Ik ben weer toe aan vakantie. Het is weer eens zo ver. In mijn hoofd spoken al dagen tropische palmenstranden rond. Ik zie wuivende grasvelden met bergen met eeuwige sneeuw op de achtergrond. Ik idealiseer al tijden het rijden over oneindige wegen met in alle cupholders van de huurauto een andere beker met een halve liter drinken.
Ik wil niet meer werken. Ik wil niet meer ’s ochtends opstaan en bedenken wat ik nu weer moet gaan strijken, waar mijn bril is, waar mijn telefoonlader is, hoe laat het in hemelsnaam is en of ik nog wel op tijd weg ben. Ik wil uitslapen en ‘s ochtends snel iets makkelijks aan doen omdat we in een aftandse Ihop een stapel pannenkoeken met chocola gaan wegwerken. Daarna stappen we in de auto en rijden we naar iets leuks waar we iets leuks gaan doen en waar het weer leuk is. Ik hoef alleen maar na te denken waar mijn zonnebril is en mijn creditcard. ’s Avonds vinden we een droomcamping ergens met uitzicht op een meer en vallen we om half negen doodmoe in slaap.
Natuurlijk vergeet ik nu alle ongemakken van zo’n dag. Dat ik me tien keer met factor vijftig moet insmeren om te voorkomen dat ik verbrand. Dat ik aan het einde van de dag een grote plakkerige en stinkende massa ben. Dat ik ergens om elf uur ’s ochtends de eerste viezigheid op mijn laatste t-shirt smeer en dat we die avond, op de droomcamping vol muggen, geen wasmachine hebben. Dat ik natuurlijk net als ik lekker in mijn slaapzak lig moet plassen en dus een heel eind over en camping moet lopen op weg naar een niet zo schone wc. En dat als ik weer in de tent lig ik me bedenk dat we een pak crackers in de auto hebben laten liggen en dat die eigenlijk in de bearbox moet om te voorkomen dat een beer die nacht onze auto gaat proberen open te breken.
Maar dat alles is nog altijd beter dan de sleur die ik sinds januari heb: opstaan, douchen, aankleden, werken, koken, eten, stofzuigen, opruimen, slapen. Doe mij maar een beer en tien keer per dag factor vijftig. Ik ben er klaar voor!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten