagel moet schieten, dan knal je het beest aan flarden. O ja, dat de jacht tegenwoordig een stuk minder aantrekkelijk is door de hele papierwinkel die erbij komt kijken. En dat muskusrat lekker is.
Na dit mooie verhaal mochten we zelf aan de slacht. Er hingen in de kas drie dode hazen en drie eendenlijkjes. Eén haas was als een soort Petrus ondersteboven gekruisigd. Deze voorbeeldhaas werd door de jager gevild en geleegd. Even heel plastisch: de kop snij je eraf, het vel trek je als een soort jasje uit. Bloederigst is het verwijderen van de ingewanden. En dat stinkt! Zo erg dat sommigen even naar buiten liepen. Wij niet natuurlijk. Wij hebben in de geur van het hazenbloed een eend staan plukken (altijd met de vleug mee).
Sommige dames werden gek genoeg heel hebberig bij de aanblik van ingewanden en blote hazen. Die begonnen meteen een handeltje in bont of eendenorganen. Dat is een leuke extra als je eigenlijk komt om te leren koken. Sommigen kwamen daar niet voor. Die kwamen om te laten horen hoe ze alles al wisten, over de jacht, over het bereiden van wild, over het in één minuut achteroverslaan van een glas rode wijn en daar dan heel hard bij schreeuwen. Ik kon haar nog net behoeden voor een faux pas door te zeggen dat ze eendenlongen uit de vuilnisbak had gevist en dus niet de lever waar ze zo vol van was. Dat had haar wildpaté goed kunnen verpesten.
Tijdens het koken waren Lein en ik zo afgeleid door een groep luidruchtige parelsnoeren, dat we van schrik slechts drie van de vier gerechten hebben gemaakt: gekonfijte kwartelpootjes, wildpaté en wildbouillon. Vooral de paté was erg lekker, daarvan hebben we na afloop met z’n allen heerlijk gegeten. Sommigen iets meer dan anderen.
Next stop? Patisserie! We zijn benieuwd wat voor publiek daar op afkomt.
De gedachte aan Lein met een Rambo-zweetband om, tijgerend door het Neerlandsche oerwoud op zoek naar te slachten wild, maakte deze column bij voorbaat al geslaagd.
BeantwoordenVerwijderenMoooi: 'Wij hebben in de geur van het hazenbloed een eend staan plukken (altijd met de vleug mee).'
BeantwoordenVerwijderenErg leuk om te lezen....zo geschreven dat het gemakkelijk voor me te zien was en dus ook een paar keer gegrinnikt... (schrijf je dat zo?)
BeantwoordenVerwijderen