vrijdag 15 juni 2012

Vet in je hoofd

De blogs die Caar en ik vorige week over onze relatie met eten schreven kregen nogal wat reacties. Op het blog zelf, op Facebook en in de wandelgangen. En tot mijn verbazing bleek uit die reacties veel herkenning. Ik dacht werkelijk dat ik op mijn eetgestoorde eiland voedselfreak zat te spelen, maar blijkbaar ben ik niet de enige. Verontrustend eigenlijk.

Ik heb getwijfeld of ik die tekst afgelopen week zou plaatsen, te kwetsbaar en eerlijkgezegd heb ik nog niet eens het achterste van de tong laten zien. Het blog achtervolgde me deze week nog en de reacties bleven in mijn hoofd rondspoken. Daarom vandaag nog een beetje verder. Over vet dat wel in je hoofd zit maar niet op je heupen. 

Toen mijn moeder me drie weken voor de uitgerekende datum bijna uit het kraambed lanceerde, werd ik direct in een deken van aluminiumfolie naar de couveuse in het ziekenhuis gebracht. Te klein. Te blauw. Te licht. Het ging allemaal goed. Tot een jaar of 5. Opeens leek het alsof al dat babyvet weer terugkwam. In veelvoud. En dan over mijn hele lijf. Er zijn geen schattige foto's van mijn basisschooltijd want overal zie ik er, afhankelijk van het kapsel, uit als een junior sumoworstelkampioen (neee oma, zeker niet die in dat turnpakje laten zien). De middelbare was niet beter, de eerste foto met mijn jaarclub al helemaal niet.

De afvalrace begon op mijn 22e, en na een jaar was ik 20kg kwijt. Later gingen er nog eens 5 af. Vandaag ben ik 30. Dat betekent dat ik voor het grootste deel van mijn leven te zwaar ben geweest. Nu voelt het beter dan ooit, ik voel me fit en gezond. Het enige dat niet weggaat is het vet in mijn hoofd.

Dit vet is verraderlijk. Het zorgt ervoor dat je in een winkel toch een broek pakt die in het pashokje van je kont blijkt te zakken. Maat 38 bij je bips, en je oude maat in je hoofd. Ik weet gewoon nog steeds niet hoe maat 38 eruit ziet. Het vet zorgt er ook voor dat je er aan moet wennen dat je de gordel van de auto niet meer zoveer hoeft uit te trekken, maar dat je bij het instappen toch nog steeds een flinke snok geeft. Of dat je vergeet dat je best een rok aankan zonder dat je schuurplekken bij je benen krijgt.

Het vet zorgt er ook voor dat je het niet gelooft wanneer een collega, die je altijd sportief en slank hebt gevonden, vertelt dat ze meer weegt dan jij. Of dat je je verbaast als je tijdens zumba realiseert dat jouw eigen kont de kleinste van het sportklasje is. Het lijkt wel alsof dit vet niet weg te trainen is. R2 noemt het fantoomspek. Ik noem het een soort onrealistisch kwab-beeld. Hoe dan ook, het nepvet neemt teveel plaats in mijn hoofd in.



1 opmerking: