Wie wel eens op vakantie is geweest, weet dat overal waar je komt ook andere Nederlanders zijn. Mijn vader heeft hierover de volgende theorie: Nederland is zo klein en er zijn zo veel Nederlanders, dat tien procent van de bevolking zich buiten het land moet bevinden. In de zomermaanden ligt dit percentage uiteraard vele malen hoger.
Met name in landen al Frankrijk, Spanje en Italië word je bijna onder de voet gelopen door landgenoten. Als je wilt kun je de hele vakantie Nederlands spreken. Hartstikke gezellig! Bij aankomst op de vakantiebestemming zijn er meestal ook al Nederlanders die al wat langer op de camping (want daar zie je ze/ons het meest) staan of er zelfs ieder jaar komen. Deze mensen zien de komst van anderen reikhalzend tegemoet. Want nieuw bloed betekent aanspraak, en aanspraak betekent deskundig zijn.
Sta je net een beetje zweterig naast je auto, na te denken over waar de tent ligt, deze Nederlander staat al naast je of zit op je motorkap. Hij zal je het allemaal wel even uitleggen. Het betreft hier namelijk: de regel-Nederlander. De regel-Nederlander kenmerkt zich door twee eigenschappen (naast zijn nationaliteit). Hij weet alles van de omgeving en hij wil zijn kennis graag delen. In de week dat hij al op de camping staat is hij dikke vrienden geworden met de eigenaar. Als je wilt kan hij er wel voor zorgen dat je een goed plaatsje krijgt in het campingrestaurant? Ook weet hij precies welke supermarkten er zijn en welke het goedkoopst is. Hoe je het makkelijkst in de dichtstbijzijnde stad komt en waar je dan moet parkeren. Waar je goedkoop kan tanken. Welk wc-hokje je moet nemen. Wat de beste route naar huis is. Wat je zeker niet mag missen in de omgeving. Je hebt geen reisboekjes meer nodig, de regel-Nederlander heeft het allemaal al meegemaakt.
Het mooie is dat je, als je dat wilt, zelf de volgende regel-Nederlander kunt worden. Want niets duurt voor altijd, ook jouw regel-Nederlander moet op een gegeven moment weer naar huis en dan is er een vacature. Laat jij nou net alle hoeken en gaten van Toscane kennen. Deel die kennis. En deel hem niet alleen op de camping, deel hem ook als je weer thuis bent. Je vrienden zullen versteld staan. Zo’n bron aan informatie wil natuurlijk iedereen.
O, ben je via Duitsland naar huis gereden? Nou, wij zijn via Luxemburg gegaan en dat was twee uur sneller! Zo, ben je in de Provence geweest? Ben je dan ook naar Avignon geweest? O jammer, Avignon was nou juist het allermooiste van die omgeving. En als die ander wel in Avignon is geweest: heb je dan bij restaurant Chez Maxime gegeten? Nee? Goh, dat was werkelijk het beste restaurant van Avignon, dat vinden de Fransen zelf ook.
Niet alleen zal je een vraagbaak worden voor iedereen die naar dezelfde bestemming gaat, je kan ook vrienden de ogen uitsteken met de door jou ontdekte restaurants, wandeltochten, hotels, vergezichten en stille strandjes. Californië, ja leuk, maar toch jammer dat je niet die wandeling hebt gemaakt. Dat was nou juist het mooist. Vond je ook niet, Henk?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten