Dit is een gastcolumn van de hand van onze gastcolumnist H.
Soms moet je gewoon accepteren dat er niet meer in zit. Het is een dooddoener, maar op een gegeven moet je je erbij neerleggen dat je nooit in een wit-rood-wit shirt toegejuicht zal worden door 50.000 toeschouwers in een vol stadion. Of dat je nooit wereldkampioen wielrennen zal worden. Wanneer houd je op om te dromen? Te fantaseren over het leven dat je had kunnen leiden als je andere keuzes had gemaakt? Of genoeg talent had gehad om uit te blinken in bijvoorbeeld voetbal of wielrennen? Of is het de factor tijd? Je bent er ook fysiek niet meer toe in staat. Je merkt er nu misschien nog maar weinig van, maar je lichaam is stiekem al aan het aftakelen.
Sommigen zullen dat wat eerder hebben dan anderen. Voor mij was dertig toch wel de kritische grens waarop je je realiseert dat een deel van je leven voorbij is en dat je keuzemogelijkheden beperkter zijn dan je tot dan toe dacht. Toen ik twintig werd, dacht ik: dit wordt een belangrijk decennium, want in de komende tien jaar ga ik afstuderen, een baan vinden en iemand waarvan ik denk het nog wel een jaar of veertig mee uit te houden, ga ik in een grotemensenhuis wonen, trouwen, kinderen krijgen. En win ik de Staatsloterij.
Dat laatste was al geen realistische verwachting, maar toen ik dertig werd, kwam ik tot de ontdekking dat ik nog niet de helft van de te realiseren doelen/dromen had volbracht. En dan tel ik het winnen van de Staatsloterij niet mee.
Als je jong bent, wordt je geleerd om te dromen, onze maatschappij wijst je er voortdurend op dat het mogelijk is om alles te bereiken, om bijzonder te worden en datgene te doen waar je goed in bent. The sky is the limit. Je kunt reiken naar de sterren. Je kunt zelf een ster worden. En iedereen wordt gelukkig en blij. Het is als het geloof in Sinterklaas. Een naïeve veronderstelling dat er van alles in je schoot wordt geworpen, als cadeautjes voor goed gedrag. Goed gedrag, is met andere woorden, de beloning voor hard werken. En dat wordt beloond. Je krijg niet zomaar een cadeau van de Goede Sint, maar alleen als je je gedraagt.
En dan hoor je een gerucht dat Sinterklaas niet bestaat. Je vraagt het aan je ouders en die bevestigen je bangste vermoedens: het is allemaal een verzinsel. Voor veel kinderen is het de eerste stap op weg naar volwassenheid. Je leert dat je niemand kunt vertrouwen (ook je ouders niet! Schokkend!) en dat jij en je leeftijdsgenootjes collectief voor de gek worden gehouden en dat iedereen, tot aan het Journaal aan toe, ook in het complot zit. Het is zelfs zo erg dat je in de supermarkt continu Sinterklaasliedjes moet aanhoren. Voor wie worden die gedraaid? Voor de kinderen die geloven? Alsof dat zulke consumenten zijn. Nee, dat zijn hun ouders en grootouders. Waarom worden de betalende klanten lastig gevallen met deze onzin? spatie Wat zegt dat over het leven zelf? Dat je herinnerd wordt aan je kinderdromen door middel van achterlijke liedjes die je gedurende een maand moet verdragen als je boodschappen gaat doen? Waarom doet iedereen mee met deze onzin, deze collectieve leugen?
Het Sinterklaas bedrog is symptomatisch voor de rest van je leven. Uiteindelijk is niets zoals het lijkt. Het leven is geen makkie, maar wel vaak leuk, met onverwachte cadeautjes – en soms ook trekken, sjouwen en afzien. Maar bedenk je wel: hard werken wordt niet altijd beloond. Soms is bijvoorbeeld de factor domme pech. En dat valt niet te sturen. Hoe goed je je ook gedraagt, hoe hard je werkt: soms krijg je geen cadeautje. Of eentje dat je liever had willen ruilen.
Sommigen leren het echter nooit. Die blijven geloven in sprookjes als rendement van 10% op beleggingen met geleend geld en blijven geloven in goedkope leningen waarmee je van je droomkeuken/-badkamer/-auto kunt genieten. Het succes van talentenshows geeft aan dat hopen mensen ook in hun volwassenheid behoefte hebben aan mee te kunnen dromen of mee te doen om hun droom na te jagen en een ster te zijn. Maar Susan Boyle staat in een 1:1.000.000 verhouding met alle andere mensen.
Wie zou op zijn zeventiende een glimp willen krijgen van zijn of haar leven 30 jaar later? Een blik in de toekomst op de baan die ze dan hebben, de auto waar ze in rijden, de persoon waarmee ze samenleven. Wie zal naar het leven van zijn oudere ik kijken en zeggen: “dit is precies wat ik me ervan had voorgesteld!” Wat droom je hiervan bewust? Wanneer komt het omslagpunt dat je een bad wilt en een zolder, net zoals je ouders? Ik heb jaren van mijn leven doorgebracht zonder een bad te willen - en zeker zonder zolder. Wie heeft ooit op de vraag: “wat wil je later worden?” geantwoord: verkoopster, bedrijfsjurist, ambtenaar, pompbediende? En welke kinderen die zeiden: politieagent of brandweerman en dat ook geworden zijn, zijn zich ervan bewust dat ze hun kinderdroom hebben ingevuld? En denken ze er nog steeds zo over?
Te somber? Zo is het niet bedoeld, de meeste mensen zullen tevreden zijn met hun bestaan, ook al hebben ze niet de baan of de partner waar ze ooit van droomden. Op een gegeven moment accepteer je dat er plekken op aarde zijn die je wilde zien, maar die je nooit zult zien, omdat je maar zoveel keer op vakantie kunt en je domweg de tijd ontbreekt voordat je te oud of te dood bent. Je realiseert je dat de keuzes die je vandaag maakt, bepalend zijn voor je leven voor de komende jaren en dat die keuzes definitief zijn. Je stond een tijdje terug op een zevensprong en je bent vastberaden één weg ingeslagen. Misschien heb je spijt, is het een hobbelige weg, die deels versperd is en kun je nog een keer omdraaien en één van de andere paden op, maar alle zeven ga je echt meer redden. En dan moet je accepteren dat er niet meer inzit. En je accepteert die Sinterklaasliedjes in de Albert Heijn.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten