Op deze plek schreef ik eerder hoe het mij vergaat als ik een avond onverwachts alleen thuis ben. Nu ik erover nadenk, ben ik überhaupt niet heel erg goed in alleen zijn. Dat klinkt misschien heel zielig, maar dat is het niet, want ik ben bijna nooit alleen en als ik alleen ben heb ik bewust een avond alleen ingelast en dan is dat eigenlijk wel relaxed. Dan lees ik een boek of een tijdschrift of kijk die ene zwaarmoedige film die nooit iemand met me wil kijken. De andere avonden zijn gevuld met gezellige afspraken of ik ga sporten of ik heb een avond samen met mijn meneer. Dat laatste komt veel te weinig voor, maar ik krijg geen klachten en ga dus vrolijk verder.
Echt iets alleen ondernemen, daar ben ik niet zo goed in. Boodschappen doen gaat natuurlijk prima, maar veel ingewikkelder moet het eigenlijk niet worden. Sinds kort ga ik alleen naar de sportschool, een doorbraak, tot voor kort ging ik altijd met een vriendin, zodat ik tussen al die rare zwetende mensen toch nog een gezellig vrolijk hoofd naast me zag waarmee ik kon lachen om de rare, rode, bezwete hoofden, ondanks dat we zelf ook een rood en bezweet hoofd hadden. Toen zij door drukte stopte met spinning heb ik besloten dat dit mij er niet van mocht weerhouden en nu ga ik voortaan, met gezonde tegenzin, alleen naar de sportschool.
Alleen winkelen doe ik ook, en dat gaat eigenlijk efficiënter omdat ik dan heel doelgericht ben, maar als ik klaar ben ga ik meteen terug naar huis en ga ik dus niet op een terras nog even een biertje drinken. Als ik op een terras op iemand wacht ga ik altijd driftig op mijn horloge en op mijn mobiel zitten kijken waar de ander blijft. Soms gaat het zo ver dat ik alvast twee biertjes bestel ‘want er komt zo nog iemand.’ Alsof dat de bediening interesseert. Het komt natuurlijk wel eens voor dat ik ontzettende dorst heb, en dan moet ik wel alleen op het terras, maar niet zonder een boek om me achter te verstoppen.
Om mij heen doet zich het tegenovergestelde verschijnsel voor: vrienden die alleen op wereldreis gaan. Dat vind ik heel erg avontuurlijk. Een paar maanden lang met een rugzak met twee t-shirts, een microfiber handdoek en één schone onderbroek door Thailand, India, Australië, Bolivia en Peru trekken, dat is toch wel het toppunt van ondernemendheid. En dan in de bus van Mumbay naar een afgelegen tempel aan de praat raken met een gezellig Australisch stel dat zichzelf aan het ontdekken is en met wie je een week lang optrekt. We hadden dezelfde Teva’s aan, die met dat oranje erin. Gaaf!
Mij lijkt het niks. Als ik ergens ben moet ik kunnen ventileren hoe leuk het daar is. Of commentaar geven op hoe stom/vies/duur/onguur alles is. Als het dan namelijk stom/vies/duur/onguur is, is het meteen minder eng. In je eentje in een vieze, ongure omgeving lijkt me ook nog eens onveilig. En als er andere mensen zijn dan moet ik daar ook met iemand over kunnen praten. Bijvoorbeeld over dat stinkende Australische stel dat de hele tijd zo opdringerig is en de hele tijd samen wil optrekken. laat me met rust!
Voor mijn werk ga ik een paar keer per jaar op reis naar het buitenland. In mijn eentje. Op zich geen probleem, in het vliegtuig lees ik een boek en op het congres praat ik met congresgangers, maar als er even niets te doen is wil ik toch met iemand de dag doorspreken. Of ik zie iets grappigs of raars. Dan ga ik sms-en. Mijn meneer vroeg mij op een gegeven moment waar ik de derde week van maart was geweest. In Glasgow, op een congres. O, zei hij, maar hoe komt dan je telefoonrekening zo hoog? Het bleek dat ik met het dubbele aantal berichten mijn sms-bundel van die maand had overschreden. Was ik lekker toch niet alleen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten